Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Gemeente Bellingwedde

Milieubeleidsplan 2007 - 2015

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OverheidsorganisatieGemeente Bellingwedde
Officiële naam regelingMilieubeleidsplan 2007 - 2015
CiteertitelMilieubeleidsplan 2007 - 2015
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpmilieu
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

  1. Wet Milieubeheer
  2. het vierde Nationaal Milieubeleidsplan
  3. Wet ruimtelijke ordening
  4. Provinciaal OmgevingsPlan II
Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerking-

treding

Terugwerkende

kracht tot en met

Datum uitwerking-

treding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

24-05-2007Nieuwe regeling

22-03-2007

Geen

Milieubeleidsplan 2007 - 2015

Tekst van de regeling

Inhoud

1 INLEIDING

2 UITGANGSPUNTEN VAN HET MILIEUBELEID

3 DE MILIEUAMBITIE VAN BELLINGWEDDE

4 GROEN

5 AFVAL

6 BODEM

7 GELUID

8 LICHT

9 WATER

10 EXTERNE VEILIGHEID

11 KLIMAAT&ENERGIE

12 RUIMTELIJKE ONTWIKKELING

13 VERGUNNINGVERLENING EN HANDHAVING

14 GEMEENTELIJKE INTERNE MILIEUZORG

15 MILIEUBEWUSTGEDRAG

16 INSTRUMENTEN EN ORGANISATIE

BIJLAGEN

Milieubeleidsplan

Vastgesteld door de gemeenteraad van Bellingwedde op 22 maart 2007 Gewijzigd op 24 mei 2007

1 INLEIDING

Voor u ligt het milieubeleidsplan van de gemeente Bellingwedde. In dit plan staat wat de gemeente de komende jaren (2007 – 2015) op milieugebied wil bereiken en voor welke aanpak zij kiest. Naast speerpunten en milieuambities bevat dit plan een overzicht van milieudoelen, uitgewerkt in concrete acties en projecten die de komende jaren hun beslag krijgen.

Waarom een mileubeleidsplan

De snelheid van huidige ontwikkelingen vraagt om nieuwe accenten in het gemeentelijk milieubeleid. Het landelijke milieubeleid, maar ook de milieuwetgeving, zijn sterk veranderd en zullen de komende jaren nog verder veranderen. Dit veranderende milieubeleid roept vragen op als: Hoe verbeteren we de milieu-uitvoering binnen de organisatie? Hoe voorkomen we milieu-onveilige situaties? Hoe passen we het milieubeleid toe in ruimtelijke plannen? Hoe gaan we om metmilieucommunicatie?

Daarnaast heeft de gemeente de ruimtelijke ontwikkeling van Bellingwedde richting gegeven in de Structuurvisie (plan) Bellingwedde. De beleidslijnen die hierin zijn uitgezet vragen om een nadere vertaling in plannen. Het milieubeleidsplan is één van de plannen waarin de uitgezette lijnen worden uitgewerkt.

Dit milieubeleidsplan geeft antwoord op de volgende drie fundamentele vragen:

  • 1.

    Aan het oplossen van welke mondiale en nationale milieuproblemen kan Bellingwedde op lokaal niveau werkelijk een zinvolle bijdrage leveren?

  • 2.

    Welke elementen van het milieu en de natuur in Bellingwedde behoeven duidelijk een kwalitatieve verbetering of behoeven ten minste inspanning van Bellingwedde om te worden behouden?

  • 3.

    Welke speerpunten van het (milieu)beleid kiest Bellingwedde?

De functie en status van het milieubeleidsplan

Het milieubeleidsplan is bepalend voor de uitvoering van de reguliere (wettelijke) milieutaken van de gemeente, bijvoorbeeld vergunningverlening en handhaving op grond van de Wet milieubeheer. Dit is in de Wet milieubeheer vastgelegd. Daarnaast biedt dit milieubeleidsplan een kader voor plannen op andere beleidsvelden (bijvoorbeeld Ruimtelijke Ordening en Civiel). Bij het vaststellen van ander beleid en het nemen van besluiten houdt de gemeente rekening met het milieubeleidsplan.

Tot slot geeft het plan de burgers en bedrijven inzicht in de uitgangspunten en milieuambities van de gemeente.

Programma, begroting, verslag en monitoring

Het milieubeleidsplan staat niet op zichzelf. Het beleid wordt vertaald naar een meerjarenuitvoeringsprogramma, waarin de acties en projecten zijn gekoppeld aan de benodigde middelen (geld en tijd), een planning (welkjaar) en de verantwoordelijke afdeling of bureau. Jaarlijks legt de gemeente op basis van monitoring de resultaten vast in een verslag. Op basis van het meerjarenprogramma en het jaarverslag over het voorgaande jaar stelt de gemeente jaarlijks een programma op voor het komende jaar. Het jaarprogramma wordt gekoppeld aan de begroting. In hoofdstuk 16 wordt hier nader op ingegaan.

2 UITGANGSPUNTEN VAN HET MILIEUBELEID

Van belang voor het opstellen van een milieubeleidsplan, dat past bij de gemeente Bellingwedde, is het vaststellen van de huidige milieusituatie. Tevens is het noodzakelijk om een beeld te hebben van de wijze waarop de gemeente zich ontwikkeld en van het vastgestelde gemeentelijke beleid. Daarnaast zijn de (milieu) ontwikkelingen op provinciaal, landelijk en Europees en mondiaal niveau van belang.

Milieuschets Bellingwedde

Momenteel zijn er in Bellingwedde ogenschijnlijk geen omvangrijke milieuproblemen. Belangrijke eigenschappen zijn de rust en ruimte en het groene karakter van de gemeente.

Industriële activiteiten met substantiële milieu belasting zijn hier niet aanwezig. Er is bijvoorbeeld geen sprake van omvangrijke geluids- of stankoverlast waar veel inwoners dagelijks last van hebben. Wel zijn er incidentele knelpunten. Dit neemt niet weg dat in Bellingwedde, zoals in alle gemeenten, een bijdragewordt geleverd aan verschijnselen die op grotere schaal, grote problemen veroorzaken, zoals: waterverontreiniging, luchtverontreiniging en bodemverontreiniging. Voorbeelden hiervan zijn:

  • -

    Verzuring door ammoniakemissie van agrarische bedrijven;

  • -

    Klimaatverandering door het broeikaseffect als gevolg vande uitstoot van CO2 door het gebruik van energie. In zijn algemeenheid voert de gemeente de wettelijke milieutaken, zoals de vergunningverlening en handhaving, op een adequaat niveau, uit. Echter door het ontbreken van actuele en heldere beleidsmatige kaders wordt vaak ad hoc gewerkt. Dit geldt voor de meeste milieuthema’s.

Ruimtelijke ontwikkelingen Bellingwedde

In de ruimtelijke ontwikkeling van Bellingwedde (Structuurvisie (plan)) worden drie ontwikkelingsprofielen onderscheiden. Het zogenaamde rode patroon (bijlage 1) behandelt de ontwikkeling van de dorpen en de bebouwing, zoals deze het landschap vormen. Hierin zijn zoeklocaties opgenomen voor terreinen voor kleinschalige bedrijvigheid.

De zogenaamde groene en blauwe patroon (bijlage 2) worden hoofdzakelijk gevormd door ontwikkelingen in het buitengebied, zowel lokaal als regionaal en grensoverschrijdend. De ontwikkeling van de EHS wordt voorzien in het beekdal van de Westerwoldse Aa. Hierin voorziet het Bestemmingsplan Buitengebied.

Er dient verder onderzoek te geschieden voor mogelijkheden van een combinatie van natuur-, water- en recreatieve ontwikkeling rond de Westerwoldse Aa. Daarmee kan Oudeschans vanaf de noordzijde weer aan het water worden gesitueerd. Op de lange termijn zou ook het zuidelijk deel van de Westerwoldse Aa in de oude staat kunnen worden terug gebracht.

Ruimtelijke ontwikkeling heeft zowel positieve als negatieve milieugevolgen. Enerzijds de economische ontwikkeling (kleinschalige bedrijvigheid) en het bouwen van woningen onmiskenbaar een toename van de milieubelasting meebrengen, zoals afval, geluid, luchtvervuiling, gebruik grondstoffen en energieverbruik.

Anderzijds bieden de geplande ontwikkelingen Bellingwedde kansen om zich te onderscheiden op het gebied van milieu en duurzaamheid. In dit milieubeleidsplan wordt vastgelegd hoe milieubewust en hoe ‘duurzaam’ deze ontwikkelingen plaats zullen vinden.

Structuurvisie (plan) als uitgangspunt gemeentelijk milieu beleid

In de Structuurvisie (plan) Bellingwedde staan de contouren van het ruimtelijk beleid beschreven. Deze contouren steunen op een aantal pijlers. Deze pijlers van het ruimtelijk beleid vormen eveneens de belangrijkste pijlers van dit milieubeleidsplan:

Behoud/versterking van leefbaarheid

Bijvoorbeeld veiligheid in de woonomgeving, voldoende voorzieningen en bereikbaarheid.

Behoud van culturele identiteit

Eén van de voornaamste dragers van die identiteit is het behoud van ‘rust en ruimte’, de landelijkheid (zowel in de omgeving als bij de woningen).

Behouden ontwikkeling van de economische structuur

De ontwikkeling van het bedrijfsleven moet passen bij de maat en schaal van Bellingwedde. Het streven is gericht op een economische plattelandsontwikkeling, met behoud van ruimte, landelijkheid, natuurlijke waarden en een leefbaar en veilig milieu.

Duurzame en dynamische ontwikkeling

Streven naar een dynamisch evenwicht, streven naar flexibel en meervoudig gebruik van de ruimte, bijvoorbeeld landschappelijke groene elementen hebben een ecologische functie, een omgevingsfunctie en zijn tegelijkertijd gebruiksgroen.

De woonkwaliteit verbreden (omgevingskwaliteit)

De gemeente streeft naar behoud van rust en ruimte, herstructurering van oudere woongebieden, behoud van de milieukwaliteiten, passende locaties voor inbreiding van de dorpscentra en ontwikkeling van nieuwe vormen van wonen in combinatie met vormen van landschapsversterking.

Deze pijlers van het ruimtelijk beleid vormen een belangrijke basis voor de milieuambities van de gemeente en zijn vervolgens vertaald in concrete milieudoelen, -acties en –projecten. Afgeleid van de pijlers van het ruimtelijk beleid zijn de kernpunten van het milieubeleid:

  • -

    Het behoud van de rust en de ruimte, leefbaarheid en omgevingskwaliteit

  • -

    Duurzame ontwikkeling

Provinciaal, landelijk en Europees milieubeleid

Op landelijk niveau biedt het vierde Nationaal Milieubeleidsplan (NMP4) een belangrijk kader. Het NMP4 legt het accent sterk op een duurzame ontwikkeling van de samenleving en de aanpak van hardnekkige milieuproblemen zoals aantasting van de leefomgeving, verlies aan biodiversiteit en klimaatverandering.

Het rapport “Naar nieuwe wegen in het milieubeleid” van de Wetenschappelijke Raad voor het Regeringsbeleid (WRR) sluit hierbij aan. De aandacht ligt vaak op de problemen die nu spelen. Er zijn echter ontwikkelingen gaande die pas op langere term ijn zichtbare effecten zullen hebben. Bij zaken als CO2 uitstoot en het verlies aan biodiversiteit is een andere aanpak nodig. Er moet gewerkt worden aan een vertaling van abstracte milieukennis naar de belevingswereld van burgers. Zo kan er maatschappelijk draagvlak ontstaan voor de aanpak van deze problemen. Daarnaast is het voor het milieu beleidsplan van belang te constateren dat het Rijk en Provincie steeds meer beleidsvrijheid bij de gemeente neerleggen. Doel hiervan is om gemeenten meer mogelijkheden te bieden om maatwerk te kunnen leveren. In zijn algemeenheid levert dit echter ook een toename van de werkzaamheden op. Tegelijkertijd wil het Rijk minder en simpeler regels. In 2008 streeft het Rijk naar één alomvattende vergunning (omgevingsvergunning) voor de uitvoering van bijvoorbeeld, een bouwplan waarin alles op het gebied van ruimte en milieu wordt geregeld. Hierin worden ondermeer de huidige bouw- en milieuvergunning gecombineerd.

