Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Gemeente Bellingwedde

Reglement van Orde van de Raadscommissie van de gemeenteraad van Bellingwedde 2013

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OverheidsorganisatieGemeente Bellingwedde
Officiële naam regelingReglement van Orde van de Raadscommissie van de gemeenteraad van Bellingwedde 2013
CiteertitelReglement van Orde van de Raadscommissie van de gemeenteraad van Bellingwedde 2013
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpbestuur en recht
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Artikel 82 Gemeentewet

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerking-

treding

Terugwerkende

kracht tot en met

Datum uitwerking-

treding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

21-12-2012Nieuwe regeling

20-12-2012

Streekblad 16 januari 2013

Reglement van Orde van de Raadscommissie van de gemeenteraad van Bellingwedde 2013

Tekst van de regeling

Reglement van Orde van de Raadscommissie van de gemeenteraad van Bellingwedde 2013:

Nr. 13/17-2

Hoofdstuk 1 Instelling, taken en samenstelling

Artikel 1 Instelling en taak raadscommissies

  • 1.

    De raad stelt de raadscommissie in.

  • 2.

    De raadscommissie (verder: de commissie) vergadert ter voorbereiding van een besluitvormende vergadering van de raad. Buiten het kader van de voorbereiding van een besluitvormende vergadering vergadert de commissie over onderwerpen die de raad aangaan wanneer daartoe aanleiding bestaat. Daarnaast brengt de commissie eigener beweging advies uit aan de raad.

  • 3.

    De commissie voert overleg met het college of de burgemeester over door het college of de burgemeester verstrekte inlichtingen en het gevoerde bestuur.

  • 4.

    Voorzitter: voorzitter van de raadscommissie dan wel diens plaatsvervanger.

Artikel 2 Samenstelling

  • 1.

    Per fractie mag het aantal personen dat aan de beraadslaging van de commissie deelneemt niet meer bedragen dan het aantal gekozen raadsleden.

  • 2.

    De in het eerste lid genoemde leden worden door de raad op voordracht van de fracties benoemd.

  • 3.

    Een commissielid kan zowel raadslid als niet-raadslid zijn, mits het niet-raadslid op de geldende kieslijst van de in de raad vertegenwoordigde politieke partijen, stromingen of geledingen staat. De artikelen 10, 11, 12, 13 en 15 van de Gemeentewet zijn van overeenkomstige toepassing op het niet-raadslid.

  • 4.

    De raad benoemt op voordracht van een fractie voor iedere raadscommissie tenminste een plaatsvervangend lid per fractie, die zitting in een raadscommissie heeft bij verhindering of ontstentenis van een lid als bedoeld in het eerste lid. Het plaatsvervangend lid voldoet aan de in het derde lid, genoemde vereisten.

Artikel 3 Voorzitter

  • 1.

    De voorzitter en zijn plaatsvervanger worden door de raad uit zijn midden benoemd.

  • 2.

    De voorzitter is geen lid van de raadscommissie.

  • 3.

    De voorzitter is belast met:

    • a.

      het leiden van de vergadering;

    • b.

      het handhaven van de orde;

    • c.

      het doen naleven van deze verordening;

    • d.

      hetgeen deze verordening hem verder opdraagt.

Artikel 4 Zittingsduur en vacatures

  • 1.

    De zittingsperiode van een lid, de voorzitter en hun plaatsvervangers eindigt in ieder geval aan het einde van de zittingsperiode van de raad.

  • 2.

    Een lid en zijn plaatsvervanger houden op lid to zijn van een raadscommissie indien zij niet meer voldoen aan de in artikel 2, derde lid, gestelde eisen.

  • 3.

    De raad kan een lid ontslaan op voorstel van de fractie op wiens voordracht het lid is benoemd.

  • 4.

    De raad kan de voorzitter of zijn plaatsvervanger ontslaan.

  • 5.

    Een lid, de voorzitter en hun plaatsvervangers kunnen to alien tijde ontslag nemen. Zij doen daarvan schriftelijk mededeling aan de raad. Het ontslag gaat een maand na de schriftelijke mededeling in of zoveel eerder als hun opvolger is benoemd.

