Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Gemeente Lemsterland

Verordening Wmo Individuele Voorzieningen De Friese Meren 2013

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OverheidsorganisatieGemeente Lemsterland
Officiële naam regelingVerordening Wmo Individuele Voorzieningen De Friese Meren 2013
CiteertitelVerordening Wmo Individuele Voorzieningen De Friese Meren 2013
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpmaatschappelijke zorg en welzijn
Eigen onderwerpmaatschappelijke zorg en welzijn

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

  1. Art. 5 Wet maatschappelijke ondersteuning
  2. Art. 149 Gemeentewet
Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerking-

treding

Terugwerkende

kracht tot en met

Datum uitwerking-

treding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

01-01-201301-01-2014Nieuwe regeling

19-12-2012

Gemeentepagina De Friese Meren, week 1/2013

Onbekend

Tekst van de regeling

Verordening Wmo Individuele Voorzieningen De Friese Meren 2013.

De raad van de gemeente Lemsterland;

Gelezen het voorstel van het gezamenlijk college van burgemeester en wethouders van De Friese Meren in oprichting van datum 5 november 2012, nummer (onbekend)

Gelet op artikel 5 van de Wet maatschappelijke ondersteuning en artikel 149 van de Gemeentewet;

Besluit vast te stellen de volgende verordening:

HOOFDSTUK 1. ALGEMENE BEPALINGEN

Artikel 1. Begripsbepalingen

In deze Verordening en de daarop gebaseerde nadere regelgeving wordt verstaan onder:

Wet: Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo);

De Friese Meren: De fusiegemeenten Gaasterlân-Sleat, Lemsterland en Skarsterlân, vooruitlopend op de fusie per 1 januari 2014;

College: Het college van burgemeester en wethouders van de gemeenten Gaasterlân-Sleat, Lemsterland en Skarsterlân;

De belanghebbende: Een persoon die ten gevolge van persoonlijke omstandigheden en/of beperkingen aantoonbare belemmeringen ondervindt in de zelfredzaamheid en/of maatschappelijke participatie;

Zelfredzaamheid: Lichamelijke, verstandelijke, sociaal maatschappelijke en/of financiële mogelijkheden om voorzieningen zelf te treffen;

Maatschappelijke participatie: Deelname aan het maatschappelijke verkeer, te weten;

  • a.

    het voeren van een huishouden;

  • b.

    het gebruik van de woning;

  • c.

    het zich in en om de woning verplaatsen;

  • d.

    het zich zodanig verplaatsen dat aansluiting wordt gevonden bij regionale, bovenregionale en landelijke vervoersystemen;

  • e.

    het ontmoeten van andere mensen en het aangaan en onderhouden van sociale verbanden om op die manier deel te nemen aan het lokale maatschappelijke leven;

Compensatieplicht: De plicht van het college aan de belanghebbende oplossingen c.q. voorzieningen te bieden ter compensatie van zijn beperkingen, indien belanghebbende hier zelf niet in kan voorzien. Dit kan zijn op het gebied van zelfredzaamheid en maatschappelijke participatie. Daarbij legt artikel 4 van de wet het college de plicht op om een resultaat te bereiken dat als compensatie mag gelden en dat in het individuele geval maatwerk is, tenzij belanghebbende zelf in staat is om met eigen mogelijkheden het probleem op te lossen;

Aanmelding: De melding van de hulpvraag van de belanghebbende om een resultaat te bereiken op het gebied van zelfredzaamheid en maatschappelijke participatie;

Het gesprek: Het contact waarin met de belanghebbende de gehele situatie wordt geïnventariseerd ten aanzien van de beperkingen en de gevolgen daarvan, de te bereiken resultaten, de met de persoon te kiezen oplossingen via eigen mogelijkheden of via mogelijkheden van het netwerk dan wel via algemeen gebruikelijke collectieve, algemene, (wettelijk) voorliggende en/of individuele voorzieningen;

Aanvraag: Het verzoek van de belanghebbende om in aanmerking te komen voor één of meerdere individuele voorzieningen in het kader van deze Verordening;