Op Provinciaal niveau is het Provinciaal OmgevingsPlan opgesteld. Hoofddoelstelling van dit plan is: “Duurzame ontwikkeling: voldoende werkgelegenheid en een voor mens en natuur leefbaar Groningen met behoud en versterking van de kwaliteiten van de fysieke omgeving, waarbij toekomstige generaties voldoende mogelijkheden houden om zich te ontplooien.

POP II is een licht geactualiseerde versie van het POP op het gebied van wetgeving en beleid.

Kernwoorden hiervan zijn dynamische economie, sterke steden en een leefbare omgeving.

Tot slot zal de invloed van Europese regelgeving steeds groter worden. Voorbeelden hiervan zijn de eisen over het publiek maken van toezichtgegevens (Aarhus) en Europese wetgeving op het gebied van natuurbescherming (Habitat- en Vogelrichtlijn, Europese Kaderrichtlijn Water).

3 DE MILIEUAMBITIE VAN BELLINGWEDDE

Inleiding

Dit hoofdstuk bevat de milieuambitie van de gemeente Bellingwedde. Deze ambitie bestaat uit een viertal milieuspeerpunten, gevolgd door een korte omschrijving van de overige ambities per milieuthema.

Speerpunten van het milieubeleid

Voor de komende jaren zet de gemeente in op de volgende speerpunten:

  • -

    Behoud van de kwaliteit van groen en water

  • -

    Stimuleren van het milieu bewust gedrag

  • -

    Behoud van veilige bedrijvigheid

  • -

    Stimuleren energiebesparing en toepassing duurzame energ ie.

Bellingwedde kiestjuist deze speerpunten omdat ze voor een belangrijk deel rechtstreeks voortvloeien uit de ambities van de structuurvisie: het behoud van twee belangrijke kernkwaliteiten (groen en water), het behoud van leefbaarheid (o.a. veiligheid) en het stimuleren van duurzame ontwikkeling (energiebesparing en duurzame energie). Daarnaast vindt de gemeente dat milieubewust gedrag van burger en bedrijven onmisbaar is om de gemeente leefbaar te houden. Dit past ook in de algemene ambitie van de gemeente om burgers meer te betrekken bij de realisatie van de gemeentelijke ambities.

Speerpunt 1 Behoud van de kwaliteit van groen en water

Groen en water zijn twee kernkwaliteiten van Bellingwedde, die in belangrijke mate bijdragen aan de leefbaarheid en de omgevingskwaliteit van de gemeente. Dit geldt zowel voor het buitengebied als het bebouwde gebied.

Het behoud van het groene karakter zal uitgangspunt zijn bij het ontwikkelen van ruimtelijke plannen en het beheer van het gemeentelijk groen. Aandachtspunten daarbij zijn het behoudenvan de verbindingen tussen de verschillende groene elementen en de bescherming van de biodiversiteit.

De gemeente wil de huidige (ecologische) kwaliteiten van water beschermen en de waterstructuren (beken, sloten, vijvers, etc.) waarmogelijk behouden en versterken.

Schoon hemelwater wil de gemeente zoveel mogelijk rechtstreeks ten goede laten komen van het oppervlaktewater. Ook zal het functioneren van het rioolstelsel verder worden verbeterd, opdat de emissie vanuit de riolering zal verminderen.

Speerpunt 2 Stimuleren van het milieu bewust gedrag

Milieubewust gedrag van zowel burgers als bedrijven is essentieel om de gemeente leefbaar te houden. Door meer doelgericht te communiceren en de betrokkenheid van burgers en bedrijven te verhogen zal de gemeente meer draagvlak krijgen voor haar milieubeleid. Daarnaast zal milieubewust gedrag bereikt worden door zowel burgers als bedrijven meer aan te spreken op milieuovertredingen. Hier zal in het Handhavingsplan 2007 – 2010 invulling aan worden gegeven.

Speerpunt 3 Behoud van veilige bedrijvigheid1

Een voorwaarde voor een leefbare gemeente is veiligheid. Burgers moeten de zekerheid hebben dat ze in een veilige gemeente wonen. Momenteel is dat zeker het geval en dat wil de gemeente zo houden. Nieuwe wet- en regelgeving op dit punt zal strikt worden toegepast (veiligheid is niet onderhandelbaar), de gemeente blijft inzicht houden in de situatie en gegevens met betrekking tot veiligheid zijn meer openbaar voor de burgers.

Speerpunt 4 Stimuleren energiebesparing en toepassing duurzame energie

De klimaatverandering als gevolg van het broeikaseffect, dat zich met ongekende snelheid voltrekt, is een zorgwekkend mondiaal probleem. Op lokaal niveau kan een bijdrage worden geleverd aan de oplossing van deze problematiek. Door concrete, realistische projecten uit te voeren ten behoeve van energiebesparing en duurzame energie wil Bellingwedde (gemeente, burgers en bedrijven) zijn bijdrage leveren.

Overige milieuambities per thema

Milieucriteria integraal onderdeel van ruimtelijke plannen

Het opstellen van een ruimtelijk plan is een eerste stap in de ontwikkeling van een gebied of locatie. Het is dan ook het meest efficiënt en het meest effectief om de milieucriteria zo vroeg mogelijk in het proces in te brengen, in samenhang met de andere beleidsvelden. Voorwaarde hiervoor is om de relevante milieu-informatie op adequate wijze beschikbaar te hebben.

1 In dit milieubeleidsplan wordt onder veiligheid verstaan: Veiligheidsrisico’s vanwege de opslag, de toepassing en het transport van gevaarlijke stoffen (het betreft dus bijvoorbeeld niet sociale- of constructieve veiligheid

Beleidskaders voor vergunningverlening en handhaving

Door de vergunningverlening en handhaving uit te voeren volgens vaste beleidskaders zal de kwaliteit op adequaat niveau worden gehouden. Hierdoor wordt voorkomen dat op ad hoc basis wordt gewerkt. Beleidskaders worden opgesteld op basis van bijvoorbeeld veranderende wet- en regelgeving. Voor hand having is reeds beleid ontwikkeld. Dit zal ook voor de vergunningverlening in 2007 worden vastgelegd.

Geluidsruimte op maat

In grote delen van de gemeente is het zelden of nooit “stil”. Door mensen veroorzaakt geluid, vooral van wegverkeer, is vaak op grote afstand hoorbaar. Dit is voor velen het meest storende verschijnsel op het gebied van geluid. Geluid van wegverkeer is moeilijk te reduceren, maar vraagt niettemin om een gebiedsgerichte aanpak. Vooral natuurgebieden moeten van (ver)storend geluid worden gevrijwaard. Dit komt de recreatieve waarde ten goede. In woonkernen is een hoger geluidsniveau aanvaardbaar dan in het landelijke gebied. In 2007 zal er een inventarisatie gemaakt worden in het kader van het wegverkeerslawaai. Naar aanleiding hiervan zal actie worden ondernomen.

Bodembeheer zonder daadwerkelijke risico ’s voor de volksgezondheid

De gemeente zal de komende jaren steeds meer bodemtaken vanuit de provincie naar zich toegeschoven krijgen. Ambitie van de gemeente is om te voorkomen dat vanwege bodemverontreiniging daadwerkelijk risico’s voor de volksgezondheid ontstaan. Daarbij wil Bellingwedde de huidige ‘niet-vervuilde bodem’ beschermen (wat schoon is moet schoon blijven). In het kader van de werkvoorraad historische bodemverontreinigingen zal onderzoek worden gedaan.

Optimaal blijven scheiden afvalstromen

Bellingwedde is aan het inventariseren of de huidige wijze van afvalinzameling moet worden voortgezet. In een afvalstoffennota zal dit aan de raad worden aangeboden. Uitgangspunt is de mogelijkheden benutten om de inzamelresultaten van de afvalstromen te verbeteren. Hiervoor is reeds beleid in ontwikkeling.

De gemeente als voorbeeld

De gemeente wil op een actievere manier invulling geven aan haar voorbeeldfunctie, door met enige regelmaat specifieke projecten uit te voeren waarmee ze haar milieubelasting aantoonbaar terug dringt. De gemeente kiest daarbij voor een pragmatische aanpak.

In de navolgende hoofdstukken zijn de ambities per thema vertaald in doelen. De doelen zijn voor deze planperiode uitgewerkt in acties en projecten.

Bodemkwaliteit: het huidige beeld en de bedreigingen

4 GROEN

Huidige situatie

De gemeente Bellingwedde is een groene gemeente. Naast belevingswaarde en recreatieve waarde heeft groen (bossen, natuurgebieden, weilanden, akkers, bermen, tuinen en plantsoenen) een ecologische functie en is groen van groot belang voor het behoud van een goede luchtkwaliteit.

Aandachtspunten zijn het behouden en aanbrengen van verbindingen tussen de verschillende groene elementen. Deze verbindingen zijn van groot belang voor de verbetering van de leefomstandigheden van waardevolle plant- en diersoorten.

Ook landbouwgrond is mede bepalend voor het groene karakter van de gemeente. Het stimuleren van duurzame landbouw is één van de doelstellingen van het beleid voor Oost-Groningen (Stuurgroep Regio Oost), en daarmee ook van het gemeentelijke beleid.

Een aandachtspunt is de schaalvergroting van de landbouw in het buitengebied, waardoor in de laatste decennia een deel van de landschapselementen met belang rijke ecolog ische waarden is verdwenen. De nadruk moet dan ook liggen op behoud, herstel en ontwikkeling van de verschillende landschapstypen.

Recreatie levert soms een spanningsveld op in combinatie met natuur (bijvoorbeeld vanwege verstoring van stille gebieden). Er moet een goede balans worden gezocht tussen (de ontwikkeling van) natuur en (die van) recreatie.

Ambitie

Behoud van de kwaliteiten van groen

Het groene karakter is één van de kernkwaliteiten van Bellingwedde, die in belangrijke mate bijdraagt aan de leefbaarheid en de omgevingskwaliteit van de gemeente (inclusief de luchtkwaliteit).

Dit geldt zowel voor het buitengebied als het bebouwde gebied. Bellingwedde wil deze kwaliteit behouden.

Als we planten en dieren geen geschikte leefruimte bieden, tasten we (ook) de kwaliteit van leven van de inwoners aan. Behoud en herstel van de natuurlijke verscheidenheid (biodiversiteit) is dan ook een primair uitgangspunt van het beleid. Het gaat hierbij niet alleen om de bescherming van plant- en diersoorten, maar ook van complete ecosystemen. Dit komt ook al in de Structuurvisie (plan) naar voren. Het geldt voor het gehele grondgebied van de gemeente, en in het bijzonder voor de natuurgebieden, de (overige delen van) de Ecologische Hoofdstructuur en de openbare ruimte (bermen, plantsoenen etc.).

Doelen

  • 1.

    Behoud groene karakter vormt kenmerkend uitgangspunt bij ruimtelijke ontwikkelingen

  • 2.

    Ecologisch beheer van een substantieel deel van het gemeentelijk groen en stimuleren van ecologisch beheer door derden

  • 3.

    Bescherming (behoud en versterking) van de biodiversiteit

  • 4.

    Voldoen aan Flora- en faunawet, Habitatrichtlijn en Vogelrichtlijn

  • 5.

    Vergroten betrokkenheid van burgers en bedrijven

  • 6.

    Recreatie mag niet ten koste gaan van de kwaliteit van groen

Acties en projecten

1. Behoud groene karakter als kenmerkend uitgangspunt bij ruimtelijke ontwikkelingen

  • -

    Er wordt voor gezorgd dat behoud van het groene karakter een vast onderdeel vormt van het programma van eisen van ruimtelijke plannen van de gemeente.

  • -

    Bij het opstellen van ruimtelijke plannen wordt een natuur- en landschapstoets uitgevoerd, met het doel: inpassing in het landschap

  • -

    behoud/inpassing groenverbindingen en landschappelijke elementen

  • -

    geen versnippering van het groen

De resultaten van de toets zullen steeds afhankelijk zijn van zowel de praktische als financiële mogelijkheden. Daarnaast zal de gemeente onderzoeken in welke gevallen en op welke wijze Bellingwedde invulling zal geven aan compensatie van verlies van natuur- en landschapswaarden als gevolg van een ruimtelijk plan (bij aantasting van bos is dit inmiddels verplicht).

