Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Gemeente Ouderkerk

Verstrekkingenboek

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OverheidsorganisatieGemeente Ouderkerk
Officiële naam regelingVerstrekkingenboek
CiteertitelVerstrekkingenboek
Vastgesteld doorcollege van burgemeester en wethouders
Onderwerpmaatschappelijke zorg en welzijn
Eigen onderwerpMaatschappelijke zorg

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

artikel 20 en 28 van de Verordening Voorzieningen maatschappelijke ondersteuning 2013

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

geen

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerking-

treding

Terugwerkende

kracht tot en met

Datum uitwerking-

treding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

14-03-201301-01-2015Onbekend

26-02-2013

Dichtbij, 13 maart 2013

Onbekend

Tekst van de regeling

Beleidsregels en overzicht van gemeentelijk gefinancierde voorzieningen Wmo 

Behorende bij de Verordening voorzieningen maatschappelijke ondersteuning 2013 gemeente Ouderkerk

 Het college van de gemeente Ouderkerk,

 

gelet op artikel 20 en 28 van de Verordening Voorzieningen maatschappelijke ondersteuning 2013 vastgesteld op 20 december 2012,

 

besluit vast te stellen de volgende nadere regels:

Inleiding

De gemeente heeft naast de Verordening voorzieningen maatschappelijke ondersteuning 2013 beleidsregels opgesteld die de richtlijnen aangeven waarlangs aanspraken concreet worden ingevuld. Deze beleidsregels zijn opgenomen in dit Verstrekkingenboek.

Het doel van de wet is het compenseren van beperkingen; derhalve zijn de producten in dit verstrekkingenboek niet limitatief. Als een andere voorziening de beperkingen van een inwoner compenseert (met in achtneming van de primaat van de goedkoopst compenserende maatregel) dan kan dat product ook verstrekt worden. Altijd wordt gekeken naar de persoonskenmerken en het te bereiken resultaat.

  • 1.

    Algemene uitgangspunten bij beoordeling van aanspraken

    • ·

      Een voorziening kan slechts worden toegekend voorzover:

    • ·

      de beperkingen het gevolg zijn van een lichamelijke, geestelijke, verstandelijk oorzaak; een chronisch psychisch probleem of een psycho-sociaal probleem.

    • ·

      deze langdurig noodzakelijk is

    • ·

      deze, naar objectieve maatstaven gemeten, als goedkoopst compenserende voorziening kan worden aangemerkt

    • ·

      deze in overwegende mate op het individu gericht is

    • ·

      deze voor een persoon als de aanvrager niet algemeen gebruikelijk is

    • ·

      de aanvrager woonachtig is in de gemeente Ouderkerk

    • ·

      er geen aanspraak op de voorziening bestaat vanuit andere regelingen.

      a.Gevolg van beperkingen

      Om toegang te krijgen tot een voorziening dienen de aantoonbare beperkingen op het gebied van het voeren van een huishouden, het normale gebruik van de woning, het verplaatsen in en om de woning en het zich lokaal verplaatsen per vervoermiddel het gevolg te zijn van een lichamelijke, verstandelijke, geestelijke of financiële oorzaak. Het is evenwel niet altijd mogelijk een diagnose te stellen. Soms treden er beperkingen op die niet direct terug te voeren zijn op ziekte of gebrek. Zo is ouderdom op zich niet synoniem aan ziekte of gebrek. Ouderdom op zich is geen indicatie. Wel kunnen gebreken samenhangen met ouderdom. Zo zijn er slijtageprocessen als gevolg van ouderdom die relevant zijn voor de Wmo. Het verhuizen uitsluitend op grond van ouderdomsverschijnselen is geen Wmo-geïndiceerde verhuizing. Ook kunnen er belemmeringen worden geconstateerd zonder dat er sprake is van beperkingen, ziekte of gebrek. Zo kunnen pijnklachten psychosomatisch zijn. Dan zal een uitspraak van een deskundige noodzakelijk zijn, om te bepalen of de klachten relevant zijn voor de Wmo.

      b.Langdurig noodzakelijk

      Een voorziening kan slechts worden toegekend indien deze geschikt en langdurig noodzakelijk is om de beperkingen op het gebied van wonen, het voeren van het huishouden, het verplaatsen in en om de woning, het zich lokaal verplaatsen per vervoermiddel en bij het ontmoeten van medemensen en op basis daarvan sociale verbanden aangaan op te heffen of te verminderen. Geschikt wil onder andere zeggen dat de voorziening de beperking wegneemt of vermindert. Langdurig noodzakelijk wil zeggen dat betrokkene voor langere tijd aangewezen moet zijn op het desbetreffende hulpmiddel of aanpassing. Voor langere tijd betekent in ieder geval dat wie tijdelijk gehandicapt is niet voor een voorziening in aanmerking komt. Betrokkene kan bij een handicap van tijdelijke aard (korter dan 6 maanden) een beroep doen op de hulpmiddelendepots van de Thuiszorg-organisaties die zijn opgezet in het kader van de AWBZ.

      Waar precies de grens ligt tussen kortdurend en langdurig zal van situatie tot situatie verschillen. In dit kader zal de prognose van groot belang zijn. Zegt de prognose dat betrokkene na enige tijd zonder de benodigde hulpmiddelen of aanpassingen zal kunnen functioneren, dan mag men van een kortdurende noodzaak uitgaan. Bij een wisselend beeld, waarbij verbetering in de toestand situaties van terugval opvolgen kan echter uitgegaan worden van een langdurige noodzaak, mits het wisselende beeld permanent is. Bij patiënten met een terminaal ziekte beeld is het onbekend of de voorziening langer dan 6 maanden noodzakelijk is. Dit betekent echter niet dat deze groep patiënten niet in aanmerking zouden kunnen komen voor een voorziening.

      Een uitzondering op de regel dat de aangevraagde voorziening langdurig noodzakelijk moet zijn, wordt gevormd door situaties waarin voor een afzienbare periode hulp bij het huishouden nodig is, bijvoorbeeld bij ontslag uit het ziekenhuis na een opname of bij een ontregeld huishouden.

      c.Goedkoopst compenserende

      De verordening meldt, dat de voorziening “naar objectieve maatstaven” gemeten, als de goedkoopst compenserende voorziening moet worden aangemerkt. Primair betekent dit, dat de voorziening de beperkingen van de aanvrager dient te compenseren. Uit de alternatieven die als adequaat worden bestempeld, kan de gemeente de goedkoopste oplossing kiezen. Eigenschappen die kostenverhogend werken zonder dat ze noodzakelijk zijn, zullen in principe niet voor vergoeding in aanmerking komen. Wat betreft het kwaliteitsniveau, mag duidelijk zijn dat bij een verantwoord, maar ook niet meer dan dat, niveau wordt aangesloten.

      d.Overwegend op het individu gericht

      Het probleem van het individu dient op grond van de wet te worden gecompenseerd. Dat individuele probleem staat dan ook centraal bij de beoordeling van de aanvraag voor een voorziening op grond van de wet. De voorziening kan worden toegekend voor zover deze in overwegende mate op het individu is gericht.

      Een aanvraag voor voorzieningen in gemeenschappelijke ruimten kan alleen worden toegekend indien er een individuele aanvrager is voor wie de voorziening noodzakelijk is. In wooncomplexen voor senioren is het gebruikelijk dat de woningen bereikbaar zijn voor ouderen. De verhuurder van seniorenwoningen is er verantwoordelijk voor dat de woning in zijn algemeenheid geschikt is voor de doelgroep aan wie wordt verhuurd.

      e.Algemeen gebruikelijk

      De gemeente verstrekt geen voorzieningen waarover de aanvrager, gezien zijn individuele situatie, ook zonder handicap of beperking zou kunnen beschikken. Deze voorzieningen worden als algemeen gebruikelijk beschouwd. Het gaat hierbij om voorzieningen die:

      • ·

        in de reguliere handel verkrijgbaar zijn en

      • ·

        niet speciaal voor personen met beperkingen bedoeld zijn en

      • ·

        die niet aanzienlijk duurder zijn dan vergelijkbare producten met hetzelfde doel

      Wat in een concreet geval algemeen gebruikelijk is, hangt in beginsel af van de aard van de gevraagde voorziening. Daarnaast speelt de -financiële- situatie van de aanvrager een rol, bezien in relatie tot maatschappelijke normen op het moment van de aanvraag. Met name die financiële situatie van de aanvrager kan leiden tot een uitzondering op het beginsel dat geen algemeen gebruikelijke voorzieningen worden verstrekt. Een andere uitzondering is het ten gevolge van een plotseling optredende handicap moeten vervangen van zaken die nog niet zijn afgeschreven; dat zou zonder die handicap immers niet nodig zijn.

