Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Gemeente Veghel

Verordening op de heffing en invordering van begraafplaatsrechten 2013

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OverheidsorganisatieGemeente Veghel
Officiële naam regelingVerordening op de heffing en invordering van begraafplaatsrechten 2013
CiteertitelVerordening begraafplaatsrechten 2013
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpfinanciën en economie
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Gemeentewet, art. 229, lid 1, aanhef, onderdelen a en b

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerking-

treding

Terugwerkende

kracht tot en met

Datum uitwerking-

treding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

21-12-201203-01-2014Nieuwe regeling

04-10-2012

Stadskrant Veghel, 19-12-2012

24881

Tekst van de regeling

Intitulé

Verordening op de heffing en invordering van begraafplaatsrechten 2013

De raad van de gemeente Veghel;

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 28 augustus 2012.

gelet op artikel 229, eerste lid, aanhef en de onderdelen a en b van de Gemeentewet;

b e s l u i t :

vast te stellen de "Verordening op de heffing en invordering van begraafplaatsrechten 2013" (Verordening begraafplaatsrechten 2013).

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

  • In deze verordening wordt verstaan onder:

  • a. begraafplaats:

  • - de begraafplaats aan de Ottenstraat te Erp;

  • - de begraafplaats Zuidergaard in Veghel;

  • - de begraafplaats Kloostertuin in Zijtaart.

  • b. particulier graf: een graf waarvoor aan een natuurlijk persoon of rechtspersoon het uitsluitend recht is verleend tot:

  • - het begraven en begraven houden van lijken;

  • - het bijzetten en bijgezet houden van asbussen met of zonder urn of erin verstrooien van as.

  • c. particulier kindergraf: een graf, waarvoor aan een natuurlijk persoon of rechtspersoon het uitsluitend recht is verleend tot:

  • - het begraven en begraven houden van lijken van levenloos geboren kinderen, alsmede van kinderen tot 12 jaar;

  • - het bijzetten en bijgezet houden van asbussen met of zonder urn of het erin doen verstrooien van as van levenloos geboren kinderen, alsmede van kinderen tot 12 jaar;

  • d.particulier urnengraf: een graf waarvoor aan een natuurlijk persoon of rechtspersoon het uitsluitend recht is verleend tot het bijzetten en bijgezet houden van asbussen met of zonder urn of het erin verstrooien van as;

  • e. particuliere urnennis: een nis waarvoor aan een natuurlijk persoon of rechtspersoon het uitsluitend recht is verleend tot het daarin bijzetten en bijgezet houden van asbussen met of zonder urn, bevattende de as van overledenen;

  • f.gedenkplaats: een plaats ingericht om overledenen te gedenken;

  • g. algemeen graf: een graf bij de gemeente in beheer waarin aan eenieder de gelegenheid wordt geboden tot het begraven van lijken;

  • h. asbus: een bus ter berging van de as van een overledene;

  • i.urn: een voorwerp ter berging van één of meerdere asbussen;

  • j.verstrooiingsveld: een permanent daartoe bestemde plaats op de begraafplaats waarop as wordt verstrooid;

  • k. grafbedekking: gedenkteken en/of grafbeplanting op een graf;

  • l. gedenkteken: nagelvast verbonden voorwerp op het graf voor het aanbrengen van opschriften en/of figuren;

  • m.grafbeplanting: alle beplanting welke door de rechthebbende en/of de gemeente op een graf wordt aangebracht en die door zijn aard en omvang geschikt is om op een graf te worden aangebracht;

  • n.los voorwerp: een niet nagelvast aan het grafoppervlak verbonden voorwerp ter decoratie van het graf en/of ter nagedachtenis aan de overledene;

  • o.duurzame materialen: vaste, niet buigzame materialen van natuursteen, glas, hout, keramiek, kunststof en metaal welke van nature of middels een daartoe speciale behandeling weerbestendig zijn, niet breukgevoelig en welke bestaan uit één geheel en waarvan de praktische toepasbaarheid zoals opnemen, verplaatsen en dergelijke gewaarborgd is;

  • p. beheerder: de ambtenaar die belast is met de dagelijkse leiding van de gemeentelijke begraafplaatsen of degene die hem vervangt;

  • q.college: het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Veghel, ieder voor zover verantwoordelijk;

  • r. rechthebbende: de natuurlijke persoon of een rechtspersoon, die het uitsluitend recht heeft verkregen tot het begraven of het bijzetten in een particulier graf of het verstrooien van as in een particulier graf;

  • s.de gebruiker: de natuurlijke persoon of een rechtspersoon aan wie het gebruik van een ruimte in een algemeen graf is verleend;

  • t. eigenaar: de natuurlijke persoon of een rechtspersoon die de grafbedekking op een graf in eigendom heeft;

  • u.grafakte: het document waarin overeenkomstig de bepalingen van deze verordening door of namens het college een grafrecht wordt verleend, bestemd voor alle (inclusief algemene graven) graven;

  • v.grafrecht: het uitsluitend recht op het begraven en begraven houden in een particulier graf of particulier kindergraf dan wel het uitsluitend recht tot het bijzetten en bijgezet houden in een particulier urnengraf of particuliere urnennis dan wel het recht om as te verstrooien in een particulier graf.