2. Ecologisch beheer van een substantieel deel van het gemeentelijk groen en stimuleren ecologisch beheer derden

  • -

    Het huidige aandeel van het gemeentelijk groen dat ecologisch wordt beheerd (circa. 2/3 deel) blijft hetzelfde.

  • -

    De gemeente zal ook in de komende jaren geen gebruik maken van chemische bestrijdingsmiddelen.

  • -

    Toepassen ecologisch bermbeheer (behalve op bedrijventerreinen)

  • -

    Stimuleren ecologisch landschaponderhoud en biologisch tuinieren

  • -

    Voortzetten huidige projecten voor natuurontwikkeling

  • -

    Onderzoek naar mogelijkheden om samen met agrariërs en andere betrokkenen projecten voor ecologisch landschapsonderhoud en natuurontwikkeling op te zetten

3. Bescherming biodiversiteit

  • -

    Inventarisatie beschikbare kennis over huidige stand van zaken biodiversiteit

  • -

    Benaderen provincie, natuurorganisaties, Staatsbosbeheer, Natuurmonumenten etc.

  • -

    Vaststellen vervolg op basis van resultaten inventarisatie

  • -

    Voorlichting en overleg over vervolg met betrokkenen

4. Voldoen aan Flora- en faunawet en Vogel- en Habitatrichtlijn

  • -

    Ruimtelijk relevante plannen en milieu- en bouwvergunningen worden getoetst aan de Flora- en faunawet, de Habitatrichtlijn en de Vogelrichtlijn.

  • -

    Overleg over consequenties met agrarische sector in concrete gevallen

5. Vergroten betrokkenheid burgers en bedrijven

  • -

    Voorlichting en overleg (zie andere actiepunten).

  • -

    Burgers en bedrijven vooraf betrekken bij wijze van beheer en onderhoud openbaar groen: voorafgaand aan het vaststellen van plannen vindt standaard eerst voorlichting en overleg/inspraak plaats. Het organiseren van een cursus landschapsbeheer is één van de opties die zal worden onderzocht

  • »

    Onderzoek naar mogelijkheden voor ontwikkelen project landschapsonderhoud gezamenlijk met betrokken bedrijven, burgers en (natuur)organisaties (zie actie 2)

6. Recreatie mag niet ten koste gaan van de kwaliteit van groen

  • -

    Nieuwe recreatie wordt vooraf getoetst op milieudruk; milieubelastende activiteiten worden geclusterd in de minder gevoelige gebieden; bij aantoonbare hinder vanwege recreanten worden maatregelen getroffen

  • -

    Bellingwedde kiest voor extensieve recreatie, die past bij de milieu- en natuurwaarden in het buitengebied (wandelen, fietsen, kanoën,kleinschalige campings, etc.)

5 AFVAL

Huidige situatie

Tot de reguliere gemeentelijke taken behoort het optimaal en efficiënt gescheiden inzamelen van huishoudelijk afval. Dit wordt gerealiseerd via diverse haalsystemen (zoals restafval, groente-, fruit- en tuinafval (GFT) en grof huisvuil). De gemeente wil gedifferentieerde tarieven voor de inzameling van GFT en restafval (de afvalstoffenheffing is afhankelijk van het aantal aangeboden minicontainers per jaar) invoeren. Grof vuil wordt momenteel maandelijks op afroep opgehaald of kan (tegen betaling) worden gebracht naar de milieustraat in Vriescheloo.

De inzamelresultaten worden in een registratiesysteem bijgehouden, met als doel om ontwikkelingen en trends te signaleren en op basis hiervan de afvalinzameling te optimaliseren.

Daarnaast voert de gemeente jaarlijks sorteerproeven uit van het restafval. Hieruit blijkt dat het restafval nog fracties bevat die gescheiden kunnen worden ingezameld.

Op landelijk niveau is in 2003 het landelijke Afvalbeheersplan vastgesteld. Duidelijk is dat niet alle doelen volledig haalbaar zijn voor plattelandsgemeenten. Dit geldt ook voor Bellingwedde.

Ten aanzien van zwerfafval, illegale stort en het illegaal afvalbranden is de gemeente niet pro-actief, maar reageert men vooral op klachten en meldingen.

Daarnaast organiseert de gemeente jaarlijks een schoonmaakactie met organisaties (bijv. WBE) en vindt educatie plaats bij de scholen via het steunpunt NME (Natuur en Milieueducatie).

Ambitie

Optimaal blijven scheiden afvalstromen

Bellingwedde wil gedifferentieerde tarieven invoeren.

Daarbij wil zij de mogelijkheden benutten om voor specifieke afvalstromen de inzamelresultaten te verbeteren, mits dit niet leidt tot significante verhogingen van de kosten.

Op basis van een bewonersonderzoek, gecombineerd met de resultaten van de afvalmonitoring en de sorteerproeven zal de gemeente eigen, realistische doelen vaststellen.

Doelen

  • 1.

    Verbeteren inzamelresultaten door optimalisatie van haalen brengsystemen, gekoppeld aan realistische (voor Bellingwedde haalbare) doelstellingen en het stimuleren van afvalpreventie

  • 2.

    Terugdringen van de hoeveelheid zwerfafval, illegale stort en het illegaal afvalbranden

  • 3.

    Bedrijven voldoen aan wettelijke regelgeving met betrekking tot afvalscheiding en inzameling

  • 4.

    Toename betrokkenheid burgers en bedrijven

  • 5.

    Waar mogelijk (en financieel haalbaar) nuttige toepassing van gemeentelijk afval (bijvoorbeeld snoeiafval, houtlijst)

Acties en projecten

  • 1.

    Verbeteren inzamelresultaten en stimuleren preventie, op basis van:

    • -

      Jaarlijkse beoordeling inzamelresultaten in een afvaljaarverslag, op basis van registratie, monitoring en sorteerproeven. Op basis daarvan worden in het jaarverslag tevens de verbeteracties voor het volgende jaar opgenomen, met daarbij een inschatting van de financiële consequenties.

    • -

      Optimalisering monitoringssysteem (regionale afstemm ing)

    • -

      Vertaling van de doelstellingen uit het Landelijk AfvalbeheersPlan naar gemeentelijke afvaldoelstellingen, die realistisch en haalbaar zijn voor een plattelandsgemeente als Bellingwedde.

    • -

      Voortzetten samenwerking (regionaal, provinciaal en eventueel private partijen

  • 2.

    Terugdringen van de hoeveelheid zwerfafval, illegale stort en het illegaal afvalbranden

    Handhaving zwerfvuil, illegale stort en illegaal afvalbranden volgens het uitvoeringsprogramma handhaving. Zie hoofdstuk 13, vergunningverlening en handhaving.

  • 3.

    Bedrijven voldoen aan wettelijke regelgeving met betrekking tot afvalscheiding en inzameling

    Afvalvoorschriften in milieuvergunningen, en handhaving. Zie hoofdstuk 13.

    - Voor het opnemen van afvalvoorschriften in milieuvergunningen stelt de gemeente specifieke beleidskaders vast (bijvoorbeeld over afvalpreventie)

    - Handhaving volgens het handhavinguitvoeringsprogramma.

  • 4.

    Toename betrokkenheid burgers en bedrijven

  • -

    Intensivering voorlichting over afvalscheiding en afvalpreventie

  • -

    Voortzetten Natuur- en milieueducatie

  • -

    Onderzoek naar mogelijkheden om burgers meer te betrekken bij het schoonhouden (en eventueel onderhouden) van het openbaar groen (bosjes naast de woning) en voetpaden

  • 5.

    Nuttige toepassing van gemeentelijke afval

  • -

    Bij landschap/plantsoen onderhoud komt veel snoeiafval vrij. Deze biomassa leent zich goed voor hergebruik door middel van bijvoorbeeld compostering of verbranding voor opwekking van warmte en/of elektriciteit. De gemeente gaat de mogelijkheden onderzoeken van een rendabele verwerking op gemeentelijke of regionale schaal.

6 BODEM

Huidige situatie

In Bellingwedde is een aantal gevallen bekend vanbodemverontreiniging, voornamelijk op (voormalige) bedrijventerreinen. Naast de provincie (als bevoegd gezag voor de Wet bodembescherming) heeft ook de gemeente een belangrijke taak bij het schoon maken en schoon houden van

de bodem.

De komende jaren zullen meer bodemtaken bij de gemeente komen te liggen. Bodemsanering zal daarbij steeds vaker worden gecombineerd met de ontwikkeling van een gebied.

Om meer zicht te krijgen in de uit te voeren bodemsaneringen wordt in 2007 in samenwerking met de provincie eeninventarisatie uitgevoerd naar de vervuilde en potentieelvervuilde locaties in de gemeente.

Doelstelling van het rijksbeleid is om voor 2030 alle vervuilde locaties gesaneerd te hebben of te beheersen.

Het voorkomen van nieuwe verontreiniging gebeurt voornamelijk door vergunningverlening en handhaving bij bedrijven, en de uitvoering van het Bouwstoffenbesluit.

Een belangrijk hulpmiddel bij het uitvoeren van de bodemtaken is het bodeminformatiesysteem. Hierin staan alle beschikbare gegevens over de bodemkwaliteit. Op basis hiervan kan op efficiënte wijze informatie worden verstrekt, bijvoorbeeld bij ruimtelijke plannen of bij grondaankoop (zowel

in- als extern).

Dit informatiesysteem is een eerste stap om beter toegerust te zijn op de uitvoering van de gemeentelijke bodemtaken. Eentweede goede stap is het vaststellen van de bodemkwaliteitskaarten en vaststellen van het bodembeleidsplan en daaraan gekoppelde leidraad “Het bouwstoffenbesluit in de gemeente Bellingwedde” met de paragraaf grondstromen daarin verwerkt.

Ambitie

De ambitie van de gemeente is te voorkomen dat vanwege bodemverontreiniging werkelijke risico’s voor de volksgezondheid ontstaan, zodat in Bellingwedde veilig kan worden gewoond en gewerkt. Daarbij wil Bellingwedde de huidige ‘niet vervuilde bodem’ beschermen (wat schoon is moet schoon blijven).

Doelen

  • 1.

    Bodem is integraal onderdeel van ruimtelijke plannen

  • 2.

    Aanpak van bodemvervuiling op basis van risico’s

  • 3.

    Voorkomen van bodemverontreiniging

  • 4.

    Verder inzicht in de bodemkwaliteit in de gemeente en inzicht in de grondstromen.

Acties en projecten

  • 1.

    Bodem integraal onderdeel van ruimtelijke plannen:

    Bodemtoets bij ruimtelijke plannen:

    • -

      Bij de voorbereiding van ruimtelijke plannen wordt de bodemkwaliteit in een vroegtijdig stadium in beeld gebracht. Hiermee kan voorkomen worden dat de bodemkwaliteit een vertragende factor wordt bij de uitvoering van de plannen.

    • -

      Waar mogelijk wordt de sanering van bodemverontreiniging geïntegreerd in een ruimtelijk plan, en waar mogelijk als onderdeel van het Investeringsprogramma stedelijke vernieuwing (ISV).

  • 2.

    Aanpak bodemvervuiling op basis van risico’s

    • -

      Uitvoering provinciaal bodemsaneringsprogramma, door de provincie (als bevoegd gezag)

    • -

      In beeld brengen van de bekende vervuilde locaties waarvoor de gemeente bevoegd gezag is, met

    • -

      daarbij de urgentie, de wijze van aanpak (op basis van gezondheidsrisico’s), de te verwachten werkvoorraad en mogelijke kosten

    • -

      Verder ontwikkelen van bodembeleid voor de aanpak van bodemverontreiniging (inclusief doorontwikkelen beleid voor de toepassing van het Bouwstoffenbesluit).

  • 3.

    Voorkomen van bodemverontreiniging

    • -

      Opnemen bodemvoorschriften in vergunningen en deze handhaven (zie ook hoofdstuk 13).

    • -

      Vaststellen aanpak voor toepassen Nederlandse Richtlij n Bodembescherm ing (NRB)

    • -

      Uitvoeren van het Bouwstoffenbesluit: afhandelen meldingen over het gebruik van bouwstoffen en handhaving. Eén van de speerpunten van de handhaving is het toezicht op grondtransport (voornamelijk van grond van onbekende afkomst).