      Algemeen gebruikelijke voorzieningen zijn:

      • ·

        De volgende voorzieningen worden als algemeen gebruikelijk gezien:

      • ·

        Verhoogde toiletpot 6+ (al of niet verstelbaar) en toiletverhoger

      • ·

        Eenvoudige handgrepen (30 of 40 cm lang)

      • ·

        Thermostaat kranen/eenhendelmengkranen

      • ·

        Elektrische zonwering en zonwering/sereens

      • ·

        Losse airco units

      • ·

        Stangen (ook elektrische variant) voor raambediening van hoge ramen

      • ·

        Automatische deuropeners voor garagedeuren

      • ·

        Aankoppelfiets voor kinderen

      • ·

        Tandem (ook met hulpmotor)

      • ·

        Elektrische fiets/ spartamet/fiets met lage instap

      • ·

        Fiets met hulpmotor

      • ·

        Keramische/inductie kookplaat

      • ·

        Automatische transmissie auto

      • ·

        Cruise control

      • ·

        Vervanging van gordijnen/vloerbedekking na een afschrijvingsperiode van 8 jaar

      • ·

        Inrichten en stofferen van een nieuw te betrekken woning

      • ·

        Aanleg van centrale verwarming

      • f.Woonachtig in Ouderkerk

      Alleen cliënten die ingeschreven staan in het bevolkingsregister van de gemeente Ouderkerk en hier hun woonplaats hebben kunnen een aanvraag voor een voorziening indienen bij de gemeente Ouderkerk.

      g.Aanspraak op andere regelingen

      Een voorziening wordt niet toegekend voorzover er een andere wettelijke regeling of privaatrechtelijke overeenkomst bestaat, op grond waarvan men aanspraak kan maken op de voorziening.

  • 2.

    Vorm van de te verstrekken individuele voorzieningen

    • ·

      Voorzieningen kunnen binnen de Wmo in verschillende vormen verstrekt worden:

    • ·

      Algemene voorzieningen

    • ·

      Collectieve voorzieningen

    • ·

      Individuele voorzieningen in natura

    • ·

      Individuele voorzieningen in de vorm van een persoonsgebonden budget (PGB)

    • ·

      Individuele voorzieningen in de vorm van een financiële tegemoetkoming

      a.Voorzieningen in natura

      Onder verlening van voorzieningen in natura wordt verstaan het verstrekken van een hulpmiddel (cq. hulp bij het huishouden) aan de vrager. De voorziening zal middels een (huur)contract aan de aanvrager ter beschikking worden gesteld of in eigendom verstrekt worden. Bij het verstrekken van voorzieningen in natura is de gemeente verantwoordelijk voor de verstrekking van de voorziening en de noodzakelijke nazorg zoals onderhoud, reparaties en verzekeringen.

      b.Financiële tegemoetkoming

      Voorzieningen kunnen ook worden verstrekt in de vorm van een financiële tegemoetkoming in de kosten van de voorziening. De vraag of een voorziening in natura moet worden geleverd, dan wel in de vorm van een financiële tegemoetkoming voor kosten van de voorziening, zal van een aantal factoren afhankelijk zijn.

      Met gemaximeerde vergoedingen worden vergoedingen bedoeld die voor bepaalde kosten tot een norm- of maximumbedrag worden gegeven. Zo wordt een sportrolstoel verstrekt als een gemaximeerde vergoeding (in natura of PGB). Het spreekt voor zich dat de hoogte van de vergoeding in algemene zin toereikend moet zijn voor het doel waarvoor de vergoeding wordt verstrekt.

      c.Persoonsgebonden budget (PGB)

      Indien de noodzaak van een individuele voorziening is vastgesteld, kan de aanvrager ervoor kiezen deze voorziening in de vorm van een PGB te ontvangen. De aanvrager kan hiermee de geïndiceerde voorziening(en) zelf verwerven. Het PGB wordt altijd aan de aanvrager uitbetaald. De uitvoering van het PGB is verschillend geregeld voor hulp bij het huishouden en voor overige voorzieningen:

      3.PGB hulp bij het huishouden

      Indien een PGB wordt verstrekt voor het verwerven van hulp bij het huishouden, dan dient aan de volgende voorwaarden te worden voldaan:

      • ·

        De hulp wordt ingezet ten behoeve van het hoofdverblijf van de aanvrager, in de gemeente Ouderkerk.

      • ·

        De aanvrager gebruikt het budget uitsluitend voor betaling van de hulp bij het huishouden, inclusief organisatiekosten, zoals is vastgelegd in het besluit.

      • ·

        De aanvrager sluit een schriftelijke overeenkomst met de hulpverlener of de hulpverlenende instantie.

      • ·

        De declaratie van een hulpverlener bevat een overzicht van de dagen waarop is gewerkt, het uurtarief, het aantal te betalen uren, het burgerservicenummer en de naam en het adres van de hulpverlener, en wordt ondertekend door de hulpverlener.

      • ·

        De declaratie van een hulpverlenende instantie bevat het BTW-nummer van die instantie, een overzicht van de dagen waarop is gewerkt, het tarief, het aantal te betalen uren en de naam en het adres van de zorgverlenende instantie, en wordt namens de instantie ondertekend.

      • ·

        De verantwoording van het Pgb door de budgethouder aan het college vindt plaats steekproefsgewijs. Iedere budgethouder dient tenminste een overzicht van de salarisadministratie met bewijsmiddelen te bewaren en op verzoek van het college te overleggen.

      • ·

        De hoogte van het PGB voor hulp bij het huishouden is vastgesteld in het Besluit maatschappelijke ondersteuning gemeente Ouderkerk. De berekening van de eigen bijdrage vindt plaats door het CAK. Na berekening van de eigen bijdrage door het CAK wordt het eventuele restant aan de cliënt uitbetaald. Met deze werkwijze kan de gemeente nimmer teveel uitbetalen. Van het verstrekte PGB is 15% vrij besteedbaar; dit wil zeggen dat hierover geen verantwoording hoeft te worden afgelegd. Het gaat dan met name om telefoonkosten, regelkosten ed.

      4.PGB overige voorzieningen

      Indien een PGB wordt aangewend voor het verwerven van een woon-, vervoers- of rolstoelvoorziening, gelden de volgende voorwaarden:

      • ·

        De voorziening wordt verworven conform het programma van eisen, opgesteld door de medisch-adviseur of de Wmo-consulent.

      • ·

        De voorziening heeft een economische afschrijving, per voorziening wordt bepaald wat de afschrijvingstermijn is. Bij gelijkblijvende beperkingen kan binnen deze termijn niet opnieuw een overeenkomstige voorziening worden verstrekt. In het toe te kennen PGB is een bijdrage opgenomen voor het af te sluiten onderhoudscontract. De hoogte van de bijdrage voor het onderhoudscontract wordt vastgesteld ter hoogte van de bedragen die de gemeente betaalt aan leveranciers.

      • ·

        Na aanschaf van de voorziening dient de aanvrager de factuur te overleggen (binnen zes maanden na uitbetaling). Aan de hand van de factuur wordt gecontroleerd of het budget is aangewend waarvoor het bedoeld is. Indien dit niet het geval is zal terugvordering van het PGB plaatsvinden.

      • ·

        Indien de kosten van de voorziening het PGB overschrijden zijn deze voor rekening van de aanvrager. Indien de kosten lager zijn dan het PGB dient het verschil, met een marge van 15% van de verstrekking, door de aanvrager aan de gemeente te worden terugbetaald.