  • 6.

    Indien door overlijden of ontslag een vacature ontstaat, beslist de raad zo spoedig mogelijk over de vervulling daarvan met inachtneming van artikel 2 en 3.

  • 7.

    Indien een fractie blijkens een schriftelijke verklaring aan de voorzitter van de raad niet langer vertegenwoordigd is in de raad, vervalt het lidmaatschap van het lid dat op voordracht van die fractie is benoemd, van rechtswege.

Artikel 5 Griffier

  • 1.

    De griffier ondersteunt de commissie en is daartoe in ieder vergadering aanwezig.

  • 2.

    Bij zijn verhindering of afwezigheid wordt de griffier vervangen via de secretaris.

  • 3.

    Degriffier kan, indien daartoe door de voorzitter van de commissie uitgenodigd deelnemen aan de beraadslagingen van de commissie.

Hoofdstuk 2 Aanwezigheid college, burgemeester en secretaris

Artikel 6 Aanwezigheid college, burgemeester en secretaris

De leden van het college en de secretaris ontvangen een doorlopende uitnodiging om in de vergadering aanwezig te zijn en indien daartoe uitgenodigd door de voorzitter deel te nemen aan de beraadslagingen in de commissie.

Hoofdstuk 3 Vergaderingen

Paragraaf 1 Tijdstip van vergaderen en voorbereiding

Artikel 7 Vergaderfrequentie
  • 1.

    In de regel vinden de vergaderingen van de raadscommissie eens per zes weken plaats op de donderdag drie weken voorafgaande aan de raad:

  • 2.

    De vergaderingen van de raadscommissies vangen aan om 19:30. uur tot 23:00 uur en vinden plaats .in het gemeentehuis.

  • 3.

    Een raadscommissie vergadert voorts indien de voorzitter het nodig oordeelt of indien tenminste twee fracties schriftelijk met opgaaf van redenen daarom verzoeken.

  • 4.

    De voorzitter kan in bijzondere gevallen een andere dag of aanvangsuur bepalen of een andere vergaderplaats aanwijzen. Hij voert hierover overleg met de griffier.

Artikel 8 Oproep

Met betrekking tot de oproep en de agenda zijn de artikelen 9 en 10 van het Reglement van Orde voor de vergaderingen en andere werkzaamheden van de raad overeenkomstig van toepassing, met uitzondering van het bepaalde in artikel 10 lid 4.

Artikel 9 De agenda
  • 1.

    In spoedeisende gevallen kan de voorzitter na het verzenden van de schriftelijke oproep tot uiterlijk 48 uur voor de aanvang van een vergadering een aanvullende agenda opstellen.

  • 2.

    Bij aanvang van de vergadering stelt de raadscommissie de agenda vast. Op voorstel van een lid of de voorzitter kan de raadscommissie bij de vaststelling van de agenda onder­werpen aan de agenda toevoegen of van de agenda afvoeren.

  • 3.

    Wanneer de raadscommissie een onderwerp of voorstel onvoldoende voor de beraadslaging voorbereid acht, zal hij aan het college of de burgemeester nadere inlichtingen of advies vragen. De raadscommissie bepaalt in welke vergadering het onderwerp of voorstel opnieuw geagendeerd wordt.

  • 4.

    Op voorstel van een lid of de voorzitter kan de raadscommissie de volgorde van behandeling van de agendapunten wijzigen.

Artikel 10 Ter inzage leggen van stukken en openbare kennisgeving
  • 1.

    De artikelen 12 en 13 van het Reglement van Orde voor de Vergaderingen en andere werkzaamheden van de gemeenteraad zijn van overeenkomstige toepassing;

  • 2.

    Voorts wordt in de openbare kennisgeving vermeld de mogelijkheid tot het uitoefenen van het spreekrecht als bedoeld in artikel 12 van deze verordening.