    • -

      Een belangrijk onderdeel van de uitvoering van het Bouwstoffenbesluit is het begeleiden van het hergebruik van vervuilde grond, zowel bij particulieren als bij het bedrijfsleven, bijv. bij bouwprojecten, civiele projecten.

    • -

      Voorlichting: voornamelijk specifieke voorlichting aan bepaalde branches en/of over specifieke wet- en regelgeving (bijvoorbeeld over de vloeistofdichte vloeren)

  • 4.

    Inzicht in bodemkwaliteit van de gemeente en inzicht in degrondstromen.

    • -

      Actueel houden van het bodeminformatiesysteem

    • -

      Bodemtoets bij bouw- en milieuvergunningen, en bij grondtransacties en civiele werken

    • -

      Inzicht in grondstromen op basis van uitvoering van het Bouwstoffenbesluit. Doel hiervan is om gebieden met een goede bodemkwaliteit niet te vervuilen met grond van een minder goede kwaliteit.

7 GELUID

Huidige situatie

In grote delen van de gemeente is het zelden of nooit “stil”. Door mensen veroorzaakt geluid, vooral van wegverkeer, is vaak op grote afstand hoorbaar. Dit is voor velen het meest storende verschijnsel op het gebied van geluid.

Dat geldt voor heel Nederland, maar ook voor Bellingwedde, waar rust en ruimte toch de karakteristieke kenmerken zijn. De belangrijkste veroorzaker hiervan is het wegverkeerslawaai van met name de wegen N367, 368 en de N969. Helaas is de invloed van de gemeente hierop slechts beperkt. Dit geldt ook voor de laagvliegende militaire vliegtuigen.

Ten aanzien van de bedrijvigheid in Bellingwedde is er momenteel geen sprake van omvangrijke geluidsproblemen. De belangrijkste geluidsbronnen zijn de bedrijventerreinen in of nabij dorpskernen. In de afgelopen jaren zijn een paar bedrijven uit de dorpskernen verplaatst naar de bedrijventerreinen buiten de gemeente. Er zijn nog enkele bedrijven die hiervoor in aanmerking kunnen komen. De gemeente beperkt de geluidsbelasting vanwege deze bedrijven door in de milieuvergunningen de geluidsruimte voor deze bedrijven niet meer dan strikt noodzakelijk te laten zijn. De gemeente krijgt overigens weinig klachten over geluidsoverlast vanwege deze bedrijven. Verder zijn enkele geluidsoverlastsituaties bekend vanwege evenementen en horeca.

Aandachtspunt is de geluidsbelasting vanwege de recreatie in natuurgebieden.

Ambitie

Geluidsruimte op maat

Bellingwedde beschouwt geluid als een belangrijke parameter als het gaat om de leefbaarheid. De gemeente heeft de ambitie om de gebiedskwaliteit op een zodanig niveau te houden dat, ondanks alle ontwikkelingen (bijvoorbeeld toename van het wegverkeer), de leefbaarheid niet wordt aangetast.

Geluid van wegverkeer is moeilijk te reduceren, maar vraagt niettemin om een (gebiedsgerichte) aanpak. Bellingwedde wil daarbij, binnen het wettelijk kader, de te hanteren geluidsnormen meer ‘op maat’ maken. Dat wil zeggen dat stille gebieden beter beschermd worden en dat bijvoorbeeld bij bedrijventerreinen ruimere geluidsnormen kunnen worden vastgesteld. Vooral natuurgebieden moeten van (ver)storend geluid worden gevrijwaard. Dit komt de recreatieve waarde ten goede.

Enkele geluidsproblemen in woonkernen moeten worden opgelost. Nieuwe knelpunten moeten worden voorkomen.

Doelen

  • 1.

    Geluid maakt onderdeel uit van het ruimtelijk beleid en het beleid voor verkeer en vervoer. Te ontwikkelen uitgangspunt daarbij is geluidsruimte meer ‘op maat’

  • 2.

    Beperking van toename wegverkeerslawaai

  • 3.

    Geen geluidsoverlast vanwege (nieuwe) bedrijventerreinen en uitbreiding van bestaande bedrijventerreinen

  • 4.

    Op termijn oplossen van historisch gegroeide knelpunten in woonkernen (woonfuncties in de nabijheid van bedrijven met relevante geluidsbelasting).

  • 5.

    Voorkomen geluidsoverlast vanwege evenementen, recreatie en horeca

Acties en projecten

1. Geluid is integraal onderdeel van ruimtelijk beleid en beleid voor verkeer en vervoer

Bij ontwikkeling van ruimtelijke plannen (inclusief verkeersplannen) wordt een geluidstoets uitgevoerd.

  • -

    Bij elk ruimtelijk plan stelt de gemeente vooraf de invloed hiervan op de geluidskwaliteit vast (zowel geluid vanwege bedrijven als van verkeer en eventueel recreatie)

  • -

    Bellingwedde zal een eigen geluidsbeleidsplan ontwikkelen. Per deelgebied bepaalt de gemeente wat een aanvaardbaar geluidsniveau is, afhankelijkvan de functie, ontwikkelingen en het huidige geluidsniveau. Hiermee kan de gemeente enerzijds bescherming geven aan de huidige geluidskwaliteiten van bijvoorbeeld een rustige woonwijk of het buitengebied. Anderzijds kan de gemeente voor specifieke locaties meer gelu idsru imte mogelijk maken, bijvoorbeeld bij een bedrijventerrein of een dorpscentrum. Dit beleid zal toegepast worden bij ruimtelijke plannen, maar ook bij de vergunningverlening en handhaving (inclusief ontheffingen voor bouwvergunningen)

2. Beperking toename overlast vanwege wegverkeerslawaai door:

  • -

    bundeling verkeersstromen op gebiedsontsluitingswegen, zodat het buitengebied en de natuurgebieden zoveel mogelijk worden ontlast en de stilte behouden blijft

  • -

    realisatie snelheidsbeperkende maatregelen in de huidige en nieuw te ontwikkelen 30-km zone in woongebieden (inclusief monitoring snelheid, stimuleren handhaving door de politie)

Hierbij moet worden opgemerkt dat de gemeente geen invloed heeft op de toename van het wegverkeer in zijn algemeenheid.

Ook de invloed van de gemeente op het wegverkeerslawaai vanwege de provinciale wegen is slechts beperkt. Wel zal de gemeente in overlegsituaties met de provincie ervoor pleiten om de overlast zoveel mogelijk te beperken (bijvoorbeeld door toepassing ZOAB, verlagen

maximu msnelheid).

3. Geen geluidsoverlast vanwege (nieuwe) bedrijventerreinen en uitbreiding van bestaande bedrijventerreinen door:

  • -

    Milieuvergunningen op maat. Bedrijven krijgen niet meer geluidsruimte dan strikt noodzakelijk is. Mede op basis van het te ontwikkelen geluidsbeleid (zie actie 1).

  • -

    Voorschrijven nadere eisen geluid voor AMvB­bedrijven met relevante geluidsbelasting op omwonenden

  • -

    Ontwikkelen geluidsbeleid voor woningen op bedrijventerreinen (als onderdeel van het te ontwikkelen geluidsbeleid, zie actie 1)

4. Op termijn oplossen van historisch gegroeide knelpunten in woonkernen

  • -

    Voortzetten verplaatsingsbeleid historisch geg roeide knelpunten in woonkernen (woonfuncties in de nabijheid van bedrijven met relevante gelu idsbelasting)

5. Voorkomen geluidsoverlast vanwege evenementen, recreatie en horeca

  • -

    Ontwikkelen en uitvoeren van specifiek geluidsbeleid voor evenementen, horeca en recreatie, als onderdeel van het gemeentelijk geluidsbeleidsplan (zie actie 1).

8 LICHT

Huidige situatie

Lichthinder is de overlast die de mens ondervindt van kunstlicht. Het kan de vorm hebben van verblinding of verstorende factor zijn tijdens nachtelijke activiteiten of een algemeen gevoel van onbehagen veroorzaken. Lichtvervuiling is een verhoogde helderheid van de nachtelijke omgeving door kunstlicht. Lichtbronnen die te fel schijnen, te veel en verkeerd licht uitstralen, in de verkeerde richting of op het verkeerde moment schijnen, veroorzaken strooilicht, storend licht of hemelgloed en geven op die manier aanleiding tot lichtvervuiling.

Tot op heden is “Licht” geen afzonderlijk beleidsthema van de gemeente geweest. Wel zijn er enkele zaken geregeld op dit punt.

In woonwijken wordt de straatverlichting na 12 uur

‘s-nachts verminderd. Dit geschiedt door middel van het uitschakelen of het dimmen van de verlichting. Gemiddeld wordt 31 % van de straatverlichting na 12.00 uur ’s-nachts uitgeschakeld, 1 % gedimd, 20 % brand ’s-avonds en ’smorgens en 48 % brand de gehele avond en nacht.. Hierbij dient rekening te worden gehouden dat het veiligheidsgevoel van de burgers niet in het gedrang komt.

In milieuvergunningen worden, indien noodzakelijk, voorschriften opgenomen over het gebruik van kunstlicht en eventuele besparings- en monitoringsvoorschriften.

De kennis op het gebied van lichthinderbestrijding is in Nederland beperkt en/of niet direct beschikbaar. Wel heeft de Nederlandse Stichting Voor Verlichtingskunde (NSVV) een aantal richtlijnen uitgebracht voor het beoordelen van lichthinder. Ze gelden algemeen als maatgevend en worden onder andere bij sportvelden en openbare verlichting geraadpleegd. Naast deze richtlijnen bestaan er in Nederland (nog) geen specifieke wetten rond lichthinder. Indirect echter wel, want lichtoverlast valt vaak binnen (gemeentelijke) milieuwetgeving.

Normaal gesproken zijn er 's nachts zo'n 2500 sterren met het blote oog zichtbaar, in de steden zijn dat er slechts enkele. Op het kaartjes hierboven is te zien wat het maximaal aantal sterren per gekleurd gebied is; groen: 2000 sterren, geel: 1000 sterren, oranje: 500 sterren, rood: 100 sterren, wit: 10 sterren.

Afb 2Ambitie

Verminderen van lichthinder

Bellingwedde ziet lichthinder als één van de parameters als het gaat om leefbaarheid. De gemeente zal streven naar een vermindering van lichthinder. Knelpunten moeten worden opgelost. Nieuwe knelpunten moeten worden voorkomen.

Doelen

  • 1.

    Beleid vaststellen met betrekking tot licht

  • 2.

    Voorkomen van nieuwe gevallen van lichthinder

  • 3.

    Op termijn oplossen van oude knelpunten van lichthinder

  • 4.

    Bewustwordingsacties voor burgers en bedrijven

  • 5.

    Meedoen aan de Nacht van de Nachtactie van demilieufederaties in Nederland en de Stichting Natuur enMilieu

Acties en projecten

1.Beleid vaststellen met betrekking tot licht

In 2008 zal specifiek beleid worden vastgesteld met betrekking tot dit onderwerp. Hierbij zal de “Algemene richtlijnen betreffende lichthinder” als leidraad dienen. Indien noodzakelijk dit ook meenemen in ruimtelijke plannen

2.Voorkomen van nieuwe gevallen van lichthinder

Opnemen van voorschriften in vergunningen of nadere eisen bij een melding 8.40 Wm en deze handhaven

3. Op termijn oplossen van oude knelpunten van lichthinder

Bij vernieuwing van lichtinstallaties zorgdragen dat dit geschied conform het beleidsplan

4. Bewustwordingacties voor burgers en bedrijven

Door actieve communicatie naar burgers en bedrijven deze bewust maken van licht en lichthinder en wat er tegen te doen is (zie ook Hoofdstuk 12, doel 9 en acties en projecten, punt 9)

5. Meedoen aan de Vriend van de Nachtactie van de milieufederaties in Nederland en de Stichting Natuur en Milieu

Actie ondersteunen door mee te doen aan de actie

9 WATER

Huidige situatie

Het thema water is in Bellingwedde de afgelopen jaren een meer “medeordenend” element geworden in het ruimtelijk beleid. In bestemmingsplannen is meer ruimte voor water, en door het uitvoeren van de (verplichte) watertoets bij ruimtelijke plannen krijgen de waterkwaliteitsaspecten een meer herkenbare plek2. Belangrijk aandachtspunt in het bebouwde gebied is de afkoppeling van schoon hemelwater, zodat dit niet meer via het rioolstelsel wordt afgevoerd. Water is ook een belangrijk aspect in het buitengebied.