      • ·

        De hoogte van het PGB is gelijk aan de prijs die de gemeente Ouderkerk voor de goedkoopst compenserende voorziening betaalt.

      De aanvrager wordt geadviseerd bij het aangaan van een PGB voor een voorziening rekening te houden met de volgende aspecten:

      • ·

        Aangezien binnen de economische afschrijvingstermijn niet opnieuw een gelijkwaardige voorziening wordt verstrekt, is het van belang dat de te verwerven voorziening voorzien is van het GQ- CE of TNO keurmerk.

      • ·

        Bij de aanschaf van de voorziening een leverancier te kiezen die bereid is om de voorziening gedurende de afschrijvingstermijn te onderhouden, te repareren. Hiervoor een contract af te sluiten met de leverancier voor de periode van de afschrijvingstermijn. In het onderhoudscontract met de leverancier in ieder geval op te nemen dat de volgende kosten ten behoeve van de gehele voorziening zijn meegenomen:

      • ·

        reparaties inclusief onderdelen

      • ·

        voorrijden en arbeidsloon

      • ·

        24-uurservice

      • ·

        gelijkwaardige leenvoorziening indien de voorziening niet binnen 16 uur gerepareerd kan worden

      • ·

        jaarlijks onderhoud met keuring (alleen bij trapliften en tilliften)

      • ·

        De voorziening te verzekeren door middel van een uitbreiding van de WA-verzekering (Wettelijk Aansprakelijkheidsverkering)

      • ·

        Indien een voorziening vóór de afschrijvingstermijn niet meer kan worden gebruikt, dan kan de voorziening mogelijk door de leverancier worden teruggekocht. Wanneer er sprake is van terugkoop dan dient de aanvrager dit bedrag terug te betalen aan de gemeente, waarna zo nodig opnieuw een PGB kan worden toegekend voor een nieuw aan te schaffen voorziening.

De producten

Leeswijzer

Om de voorzieningen/ producten die in het kader van de Wmo kunnen worden verstrekt overzichtelijk te weer te geven is er gekozen om de producten in tabellen te zetten. Dit overzicht is ingevuld aan de hand van een format. In onderstaand schema wordt de indeling toegelicht:

Voorziening door de gemeente gefinancierd

Wat is het?

Omschrijving of specificatie van het product

Voor wie?

Algemene, collectieve of individuele voorziening.

Voorliggende voorziening?

Dit zijn wettelijke voorzieningen of voorzieningen die naar de huidige maatschappelijke normen algemeen gangbaar zijn. Elke voorziening waarop de persoon of het gezin aanspraak kan maken, dan wel een beroep kan doen om het resultaat benoemd in de verordening te bereiken is voorliggend op de Wmo.

Waar aanvragen?

Bij het Adviesloket, aanbieders of anderszins.

Is indicatiestelling nodig?

Aangegeven wordt of er een indicatie noodzakelijk is. Als dit het geval is (Ja) wordt dit altijd door deskundigen met behulp van ICF en protocollen een objectieve indicatiebesluit opgesteld.

Als er geen indicatiestelling plaats vindt (Nee), zal de voorziening indien mogelijk direct aan de hulpvrager worden toegekend.

Zijn er keuzemogelijkheden?

Hier wordt aangegeven of er een keuzemogelijkheid is tussen een voorziening in natura/ een financiële tegemoetkoming of een PGB. En of er keuze is tussen meerdere aanbieders of alternatieven voorhanden zijn.

Wat zijn de kosten?

Er is een onderscheid tussen twee soorten kosten:

1.Algemeen gebruikelijke kosten: kosten die mensen altijd maken voor maaltijden, sociale contacten, sport, recreatie, vervoer, etc. Deze algemeen gebruikelijke kosten worden niet vergoed door de gemeente.

2.Eigen bijdrage: voor de individuele voorziening. De gemeente Ouderkerk hanteert de spelregels van de Rijksoverheid. De eigen bijdrage voor de Wmo en AWBZ wordt in Nederland geïncasseerd door het Centraal Administratie Kantoor.

Waar moet rekening mee worden gehouden?

Verwezen kan worden naar het document gebruikelijke zorg waarin omschreven is wat verwacht mag worden van huisgenoten.

5. Hulp bij het huishouden

Hulp bij het huishouden

Wat is het?

Hulp bij activiteiten op het gebied van het verzorgen van het huishouden van een persoon dan wel van de leefeenheid waartoe hij/zij hoort. Twee soorten hulpverlening zie onderstaande tabel.

Voor wie?

Individuele voorziening

Voorliggende voorziening?

Kinderopvang, oppas, maaltijdverzorging, boodschappendienst, onderhoudservice, klusjesdienst,vrijwilligers en mantelzorg

Waar aanvragen?

Adviesloket en indien van toepassing ook bij het transferpunt van ziekenhuizen. Dit laatste alleen voor mensen die aansluitend aan een ziekenhuisopname hulp bij het huishouden nodig hebben.

Indicatiestelling nodig?

Ja, er kan een huisbezoek plaats vinden.

Zijn er keuzemogelijkheden?

Ja, er is de keuze tussen meerdere aanbieders en de keuze tussen hulp in natura of een PGB.

Wat zijn de kosten?

Voor deze voorziening wordt een eigen bijdrage in rekening gebracht

Waar moet rekening mee worden gehouden?

Er moet een aantoonbare beperking aanwezig zijn (ziekte of beperking). Geen hulp wordt gegeven voor activiteiten waarvan het redelijk is dat huisgenoten dat voor elkaar kunnen doen of wanneer men gebruik kan maken van mantelzorg of vrijwilligerswerk. En er wordt nagegaan of er andere voorliggende voorzieningen zijn zoals een boodschappendienst van supermarkt. Het document Richtlijn indicatieadvisering hulp bij het huishouden van de MO zaak, januari 2011, is in alle situaties van toepassing. Hierin wordt ook beschreven wat gebruikelijke zorg is.

Voorziening

Indicatie

Omschrijving

Voorwaarden

Uitgangspunten

verstrekking

Hulp bij het huishouden (Hbh 1)

Ja

Lichte en zware huishoudelijke werkzaamheden.

Er is sprake van een stabiele (gezins)situatie waarbij naast de huishoudelijke werkzaamheden geen andere ondersteuning geboden hoeft te worden.

 

PGB, in natura

Hulp bij het huishouden (Hbh 2)

Ja

Lichte en zware huishoudelijke werkzaamheden, verzorging van kleding, linnengoed (was doen), boodschappen voor het dagelijks leven, brood/ warme maaltijd verzorgen, huishoudelijke spullen in orde houden.

Er is sprake van een stabiele (gezins)situatie waarbij naast de huishoudelijke werkzaamheden geen andere ondersteuning geboden hoeft te worden.

 

PGB, in natura

Hulp bij het huishouden aangevuld met de organisatie van het huishouden, hulp bij een ontregelde huishouding (Hbh 3)

ja

Lichte en zware huishoudelijke werkzaamheden, de was, boodschappen, hulp bij de maaltijdbereiding. Hulp in huis met zelfverzorging, dagelijkse organisatie van het huishouden (bv. licht administratief werk), instructie/ advies en voorlichting gericht op het huishouden, eenvoudige psychosociale begeleiding

Er is sprake van een ontregelde (gezins)situatie waardoor naast huishoudelijke ondersteuning ook behoefte is aan andere ondersteuning.

