Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Deelgemeente Amsterdam - Oost

Verordening voorzieningen lokaal onderwijsbeleid stadsdeel Oost 2013

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OverheidsorganisatieDeelgemeente Amsterdam - Oost
Officiële naam regelingVerordening voorzieningen lokaal onderwijsbeleid stadsdeel Oost 2013
CiteertitelVerordening voorzieningen lokaal onderwijsbeleid stadsdeel Oost 2013
Vastgesteld doordeelraad
Onderwerponderwijs
Eigen onderwerpOnderwijs

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Datum ondertekening inwerkingtredingsbesluit:

Bron bekendmaking inwerkingtredingsbesluit: De Echo, 27 december 2012

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

  1. Gemeentewet, artikel 147
  2. Wet op het primair onderwijs, artikelen 140 en 141
  3. Wet op de expertisecentra, artikelen 134 en 135

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

Geen

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerking-

treding

Terugwerkende

kracht tot en met

Datum uitwerking-

treding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

28-12-201216-04-2013nieuwe regeling

18-12-2012

De Echo, 27 december 2012

363495

Tekst van de regeling

Verordening

Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen

Artikel 1 Begripsbepaling

In deze verordening wordt verstaan onder:

a. Het dagelijks bestuur: het dagelijks bestuur van het stadsdeel Oost

b. Schoolbestuur: bevoegd gezag van een volgens de Wet op het primair onderwijs, de Wet op het voortgezet onderwijs en de Wet op de expertisecentra bekostigde in het stadsdeel van de gemeente Amsterdam gelegen openbare of bijzondere school, of, voor zover in deze verordening is bepaald, van een nevenvestiging

waarvan de hoofdvestiging is gelegen in een ander stadsdeel of andere gemeente;

c. School: school voor basisonderwijs dan wel school voor speciaal basisonderwijs, school voor voortgezet onderwijs en school voor (voortgezet) speciaal onderwijs;

d. Nevenvestiging: deel van een school dat door de minister ingevolge artikel 85 van de Wet op het primair onderwijs of artikel 76a of artikel 76b van de Wet op de

expertisecentra voor bekostiging in aanmerking is gebracht;

e. Voorziening: Een voorziening zoals opgenomen in bijlage A Stadsspecifieke voorzieningen dan wel in bijlage B Stadsdeelspecifieke voorzieningen, beide behorende bij deze verordening;

f. Aanvullende voorziening: een door het dagelijks bestuur vastgestelde voorziening waarmee het aanbod aan de scholen tijdelijk wordt aangevuld;

g. Indieningsdatum: uiterste moment zoals opgenomen in een van de beide bijlagen van deze verordening, dan wel ingeval van een aanvullende voorziening zoals bij het besluit van het dagelijks bestuur is bepaald, waarvoor een aanvraag voor een (aanvullende) voorziening voor het eerste daaropvolgende tijdvak moet zijn

ingediend;

h. Toekenningscriteria: de omstandigheden zoals opgenomen in een van de beide bijlagen van deze verordening, op basis waarvan en waaronder een schoolbestuur in aanmerking komt voor een voorziening dan wel ingeval van een aanvullende

voorziening zoals bij het besluit van het dagelijks bestuur bepaald is;

i. Tijdvak: periode zoals opgenomen in een van de beide bijlagen van deze verordening, waarvoor een voorziening wordt toegekend, dan wel ingeval van een (aanvullende) voorziening zoals bij het besluit van het dagelijks bestuur bepaald is;

j. Subsidieplafond: het door het dagelijks bestuur met inachtneming van de Algemene wet bestuursrecht vastgestelde bedrag, dat binnen een bepaald tijdvak ten hoogste beschikbaar is voor toekenning van een (aanvullende) voorziening;

k. Beschikbaarstelling: de beschikking van het dagelijks bestuur waarbij een (aanvullende) voorziening of de toegang daartoe in natura beschikbaar wordt gesteld;

l. Subsidiebeschikking: de beschikking van het dagelijks bestuur waarin het subsidiebedrag voor een (aanvullende) voorziening wordt toegekend dan wel wordt vastgesteld.

Artikel 2 Aanvullende voorziening

Het dagelijks bestuur kan een aanvullende voorziening vaststellen. Bij het besluit tot het instellen van een aanvullende voorziening bepaalt het dagelijks bestuur zo nodig de

toekenningscriteria, de indieningsdatum van de aanvraag en stelt het tijdvak vast waaronder aanspraak bestaat op de aanvullende voorziening.