Voor de toekomst zal de Europese Kaderrichtlijn Water de gemeente voor nieuwe taken stellen. In 2015 moeten wateren een “goede toestand” hebben bereikt. Nadere concretisering van deze taken moet nog plaatsvinden. Samenwerking met het Waterschap zal daarbij steeds intensiever worden. Hiervoor wordt het Waterplan opgesteld.

Het gemeentelijk rioolstelsel is de afgelopen jaren sterk verbeterd.

Per 1 januari 2005 is de vuiluitworp hiervan verminderd overeenkomstig de wettelijke eisen hiervoor. De gemeente gaat in deze planperiode aan een nieuw rioleringsplan werken, waarin het beheer van het gemeentelijke rioolstelsel is vastgelegd.

In de afgelopen jaren is het project Westerwolde Schoon uitgevoerd. Hierbij zijn percelen in het buitengebied, hetzij aangesloten op de riolering of is een IBA (Individuele behandeling afvalwater)geplaatst. Het waterschap is h iervoor bevoegd gezag.

2Dit milieubeleidsplan gaat met name in op kwaliteitsaspecten van water en niet op kwantitatieve aspecten (bijv. voorkomen wateroverlast)

Ambitie

Behoud van de kwaliteiten van water

Water is één van de kernkwaliteiten van Bellingwolde, die in belangrijke mate bijdraagt aan de leefbaarheid en de omgevingskwaliteit van de gemeente. Dit geldt zowel voor het buitengebied als het bebouwde gebied. Bellingwedde wil deze kwaliteit behouden. De gemeente wil de huidige (ecologische) kwaliteiten van water beschermen en de waterstructuren (beken, sloten, vijvers, etc.) waar mogelijk behouden en versterken.

Doelen

  • 1.

    Water krijgt een meer herkenbare plek in de (ruimtelijke) ontwikkeling van Bellingwedde.

  • 2.

    Herstel, stimuleren en bescherming van ecologische functies van water en behoud van de huidige waterstructuren (beken, sloten, vijvers, etc.)

  • 3.

    Vermindering van de belasting van het rioolstelsel met schoon hemelwater

  • 4.

    Verdere verbetering kwaliteit afvalwater gemeentelijk rioolstelsel

  • 5.

    Geen ongezuiverde lozingen van afvalwater in het buitengebied

  • 6.

    Goed toezicht op lozingen en handhaving van de regelgeving

  • 7.

    Vergroten betrokkenheid van burgers en bedrijven bij het waterbeleid

Acties en projecten

1 Water krijgt meer herkenbare plek in de (ruimtelijke) ontwikkeling van Bellingwedde

Opstellen en uitvoeren waterplan.

Dit betreft een integraal plan waarin alle wateraspecten zijn opgenomen (zowel kwalitatieve als kwantitatieve)

  • -

    Intensivering samenwerking met waterschap (opstellen van een afvalwaterakkoord)

  • -

    Locatieonderzoek naar waterbuffers

2 Herstel, stimuleren en bescherming van ecologische functies en zo veel als mogelijk behoud van de huidige waterstructuren

  • -

    Vroegtijdig integreren van waterdoelen bij ruimtelijke plannen (watertoets, waterparagraaf)

  • -

    Bij ruimtelijke plannen invloed op grondwater meenemen in afweging, mede in verband met de verdrogingsproblematiek

  • -

    Sanering vervuilde waterbodems bij onderhoudswerkzaamheden; opstellen van een baggerplan

3 Verminderen van de belasting van het rioolstelsel met schoon hemelwater

  • -

    Bij nieuwbouw sluit de gemeente de afvoer van schoon hemelwater niet aan op het rioolstelsel; dit geldt zowel voor woongebieden als voor bedrijventerreinen

  • -

    Bij herinrichting wordt schoon hemelwater daar waar (financieel en praktisch) mogelijk afgekoppeld

  • -

    Afgekoppeld regenwater wordt zoveel als mogelijk in het gebied gehouden (infiltratie of afvoer op oppervlaktewater)

  • -

    Toezicht op afkoppeling riolering

  • -

    Verbetering kwaliteit afgekoppeld (regen)water door:

  • -

    Voorlichting

  • -

    Waar mogelijk toepassing bouwmaterialen die niet uitlogen (zoals zinken dakgoten)

4 Verdere verbetering kwaliteit afvalwater gemeentelijke rioolstelsel

Uitvoering Gemeentelijk rioleringsplan en ontwikkeling nieuw GRP.

-Voldaan wordt reeds aan de basisinspanning, Dit door sanering overstortlocaties en deels het afkoppelen van regenwater

5 Geen ongezuiverde lozingen van afvalwater in het buitengebied

Huidig peil: Het buitengebied is voor het grootste deel (98 %) aangesloten op het gemeentelijk rioleringstelsel. De overige percelen hebben een IBA aangeschaft

6. Goed toezicht op lozingen door bedrijven en handhaving van de regelgeving

  • -

    Lozingen op het oppervlaktewater vormen een integraal onderdeel van de bedrijfscontroles

  • -

    Toezicht op lozingen en de handhaving van de regelgeving worden in coördinatie met WaterschapHunze en Aa’s uitgevoerd (het Waterschap is bevoegd gezag)

7. Vergroten betrokkenheid burgers en bedrijven bij het waterbeleid

  • -

    Intensivering van communicatie over water en het meer direct aanspreken van burgers en bedrijven.

  • -

    Burgers, bedrijven en andere doelgroepen vooraf betrekken bij plannen m.b.t. water; voorafgaand aan het vaststellen van plannen vindt standaard eerst voorlichting en overleg/inspraak plaats.

10 EXTERNE VEILIGHEID

Huidige situatie

De gemeente heeft een belangrijke taak om de veiligheidsrisico’s vanwege de opslag, toepassing en transport van gevaarlijke stoffen te beperken3. Er zijn momenteel geen omvangrijke veiligheidsrisico’s in Bellingwedde.

Wel zijn er een aantal bedrijven waar gevaarlijke stoffen aanwezig zijn. Deze bedrijven beschikken momenteel over actuele vergunningen. De meest (risico)relevante bedrijven staan op de risicokaart, die (via de provinciale website) toegankelijk is voor derden. Ten aanzien van veiligheid bij bedrijven past de gemeente strikt de wettelijke eisen toe. Veiligheid krijgt steeds beter een plek in ruimtelijke plannen. Er is nog geen vastgestelde route voor gevaarlijke stoffen. Landelijk zijn er op het gebied van veiligheid veel recente ontwikkelingen. Zo zijn het Besluit kwaliteitseisen Externe Veilig heid en het Reg istratiebeslu it Risicosituaties Gevaarlijke Stoffen van kracht geworden.

Om de nieuwe wetgeving op een goede wijze uit te kunnen voeren is in provinciaal verband een uitvoeringsprogramma opgesteld voor 2006 - 2010, dat met name zal worden uitgevoerd (met subsidie van het rijk). In het kader hiervan moet de gemeente een goed overzicht hebben van de risico’s in de gemeente, en gelden strikte veiligheidseisen voor vergunningen, ruimtelijke plannen, verkeer en vervoer en rampenplannen.

3 In dit milieubeleidsplan wordt onder externe veiligheid verstaan: veiligheidsrisico’s vanwege de opslag, toepassing en transport van gevaarlijke stoffen (het betreft dus bijvoorbeeld niet sociale- of constructie veiligheid).

Ambitie

Behoud van een veilige bedrijvigheid

Een voorwaarde voor een leefbare gemeente is veiligheid. Burgers moeten de zekerheid hebben dat ze in een veilige gemeente wonen. Momenteel is dat zeker het geval en dat wil de gemeente zo houden.

Nieuwe wet- en regelgeving op dit vlak zal strikt worden toegepast (veiligheid is niet onderhandelbaar), de gemeente blijft inzicht houden in de situatie en gegevens met betrekking tot veiligheid zijn meer openbaar voor de burgers.

Doelen

  • 1.

    De gemeente heeft een goed beeld van de veiligheidsrisico’s

  • 2.

    De gemeente voldoet aan de meest recente wetgeving ten aanzien van externe veiligheid en veiligheid is integraal onderdeel van ruimtelijke plannen en milieuvergunningen

  • 3.

    De burgers hebben een goed beeld van de veiligheidsrisico’s

  • 4.

    Beperking veiligheidsrisico’s door verbetering samenwerking tussen de betrokken instanties

  • 5.

    Geen onveilige situaties door onvoldoende toezicht

  • 6.

    Bellingwedde is goed voorbereid op een eventuele calamiteit

Acties en projecten

1. De gemeente heeft een goed beeld van de veiligheidsrisico ’s

Uitvoering programma externe veiligheid in 2005

  • -

    Beoordeling risicokaart en bijhouden registratie veilig heid

  • -

    Beoordeling veiligheidsaspecten van bestemmingsplannen, verleende milieuvergunningen (incl. de handhaving) en verkeer en vervoer

  • -

    Beoordeling rampenplan aan nieuwe veiligheidsbesluit

  • -

    Beoordeling organisatorische aspecten veiligheid (bijv. afstemming RO, milieu, brandweer en externe instanties)

2. De gemeente voldoet aan de meest recente wetgeving ten aanzien van externe veiligheid en veiligheid is integraal onderdeel van ruimtelijke plannen

Afhankelijk van de resultaten van deze beoordelingen zullen vervolgacties worden uitgevoerd, zoals mogelijk:

  • -

    Meenemen nieuwe veiligheidseisen bij actualisatie bestemmingsplannen (veiligheidstoets ruimtelijke plannen, toepassen strikte afstandscriteria, verbetering informatiestromen)

  • -

    Actualisatie vergunningen waarin de nieuwe veiligheidseisen onvoldoende zijn meegenomen

  • -

    Sanering van onveilige situaties (waarbij niet wordt voldaan aan de wettelijke criteria)

  • -

    Geen zware industrie met omvangrijke veiligheidsrisico’s

3. De burgers hebben een goed beeld van deveiligheidsrisico ’s

Voorlichting geven over veiligheidsaspecten

  • -

    Bijvoorbeeld over uitvoering programma externe veiligheid, en specifiek over de risicokaart en het gemeentelijk rampenplan

  • -

    Voorlichting over de bereikbaarheid van de gemeente bij calamiteiten (meldingen en klachten)

  • -

    Stimuleren bedrijven om meer openheid richting omwonenden te tonen, met name over de veiligheidsrisico’s (bijv. een open dag, of een artikel in de lokale media)

4. Beperking veiligheidsrisico’s door verbetering samenwerking tussen betrokken instanties

  • -

    Optimaliseren organisatie, bijvoorbeeld verbetering overleg en afstemming (bijv. tussen milieu en brandweer), opstellen protocollen, op peil brengen kennis

5. Geen onveilige situaties door onvoldoende toezicht

  • -

    Veiligheid als hoge prioriteit bij handhaving (handhaving richt zich op daadwerkelijke risico’s en slecht naleefgedrag)

6. Bellingwedde is goed voorbereid op en eventuele calamiteit

  • -

    Actueel houden van het gemeentelijke rampenplan (incl. draaiboeken)

10 KLIMAAT & ENERGIE

Huidige situatie

Het gebruik van fossiele brandstoffen leidt tot de emissie van kooldioxide (CO2). Dit gas is mede verantwoordelijk voor het ontstaan van het broeikaseffect, dat algemeen als een belangrijke oorzaak wordt beschouwd van de verandering van het klimaat.

Klimaatverandering is een mondiaal probleem. Op lokaal niveau kan een bijdrage worden geleverd aan de oplossing van deze problematiek, met name door besparing van energie en gebruik van duurzame energie.

Op internationaal niveau (Kyoto) zijn afspraken gemaakt over het terugdringen van CO2-emissie. In een convenant tussen rijk, provincies en gemeenten is vastgelegd dat ook de lagere overheden een bijdrage kunnen leveren aan deze reductie. In kader hiervan heeft Bellingwedde, via de Streekraad, eerst een klimaatscan uit laten voeren door NOVEM. Hierin zijn de mogelijkheden voor reductie van energiegebruik en het gebruik van duurzame energie in de gemeente beschreven. Op basis van de resultaten daarvan heeft Bellingwedde een uitvoeringsprogramma klimaatbeleid vastgesteld.Het is van groot belang burgers en bedrijven hierbij te betrekken, onder andere door voorlichting en educatie.