 

PGB, in natura

6. Woningvoorzieningen

a.Primaat verhuizen

6.In de verordening is het primaat van de verhuizing opgenomen. Het primaat verhuizen wordt toegepast als de kosten van het aanpassen van de woning ten tijde van de aanvraag of binnen afzienbare termijn boven het grensbedrag uitkomen zoals vastgelegd in het besluit maatschappelijke ondersteuning gemeente Ouderkerk. Onder het grensbedrag is het niet billijk te verlangen van een aanvrager om te verhuizen. Boven dit bedrag wel. Als een aangeboden woning adequaat is en er geen sprake is van een situatie zoals hieronder omschreven wanneer het primaat van verhuizen niet wordt toegepast, mag de woning niet worden geweigerd. Wanneer een aangeboden adequate woning wordt geweigerd of wanneer de aanvrager door zelf te zoeken naar een adequate woning had kunnen verhuizen, maar dit heeft nagelaten, zal geen aanpassing van de huidige woning plaatsvinden. Een aangeboden of te vinden woning wordt als adequaat beschouwd wanneer deze beantwoordt aan het aanpasplan dat in het kader van de aanvraag is opgesteld of wanneer de woning hieraan beantwoordt na verstrekking van enkele (eenvoudige) aanpassingen.

6.Door het primaat bij verhuizen te leggen heeft de gemeente een mogelijkheid om de aanvrager geen financiële tegemoetkoming of PGB voor het aanpassen van de huidige woning te verstrekken als deze niet wenst te verhuizen. Door het aanbieden van een adequate woning is aan het gemeentelijke compensatiebeginsel voldaan. De gemeente heeft immers een adequate voorziening aangeboden die de persoon met beperkingen echter niet accepteert.

6.Dit primaat betekent niet dat de gemeente in alle gevallen besluit dat de aanvrager naar een andere woonruimte moet verhuizen en een verhuiskostenvergoeding toekent. In sommige situaties kan worden afgeweken, omdat verhuizen niet mogelijk is of niet de goedkoopst compenserende oplossing. In deze gevallen kan alsnog worden overgegaan tot het aanpassen van de eigen woning, ook als het aanpassen van de eigen woning meer kost dan het bedrag dat wordt gehanteerd voor de toepassing van het primaat van de verhuizing.

6.Het primaat verhuizen wordt niet toegepast in de volgende situaties:

  • -

    Een geschikte of geschikt te maken woning moet binnen een redelijke termijn beschikbaar zijn. Onder een redelijke termijn wordt verstaan een maximale periode van 12 maanden.

  • -

    Een geschikte of geschikt te maken woning die ligt in de woonplaats waarin de aanvrager woont moet beschouwd worden als een aanvaardbaar bod.

  • -

    Binnen medisch aanvaardbare termijn is geen adequate aangepaste woning of goedkoper aan te passen woning beschikbaar. Wat een medisch aanvaardbare termijn is wordt door de arts bepaald en kan per individu verschillen. In het advies aan de gemeente wordt de medisch aanvaardbare termijn altijd vermeld.

  • -

    De hoogte van de woonlasten in de nieuwe situatie ten opzichte van de oude situatie zijn zo hoog dat daardoor de draagkracht van betrokkene wordt overschreden.

  • -

    In de oude woonomgeving is mantelzorg aanwezig die door de verhuizing verloren gaat. Bovendien is deze mantelzorg niet uitstelbaar (in de tijd).

  • -

    Er bestaat een medische contra-indicatie voor verhuizen (vast te stellen door de arts)

  • -

    De woning van de cliënt ligt bij de bedrijfsruimte waar een lid van het gezin een inkomen verdient.

  • -

    Verkoop van de woning leidt tot ernstig vermogensverlies, waaronder moet worden verstaan 5% of meer van de WOZ waarde.

6.Daarnaast zou sprake kunnen zijn van specifieke persoonlijke omstandigheden waardoor verhuizen onaanvaardbare ingrijpende gevolgen heeft voor de persoonlijke en gezinssituatie van betrokkene. Factoren die hierbij worden gewogen zijn onder andere de ligging van huidige en nieuwe woonruimte ten opzichte van belangrijke voorzieningen (school, winkels, vervoer) en werkplek en de tijd die iemand al in de buurt heeft gewoond. Of daadwerkelijk sprake is van dergelijke omstandigheden wordt in een breder verband beoordeeld.

6.Bij toepassing van het primaat van de verhuizing mag de gehandicapte kiezen voor een financiële tegemoetkoming in de kosten van verhuizing en inrichting van een aangepaste woning óf voor een éénmalige financiële tegemoetkoming voor het aanpassen van de eigen (huidige) woning. De hoogte van laatstgenoemde tegemoetkoming is gelijk aan het maximumbedrag dat voor vergoeding van de woningaanpassing kan worden verleend bij toepassing van het primaat van de verhuizing.

6.Voor toekenning van deze financiële tegemoetkoming geldt als voorwaarde dat de woning na aanpassing dient te voldoen aan het (door de adviesinstantie) opgestelde aanpasplan. Om te zorgen dat de woning na aanpassing langdurig geschikt is voor bewoning door de aanvrager, moet in de advisering (het aanpasplan) rekening worden gehouden met de prognose. Met andere woorden, er moet een adequate situatie worden gecreëerd.

b.Uitbreiding of aanbouw van een vertrek

6.In bepaalde gevallen kan de gemeente een financiële tegemoetkoming verstrekken voor uitbreiding van een bestaand vertrek of aanbouw van een nieuw vertrek. De voorwaarden die in het kader hiervan worden gehanteerd zijn:

  • -

    Betrokkene is rolstoelgebonden.

  • -

    Bij uitbreiding van een vertrek geldt dat herverdeling van de ruimte in de woning niet mogelijk of niet adequaat is.

  • -

    Bij aanbouw van een vertrek geldt dat uitbreiding van een bestaand vertrek niet mogelijk of niet adequaat is.

6.Het aantal m2 waarvoor ten hoogste een financiële tegemoetkoming kan worden verstrekt, aangegeven per vertrek in een zelfstandige woning:

Soort vertrek

Bij aanbouw

Bij uitbreiding

woonkamer

30

6

Keuken

10

4

1 prs. slaapkamer

10

4

2 prs. slaapkamer

18

4

Toiletruimte

2

1

Badkamer - wastafelruimte

2

1

Badkamer - doucheruimte

3

2

Entree/hal/gang

5

2

Berging

6

4

6.De gemeente kan een financiële tegemoetkoming verstrekken voor de aankoop van grond als uitbreiding of aanbouw van een vertrek niet binnen het bestaande kavel kan plaatsvinden. Als uitgangspunt voor het aantal vierkante meters grond waarvoor ten hoogste een financiële tegemoetkoming kan worden verstrekt, geldt de bovenstaande tabel. Als aankoop van grond nodig is voor het aanpassen van de toegang tot de woning dan kan een financiële tegemoetkoming in de kosten worden verstrekt tot een maximum van 20 vierkante meters.

c.Woonwagens

6.Het college verleent slechts een financiële tegemoetkoming in de aanpassingskosten aan woonwagens indien:

  • a.

    de technische levensduur van de woonwagen nog minimaal vijf jaar is;

  • b.

    de standplaats niet binnen vijf jaar voor opheffing in aanmerking komt;

  • c.

    de woonwagen ten tijde van de indiening van de aanvraag voor een woonvoorziening bij de gemeente op de standplaats stond; en

  • d.

    de hoofdbewoner van een woonwagen in het bezit is van een bewoningsvergunning als bedoeld in de Woningwet.

    d.Woonschepen

6.Het college verleent slechts een financiële tegemoetkoming in de aanpassingskosten van een woonschip indien:

  • a.

    de technische levensduur van het woonschip ten tijde van indiening van de aanvraag nog minimaal vijf jaar is.