Algemeen gebruikelijke voorziening: Een voorziening die niet speciaal bedoeld is voor mensen met een beperking, dus ook door anderen gebruikt wordt en/of algemeen verkrijgbaar is en niet – aanzienlijk – duurder is dan vergelijkbare producten;

Algemene voorziening: Een voorziening die wordt geleverd op basis van directe beschikbaarheid, een beperkte toegangsbeoordeling en die een snelle, regelarme en compenserende oplossing biedt voor de beperkingen die een persoon ondervindt;

Voorliggende voorziening: Een voorziening die normaal in de maatschappij aanwezig en beschikbaar is ofwel een algemeen gebruikelijke voorziening en een algemene voorziening;

Wettelijk voorliggende voorziening: Een voorziening die op grond van een wettelijke bepaling anders dan ingevolge de wet, waarmee het resultaat op het gebied van zelfredzaamheid en maatschappelijke participatie geheel of gedeeltelijk bereikt kan worden;

Collectieve voorziening: Een voorziening die door meerdere personen (tegelijk) wordt gebruikt en op individuele gronden verstrekt kan worden;

Individuele voorziening: Een voorziening die individueel wordt aangeboden indien een algemene, algemeen gebruikelijke, collectieve en/of (wettelijk) voorliggende voorziening geen compenserende oplossing biedt;

Voorziening in natura: Een voorziening die in de vorm van persoonlijke dienstverlening, te (bruik)leen of in eigendom wordt verstrekt;

Persoonsgebonden budget: Een geldbedrag waarmee de belanghebbende één of meer aan hem te verlenen individuele voorziening(en) kan verwerven;

Financiële tegemoetkoming: Een tegemoetkoming in de kosten van een individuele voorziening;

Eigen bijdrage: Bij de verstrekking van een voorziening in natura of een persoonsgebonden budget moet voor bepaalde individuele voorzieningen een eigen bijdrage betaald worden. Deze wordt door het Centraal Administratie Kantoor (CAK) vastgesteld en geïnd;

Eigen aandeel: Bij de verstrekking van een financiële tegemoetkoming moet voor bepaalde individuele voorzieningen een eigen aandeel betaald worden. Deze wordt door het CAK vastgesteld en geïnd;

Leefeenheid: Alle bewoners van één adres volgens het Gemeentelijk Basis Administratie (GBA);

Gebruikelijke zorg: De zorg die bij het voeren van een huishouden voor alle meerderjarige leden van een leefeenheid als algemeen aanvaardbaar wordt beschouwd;

Mantelzorger: Een persoon die (langdurig) zorg aan een hulpbehoevende persoon verleent die niet in het kader van een hulpverlenend beroep wordt geboden. De zorgverlening vloeit rechtstreeks voort uit de sociale relatie en is geen gebruikelijk zorg.

HOOFDSTUK 2. RESULTAATGERICHTE COMPENSATIE

Artikel 2. Resultaatverplichting

  • 1. Het college heeft een resultaatverplichting om de beperking(en) van belanghebbende op het gebied van zelfredzaamheid en maatschappelijke participatie weg te nemen daar waar het de persoon niet lukt zelf oplossingen te realiseren.

  • 2. De op basis van artikel 4 lid 1 van de wet via compenserende maatregelen te bereiken resultaten zijn:

    • a.

      een schoon en leefbaar huis;

    • b.

      wonen in een geschikt huis;

    • c.

      beschikken over goederen voor primaire levensbehoeften;

    • d.

      beschikken over schone, draagbare en doelmatige kleding;

    • e.

      het thuis kunnen zorgen voor kinderen die tot het gezin behoren;

    • f.

      zich verplaatsen in en om de woning;

    • g.

      zich lokaal verplaatsen per vervoermiddel;

    • h.

      de mogelijkheid om contacten te hebben met medemensen en deelnemen aan recreatieve, maatschappelijke of religieuze activiteiten.