Artikel 3 Subsidieplafond en verdelingsregels

1. Het dagelijks bestuur kan voor een voorziening en voor een aanvullende voorziening een subsidieplafond vaststellen.

2. Het dagelijks bestuur stelt bij het subsidieplafond tevens de wijze van verdeling vast, voor zover die niet bij de voorziening of aanvullende voorziening is opgenomen.

Artikel 4 Jaarlijks overzicht

Jaarlijks verstrekt het dagelijks bestuur vóór 1 december aan de besturen van scholen die in het stadsdeel gevestigd zijn, via het decentraal lokaal onderwijsoverleg een overzicht

van de op basis van deze verordening binnen het stadsdeel aan de scholen toegekende voorzieningen. Het overzicht heeft betrekking op het voorgaande schooljaar.

Hoofdstuk 2 Procedures

Paragraaf 2.1 Aanvraag voorzieningen; weigeringsgronden

Artikel 5 Indiening aanvraag

1. De aanvraag voor een (aanvullende) voorziening wordt voor de indieningsdatum door het schoolbestuur ingediend bij het dagelijks bestuur. Wanneer geen aanvraagdatum is vastgelegd, kan de voorziening het gehele jaar door worden aangevraagd.

2. De aanvraag wordt ingediend met gebruikmaking van het door het dagelijks bestuur hiervoor vastgestelde formulier.

3. De aanvraag vermeldt:

- naam en adres van het schoolbestuur;

- de dagtekening;

- de gewenste voorziening;

- de naam van de school en de onderwijssoort;

- een opgave waarom wordt voldaan aan de toekenningscriteria.

4. Bij het ontbreken van een of meer gegevens deelt het dagelijks bestuur dit schriftelijk mee aan het schoolbestuur. Daarbij krijgt het schoolbestuur de gelegenheid om binnen drie weken na de datum van verzending van de mededeling de gegevens schriftelijk aan te vullen. Indien het schoolbestuur de ontbrekende gegevens niet binnen deze termijn verstrekt, beslist het dagelijks bestuur de aanvraag niet te behandelen.

Artikel 6 Beslistermijn

1. Het dagelijks bestuur besluit binnen twaalf weken na ontvangst van de aanvraag.

2. Deze termijn kan het dagelijks bestuur eenmalig met vier weken verlengen. Deze verlenging wordt uiterlijk twee weken voor het einde van de eerste beslistermijn schriftelijk aan het schoolbestuur meegedeeld onder opgave van de redenen daarvoor.

Artikel 7 Weigeringsgronden

Het dagelijks bestuur weigert de voorziening indien:

a. het aangevraagde geen (aanvullende) voorziening is in de zin van deze verordening;

b. niet is voldaan aan één of meer van de toekenningscriteria;

c. door het toekennen van de (aanvullende) voorziening het subsidieplafond zou worden overschreden.

Paragraaf 2.2 Toekenning en vaststelling

Artikel 8 Inhoud beschikking tot toekenning

1. De beschikking van het dagelijks bestuur tot toekenning van een (aanvullende) voorziening houdt in hetzij de beslissing om de aangevraagde voorziening feitelijk beschikbaar te stellen hetzij de verlening van een subsidiebedrag om de aangevraagde

voorziening te realiseren.

2. De beschikking bevat voorts:

a. het tijdvak en het doel waarvoor de (aanvullende) voorziening is toegekend;

b. de wijze waarop het schoolbestuur bij de uitvoering bijkomende voorwaarden in acht dien te nemen;

c. voor zover van toepassing, de wijze waarop rekening en verantwoording door het schoolbestuur wordt afgelegd aan het dagelijks bestuur en op welke termijn vaststelling van de subsidie plaats vindt.

Artikel 9 Vaststelling van de (aanvullende) voorziening

1. Uiterlijk acht weken na afloop van het tijdvak waarvoor de (aanvullende) voorziening is toegekend dient het schoolbestuur de aanvraag tot vaststelling in. Het dagelijks bestuur kan de (aanvullende) voorziening ambtshalve vaststellen indien de aanvraag achterwege blijft.

2. Bij de aanvraag toont het schoolbestuur aan dat de (aanvullende) voorziening op een juiste wijze is uitgevoerd en dat de aan de verlening verbonden verplichtingen zijn nagekomen.