Paragraaf 2 Orde der vergadering

Artikel 11 Presentielijst

Bij binnenkomst in de vergaderzaal tekent ieder lid onmiddellijk de presentielijst. Aan het einde van elke vergadering wordt die lijst door de griffier door ondertekening vastgesteld.

Artikel 12 Spreekrecht burgers
  • 1.

    Na de opening van de vergadering kunnen andere aanwezige burgers gezamenlijk gedurende maximaal dertig minuten het woord voeren over geagendeerde onderwerpen.

  • 2.

    Het woord kan niet gevoerd worden over:

    • a.

      een besluit van het gemeentebestuur waartegen bezwaar en beroep openstaat of heeft opengestaan;

    • b.

      benoemingen, keuzen, voordrachten of aanbevelingen van personen;

    • c.

      een gedraging waarover een klacht ex artikel 9:1 van de Algemene wet bestuursrecht kan of kon worden ingediend.

  • 3.

    Degene, die van het spreekrecht gebruik wil maken, meldt dit ten minste 48 uur voor de aanvang van de vergadering aan de griffier. Hij vermeldt daarbij zijn naam, adres en telefoonnummer en het onderwerp, waarover hij het woord wil voeren.

  • 4.

    De voorzitter geeft het woord op volgorde van aanmelding. De voorzitter kan van de volgorde afwijken, indien dit in het belang is van de orde van de vergadering.

  • 5.

    Elke spreker krijgt maximaal vijf minuten het woord. De voorzitter verdeelt de spreektijd evenredig over de sprekers als er meer dan zes sprekers zijn. De voorzitter kan tevens in bijzondere gevallen afwijken van de maximale lengte van de spreektijd.

  • 6.

    De spreker voert het woord, nadat de voorzitter hem dit heeft verleend. De voorzitter kan de deelnemers aan de commissievergadering toestaan aan insprekers een korte, verhelderende vraag te stellen. Er vindt geen discussie plaats tussen een inspreker en deelnemers van de vergadering.

  • 7.

    De voorzitter of een lid doet een voorstel voor de behandeling van de inbreng van de burger.

Artikel 13 a Vragenronde voor burgers
  • 1.

    Voorafgaande aan de opening van de vergadering is er een vragenronde voor burgers;

  • 2.

    Degene die van de vragenronde gebruik wil maken meldt dit voor de vergadering aan de griffier.

  • 3.

    Per vraagsteller wordt een maximumspreektijd van vijf minuten gehanteerd.

  • 4.

    De voorzitter stelt de commissieleden in een spreekronde in de gelegenheid om verduidelijkende vragen aan de vraagsteller te stellen.

Artikel 13b Vragenronde voor commissieleden
  • 1.

    Na de vragenronde voor burgers is er een vragenronde voor commissieleden.

  • 2.

    Het lid van de commissie dat van de vragenronde gebruik wil maken meldt dit, onder aanduiding van het onderwerp en de concrete vraag, uiterlijk twee dagen voor de vergadering voor 12.00 uur aan de griffier. Zo nodig wordt de betreffende portefeuille­houder uitgenodigd voor de commissievergadering. Indien men na deze uiterste datuth toch een vraag wil stellen, dient dit zo urgent te zijn, dat deze vraag in deze tussenliggende tijd in het nieuws is geweest. De raadscommissie beslist of de vraag wordt toegelaten

  • 3.

    Per vraagsteller wordt een maximumspreektijd van vijf minuten gehanteerd.

  • 4.

    Er is geen ruimte voor discussie wel kunnen verduidelijkende vragen worden gesteld, door de indiener van de vraag.

Artikel 14 Verslag
  • 1.

    Het conceptverslag van de voorgaande vergadering wordt, zo mogelijk, aan de leden toegezonden gelijktijdig met de schriftelijke oproep. Het conceptverslag wordt op hetzelfde moment aan de overige personen die het woord gevoerd hebben, toegezonden.

  • 2.

    Bij het begin van de vergadering wordt, het verslag van de vorige vergadering vastgesteld.

  • 3.