Artikel 3. Aanmelding

  • 1. Aan een aanvraag voor een individuele voorziening gaat een aanmelding vooraf. Wanneer de belanghebbende op het gebied van zelfredzaamheid en maatschappelijke participatie geholpen wil worden, kan deze via een aanmelding diens hulpvraag stellen. Een aanmelding kan schriftelijk, elektronisch, mondeling of telefonisch worden gedaan door of namens de belanghebbende.

  • 2. Wanneer iemand zich voor het eerst meldt of er sprake is van gewijzigde omstandigheden of wanneer de belanghebbende of het college dit gewenst acht, dient een aanvraag vooraf te worden gegaan door het gesprek.

  • 3. Indien belanghebbende aangeeft direct een aanvraag in te willen dienen vervalt het gestelde in het eerste en tweede lid.

Artikel 4. Het gesprek

Het gesprek is een persoonlijk onderhoud met de belanghebbende die een beroep doet op de compensatieplicht in het kader van de wet.

Tijdens het gesprek wordt – geheel uitgaande van de belanghebbende die aangeeft behoefte te hebben aan compensatie – een complete inventarisatie gemaakt. Startpunt is de beperking en de consequentie die dit heeft voor de zelfredzaamheid en maatschappelijke participatie. Uitgangspunt zal het begrippenkader van de International Classification of Funcitons, Disabilities and Health (ICF) zijn. Ten behoeve van oplossingen zal er vooral gekeken worden naar de mogelijkheden van de belanghebbende en zijn omgeving.

Het gesprek staat in eerste instantie los van een aanvraag voor een individuele voorziening.

Artikel 5. Verslag

De uitkomsten van het gesprek worden samengevat in een verslag.

Opmerkingen van de belanghebbende over dit verslag worden als bijlage aan het verslag toegevoegd. Een door de belanghebbende ondertekend verslag kan als aanvraag worden beschouwd.

Artikel 6. Aanvraag individuele voorziening

De aanvraag van een individuele voorziening moet schriftelijk of elektronisch plaatsvinden door het indienen van een ondertekend verslag (eventueel met bijlage) van het gesprek of door het college ter beschikking gesteld aanvraagformulier.

HOOFDSTUK 3. DE BEOORDELING

Artikel 7. Voorwaarden

Geen voorziening wordt toegekend indien:

  • a.

    de belanghebbende niet zijn hoofdverblijf heeft in de gemeente Lemsterland;

  • b.

    de voorziening door de belanghebbende zelf gerealiseerd kan worden;

  • c.

    voor zover er aan de zijde van de belanghebbende geen sprake is van aantoonbare meerkosten in vergelijking met de situatie voorafgaand aan het optreden van de beperkingen waarvoor de voorziening wordt aangevraagd;

  • d.

    een voorziening wordt aangevraagd op een moment dat op basis van leeftijd, gezinssituatie of woonsituatie van de belanghebbende ruim van te voren te voorzien was dat deze voorziening noodzakelijk zou zijn;

  • e.

    een voorziening als die waarop de aanvraag betrekking heeft reeds eerder krachtens deze, dan wel krachtens de aan deze Verordening of voorafgaande Verordeningen is verstrekt, in goede staat is en de normale afschrijvingstermijn van de voorziening nog niet is verstreken, tenzij de eerder vergoede of verstrekte voorziening verloren is gegaan als gevolg van omstandigheden die niet aan de belanghebbende zijn toe te rekenen.

Artikel 8. Toekenningsgronden

Een voorziening kan worden toegekend voor zover deze:

  • a.

    niet gecompenseerd kan worden op grond van een andere (wettelijke) voorliggende voorziening en;

  • b.

    noodzakelijk is om de beperkingen op het gebied van maatschappelijke participatie op te heffen of te verminderen en;

  • c.

    naar objectieve maatstaven gemeten, als de goedkoopst compenserende voorziening kan worden aangemerkt en;

  • d.

    in overwegende mate op het individu is gericht.