3. Indien het schoolbestuur niet voldoet aan het tweede lid deelt het dagelijks bestuur dit schriftelijk mee aan het schoolbestuur. Hierbij wordt aangegeven op welke onderdelen het schoolbestuur aanvullende informatie moet verschaffen. Daarbij krijgt het

schoolbestuur de gelegenheid om binnen drie weken na ontvangst van de mededeling de gevraagde informatie schriftelijk te verschaffen. Indien het schoolbestuur de gevraagde informatie niet binnen deze termijn verstrekt, stelt het dagelijks bestuur de

(aanvullende) voorziening ambtshalve vast.

4. Het dagelijks bestuur beslist binnen acht weken na de indiening van de aanvraag tot vaststelling of binnen acht weken na de verstrekking van de aanvullende informatie.

Artikel 10 Intrekken of wijzigen beschikking

1. Het dagelijks bestuur kan een beschikking intrekken of ten nadele van het schoolbestuur wijzigen:

a. op grond van feiten en omstandigheden waarvan het dagelijks bestuur bij de toekenning van de (aanvullende) voorziening redelijkerwijs niet op de hoogte kon zijn en op grond waarvan de toekenning van de (aanvullende) voorziening anderszins zou hebben

plaatsgevonden;

b. indien het schoolbestuur niet voldoet aan de in de beschikking gestelde verplichtingen;

c. indien de beschikking onjuist was en het schoolbestuur dit wist of behoorde te weten.

2. De intrekking of wijziging van een beschikking tot vaststelling werkt terug tot en met het tijdstip van toekenning van de (aanvullende) voorziening, tenzij bij de intrekking of wijziging anders is bepaald.

Artikel 11 Verbod tot vervreemding

Vervreemding door het schoolbestuur van op basis van deze verordening toegekende voorzieningen, is niet toegestaan zonder toestemming van het dagelijks bestuur tenzij sprake is van een overdracht van voorzieningen aan een ander schoolbestuur als gevolg van samenvoeging van het desbetreffende schoolbestuur met een ander schoolbestuur.

Hoofdstuk 3 Slotbepalingen

Artikel 12 Informatieverstrekking

Het schoolbestuur verstrekt op verzoek van het dagelijks bestuur nadere gegevens die noodzakelijk zijn voor de uitvoering van het bepaalde in deze verordening.

Artikel 13 Beslissing van het dagelijks bestuur in gevallen waarin de verordening

niet voorziet

In gevallen, de uitvoering van de verordening betreffende, waarin deze verordening niet voorziet, beslist het dagelijks bestuur.

Artikel 14 Citeertitel; inwerkingtreding

De verordening kan worden aangehaald als: Verordening voorzieningen lokaal onderwijsbeleid stadsdeel Oost 2013. De verordening treedt in werking met ingang van de dag na publicatie.

Artikel 15: Intrekking huidige Verordening

De Verordening Materiële en Financiële gelijkstelling Stadsdeel Oost 2011 wordt ingetrokken.

I Algemene toelichting

Wanneer een lagere overheid aan scholen ter ondersteuning van het onderwijs een voorziening of een specifiek subsidie zal willen toekennen, kan dit alleen op basis van een

bijzondere verordening. Alleen dan is ondersteuning buiten de rijksbekostiging om toegestaan. Daarnaast is ook van belang dat binnen de gemeente Amsterdam de scholen bij elk

stadsdeel op een gelijke wijze aanspraak kunnen maken. De voorliggende verordening is dan ook voor alle zeven stadsdelen gelijk. De aangeboden voorzieningen zijn voor een

gedeelte ook in de gehele gemeente Amsterdam gelijk. Deze voorzieningen zullen worden opgenomen in de bij de verordening behorende bijlage Stadsspecifieke voorzieningen.

Maatwerk in de zin dat een stadsdeel een ten opzichte van de andere stadsdelen afwijkend aanbod aan de scholen kan doen, wordt alleen gegeven indien de lokale omstandigheden

binnen dat stadsdeel daartoe aanleiding geven, zodat voor dit aangepaste aanbod voldoende rechtvaardiging is. Deze "maatwerk" voorzieningen zullen worden opgenomen in

de eveneens bij de verordening behorende bijlage Stadsdeelspecifieke voorzieningen.