    De leden, de voorzitter, de burgemeester en de wethouders, hebben het recht, een voorstel tot wijziging van het verslag aan de raadscommissie te doen, indien het verslag onjuistheden bevat of niet duidelijk weergeven hetgeen gezegd of besloten is. Een voorstel tot verandering dient 48 uur voor de aanvang van de vergadering schriftelijk bij de griffier te worden ingediend.

  • 4.

    Het verslag moet inhouden:

    • a.

      de namen van de voorzitter, de griffier, de burgemeester de commissieleden, de burgemeester de wethouders alien voorzover aanwezig, alsmede van de overige personen die het woord gevoerd hebben, worden afzonderlijk vermeld

    • b.

      welke leden afwezig waren;

    • c.

      een vermelding van de zaken die aan de orde zijn geweest;

    • d.

      een zakelijke samenvatting van het gesprokene met vermelding van de namen der aanwezigen die het woord voerden;

    • e.

      een samenvatting van het advies aan de raad onder vermelding van de namen van de leden die mededeling hebben gedaan van hun goed- of afkeuring;

  • 5.

    Het verslag wordt opgesteld onder de verantwoordelijkheid van de griffier en wordt door de voorzitter en de griffier gezamenlijk ondertekend.

Artikel 15 Aantal spreektermijnen
  • 1.

    De beraadslaging over een onderwerp of voorstel geschiedt in ten hoogste twee termijnen, tenzij de raadscommissie anders beslist.

  • 2.

    Elke spreektermijn wordt door de voorzitter afgesloten.

  • 3.

    Een lid mag in een termijn niet meer dan een maal het woord voeren over hetzelfde onderwerp of voorstel.

  • 4.

    Bij de bepaling hoeveel malen een lid over hetzelfde onderwerp of voorstel het woord heeft gevoerd, wordt niet meegerekend het spreken over een voorstel van orde.

Artikel 16 Voorstellen van orde
  • 1.

    De voorzitter en ieder lid kunnen tijdens de vergadering mondeling een voorstel van orde doen, dat kort kan worden toegelicht.

  • 2.

    Een voorstel van orde kan uitsluitend de orde van de vergadering betreffen.

  • 3.

    Over een voorstel van orde beslist de raadscommissie terstond.

Artikel 17 Handhaving orde
  • 1.

    Een spreker mag in zijn betoog niet worden gestoord, tenzij:

    • a.

      de voorzitter het nodig oordeelt hem aan het opvolgen van deze verordening te herinneren;

    • b.

      een lid hem interrumpeert. De voorzitter kan bepalen dat de spreker zonder verdere interrupties zijn betoog zal afronden.

  • 2.

    Indien een spreker zich beledigende of onbetamelijke uitdrukkingen veroorlooft, afwijkt van het in behandeling zijnde onderwerp, een andere spreker herhaaldelijk interrumpeert, dan wel anderszins de orde verstoort, wordt hij door de voorzitter tot de orde geroepen. Indien de spreker hieraan geen gevolg geeft, kan de voorzitter hem gedurende de vergadering, waarin zulks plaats heeft, over het aanhangige onderwerp het woord ontzeggen.

  • 3.

    De voorzitter kan ter handhaving van de orde de vergadering voor een door hem te bepalen tijd schorsen en - indien na de heropening de orde opnieuw wordt verstoord - de vergadering sluiten.

  • 4.

    De voorzitter kan een raadscommissie voorstellen aan een lid dat door zijn gedragingen de geregelde gang van zaken belemmert, het verdere verblijf in de vergadering te ontzeggen.

  • 5.

    Over het voorstel wordt niet beraadslaagd. Na aanneming daarvan verlaat het lid de vergadering onmiddellijk. Zo nodig doet de voorzitter hem verwijderen. Bij herhaling van zijn gedrag kan het lid bovendien voor ten hoogste drie maanden de toegang tot de vergadering worden ontzegd.

Artikel 18 Beraadslaging
  • 1.