Artikel 9. Inlichtingen, onderzoek, advies

  • 1. Het college is bevoegd om, voor zover dit van belang kan zijn voor de beoordeling van het recht op een individuele voorziening, degene door wie een aanvraag is ingediend of bij gebruikelijke zorg diens relevante huisgenoten:

    • a.

      indien mogelijk op te roepen in persoon te verschijnen op een door het college te bepalen plaats en tijdstip en hem te horen, en/of;

    • b.

      zich te identificeren middels een (geldig) identiteitsbewijs, en/of;

    • c.

      indien mogelijk op een door het college te bepalen plaats en tijdstip door een of meer daartoe aangewezen deskundigen te doen ondervragen en/of onderzoeken.

  • 2. Een belanghebbende is verplicht aan het college of de hen aangewezen deskundige en/of adviesinstantie die gegevens te verschaffen of te doen verschaffen die noodzakelijk zijn voor de beoordeling van de aanvraag.

HOOFDSTUK 4. VERSTREKKINGVORMEN

Artikel 10. Vormen van individuele voorzieningen

De door het college, ter compensatie van beperkingen op het gebied van maatschappelijke participatie te verstrekken voorziening kan bestaan uit een:

  • a.

    collectieve voorziening;

  • b.

    voorziening in natura;

  • c.

    persoonsgebonden budget te besteden aan een voorziening;

  • d.

    financiële tegemoetkoming in de kosten van een voorziening.

Artikel 11. Keuzevrijheid

Afhankelijk van de voorziening kan deze worden verstrekt als toegang tot het gebruik van een collectieve voorziening, voorziening in natura, persoonsgebonden budget en/of financiële tegemoetkoming.

Artikel 12. Collectieve voorziening

Deze voorziening heeft het karakter van een voorliggende voorziening ten opzichte van de andere vormen van individuele voorzieningen.

Artikel 13. Voorziening in natura

Indien een voorziening in natura wordt verstrekt kan er een overeenkomst tussen de gemeente Lemsterland of de leverancier en de belanghebbende van toepassing zijn.

Artikel 14. Persoonsgebonden budget

Een persoonsgebonden budget wordt alleen verstrekt ten aanzien van een voorziening in

natura. Het college stelt voorwaarden bij het verlenen van een persoonsgebonden budget.

Artikel 15. Financiële tegemoetkoming

Bij verstrekking van een financiële tegemoetkoming worden de toepasselijke voorwaarden in de beschikking opgenomen.

Artikel 16. Eigen bijdragen

Bij het verstrekken van individuele voorzieningen in de vorm van een voorziening in natura of een persoonsgebonden budget kan de belanghebbende een eigen bijdrage verschuldigd zijn. Het college legt in het Financieel Besluit Wmo Individuele Voorzieningen De Friese Meren de omvang van deze eigen bijdrage vast.

Artikel 17. Eigen aandeel

Bij het verstrekken van individuele voorzieningen in de vorm van een financiële tegemoetkoming kan de belanghebbende een eigen aandeel verschuldigd zijn. Het college legt in de Financieel Besluit Wmo Individuele Voorzieningen De Friese Meren de omvang van het eigen aandeel vast.

HOOFDSTUK 5. DE BESCHIKKING

Artikel 18. Motiveringsplicht

  • 1. De beschikking vermeldt op welke wijze in het individuele geval wordt bijgedragen aan het behouden en bevorderen van de zelfredzaamheid en de maatschappelijke participatie van de belanghebbende.

  • 2. In de beschikking staat vermeld welke oplossing(en), waaronder individuele voorzieningen, beschikbaar is/zijn om de hulpvraag van de belanghebbende te compenseren. Deze oplossing(en) draagt/dragen bij aan het behouden en bevorderen van de zelfredzaamheid en de maatschappelijke participatie van de belanghebbende.

Artikel 19. Wijzigingen in de situatie

Degene aan wie krachtens deze Verordening een voorziening is verstrekt, is verplicht aan het college mededeling te doen van feiten en omstandigheden, waarvan redelijkerwijs duidelijk moet zijn dat deze van invloed kunnen zijn op het recht op een voorziening.