  • b.

    het woonschip ten tijde van indiening van de aanvraag nog minimaal vijf jaar op de ligplaats mag blijven liggen.

    e.Technische levensduur woonwagen en woonschip

6.Indien de technische levensduur van de woonwagen of het woonschip ten tijde van indiening van de aanvraag minder dan vijf jaar is of de standplaats van de woonwagen binnen vijf jaar voor opheffing in aanmerking komt of het woonschip niet tenminste nog vijf jaar op de ligplaats mag liggen, dan wordt de financiële tegemoetkoming gebaseerd op een maximaal bedrag aan aanpassingkosten als genoemd in het Besluit maatschappelijke ondersteuning gemeente Ouderkerk.

f.Binnenschepen

6.Het college verleent slechts een financiële tegemoetkoming in de aanpassingskosten van een binnenschip indien de aanpassing betrekking heeft op het voor de schipper, de bemanning en hun gezinsleden bestemde gedeelte van het verblijf als bedoeld in artikel 1, tweede lid, onderdeel V, van het Binnenschepenbesluit (Stb. 1987,466), van een binnenschip, dat:

  • a.

    in het register, bedoeld in artikel 783 van Boek 8 van het Burgerlijk Wetboek als zodanig te boek is gesteld op de wijze omschreven in de maatregel te boekgestelde schepen 1992; en

  • b.

    bedrijfsmatig wordt gebruikt, hetzij voor het vervoer van goederen, daarbij blijkens de meetbrief bedoeld in het metingsbesluit binnenvaartuigen 1978 een laadvermogen van tenminste 15 ton hebbend, of voor het vervoer van meer dan 12 personen buiten de in de aanhef bedoelde.

Woningvoorziening

Wat is het?

Nagelvaste woningaanpassingen of losse woonvoorzieningen waardoor problemen in het normale gebruik van de woning worden opgeheven/verminderd. Hierdoor kan de burger langer zelfstandig blijven wonen. Verhuis- en inrichtingskosten vallen ook onder de woonvoorzieningen evenals tijdelijke huisvesting, huurderving en het verwijderen van voorzieningen. Het onderhoud, keuring en reparatie van bepaalde voorzieningen vallen ook binnen dit kader.

Voor wie?

Individuele voorziening.

Voorliggende voorziening?

Primaat van verhuizen bij woonvoorzieningen boven € 7.000,00. De eerste 6 maanden kunnen hulpmiddelen veelal via thuiszorgwinkels worden geleend (wettelijke voorliggende voorziening)

Waar aanvragen?

Adviesloket.

Is er een indicatiestelling nodig?

Ja, er kan een huisbezoek plaats vinden.

Zijn er keuzemogelijkheden?

Ja, er is voor de meeste voorzieningen keuze tussen een voorziening in natura/financiële tegemoetkoming of een PGB.

Wat zijn de kosten?

Voor deze voorziening wordt een eigen bijdrage of eigen aandeel in rekening gebracht

Waar moet rekening mee worden gehouden?

Afhankelijk van de kosten van de bouwkundige of woontechnische woonvoorziening kan het primaat bij verhuizen liggen. Om in aanmerking te komen voor een vergoeding zal bij het realiseren van woningaanpassingen voor aanvang van de werkzaamheden de beschikking van de gemeente afgewacht moeten worden. Wanneer er sprake is van een huurwoning zal de woningbouwvereniging toestemming moeten geven. Sommige voorzieningen blijven gelet op hoogte van de kosten in eigendom van de leverancier, hierdoor is herverstrekking mogelijk. De voorzieningen in natura worden verstrekt in bruikleen inclusief onderhoud en service (dit geldt voor losse woonvoorzieningen zoals tilliften en trapliften) of worden in eigendom verstrekt.

Voorziening

Indicatie

Omschrijving

Voorwaarden

Uitgangspunten

Verstrekking

Bereikbaarheid van de woning

Ja

Verbreden toegangsdeur en toegangspad, mechanische/ elektrische deuropeners, hellingbaan, drempelhulpen, vlonders,

 

De woning moet bereikbaar zijn via één toegangsdeur. Als het voor het normale gebruik van de woning noodzakelijk is, komt het aanpassen van een tweede toegang voor vergoeding in aanmerking.

FT, PGB, VIN

Bruikbaarheid van de woning

Ja

De aanpassingen zijn afhankelijk van de beperkingen en belemmeringen en het gebruik dat van de woonruimten moet worden gemaakt.

Woningaanpassingen waardoor de keuken, slaapkamer, woonkamer, toilet en de was- en douchegelegenheid zo zelfstandig mogelijk te gebruiken is.

Het kunnen gebruiken van de woning en de woonruimtes voor het normale gebruik van de woning, al dan niet met gebruik van een loophulpmiddel of rolstoel.

FT, PGB, VIN

Aanpassingen in de keuken

Ja

Het creëren van een onderrijdbare keuken, hoog/laag werkblad nastelbaar, mechanisch of elektrisch. Voor de hoeveelheid en soort bergruimte wordt uitgegaan van een standaard keuken met 5 kastjes of lades.

Er is sprake is van ergonomische belemmeringen bij het uitvoeren van keukenactiviteiten en betrokkene is grotendeels verantwoordelijk voor verschillende keukenactiviteiten.

De keukenactiviteiten moeten worden verricht door cliënt. De aanpassingskosten zijn in verhouding tot de belemmeringen die worden opgeheven, rekening houdend met frequentie van gebruik. Er wordt rekening gehouden toekomstige gezondheidssituatie, dit om de bruikbaarheid van de verstrekte

Voorzieningen te verlengen.

FT, PGB, VIN

Aanpassingen aan de trap

Ja

Het aanbrengen van een tweede trapleuning. Het plaatsen van een stoeltjestraplift.

Het plaatsen van een plateaulift.

Traplopen gebeurt niet op een veilige manier, traplopen is motorisch onmogelijk of medisch gecontraïndiceerd, traplopen is noodzakelijk voor ‘het leven van alledag’ Aanpassen van de trap is bouwkundig mogelijk.

Belemmering in het normale gebruik van de woning door het niet gebruik kunnen maken van de trap.

FT, PGB, VIN

Aanpassingen van het toilet

Ja

1.Spoel/föhntoilet

2.Toiletverhoger 10cm +

Een spoel/föhninstallatie kan worden aangelegd als zelf reiniging na de toiletgang niet mogelijk is.

Er zijn beperkingen waardoor het opstaan van en gaan zitten op het toilet wordt belemmerd en het aanleggen van steunpunten (handgrepen of beugels) bij het toilet noodzakelijk zijn.

FT, PGB, VIN

Aanpassingen van de was- en douchegelegenheid (natte cel)

Ja

Antislipvloer, aangepaste wastafel.

De gehandicapte is niet in staat om staande veilig te douchen.

Er zijn belemmeringen bij het binnengaan van de badkamer en/of tijdens de lichaamsreiniging

FT, PGB, VIN

Aanpassingen in gemeenschappelijke ruimten

Ja

Het verbreden van gemeenschappelijke toegangsdeuren, elektrische deuropeners (m.u.v. seniorenwoningen), extra trapleuning, hellingbaan van de openbare weg naar de toegang,

drempelhulpen of vlonders, opstelplaats voor een rolstoel bij de toegangsdeur.

 

Het is noodzakelijk om de woonruimte voor de gehandicapte toegankelijk te maken.

FT, PGB, VIN

Aanleggen of aanpassen berging

nee

Bij het verstrekken van een vervoersvoorziening wordt gekeken of er een stallingruimte of berging aanwezig is. Als dit niet het geval is kan een stallingruimte of berging gecreëerd worden.

Er is een vervoersvoorziening in het kader van de Wmo verstrekt.

Er is geen mogelijkheid de vervoersvoorziening te stallen of de berging is te klein voor het maken van transfers of stalling van de voorziening of de berging is niet toegankelijk voor de voorziening of/en er is geen mogelijkheid tot het opladen van de voorziening in de berging.

FT, PGB, VIN

Aanpassing in woonschepen/ woonwagens

Ja

Zie artikel 7 lid c t/m f van de beleidsregels

Zie artikel 7 lid c t/m f van de beleidsregels

Zie artikel 7 lid c t/m f van de beleidsregels

FT, PGB, VIN (niet bij huurwagens)

Bezoekbaar maken woning voor bewoners AWBZ-instelling

Ja

De persoon met beperkingen wordt in staat gesteld om de woning, woonkamer te bereiken en gebruik kan maken van een toilet(voorziening)

Er moet sprake zijn van geregeld bezoek, tenminste 12 keer per jaar.

De aanvraag moet worden ingediend in de gemeente waar de bezoekbaar te maken woning staat. Er is niet eerder een woning t.b.v. de gehandicapte AWBZ-bewoner aangepast.