2. Om welke voorzieningen gaat het?

Het ondersteunen van het onderwijs door de gemeente kent via het aanbieden van extra voorzieningen in Amsterdam al een lange historie. Door middel van bijvoorbeeld

schooltuinwerk en schoolzwemmen worden scholen al decennia lang in staat gesteld om de reguliere lessen met dit aanbod voor de leerlingen te verrijken.

Naast schooltuinwerk en schoolzwemmen ging het voorheen ook om de zogenaamde kunstkijkuren en muziekluisterlessen. Deze twee worden op basis van andere afspraken

met de schoolbesturen, de stad en de stadsdelen voortgezet in een vastgesteld basispakket cultuureducatie, waarbinnen - meer dan voorheen - op basis van een

doorgaande leerlijn door de scholen cultuureducatieve lessen zullen worden verzorgd. Voorts wordt op basis van stedelijke afspraken uren schoolmaatschappelijk werk

aangeboden en de coördinatie ten behoeve van de Voor- en de Vroegschool.

3. De systematiek van de verordening

De verordening is een bijzondere verordening die als eerste de juridische grondslag geeft voor het toekennen en beschikbaar stellen van voorzieningen aan de scholen. De

bepalingen van de Algemene wet bestuursrecht dienen hierbij ook te worden betrokken en zijn dus eveneens van belang. Voor de toepassing zal dus eerst naar de Verordening

Lokaal onderwijsbeleid worden gekeken maar daarbij ook naar de Algemene wet bestuursrecht. De voorzieningen worden vastgelegd en beschreven in twee bij de verordening behorende

afzonderlijke bijlagen. Het dagelijks bestuur heeft daarnaast de mogelijkheid om snel en flexibel te kunnen inspelen op actuele ontwikkelingen of tijdelijke omstandigheden

aanvullende voorzieningen vast te stellen. Deze aanvullende voorzieningen zullen op grond van artikel 140, vierde lid van de Wet op het primair onderwijs binnen 12 weken door de

stadsdeelraad worden bekrachtigd.

In de bijlage Stadsspecifieke voorzieningen worden alle voorzieningen beschreven die in de gehele stad op gelijke wijze aan de scholen zullen worden aangeboden. In de bijlage

Stadsdeelspecifieke voorzieningen worden de voorzieningen beschreven die alleen binnen het desbetreffende stadsdeel aan de scholen zullen worden aangeboden. Schoolbesturen

- ook die over de gehele stad werken - hebben reeds bij de totstandkoming van de huidige verordeningen materiële en financiële gelijkstelling met deze indeling en systematiek

ingestemd. Het biedt de mogelijkheid tot maatwerk, maar daarvoor moet wel voldoende rechtvaardiging in de omstandigheden binnen het stadsdeel worden gevonden.

De beschrijving in de verordening van de procedures en de voorwaarden daarbij is tot de kern gebleven. De meeste van deze voorwaarden staan beschreven in de Algemene wet

bestuursrecht. Daardoor kan worden volstaan met te beschrijven wanneer een aanvraag moet zijn ingediend en waarop de scholen bij de indiening van de aanvraag moeten letten

met daarnaast wat in de uiteindelijke beschikking moet worden vermeld. Overigens zullen de stadsdelen met elkaar wel ernaar streven om in de uitvoeringspraktijk

zoveel mogelijk een zelfde handelwijze te hanteren die voor de scholen een zo laag mogelijk niveau aan administratieve lasten met zich meebrengt.

II. Artikelsgewijze toelichting

 Artikel 1 Begripsbepaling

e. Voorziening

De voorzieningen die op grond van deze verordening kunnen worden aangevraagd, zijn opgenomen in de bijlagen bij deze verordening. In elk van deze bijlagen wordt een bepaald stramien gehanteerd aan de hand waarvan het begrip voorziening kan worden ingevuld. Het stramien kan worden gezien als een ‘checklist' voor het formuleren van voorzieningen en bestaat uit:

- aanduiding van de voorziening;

- indieningsdatum;

- tijdvak waarvoor de voorziening wordt toegekend;

- toekenningscriteria;

- wijze van toekenning

Uit de beschrijving van een voorziening in de bijlage kan een schoolbestuur dus opmaken of het in beginsel in aanmerking komt voor een bepaalde voorziening en zo ja, op welke wijze de bekostiging vervolgens plaatsvindt. De verordening is zo geredigeerd dat het dagelijks bestuur (behoudens de weigeringsgronden

in de verordening zelf) op basis van de omschrijving van de voorziening bepaalt of een schoolbestuur al of niet in aanmerking komt voor een voorziening.