Ambitie

Stimuleren energiebesparing en toepassing duurzame energie

De gemeente levert lokaal een bijdrage aan het landelijk klimaatbeleid door voor energiebesparing en duurzame energie concrete projecten uit te voeren.

Doelen

  • 1.

    Bereiken van de doelstellingen zoals neergelegd in een te ontwikkelen uitvoeringsprogramma klimaatbeleid

  • 2.

    Betrokkenheid van burgers en bedrijven bij klimaatbeleid

  • 3.

    Er wordt voldaan aan de wettelijke energie-eisen uit het Bouwbeslu it

  • 4.

    Bedrijven voldoen aan de energievoorschriften uit de milieuvergunning

Acties en projecten

1. De projecten (voorbeelden) uit een Uitvoeringsprogramma klimaatbeleid worden uitgevoerd, zoals:

  • -

    Bij het verlenen en uitvoeren van opdrachten voorhet ontwerpen van gemeentelijke gebouwen is eenverm indering van de energ ieprestatiecoëfficiënt(EPC) met acht tot twaalf procent uitgangspunt

  • -

    De gemeente spant zich in om bij de bouw van won ingen een verscherping van de wettelijkgeldende EPC met vijf tot tien procent te bereiken door advisering op maat aan particuliere bouwers, overeenkomsten met projectontwikkelaars, algemene voorlichting en een subsidieregeling voor zonneboilers

  • -

    De gemeente spant zich in ten minste dertig procent van de won ingen te voorzien van een energie prestatieadvies EPA)

  • -

    De gemeente voert een energiebeheersysteem in voor alle gemeentelijke gebouwen

2. Vergroten betrokkenheid burgers en bedrijven bij klimaatbeleid

Voorlichting aan burgers en bedrijven door:

  • -

    artikelen in het Streekblad

  • -

    actieve voorlichting bij vergunningverlening en handhaving

  • -

    specifieke voorlichting bij bijvoorbeeld nieuwbouwprojecten woningbouw

3. Er wordt voldaan aan de energie-eisen uit het Bouwbesluit

  • -

    Handhaven van energievoorschriften bouwbesluit

4. Bedrijven voldoen aan de energievoorschriften uit de milieuvergunning

  • -

    Opnemen en handhaven van energievoorschriften in milieuvergunningen

  • -

    Opstellen van beleidskaders voor het opnemen van energievoorschriften in milieuvergunningen

12 RUIMTELIJKE ONTWIKKELING

Huidige situatie

Zoals al eerder in dit milieubeleidsplan weergegeven zijn er belangrijkste ontwikkelingen in de gemeente. Ontwikkeling van de economische activiteit aan de Winschoter Hoogebrug te Blijham en Leidijksweg te Bellingwolde en de natuurontwikkeling in het stroomgebied van de Westerwoldse Aa. Voorbeelden van concrete ontwikkelingen zijn de bundeling van wonen en werken op specifiek aangewezen plekken, het versterken van derecreatie op specifiek aangewezen gebieden en de bundeling van verkeersstromen op gebiedsontsluitingswegen.

Momenteel krijgen milieu en duurzaamheid steeds vaker een plek in ruimtelijke plannen, deels als gevolg van wettelijke regels (bijvoorbeeld veiligheid, watertoets). Er bestaat de behoefte om milieuaspecten eerder in het planvormingsproces mee te nemen.

Enerzijds omdat daarmee de milieuwinst zo groot mogelijk is (bijvoorbeeld bij duurzaam bouwen) en anderzijds omdat dan de minste kans bestaat op vertragingen van de planvorming (bijvoorbeeld vanwege bodemverontreiniging). De beschikbaarheid van milieu-informatie kan worden verbeterd.

Actualisatie bestemmingsplannen

De komende jaren zal de actualisering van de bestemmingsplannen worden voortgezet. Aandachtspunt voor de plannen is het gebruik van vrijkomende agrarische bebouwing. De gemeente gaat hiervoor een notitie ontwikkelen.

Duurzaam bouwen

De gemeentelijke ambitie voor duurzaam bouwen wordt vastgelegd in een notitie Beleid Duurzaam Bouwen. Een voorbeeld van een bestemmingsplan met ruime aandacht hiervoor is het plan Blyenstein in Blijham. Daarnaast gaat de gemeente beginnen met een voorlichtingscampagne. Door de gemeente wordt uitsluitend FSC-hout gebruikt.

Verkeer

Het verkeers- en vervoersplan van Bellingwedde (2001) is met name gericht op bereikbaarheid en leefbaarheid. Geluid maakt hier nog geen integraal onderdeel van uit. Voor het stimuleren van het fietsgebruik gaat Bellingwedde een fietsplan opstellen. Het beleid voor het stimuleren van het openbaar vervoer (niet in een plan vastgelegd) is met name gericht op het in stand houden van het huidige peil.

Recreatie

Het gemeentelijk recreatiebeleid is gericht op versterking van de recreatie (ondermeer vastgelegd in de startnotitie Recreatie en toerisme, “Kiezen voor kansen en sterke”, januari 2006. Aan de relatie tussen natuur/milieu en recreatie/ toerisme zitten in Bellingwedde twee kanten. Enerzijds zorgt een grotere toeloop van toeristen en recreanten voor een grotere milieubelasting.Anderzijds zorgt de natuurrecreatie voor bewustwording voor de natuur en het landschap.

Ambitie

Milieu- en duurzaamheidscriteria zijn integraal onderdeel van ruimtelijke plannen en hebben in de plannen een hoge prioriteit

Het opstellen van een ruimtelijk plan is de eerste stap in de ontwikkeling van een gebied of een locatie. Het is het meest efficiënt en het meest effectief om de milieuaspecten zo vroeg mogelijk in het proces in te brengen, in samenhang met de andere beleidsvelden. Voorwaarde hiervoor is om de relevante milieu-informatie op adequate wijze beschikbaar te hebben.

Doelen

  • 1.

    Milieukwaliteits- en duurzaamheidscriteria zijn integraal onderdeel van ruimtelijke plannen en hebben in de plannen een hoge prioriteit

  • 2.

    Voldaan wordt aan de wettelijke milieucriteria/richtlijnen

    • -

      In een vroeg stadium van de planvorming wordt inzicht verkregen in de gevolgen voor milieu en natuur

    • -

      De veil ig heidsrisico’s zijn geïnventariseerd

    • -

      Bodemkwaliteit is geïnventariseerd

    • -

      Bescherming natuurgebieden

    • -

      Behoud groene karakter (op basis van natuur- en landschapstoets)

    • -

      Bescherming van de huidige (ecologische) kwaliteiten van water en behoud/versterking van de waterstructuren (beken, sloten, vijvers, etc); bestaande waterstructuren zij n u itgangspu nt.

    • -

      Zorgvuldig ruimtegebruik (indien mogelijk inbreiding in plaats van uitbreiding)

    • -

      Bescherming luchtkwaliteit

  • 3.

    Versterking recreatie gaat niet ten koste van milieukwaliteiten (bijv. geluid, natuur, afval)

  • 4.

    Bellingwedde profileert zich als een fietsgemeente

  • 5.

    Minimaal behouden huidige peil van openbaar vervoer (rekening houdend met de beperkte invloed van de gemeente)

  • 6.

    Stapsgewijs verhogen van het ambitieniveau van duurzaam bouwen met name gericht op woningbouw en bedrijventerreinen

  • 7.

    Op termijn oplossen van historisch gegroeide knelpunten in woonkernen (woonfuncties in de nabijheid van bedrijven met relevante geluidsbelasting)

  • 8.

    Vergroten betrokkenheid van burgers, bedrijven en andere doelgroepen bij de ruimtelijke planvorming, en de milieuaspecten daarvan

  • 9.

    Voorkomen van ernstige gevallen van lichthinder. Zie ook hoofdstuk 8 Licht

Acties en projecten

1. Milieukwaliteits- en duurzaamheidscriteria zijn integraal onderdeel, met hoge prioriteit, van ruimtelijke plannen

  • -

    Structureren toepassen milieukwaliteits- en duurzaamheidscriteria bij ruimtelijke plannen

  • -

    Toepassen afstandscriteria veiligheid, geluid en lucht

  • -

    Toepassen Besluit luchtkwaliteit

  • -

    Bij ruimtelijke plan nen voor woningbouw rondom veehouderijbed rijven toepassen van afstandscriteria voor stank (bijvoorbeeld met behulp van stankcirkels)

  • -

    Toepassen van de wetgeving voor bijvoorbeeld de Vogel- en Habitatrichtlijngebieden

  • -

    Uitvoeren van een watertoets en opnemen van een waterparagraaf in bestemmingsplannen

  • -

    Toepassen vastgesteld beleid voor duurzaam bouwen, met name gericht op woningbouw en bedrijventerreinen

  • -

    Toepassen van doelstellingen energie

  • -

    Nieuwe bestemmingen in voormalige agrarische bebouwing worden vooraf getoetst aan milieucriteria

  • -

    Vastleggen van afspraken over toepassen criteria in vroeg stadium van de ruimtelijke planvorming (bijv. in procedure, opstellen checklist)

  • -

    Indien verplicht wordt een Milieueffectrapportage (MER) of een Strategische milieubeoordeling (SMB) uitgevoerd

  • -

    Verbeteren beschikbaarheid milieu-informatie, ondermeer in de vorm van (digitaal) kaartmateriaal en/of GISsysteem; op term ijn kan deze informatie uitgroeien tot een Milieuatlas; deze informatie moet ook beschikbaar komen voor klanten van de gemeente

2. Versterking recreatie gaat niet ten koste gaan van milieukwaliteiten (bijv. geluid, natuur, afval)

  • -

    Zie hoofdstuk 4, Groen

3. Bellingwedde profileert zich als een fietsgemeente

Opstellen en uitvoering gemeentelijk fietsplan

  • -

    Optimaliseren van het onderhoud van het fietspadennet

  • -

    Het bevorderen van het recreatief fietsen

  • -

    Het verbeteren cq. uitbreiden van fietsvoorzieningen.

  • -

    Voorlichting geven over geplande en uitgevoerde verbeteringen

  • -

    In nieuwe bestemmingsplannen voor woon- en werkgebieden is goede bereikbaarheid per fiets een hard criterium

4. Behouden huidige peil openbaar vervoer

In overleg met betrokkenen (provincie, openbaar vervoerorganisaties, etc.) pleiten voor het behouden van het huidige peil van openbaar vervoer (rekening houdend met de beperkte invloed van de gemeente)

5. Stapsgewijs verhogen van het ambitieniveau van duurzaam bouwen

  • -

    Afsluiten Dubo-overeenkomsten met projectontwikkelaarsen/aannemers

  • -

    Meer voorlichting over duurzaam bouwen

  • -

    Uitbreiden subsidiemogelijkheden (bijv. zonneboilers)

  • -

    Gebruik duurzaam (FSC) hout stimuleren door voorlichting

6. Op termijn oplossen historisch gegroeide knelpunten in woonkernen

Voortzetten verplaatsingsbeleid h storisch gegroeide knelpunten in woonkernen (woonfuncties in de nabijheid van bedrijven met relevante geluidsbelasting)

7. Nieuwe bestemmingen in voormalige agrarische bebouwing worden vooraf getoetst op milieucriteria (zie actie 1)

  • -

    Vooraf vindt toets plaats, mede in het kader van de eventueel benodigde milieu- en bouwvergunning of melding.

  • -

    Daarnaast zijn of worden in het bestemmingsplan toetsingscriteria opgenomen.

8. Vergroten betrokkenheid van burgers, bedrijven en andere doelgroepen bij de ruimtelijke planvorming, en de milieuaspecten daarvan

  • -

    Vooraf voorlichting aan/overleg met betrokkenen over gevolgen van ruimtelijke plannen

  • -

    Gemeente geeft duidelijke voorlichting over mogelijkheden/onmogelijkheden voor betrokkenen

  • -

    Meer gebruik maken van kennis en initiatieven van betrokkenen (bedrijven, natuurorganisaties, etc.)