De financiële tegemoetkoming voor het bezoekbaar maken van de woning betreft de werkelijke kosten gemaximeerd tot het bedrag dat wordt gehanteerd voor toepassing van het primaat van de verhuizing.

Financiële tegemoetkoming gemaximeerd tot de hoogte van het bedrag van primaat van de verhuizing

Uitraaskamer

Ja

Een uitraaskamer is een prikkelarme verblijfsruimte waarin een gehandicapte, die vanwege een gedragsstoornis ernstig ontremd gedrag vertoont, zich kan afzonderen of tot rust kan komen

Er is sprake van aantoonbare gedragsstoornissen, bv. zelfverwonding of vernielzucht. Het gevaarcriterium weegt hierin zwaar. Er is sprake van ernstig ontremd gedrag bv. ongecontroleerde driftbuien of overmatige apathie. Er moet voor de gedragsstoornissen behandeling van een specialist zijn (geweest). Tevens moet deskundige begeleiding voor het omgaan met de gedragsstoornissen in de thuissituatie minimaal een half jaar zijn uitgeprobeerd en geëvalueerd.

Een oppervlak van 6 tot 9 vierkante meter.

FT, PGB, VIN

Verhuis- en inrichtingskosten

Ja

Tegemoetkoming bij verhuizing naar adequate of eenvoudig aan te passen woning.

Tegemoetkoming voor het ontruimen van de woning als de aangepaste woning niet langer wordt gebruikt door een gehandicapte

De huidige woning kan wegens bouwkundige redenen niet (goed) worden aangepast.

Wordt toegekend bij toepassing primaat van verhuizen.

De verhuizing heeft nog niet plaatsgevonden en er zijn nog geen verplichtingen aangegaan.

FT

Woning-sanering

Ja

Eenmalige vergoeding voor vervangen vloerbedekking in slaapkamer. Bij verblijf van meer dan 8 uur per dag in woonkamer kan ook de vloerbedekking en gordijnen in de woonkamer vervangen worden.

Medisch aantoonbare allergie voor huisstofmijt of Cara. De aanvraag dient binnen een jaar na vaststelling van de allergie worden ingediend.

Alleen vloeren die niet nat afneembaar zijn. Vergoeding volgens de Nibud richtlijnen. Er wordt rekening gehouden met de ouderdom van de vloerbedekking (afschrijvingstermijn).

FT

Rolstoelvast tapijt

Ja

Eenmalige vergoeding voor het vervangen van de vloerbedekking

Volledig rolstoel afhankelijkheid in de woning

Er is een belemmering in het gebruik van de woning t.g.v. de aanwezige vloerbedekking. De huidige vloerbedekking is gelegd voordat de rolstoelafhankelijkheid is ontstaan.

FT, PGB, VIN

Verrijdbare douchestoel

ja

Verrijdbare douchestoel als transportmiddel van bv. slaapkamer naar badkamer.

Veilig over de douchevloer kunnen verplaatsen is niet mogelijk. Transfers kunnen maken is beperkt. Zittend douchen of wassen aan de wastafel is gewenst

Een niet verrijdbare douchestoel is niet adequaat

PGB, in natura

Doucherolstoel

Ja

Verrijdbare douchestoel die zelf voortbewogen moet worden

 

Een verrijdbare douchestoel is niet adequaat

PGB, in natura

Douche-strecher/ brancard

ja

Een voorziening om liggend gedoucht te kunnen worden.

Zittend of staand douchen is niet mogelijk. Afhankelijk van verzorging.

Een verrijdbare douchestoel/ doucherolstoel is niet adequaat

PGB, in natura

Badplank

nee

Hulpmiddel om zittend op het bad te douchen.

Instap in bad kan niet veilig gemaakt worden. In het bad van zit/ lig tot stand komen is niet mogelijk.

Alleen een beugel of handgreep bij het bad is geen adequate oplossing.

PGB, in natura

Badlift

ja

Hulpmiddel die in het bad ondersteund vanuit liggen naar het tot stand komen.

Er moet nog geruime tijd veilig gebruik gemaakt kunnen worden van de badlift.

Er is geen douche. Badplank is niet adequaat. (spatwater kan niet worden afgevoerd/ er is niemand die het kan op dweilen) Badlift is goedkoopst adequate oplossing in vergelijking tot het creëren van een douche.

PGB, in natura

Toiletstoel/ po-stoel

nee

Hulpmiddel voor gedurende de nacht of vanwege bedlegerigheid

Het toilet kan niet tijdig bereikt worden.

Een urinaal als voorliggende voorziening is niet mogelijk. Een gezinslid of professionele hulp is in staat om de emmer/ ondersteek te legen.

PGB, in natura

Transfer-hulpmiddelen (tilliften)

Ja

Hulpmiddel voor het maken van transfers: actieve lift, passieve lift, plafondlift.

Het zelfstandig zonder hulpmiddelen of hulpverlener transfers maken is niet mogelijk

Tillift kan arbo eis zijn voor de thuiszorg

In natura

In verband met mogelijkheid tot herverstrekking blijft de voorziening eigendom van de leverancier

7. Vervoersvoorzieningen

Door het verstrekken van een vervoersvoorziening wordt de persoon met beperkingen in staat gesteld deel te nemen aan het maatschappelijk verkeer oftewel het ‘leven van alledag’. Onder het leven van alledag vallen regelmatig terugkomende maatschappelijke en sportieve activiteiten in de directe woon- en leefomgeving van de cliënt zoals het doen van dagelijkse boodschappen, het bezoeken van familie of kennissen, het zomaar buiten zijn, deelnemen aan sportactiviteiten, kerkbezoek, culturele activiteiten en winkelen. Vervoer in het kader van medische behandeling valt onder de regeling ziekenvervoer.

De vervoersvoorziening is bestemd voor verplaatsingen in de directe woon- en leefomgeving van de persoon met beperkingen omdat het leven van alledag zich, in de regel, hier afspeelt. De gemeente dient zorgvuldig onderzoek te doen naar het verplaatsingspatroon van de gehandicapte zodat kan worden vastgesteld welke verplaatsingen van belang zijn voor het onderhouden van noodzakelijke sociale contacten. Op basis van dit onderzoek wordt de voorziening afgestemd op de individuele situatie van de persoon.

De gemeente heeft, behoudens uitzonderingssituaties bij dreigende vereenzaming, geen compensatieplicht ten aanzien van bovenregionaal vervoer. Hierop is alleen een uitzondering mogelijk als het gaat om bezoek naar een wezenlijk contact buiten dat gebied dat alleen onderhouden kan worden door persoonlijk bezoek van de gehandicapte en wanneer het wegvallen van dat contact zou leiden tot vereenzaming. Voor bovenregionaal vervoer kan de gehandicapte gebruik maken van Valys.

a.Uitgangspunten verstrekking vervoersvoorziening

Alleen als openbaar vervoer niet adequaat is, kan een gehandicapte in aanmerking komen voor een vervoersvoorziening. Openbaar vervoer is niet adequaat als ten gevolge van beperkingen er belemmeringen zijn in het bereiken of het gebruiken van het regulier openbaar vervoerzoals staat vermeld in artikel 5.2. lid 1 van de verordening.

In de volgende situaties is openbaar vervoer niet adequaat:

  • ·

    De loopafstand die de gehandicapte kan overbruggen is minder dan 800 meter.

  • ·

    De gehandicapte kan niet langer dan 10 minuten staan/ wachten bij een bushalte.

  • ·

    De gehandicapte kan de in/uitstap (30 cm.) van openbaar vervoer niet nemen.

  • ·

    De gehandicapte kan zich niet staande houden bij wegrijden en afremmen van het openbaar vervoermiddel.

  • ·

    De gehandicapte maakt langdurig gebruik van een rollator/rolstoel op medisch advies.

b.Contra-indicatie voor CVV

De gehandicapte heeft een contra-indicatie voor CVV in de volgende situaties:

  • -

    Sociaal storend gedrag (agressie, onrust, decorumverlies, etc.) dat door begeleiding niet te corrigeren is.

  • -

    Incontinentie voor faeces.