    De artikelen 22 en 23 van het reglement van orde voor de vergaderingen en andere werkzaamheden van de gemeenteraad zijn van overeenkomstige toepassing.

  • 2.

    De voorzitter of een lid kan een voorstel doen over de spreektijd van de leden.

  • 3.

    Elke spreektermijn wordt door de voorzitter afgesloten.

Artikel 19 Deelname aan de beraadslaging door anderen
  • 1.

    De raadscommissie kan bepalen dat anderen mogen deelnemen aan de beraadslaging.

  • 2.

    Een beslissing daartoe wordt op voorstel van de voorzitter of een lid genomen alvorens met de beraadslaging ten aanzien van het aan de orde zijnde agendapunt een aanvang wordt genomen.

Artikel 20 Het advies
  • 1.

    Wanneer de voorzitter vaststelt, dat een onderwerp of voorstel voldoende is toegelicht, sluit hij de beraadslaging niet nadat hij de beraadslagingen heeft samengevat en de geagendeerde onderwerpen als afhamerstuk dan wel bespreekstuk in de besluitvormende raad te behandelen. De raadscommissie kan anders beslissen.

  • 2.

    Nadat de beraadslaging is gesloten, beslist de raadscommissie of er een advies aan de raad wordt uitgebracht.

  • 3.

    Indien de raadscommissie een advies aan de raad uitbrengt beslissen de leden op voorstel van de voorzitter over de inhoud van het advies.

  • 4.

    In het advies worden de standpunten van alle fracties en buitengewone leden opgenomen.

Artikel 21 Ingekomen stukken
  • 1.

    Bij de raad ingekomen stukken, waaronder schriftelijke mededelingen van het college aan de raad, worden op een lijst geplaatst. Deze lijst wordt aan de leden van de raad toegezonden en met de ingekomen stukken ter inzage gelegd.

  • 2.

    De raadscommissie stelt op voorstel van het presidium de wijze van afdoening van de ingekomen stukken vast.

Hoofdstuk 4 Toehoorders en pers

Artikel 22 Toehoorders en pers

  • 1.

    De toehoorders en vertegenwoordigers van de pers kunnen uitsluitend op de voor hen bestemde plaatsen openbare vergaderingen bijwonen.

  • 2.

    Het verstoren van de orde is verboden.

  • 3.

    De voorzitter is bevoegd, toehoorders die op enigerlei wijze de orde van de vergadering verstoren, to doen vertrekken. Toehoorders die bij herhaling de orde in de vergadering verstoren kan hij voor ten hoogste drie maanden de toegang tot de vergadering ontzeggen.

Artikel 23 Geluid- en beeldregistraties

Degenen die in de vergaderzaal tijdens de vergadering geluid- dan wel beeldregistraties willen maken doen hiervan mededeling aan de voorzitter en gedragen zich naar zijn aanwijzingen. Deze aanwijzingen kunnen niet zover gaan dat zij de vrijheid van pers aantasten.

Artikel 24 Verbod gebruik communicatiemiddelen

In de vergaderzaal, met inbegrip van de publieke tribune, is tijdens de vergadering het gebruik, van communicatiemiddelen, die inbreuk maken op de orde van de vergadering zonder toestemming van de voorzitter niet toegestaan.

Hoofdstuk 5 Slotbepalingen

Artikel 25 Uitleg Reglement

In de gevallen waarin deze verordening niet voorziet of bij twijfel over de toepassing van de verordening, beslist de raadscommissie op voorstel van de voorzitter.

Artikel 26 Inwerkingtreding

  • 1.

    Dit Reglement van Orde van de Raadscommissie van de gemeenteraad van Bellingwedde treedt in werking 1 dag nadat het is vastgesteld door de gemeenteraad van Bellingwedde.

  • 2.

    Op dat tijdstip vervalt het Reglement van Orde van de Raadscommissie van de gemeenteraad van Bellingwedde zoals vastgesteld bij raadsbesluit van 20 december 2007.

Ondertekening

Aldus besloten door de raad van de gemeente Bellingwedde in zijn openbare vergadering van 20 december 2012.