Artikel 20. Intrekking van een beschikking

  • 1. Het college kan een beschikking, opgesteld op grond van deze Verordening, geheel of gedeeltelijk intrekken indien:

    • a.

      niet is voldaan aan de voorwaarden gesteld bij of krachtens deze Verordening;

    • b.

      op grond van gegevens beschikt is en gebleken is dat de gegevens zodanig onjuist waren dat, waren de juiste gegevens bekend geweest, een andere beslissing zou zijn genomen.

  • 2. Een beschikking tot verlening van een persoonsgebonden budget of een financiële tegemoetkoming kan worden ingetrokken indien blijkt dat de tegemoetkoming of het budget binnen zes maanden na uitbetaling niet is aangewend voor de bekostiging van het middel waarvoor de verlening heeft plaatsgevonden.

Artikel 21. Terugbetaling

De belanghebbende, die krachtens deze Verordening een voorziening in eigendom heeft ontvangen, dient de meerwaarde of marktwaarde bij een eventuele verkoop van de voorziening terug te betalen aan het college, tenzij de voorziening binnen de daarvoor gestelde termijn is afgeschreven.

Artikel 22. Terugvordering

  • 1. Ingeval een voorziening is ingetrokken of beëindigd kan op basis daarvan een reeds uitbetaalde persoonsgebonden budget of financiële tegemoetkoming (geheel of gedeeltelijk) worden teruggevorderd.

  • 2. In geval het recht op een in eigendom verstrekte voorziening is ingetrokken of beëindigd kan deze voorziening worden teruggevorderd indien de voorziening is verleend op basis van valselijk verstrekte gegevens.

  • 3. Ingeval het recht op een in bruikleen verstrekte voorziening is ingetrokken kan deze voorziening worden teruggehaald indien de voorziening is verleend op basis van valselijk versterkte gegevens. Ook kan de betaalde huur voor de in bruikleen versterkte voorziening worden teruggevorderd.

HOOFDSTUK 6. SLOTBEPALINGEN

Artikel 23. Hardheidsclausule

Het college kan in bijzondere gevallen ten gunste van de belanghebbende afwijken van de bepalingen bij of krachtens deze Verordening, indien toepassing van de Verordening tot onbillijkheden van overwegende aard leidt.

Artikel 24. Indexering

Het college past de in het kader van deze Verordening en het op deze Verordening berustende Financieel Besluit Wmo Individuele Voorzieningen De Friese Meren geldende bedragen aan, tenzij het college anders beslist.

Op de bedragen waaraan geen overeenkomst ten grondslag ligt, vindt een mogelijke aanpassing plaats overeenkomstig de prijsontwikkelingen van het consumentenprijsindex-cijfer (CPI) ‘alle huishoudens’ van het Centraal Bureau voor de Statistiek. Aan de hand van deze consumentenprijsindex wordt jaarlijks een indexeringspercentrage berekend, waarbij het gemiddelde percentage geldt over een periode van de afgelopen 12 maande tot en met oktober van het voorliggende jaar. De bedragen worden afgerond op hele euro’s. Met uitzondering van de eigen ritbijdrage. Deze bijdrage is gekoppeld aan de kosten van het openbaar vervoer, uitgaande van de kosten per kilometer bij een reis van 12 kilometer.

Het betreft over het algemeen de normbedragen voor het persoonsgebonden budget en de financiële tegemoetkoming voor individuele voorzieningen.

Artikel 25. Inwerkingtreding

  • 1. Deze Verordening treedt in werking met ingang van 1 januari 2013.

  • 2. De Verordening voorzieningen maatschappelijke ondersteuning van de gemeente Lemsterland 2011 wordt met ingang van 1 januari 2013 ingetrokken.

Artikel 26. Citeertitel

Deze Verordening wordt aangehaald als: Verordening Wmo Individuele Voorzieningen De Friese Meren 2013.

Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van de raad van de gemeente Lemsterland op 19 december 2012

De griffier, De voorzitter,