  • -

    Opstellen en uitvoeren plan van aanpak voorlichting duurzaam bouwen

9. Voorkomen van ernstige gevallen van lichthinder

Zie ook hoofdstuk 8 Licht.

  • -

    Bij het toepassen van de Flora- en Faunawet is lichthinder één van de aspecten die behandeld worden

  • -

    Beleid ontwikkelen, gericht op beperking van het gebruik en energieverbruik van kunstlicht

  • -

    Toepassing kunstlicht onderdeel maken van de gemeentelijke interne milieuzorg (openbare verlichting)

  • -

    Sportvelden, tennisbanen, etc: voorschrijven nadere eisen (indien zij onder een Besluit vallen).

13 VERGUNNINGVERLENING EN HANDHAVING

Huidige situatie

Geconcludeerd wordt dat de kwaliteit van de uitvoering van vergunningverlening en handhaving momenteel adequaat is. Wel ontbreken in het kader van de vergunningverlening beleidskaders, waardoor veelal sprake is van ad hoc beslissingen. De afstemming met de andere beleidsvelden, met name ruimtelijke ordening, is de laatste jaren al sterk verbeterd, maar blijft aandachtspunt. Andere aandachtspunten zijn:

  • -

    De handhaving in het buitengebied vindt slechts op ad hoc basis plaats.

  • -

    De te lage effectiviteit van het juridische traject; met name bij

eenmalige overtredingen (bijv. illegaal afvalbranden of afval storten) is de handhaving niet daadkrachtig genoeg. Voor de handhaving is in 2003 en 2004 een verbeterproject uitgevoerd. Vanaf 1 januari 2005 voldoet de gemeente aan de (wettelijk verplichte) landelij ke kwaliteitscriteria.

Eén van de belangrijke verbeterpunten is dat de handhaving zich meer richt op daadwerkelijke risico’s en bedrijven met een slecht naleefgedrag. Daarnaast zijn specifieke handhavingsdoelen vastgesteld, gekoppeld aan een concreet uitvoeringsprogramma.

Andere verbeterpunten zijn:

  • -

    Een duidelijke, consequente aanpak van overtredingen

  • -

    Verbetering van de organisatie (duidelijke taakverdeling, vastleggen afspraken, werken volgens vaste protocollen en procedures)

  • -

    Verbetering samenwerking (zowel in- als extern)

  • -

    Vastleggen financiële middelen voor de handhaving

Omgevingsvergunning

Het ministerie van VROM is in 2003 gestart met het moderniseren van de regelgeving op het gebied van wonen, ruimte en milieu. In dit kader zal waarschijnlijk vanaf 1 januari 2008 de omgevingsvergunning verleend dienen te worden. Ditbetreft één vergunning met één bevoegd gezag voor onder meer de milieuvergunning, bouwvergunning, kapvergunning, gebruiksvergunning, etc. De invoering van de omgevingsvergunning zal grote consequenties met zich mee brengen ten aanzien van zowel de inhoud (afstemmen van regels) als de organisatie (afstemmen van werkprocessen).

Ammoniakproblematiek

Ondanks alle maatregelen van de afgelopen jaren blijft de uitstoot van ammoniak door de veehouderij een belangrijk aandachtspunt. Dit kan met name problemen veroorzaken in de nabijheid van natuurgebieden. Naast de nadelige gevolgen voor de natuur levert dit ook problemen op voor vestigings- en uitbreidingsmogelijkheden voor de veehouderij in de nabijheid van de natuurgebieden. De wet- en regelgeving hieromtrent blijft voortdurend in beweging. Een voorbeeld hiervan is het Besluit ammoniakemissie huisvesting veehouderij, op grond waarvan veehouderijbedrijven moeten beschikken over ‘groen label’ stallen.

Ambitie

Beleidskaders voor vergunningverlening en handhaving

Door de vergunningverlening en handhaving uit te voeren volgens vaste beleidskaders zal de kwaliteit op adequaat niveau worden gehouden. Hierdoor wordt voorkomen dat op ad hoc basis wordt gewerkt. Beleidskaders worden opgesteld op basis van bijvoorbeeld veranderende wet- en regelgeving. Ten aanzien van de ammoniakproblematiek is toepassing van de wet- en regelgeving uitgangspunt voor de gemeente, maar ook overleg met de brancheorganisaties over de wijze waarop dit gebeurt.

Doelen

  • 1.

    Alle bedrijven blijven beschikken over een actuele en adequate milieuvergunning of melding

  • 2.

    De handhaving voldoet aan de (verplichte) landelijke kwaliteitscriteria:

    • -

      verbetering naleefgedrag (speciale aandacht voor het buitengebied)

    • -

      handhaving meer gericht op daadwerkelijke risico’s

    • -

      eenduidige aanpak overtredingen

    • -

      geen achterstanden in de handhaving

  • 3.

    Verbetering van efficiency en effectiviteit door betere samenwerking en afstemming tussen de betrokkenen (intern/extern)

  • 4.

    Bedrijven en burgers zijn geïnformeerd over de wet- en regelgeving die voor hen van toepassing is, en de wijze van aanpak door de gemeente

  • 5.

    Klachten en meldingen worden structureel op adequate wijze afgehandeld

    • -

      De gemeente is hiervoor voldoende bereikbaar voor burgers en bedrijven

  • 6.

    Stimuleren duurzaam ondernemen

  • 7.

    Voorkomen van significante toename van luchtverontreiniging (incl. stank) als gevolg van veehouderij bedrijven

Acties en projecten

1. Alle bedrijven beschikken over een actuele en adequate milieuvergunning of melding

  • -

    Actueel houden planning programma vergunningverlening en handhaving, incl. inrichtingenbestand

  • -

    Opstellen beleidskaders voor vergunningverlening, bijv. over energie, afval (verruimde reikwijdte Wet milieubeheer), en voor toepassing nadere eisen (bijv. geluid, lichthinder)

  • -

    Actualisatie vergunningen en meldingen minimaal 1 x per 10 jaar (of eerder als dit blijkt uit controle of melding)

  • -

    Voorbereiding omgevingsvergunning

2. De handhaving voldoet aan de (verplichte) landelijke kwaliteitscriteria

Uitvoering handhaving volgens kwaliteitscriteria

  • -

    Uitvoering van het handhavingsprogramma (jaarlijks actualisatie)

  • -

    Toepassen van protocollen

  • -

    Monitoring van de resultaten van de handhaving

  • -

    Verbetering van de effectiviteit van het juridische traject (dwangsom, bestuursdwang, proces verbaal) Specifieke aandachtspunten zijn:

  • -

    Intensivering van de handhaving in het buitengebied (bijvoorbeeld houtsingels)

  • -

    Intensivering toezicht en handhaving t.a.v. zwerfvuil en illegale stort

  • -

    Intensivering toezicht op lozingen afvalwater, in samenwerking met het waterschap (bevoegd gezag)

  • -

    Steekproefsgewijs zwerfafvalcontroles

3. Verbetering samenwerking en afstemming in de gemeentelijke organisatie betreffende. vergunningverlening en handhaving door:

  • -

    Intensivering van de samenwerking tussen milieu, bouwtoezicht, ruimtelijke ordening en brandweer:

  • -

    Verbetering van informatiestromen,

  • -

    Gezamenlijke aanpak van probleemgevallen

  • -

    Indien effectief/efficiënt: integrale/gezamenlijke controlebezoeken

  • -

    Optimaliseren van overlegstructuren (o.a. structureel lokaal handhavingsoverleg)

  • -

    Vroegtijdig meenemen van milieucriteria in ruimtelijke plannen

4 Structureren voorlichting t.a.v. vergunningverlening en handhaving:

  • -

    Jaarlijkse voorlichting over resultaten afgelopen jaar, en voornemens voor het nieuwe jaar

  • -

    Vooraf voorlichting over specifieke acties met daarbij de aanpak van geconstateerde overtredingen (bijv. handhavingsactie illegale mestopslag)

  • -

    Gerichte Voorlichting tijdens de controlebezoeken en tijdens overleg t. b.v. vergunningverlening

  • -

    Gerichte voorlichting bij belangrijke wijzigingen van weten regelgeving

5. Klachten en meldingen worden structureel op adequate wijze afgehandeld

  • -

    Behandeling klachten en meldingen volgens vaste procedure

  • -

    Bereikbaarheidsregeling voor burgers, bedrijven en andere betrokkenen

6. Stimuleren van duurzaam ondernemen

  • -

    Faciliteren van initiatieven rijk, provincie of specifieke branches of bedrijven

  • -

    Toekomstige bedrijven (op basis van bijvoorbeeld omvang en energiebehoefte) een gecombineerde duurzame energie- / energie-efficiency- en milieuscan aanbevelen.

  • -

    Onderzoek naar interesse marktpartijen(energiebedrijven) om op alternatieve wijze (bijvoorbeeld collectieve zonne-energie, duurzame openbare verlichting) invulling te geven aan de (onder de eerste actie genoemde) doelstelling

-Echter: rol gemeente is beperkt, geen verplichting

7. Voorkomen van significante toename van luchtverontreiniging (inclusief stankhinder) als gevolg van veehouderijbedrijven

Toepassing ammoniakwetgeving:

  • -

    Structureel voorlichting/overleg met brancheorganisaties over de wijze van toepassing en het oplossen van eventuele knelpunten

  • -

    Op peil houden kennisniveau over nieuwste wet- en regelgeving

14 GEMEENTELIJKE INTERNE MILIEUZORG

Huidige situatie

De gemeente veroorzaakt bij haar activiteiten milieubelasting. Op het gemeentekantoor wordt bijvoorbeeld papier en energie gebruikt. Daarnaast is er de gemeentewerkplaats met diverse activiteiten, beheert de gemeente de eigen gebouwen en vinden er werkzaamheden plaats aan wegbermen, wegen en de overige openbare ruimte. De gemeente is wat dit betreft een bedrijf als alle andere bedrijven. Als overheid heeft de gemeente echter, gelet op het landelijk beleid, een voorbeeldfunctie bij het uitoefenen van haar bedrijf, zeker ook omdat ze aan bedrijven in milieuvergunningen voorschriften oplegt. De gemeente geeft geen actieve structurele invulling aan haar voorbeeldfunctie.

Een mogelijkheid om de milieubelasting te verminderen is de invoering van een systeem van gemeentelijke interne milieuzorg (GIM). Dit heeft als doel het systematisch beheersen en zo veel mogelijk verminderen van de milieu belasting.

Hoewel een bedrijfsintern milieuzorgsysteem niet wettelijk verplicht is, wordt vanuit het landelijk beleid wel van alle gemeenten verwacht dat zij in 2004 een dergelijk systeem hebben (op het niveau van ISO 14001). Dit is vastgelegd in het landelijk programma “Met preventie naar duurzaam ondernemen”. De gemeente Bellingwedde beschikt momenteel niet over een actueel GIM.

Ambitie

De gemeente wil op een actieve manier invulling geven aan haar voorbeeldfunctie, door jaarlijks een of twee specifieke projecten uit te voeren waarmee ze haar milieubelasting aantoonbaar terug dringt. De gemeente kiest daarbij voor een pragmatische aanpak.

Doelen

  • 1.

    Terugdringen van de gemeentelijke milieubelasting door jaarlijks concrete projecten uit te voeren met aantoonbare milieuwinst

  • 2.

    Als gemeente voldoen aan de milieuwet- en -regelgeving

Acties en projecten

1. Terugdringen van de gemeentelijke milieubelasting

De gemeente kiest per jaar twee milieuzorgacties waardoor ze de milieubelasting aantoonbaar terugdringt. Voorbeelden van onderwerpen zijn:

  • -

    Duurzame inkoop (inkoop kantoormaterialen, inkoop groene stroom)

  • -

    Energie & water (energiebesparing gemeentelijke gebouwen)

  • -

    Afval en papier

De uitvoering van milieuzorgactiviteiten gebeurt op basis van jaarlijks vast te stellen werkprogramma’s.

2. Als gemeente voldoen aan de milieuwet- en -regelgeving

Uitgangspunt is dat alle gemeentelijke activiteiten voldoen aan de milieuwet- en -regelgeving. Dit betreft bijvoorbeeld de activiteiten in het gemeentelijke kantoor en de werkplaats en onderhoud van de openbare ruimte (wegen, openbaar groen, riolering).