  • -

    Infectiegevoeligheid als samen reizen met meerdere personen extra infectiegevaar oplevert waardoor gezondheidsschade kan ontstaan.

  • -

    Aantoonbare fobische klachten die geen behandelingsoptie hebben.

  • -

    Ernstige aangetoonde bronchiale hyperreactiviteit, waarbij de benauwdheidsklachten verergeren door luchtjes van andere passagiers en mogelijke aanwezigheid van honden.

  • -

    Relatief frequente (1 – 2 keer per week) insulten bij optimaal ingestelde epilepsie.

  • -

    Minder dan 1 uur zonder verzorging kunnen reizen.

c.Begeleiding tijdens het collectief vraagafhankelijk vervoer (CVV)

In sommige gevallen kan begeleiding op sociale gronden worden geïndiceerd.

Vervoersvoorzieningen

Wat is het?

Mensen die vanwege hun beperking geen gebruik kunnen maken van het openbaar vervoer en hen de mogelijkheid bieden om met behulp van een voorziening deel te blijven nemen aan de samenleving.

Voor wie?

collectieve voorziening en individuele voorzieningen

Voorliggende voorziening?

Openbaar vervoer, eigen auto, fiets met trapondersteuning

Waar aanvragen?

Advies loket

Is indicatiestelling

nodig?

Ja, er kan een huisbezoek plaatsvinden om de indicatiestelling zorgvuldig te kunnen doen.

Zijn er

keuzemogelijkheden?

Ja, er is voor de meeste voorzieningen keuze tussen een voorziening in natura/financiële tegemoetkoming of een PGB (voor het gebruik van het CVV is slechts in natura mogelijk)

Wat zijn de kosten?

Algemeen gebruikelijke kosten (OV tarief) bij CVV, bij de overige voorzieningen een eigen bijdrage.

Waar moet rekening

mee worden gehouden?

Bij het CVV moet rekening gehouden worden met de voorwaarden.

Voorziening

Indicatie

Omschrijving

Voorwaarden

Uitgangspunten

Verstrekking

Collectief vraagafhankelijk vervoer (CVV)

(toelichting onder tabel)

ja

Open vervoerssysteem waarvan iedereen, die zich in het vervoersgebeid bevindt, gebruik kan maken. Vervoer geschiedt van deur tot deur en rijdt alleen op bestelling. Er wordt gereden met rolstoelbusjes en personen auto’s.

(Zelfstandig) Reizen met het openbaar vervoer is niet mogelijk.

Tegen gereduceerd tarief, vergelijkbaar met openbaar vervoer tarief onbeperkt reizen binnen het vervoersgebied (= 5 ov-zones vanaf de voordeur). Het is mogelijk om meer zones te reizen Vanaf de 6e zone betaalt met het landelijke taxitarief min 30%.

In natura: CVV-pas

Medisch noodzakelijke begeleiding in het CVV

Ja

Begeleiding tijdens het vervoer

Zorg noodzakelijk tijdens de rit voor het toedienen van medicatie of bedienen medische apparatuur, bij gedragsproblemen of angst die door begeleiding wordt opgeheven. Adl-hulp is tijdens de rit noodzakelijk. Als de afstand van de centrale hal naar de voordeur niet zelfstandig overbrugd kan worden.

De chauffeur van het CVV is verantwoordelijk voor het vervoer vanaf de voordeur van de woning/ het wooncomplex tot de voordeur van de plaats van bestemming.

In natura d.m.v. begeleiderspas in het CVV of financiële tegemoetkoming in de kosten van individueel taxivervoer. De gemeente maakt de keuze welke voorziening de goedkoopst adequate oplossing is.

Gebruik taxi

Ja

Tegemoetkoming in de kosten van het gebruik van een taxi (individueel taxi-vervoer)

Er is een contra indicatie voor het CVV en er is geen eigen auto.

De vergoeding vindt plaats op declaratiebasis. Alleen de kosten van ritten binnen het CVV-vervoersgebied komen voor vergoeding in aanmerking.

Financiële tegemoetkoming wordt verstrekt in de vorm van een taxitegoed. Het taxi bedrijf declareert de ritten bij de gemeente.

Gebruik rolstoeltaxi

ja

Tegemoetkoming in de kosten van het gebruik van een rolstoeltaxi (individueel rolstoeltaxi-vervoer)

Vervoer per CVV, er is geen iegen auto of eigen auto of taxi is niet adequaat. Permanent rolstoel afhankelijkheid.

De vergoeding vindt plaats op declaratiebasis. Alleen de kosten van ritten binnen het CVV-vervoersgebied komen voor vergoeding in aanmerking.

FT wordt verstrekt in de vorm van een taxitegoed. Het taxi bedrijf declareert de ritten bij de gemeente.

Aanpassing van eigen auto

Ja

Tegemoetkoming in de kosten van het aanpassen van de eigen auto. (De keuringskosten door de RDW, meerkosten van de rijlessen om te kunnen rijden in een aangepaste auto, het vernieuwen van het rijbewijs en de rijtest bij het CBR vallen ook hieronder)

Autoaanpassing is de goedkoopst adequate oplossing. De aanpassingen zijn niet algemeen gebruikelijk.

Autoaanpassing wordt éénmaal in de 7 jaar verstrekt. De auto mag niet ouder zijn dan 3 jaar en in goede staat .

Losse voorzieningen die overplaatsbaar zijn worden verstrekt bij een auto tot tien jaar oud. Kosten van het overzetten komen niet voor vergoeding in aanmerking.

Financiële tegemoetkoming

Gesloten buitenwagen

ja

Toekenning (aangepaste) gesloten vervoersmiddel max 45 km per uur. Met alle kosten die samenhangen met het gebruik van de voorziening met uitzondering van de brandstofkosten.

 

Gebruik maken van het CVV, taxi, rolstoeltaxi, scootmobiel, rolstoel of een combinatie van de vervoersvoorzieningen is niet mogelijk.

Financiële tegemoetkoming,

In natura

Scootmobiel

Ja

Open buitenwagen voor vervoersbestemmingen op korte afstand rond de woning (15 km per uur). Rijlessen na 3 gewenningslessen door de leverancier komen ook voor vergoeding in aanmerking.

Goedkoopste adequate oplossing voor het vervoer voor van alle dag (vervangt de fiets).

Vervoer in de directe woonomgeving, geen zorgplicht voor het meenemen/vervoeren van scootmobielen.

In natura. PGB

Handbike

Ja

Fietsdeel gekoppeld aan een rolstoel

Het fietsdeel moet zelfstandig af/aangekoppeld kunnen worden

Bij afhankelijkheid van een rolstoel bij het verplaatsen.

In natura, PGB

Driewielfiets

Ja

Speciale fiets

Bij onvoldoende motorische vaardigheden.

Een standaardfiets is niet adequaat. Aan kinderen beneden de vier jaar wordt een driewielfiets verstrekt als de uitvoering niet algemeen gebruikelijk is.

In natura, PGB

Tandem met co-pilot

Ja

Speciale fiets

Bij problemen betreffende visus, gehoor, verstandelijke, cognitive of fysieke vermogens waardoor zelfstandige deelname aan het verkeer onmogelijk is.

Er moet een begeleider aanwezig zijn die met de tandem overweg kan.

In natura. PGB

Aangepaste fiets

Ja

Aangepaste fiets. Fietsen met hulpmotor of lage instap zijn algemeen gebruikelijk.

De fiets moet speciaal voor een persoon met beperkingen ontwikkeld zijn.

Een standaardfiets is niet adequaat.

In natura, PGB

Vervoers/ speel-voorzieningen voor kinderen

Ja

Fietszitjes, aangepaste fietskar, aangepaste fiets, speelvoorziening waarmee een kind zich kan verplaatsen.

De voorzieningen moeten speciaal ontwikkelt zijn voor personen met beperkingen

Er kunnen twee voorzieningen naast elkaar verstrekt worden voor verplaatsing en spelen.

In natura, PGB

Rolstoelscooter/pendel

Ja

Soort scooter waar de rolstoel ingereden/ aangekoppeld kan worden.