  • w.gebruik: het gebruik van een algemeen graf.

  • x.buitengewone uren: de uren die buiten het tijdvak vallen zoals vastgesteld in artikel 7, lid 1 onder a. van de Beheerverordening gemeentelijke begraafplaatsen gemeente Veghel 2012.

Artikel 2 Belastbaar feit

Onder de naam "begrafenisrechten" worden rechten geheven voor het gebruik van de algemene begraafplaatsen en voor het door de gemeente verlenen van diensten in verband met de begraafplaatsen.

Artikel 3 Belastingplicht

De rechten worden geheven van degene op wiens aanvraag dan wel ten behoeve van wie de dienst wordt verricht of van degene die van de bezittingen, werken of inrichtingen gebruik maakt.

Artikel 4 Maatstaf van heffing en tarieven

  • 1. De rechten worden geheven naar de maatstaven en tarieven, zoals opgenomen in de bij deze verordening behorende tarieventabel.

  • 2. Voor de berekening van de rechten wordt een gedeelte van een in de tarieventabel genoemde eenheid als een volle eenheid aangemerkt.

Artikel 5 Belastingjaar

  • 1. Met betrekking tot de rechten die per jaar worden geheven is het belastingjaar gelijk aan het kalenderjaar.

  • 2. Met betrekking tot de rechten genoemd in hoofdstuk 3 van de tarieventabel is het belastingtijdvak gelijk aan de periode waarvoor wordt afgekocht.

Artikel 6 Wijze van heffing

  • 1. De onderhoudsrechten, bedoeld in hoofdstuk 3 van de tarieventabel, worden geheven bij wege van aanslag.

  • 2. Andere rechten als die bedoeld in hoofdstuk 3 van de tarieventabel worden geheven door middel van een gedagtekende kennisgeving waarop het gevorderde bedrag is vermeld.

Artikel 7 Ontstaan van de belastingschuld en heffing naar tijdsgelang

  • 1. De onderhoudsrechten als bedoeld in hoofdstuk 3 van de tarieventabel zijn verschuldigd bij de aanvang van het belastingtijdvak of, zo dit later is, bij de aanvang van de belastingplicht.

  • 2. Indien de belastingplicht in de loop van het belastingtijdvak aanvangt zijn de rechten bedoeld in 3.1.1 t/m 3.1.4 van de tarieventabel verschuldigd voor zoveel twaalfde gedeelten van de voor dat jaar verschuldigde rechten als er in dat jaar, na de aanvang van de belastingplicht, nog volle kalendermaanden overblijven.

  • 3. Indien de belastingplicht in de loop van het belastingtijdvak eindigt, bestaat aanspraak op ontheffing voor de rechten bedoeld in 3.1.1 t/m 3.1.4 van de tarieventabel voor zoveel twaalfde gedeelten van de voor dat jaar verschuldigde rechten als er in dat jaar, na het einde van de belastingplicht nog volle kalendermaanden overblijven.

Artikel 8 Ontstaan van de belastingschuld voor de overige rechten

Andere rechten dan die bedoeld in hoofdstuk 3 van de tarieventabel zijn verschuldigd bij de aanvang van de dienstverlening of bij de aanvang van het gebruik van de bezittingen, werken of inrichtingen.

Artikel 9 Termijnen van betaling

  • 1. De rechten bedoeld in de tarieventabel moeten worden betaald binnen een maand na de dagtekening van het aanslagbiljet, de kennisgeving, nota of andere schriftuur.

  • 2. De Algemene termijnenwet is niet van toepassing op de in het eerste lid gestelde termijnen.

Artikel 10 Kwijtschelding

Bij de invordering van de begrafenisrechten wordt geen kwijtschelding verleend.

Artikel 11 Nadere regels door het college van burgemeester en wethouders

Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en de invordering van de begrafenisrechten.

Artikel 12 Inwerkingtreding en citeertitel

  • 1. De "Verordening begraafplaatsrechten 2012", vastgesteld 15 december 2011 wordt ingetrokken met ingang van de in het derde lid genoemde datum van ingang van de heffing met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.

  • 2. Deze verordening treedt in werking met ingang van de tweede dag na die van de bekendmaking.

  • 3. De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2013.

  • 4. Deze verordening wordt aangehaald als "Verordening begraafplaatsrechten 2013".

Ondertekening

Aldus besloten in zijn openbare vergadering van 4 oktober 2012.

De raad voornoemd

De griffier,

Dr. W.J. Oosten

De voorzitter,

Mr. I.R. Adema.