Alle gemeentelijke in richtingen worden structu reel bezocht, op basis van dezelfde systematiek als de andere bedrijven in de gemeente, om te controleren of ze voldoen aan de actuele wet- en regelgeving en of de benodigde vergunningen actueel zijn. Hiervan zal jaarlijks specifiek verslag gedaan worden.

15 MILIEUBEWUST GEDRAG

Huidige situatie

Bij de realisatie van het gemeentelijk milieubeleid kan de gemeente niet zonder de burgers. Voorbeelden daarvan zijn energiebesparing, zwerfvuil en het voorkomen van hinder. De gemeente zal hierover moeten communiceren en draagvlak voor haar milieubeleid moeten verwerven. Burgers hebben daarbij ook hun eigen verantwoordelijkheid. Hiervoor is het van belang om bewoners te betrekken bij de directe leefomgeving. Uit de in het verleden gehouden dorpsscans met leefbaarheidgroepen blijkt dat de bewoners redelijk tevreden zijn over de leefbaarheid in hun eigen wijk.

Door de gemeente worden jaarlijks enkele milieuacties georganiseerd om milieubewust gedrag te bevorderen. Er is een Steunpunt Natuur- en Milieueducatie voor het basisonderwijs.

Ambitie

Stimuleren van het milieubewust gedrag

Milieubewust gedrag van zowel burgers als bedrijven is essentieel om de gemeente leefbaar te houden en om de doelstellingen van dit milieubeleidsplan te behalen. Voorlichting en educatie zijn hierbij onmisbaar. Door meer doelgericht te communiceren en de betrokkenheid van burgers en bedrijven te verhogen zal de gemeente meer draagvlak krijgen voor haar milieubeleid.

Daarnaast zal milieubewust gedrag bereikt worden door zowel burgers als bedrijven nog meer aan te spreken op milieuovertredingen.

Doelen

  • 1.

    Vergroten van milieubewustzijn en het creëren van draagvlak voor het milieubeleid door intensivering van milieucommunicatie en het uitvoeren van concrete milieuprojecten.

  • 2.

    Vergroten betrokkenheid burgers en bedrijven bij het behoud van de milieukwaliteit in de dorpen en het buitengebied.

  • 3.

    Vergroten milieubewust gedrag door duidelijker aanpak milieuovertredingen (en zelf het goede voorbeeld te geven)

Acties en projecten

1. Vergroten milieubewustzijn en het creëren van draagvlak voor het milieubeleid door intensivering van milieucommunicatie en het uitvoeren van concrete milieuprojecten

  • -

    De gemeente geeft op structurele basis voorlichting in de lokale media.

  • -

    Met betrekking tot enkele onderwerpen wordt specifieke voorlichting gegeven (bijv. Afval, resultaten handhaving, veiligheid en lichtvervuiling)

  • -

    Bij ingrijpende wijzigingen van wet- en regelgeving organiseert de gemeente voorlichtingsbijeenkomsten

  • -

    Uitdrukkelijk wordt gewezen op de eigen verantwoordelijkheid van burgers en bedrijven

2. Vergroten betrokkenheid burgers en bedrijven bij het behoud van de milieukwaliteit in de wijken, maar ook in het buitengebied

  • -

    Structureel organiseren van wijk- en dorpgerichte educatieve milieuacties, etc.

  • -

    Gezamenlijk met scholen, natuur- en milieuorgan isaties, Staatsbosbeheer, Natuurmonumenten en inwoners

  • -

    De gemeente heeft faciliterende rol

  • -

    Milieu krijgt herkenbare plek in het overleg met vertegenwoordigers van wijk- en dorpsorganisaties en het overleg met scholen

  • -

    Burgers en bedrijven worden betrokken bij ruimtelijke plannen, plannen over beheer en onderhoud van de openbare ruimte, etc.

  • -

    Onderzoek naar mogelijkheden om samen met agrariërs en andere betrokkenen projecten voor

16 INSTRUMENTEN EN ORGANISATIE

Om dit milieubeleidsplan te kunnen realiseren, is het noodzakelijk inzicht te hebben in:

  • -

    De instrumenten die Bellingwedde gaat inzetten,

  • -

    De wijze waarop de milieutaken worden georganiseerd en

  • -

    De wijze waarop financiering plaats vindt.

Overzicht instrumenten

De instrumenten die de gemeente gaat inzetten zijn afhankelijk van de rol die de gemeente vervult, te weten:

»De gemeente als bevoegd gezag.

De gemeente is bevoegd gezag voor bijvoorbeeld een groot deel van de vergunningverlening en handhaving van de Wet milieubeheer, en het opstellen en handhaven van bestemmingsplannen. Instrumenten daarbij zijn de wet- en regelgeving, maar ook voorlichting en communicatie.

»De gemeente als initiatiefnemer of facilitator

De gemeente is een belangrijke initiatiefnemer als het gaat om bijvoorbeeld ruimtelijke ontwikkeling van de gemeente, en de wijze waarop milieu daarin een plek heeft.

Instrumenten daarbij zijn met name de plannen die de gemeente maakt, en de daarbij behorende voorlichting en communicatie. Afhankelijk van het plan levert de gemeente ook een financiële bijdrage om het plan te realiseren.

»De gemeente als eigenaar, beheerder of opdrachtgever Dit betreft bijvoorbeeld de gemeentelijke gebouwen, het beheer van de openbare ruimte, afvalinzameling, verkoop van grond, reconstructie van wegen en de aanleg van civiele werken. Ook hier zijn financiën en voorlichting/communicatie belangrijke instrumenten, maar ook het treffen van bepaalde voorzieningen

Een voorbeeld hiervan is het ter beschikking stellen van materiaal voor het uitvoeren van een zwerfvuilactie, of het realiseren van verkeersdrempels om er voor te zorgen dat in de wijken niet harder dan 30 km per uur wordt gereden.

»De gemeente als dienstverlener.

De gemeente Bellingwedde vindt haar rol als dienstverlener belangrijk. Het vergroten van de klantgerichtheid is een van de speerpunten van de gemeentelijke organisatie.

Samenwerking

De gemeente kan het milieubeleidsplan niet alleen uitvoeren, maar is hierbij ook afhankelijk van andere partijen. Denk hierbij aan de Streekraad, omliggende gemeenten, andere overheden, nutsbedrijven e.d. Samenwerking met anderen wordt hierbij gezien als instrument.

Verbetering informatiestromen

Verder is het verbeteren van de interne informatiestromen van belang. Hierbij gaat het niet alleen om de inhoud, maar ook om de snelheid en de vorm (is de informatie begrijpelijk voor de ontvanger). Het verbeteren van de informatiestromen is een actie die bij verschillende milieuthema’s is opgenomen, en zal daarmee de komende jaren zijn beslag krijgen.

Organisatie

Al sinds enige jaren beschouwt Bellingwedde milieu niet meer als een specifiek beleidsveld, maar als een integraal onderdeel van het totale takenpakket van de gemeente. De uitvoering van het milieubeleid is dan ook een verantwoordelijkheid van het gehele college van burgemeester en wethouders, waarbij vanzelfsprekend de portefeuillehouder milieu aanspreekpunt is. Op ambtelijk niveau ligt de verantwoordelijkheid bij het managementteam. De uitvoering ligt voornamelijk bij de afdeling Ruimtelijke Zaken.

Het afdelingshoofd moet zorg dragen voor de acties en projecten waarvoor hij of zij verantwoordelijk is. Het bureau milieuzaken vervult daarbij een coördinerende rol, en is verantwoordelijk voor de vertaling van het meerjarenprogramma naar een jaarprogramma, de voortgangsbewaking van de uitvoering van het beleid (in hetjaarverslag) en nieuwe (milieu)beleidsontwikkeling.

Afb 3

Meerjarenprogramma, jaarprogramma en begroting

Het milieubeleidsplan staat niet op zichzelf (zie schema). Het milieubeleidsplan wordt vertaald naar een meerjarenuitvoeringsprogramma, waarin de acties en projecten zijn gekoppeld aan:

  • -

    De benodigde middelen (geld en tijd),

  • -

    Een planning (welkjaar) en

  • -

    De verantwoordelijke afdeling.

Op basis hiervan stelt de gemeente jaarlijks een jaarprogramma vast met de voor dat jaar beschikbare formatie en financiële middelen. Het vaststellen van hetjaarprogramma wordt structureel gekoppeld aan het vaststellen van de begroting. Hiermee vormt het jaarprogramma een toetsingskader voor de interne taakuitvoering en voor externe verantwoording.

Jaarverslag en monitoring

Verantwoording van het gevoerde beleid vindt plaats in een milieujaarverslag. Dit verslag geeft de organ isatie, het bestuur en externen (onder andere de VROM-inspectie, provincie Groningen, burgers) inzicht in de uitgevoerde activiteiten. Om de prestaties bij de uitvoering van het milieubeleidsplan op systematische wijze te meten, is het noodzakelijk te monitoren. In dit milieubeleidsplan wordt onder monitoring uitsluitend verstaan het periodiek meten, bijhouden en volgen van de voortgang van de uitvoering van het milieubeleidsplan. Dit heeft tot doel om de voorgenomen prestaties inzichtelijk te maken en te kunnen toetsen. Monitoring is een instrument voor het periodiek aanleveren van informatie. Op basis van die informatie kan de gemeente, indien nodig, bijsturen. Op dit moment heeft het milieujaarverslag een monitoringsfunctie. Hierbij meet de gemeente echter op een beperkt aantal indicatoren.

Na vaststelling van dit milieubeleidsplan zal het milieujaarverslag worden afgestemd op de in het milieubeleidsplan gestelde ambities en doelen.

Financiën

De uitvoering van het Milieubeleidsplan is, evenals die van andere gemeentelijke beleidsplannen, uiteraard afhankelijk van de beschikbare middelen binnen de gemeente en bij eventuele partners. In het uitvoeringsprogramma geeft de gemeente jaarlijks zowel de kosten als de dekking aan van de uit te voeren werkzaamheden. Het meerjarenprogramma geeft een meer globaal beeld over een langere periode. In hetjaarprogramma zal de gemeente telkens opnieuw afwegen aan welke activiteiten tijd en geld moet worden besteed. Naast het bedrag dat in de begroting is opgenomen voor de uitvoering van milieutaken zitten er verspreid in de begroting milieugerelateerde budgetten, bijvoorbeeld bij afvalbeheer.

Uitvoering van het plan zal niet alleen worden gefinancierd vanuit de gemeentebegroting. In toenemende mate zal worden gezocht naar andere financieringsbronnen en zullen doelstellingen moeten worden gerealiseerd binnen projectbegrotingen. Ook nu al worden bestaande doelstellingen gerealiseerd met gelden uit de markt.

Voorbeelden hiervan zijn het saneren van bodemverontreinigingen. Voor het realiseren van bepaalde milieudoelstellingen zijn ook subsidies beschikbaar (bijvoorbeeld het Investeringsbudget Stedelijke Vernieuwing (ISV).

BIJLAGEN

Bijlage 1

Structuurplan Bellingwedde

Visie op de gemeenteHet rode patroon

Rode patroon

Bijlage 2

Structuurplan Bellingwedde

Visie op de gemeente

Afb 5

BIJLAGE 3 Literatuur

  • 1.

    Structuurvisie (plan) Bellingwedde

  • 2.

    NMP4

  • 3.

    Provinciaal omgevingsplan Groningen

  • 4.

    Provinciaal omgevingsplan II Groningen

  • 5.

    Vogel- en Habitatrichtlijn

  • 6.

    Flora- en faunawet

  • 7.

    Europese kaderrichtlijn Water

  • 8.

    Startnotitie Recreatie en toerisme, “Kiezen voor kansen en sterkte”

  • 9.

    Intergemeentelijk Bodembeleidsplan Oost-Groningen

  • 10.

    Spoorboekje, implementatie Bodembeleidsplan

  • 11.

    Bodembeheersplan

  • 12.

    Bodemkwaliteitskaart gemeentelijke wegbermen

  • 13.

    Stuurgroep Agenda voor de Veenkoloniën, stuurgroep regioprogramma Oost. Landschapsontwikkelingsplan Veenkoloniën, Oldambt en Westerwolde 2005.

  • 14.

    Landbouwstructuuronderzoek Groningen (DLG Groningen)

  • 15.

    Bestemmingsplannen gemeente Bellingwedde