Bij volledige rolstoelgebondenheid, aangewezen op handbewogen rolstoel, rijvaardig, CVV is niet adequaat, handbike is niet adequaat.

Een scootmobiel is niet adequaat. Men is in staat om de voorziening zelfstandig te gebruiken.

In natura, PGB

8.Rolstoelen

Rolstoelen zijn bedoeld voor het zich voortbewegen en verplaatsen (of het verplaatst worden) over kleine afstanden waarbij de noodzaak tot zittend verplaatsen in belangrijke mate aanwezig is. Met vervoersvoorzieningen kan een persoon met beperkingen zich over grotere afstanden verplaatsen.

a.Algemene voorwaarden

Betrokkene is, eventueel met gebruik van loophulpmiddelen, niet in staat een afstand van 800 meter te overbruggen of betrokkene is vanwege gedragsstoornissen niet in staat om een afstand van 800 meter in een acceptabel tempo te overbruggen of de gezinssituatie en activiteitenpatroon van betrokkene zijn dusdanig dat door het gebruik van een rolstoel betrokkene in staat is deel te nemen aan het ‘leven van alledag’.

De rolstoel mag in geen geval anti-revaliderend werken of strijdig zijn met het behandelplan.

b.Tweede rolstoel

Als één rolstoel niet voldoet voor de verplaatsingsbehoefte van betrokkene dan kan eventueel een tweede (elektrische) rolstoel worden verstrekt in de volgende gevallen:

  • ·

    Bij voornamelijk gebruik van elektrische rolstoel kan een handbewogen verstrekt worden om mee te nemen met de auto (een elektrische rolstoel is vaak te groot).

  • ·

    Als de woonsituatie geen gecombineerde elektrische binnen/buitenrolstoel toelaat en volstaan kan worden met een combinatie van andere voorzieningen zoals een loophulpmiddel of scootmobiel.

  • ·

    Als een tweede rolstoel voor boven, ingeval van reeds aanwezige traplift.

  • c.Aankoppelmotor

Een aankoppelmotor is een elektrische aandrijving op een handbewogen rolstoel ter ondersteuning van de persoon die de rolstoel duwt. Het systeem bestaat meestal uit een, door een elektromotor aangedreven, vijfde wiel dat onder de handbewogen rolstoel wordt geplaatst; er zijn echter ook andere vormen op de markt. Op de duwhandvatten wordt een bedieningskast geplaatst waarmee de duwende persoon het systeem bedient.

Een aankoppelmotor kan worden verstrekt als de cliënt een indicatie heeft voor een transportrolstoel en noch de cliënt zelf, noch de echtgeno(o)t(e) van cliënt is in staat, ten gevolge van aantoonbare beperkingen, de transportstoel voort te bewegen. Bij beoordeling van de aanvraag voor een aankoppelmotor wordt met de volgende punten rekening gehouden:

  • ·

    De gebruiksfrequentie van de voorziening. Omdat het om een relatief dure verstrekking gaat, dient de gebruiksfrequentie in redelijke verhouding te staan tot de hoge kosten. Als vast staat dat de rolstoel slechts zeer incidenteel wordt gebruikt is de verstrekking van een aankoppelmotor niet de goedkoopst compenserende oplossing. Voor dergelijk incidenteel gebruik kan van cliënt worden verwacht dat hij zelf iemand inschakelt om de rolstoel te duwen. Deze problematiek speelt immers ook bij alleenstaande mensen die niet in staat zijn hun eigen (transport)rolstoel voort te bewegen.

  • ·

    De aanwezigheid van een “duwer” in het huishouden van cliënt. Het is van belang dat de persoon, die de rolstoel met aankoppelmotor bedient, bij de cliënt inwoont. Als de cliënt voor de bediening van de aankoppelmotor is aangewezen op mensen die elders woonachtig zijn (zoals uitwonende familie, kennissen of vrijwilligers) wordt een aankoppelmotor niet adequaat geacht. Bovendien kan gesteld worden dat in dergelijke situaties de gebruiksfrequentie niet in verhouding staat tot de kosten.

Rolstoel

Wat is het?

Een verplaatsingsmiddel voor binnen en/of buiten de woning. Dit betreft de directe woon- en leefomgeving. Er zijn verschillende soorten rolstoelen: een rolstoel, een elektrische rolstoel, een kinderrolstoel en een sportrolstoel. Naast deze indeling kan nog onderscheid worden gemaakt naar incidenteel, regelmatig en permanent gebruik.

Voor wie? (soort

voorziening)

Individuele voorziening.

Voorliggende voorziening?

De eerste 6 maanden kan, voorzover van toepassing, een handbewogen rolstoel worden geleend via thuiszorgwinkels. Ook kan bij de meeste pretparken of grote warenhuizen/ winkelcentra een eenvoudige rolstoel geleend worden. Als een rolstoel uitsluitend is bestemd voor school of werk dan dient een rolstoel in het kader van de wet WIA (Werk en Inkomen naar Arbeidsvermogen) worden verstrekt.

Waar kan ik het

aanvragen?

Advies loket.

Is er een

indicatiestelling

nodig?

Ja, er kan een huisbezoek plaats vinden om de indicatiestelling zorgvuldig te kunnen doen.

Nee, in sommige situaties wordt er verstrekt zonder indicatie zie onderstaande tabel

Zijn er

keuzemogelijkheden?

Ja, er is de keuze tussen meerdere leveranciers van rolstoelen. En er is de keuze tussen een voorziening in natura of een PGB.

Wat zijn de kosten?

Geen eigen bijdrage

Waar moet rekening

mee worden gehouden?

De hoogte van het PGB voor een rolstoel wordt vastgesteld aan de hand van de goedkoopst adequate huurprijs inclusief onderhoud en reparatie, zoals die door het college aan de leverancier wordt betaald bij een in natura verstrekking.

Voorziening

Indicatie

Omschrijving

Voorwaarden

Uitgangspunten

Verstrekking

Handbewogen rolstoel: duwrolstoel / zelfbeweger

Ja

Bij voorkeur een rolstoel die door de gebruiker zelfstandig voortbewogen kan worden.

In belangrijke mate zittend in en om de woning verplaatst moeten worden.

Geen indicatie is noodzakelijk boven de 75 jaar voor rolstoelen voor kortdurend gebruik die niet individueel aangepast hoeven te worden en waarbij geen accessoires nodig zijn (tenzij het gaat om standaardaanpassingen en/of accessoires)

VIN, In natura, PGB

Elektrische rolstoel

Ja

Rolstoelen die door een elektromotor worden aangedreven

Er moet een zelfstandige verplaatsingsbehoefte zijn en men moet in staat zijn de rolstoel zelfstandig te bedienen.

Een handbewogen rolstoel is niet adequaat. Het bereik van de elektrische rolstoel is duidelijk minder ver dan een scootmobiel.

VIN, In natura, PGB

Kinderrolstoel

Ja

Rolstoel specifiek ontwikkelt voor kinderen, kan ook een speciale buggy zijn of een elektrische rolstoel.

 

Er moet rekening gehouden worden met de ontwikkeling en groei van het kind en de mogelijkheid tot spelen en spelenderwijs ontwikkelen

VIN, In natura PGB

Sportrolstoel

Nee

Rolstoel met specifiek doel om medemensen te ontmoeten en sociale verbanden aan te gaan.

De aanvrager is lid van een gehandicaptensportvereniging en er wordt regelmatig getraind bij een vereniging en de sportvereniging heeft geen rolstoelen die gebruikt kunnen worden.

Zonder specifieke rolstoel kan de aanvrager niet sociaal participeren. De sportrolstoel is bedoeld voor recreatief sportgebruik in het kader van het leven van alledag.

De sportrolstoel wordt verstrek voor een periode van 3 jaar.

Een gemaximeerd bedrag: VIN, In natura, PGB

Aldus vastgesteld door het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Ouderkerk in zijn vergadering van 26 februari 2013.

De gemeentesecretaris, De burgemeester,

G.H. Logt J. de Prieëlle