f. Indieningsdatum

De indieningsdatum zal mede afhankelijk zijn van het tijdvak waarvoor de (aanvullende) voorziening wordt toegekend. Het merendeel van de voorzieningen is gekoppeld aan het tijdvak ‘schooljaar'. Voor het begin van het tijdvak zal de aanvraagprocedure moeten zijn afgerond.

h. Tijdvak

Het tijdvak is de periode waarvoor de (aanvullende) voorziening wordt toegekend. De voorzieningen hebben in het algemeen te maken met activiteiten die een relatie hebben met het onderwijsproces waardoor de koppeling met het schooljaar voor de hand ligt. Het tijdvak zal dan één of meerdere schooljaren zijn.

Artikel 2 Aanvullende voorziening

Eerste lid

In dit artikel wordt invulling gegeven aan de mogelijkheid die de wet biedt om deze verordening tijdelijk aan te vullen met een of meerdere voorzieningen (art. 140, vierde lid Wet op het primair onderwijs of art. 134, vierde lid Wet op de expertisecentra en art. 96g, vierde lid Wet op het voortgezet onderwijs of art. 96h, vierde lid Wet op het voortgezet onderwijs). Op grond van de wet dient de deelraad binnen 12 weken na het besluit van het dagelijks bestuur om de verordening tijdelijk aan te vullen, te beslissen over de bekrachtiging ervan. Indien de deelraad niet binnen 12 weken beslist, wordt de aanvulling gelijkgesteld met een aanvulling die is bekrachtigd. Een afwijzing door de deelraad van een dergelijke aanvulling, heeft geen gevolgen voor aanvragen waarop reeds is beslist of die reeds zijn ingediend en die voorzieningen betreffen waarop de aanvulling betrekking heeft. Op het moment dat bekrachtiging door de deelraad heeft plaatsgevonden of de termijn van 12 weken is verstreken, wordt de aanvullende voorziening opgenomen in de bijlage bij de verordening. Naast vorenstaande procedure bepaalt de wet dat de aanvulling binnen een week na het besluit van het dagelijks bestuur om de verordening tijdelijk aan te vullen, aan de bevoegde gezagsorganen van de niet door de gemeente in stand gehouden scholen moet worden gezonden. Nadat de deelraad de aanvullende voorziening heeft bekrachtigd of nadat de termijn van 12 weken is verstreken en de voorziening van rechtswege is bekrachtigd, is het een "reguliere" voorziening geworden. Het dagelijks bestuur kan, vanwege een spoedeisend belang, ook op verzoek van één of meer van de bevoegde gezagsorganen besluiten om de verordening aan te vullen met een voorziening. Een verplichting is dit echter niet. Het gaat om aanvullend gemeentelijk beleid. Een schoolbestuur kan dus niet afdwingen dat het dagelijks bestuur de verordening tijdelijk aanvult met een voorziening.

Tweede lid

Het tweede lid stelt dat het dagelijks bestuur dient aan te geven onder welke omstandigheden schoolbesturen in aanmerking kunnen komen voor de voorziening. Het ligt voor de hand dat hierbij het stramien van de bijlage wordt gevolgd. Op deze wijze kan, indien de deelraad de voorziening bekrachtigt, op relatief eenvoudige wijze de voorziening worden ingepast in de verordening.

- Artikel 3 Subsidieplafond en verdelingsregels

Eerste lid

Met het oog op de beheersbaarheid van de uitgaven kan het dagelijks bestuur bepalen dat een subsidieplafond wordt vastgesteld voor bepaalde voorzieningen. Het subsidieplafond per voorziening dient ertoe om te voorkomen dat bij veel aanvragen voor een bepaalde voorziening, de beschikbare begroting voor de voorziening in zijn totaliteit wordt overschreden. Door toepassing van een subsidieplafond kan het dagelijks bestuur er ook expliciet voor kiezen om een ter beschikking te stellen bedrag lager te stellen dan feitelijk noodzakelijk is voor het realiseren van een voorziening. De bekostiging van de voorziening kan dan worden opgevat als een tegemoetkoming in de kosten of een stimuleringsmaatregel.

Tweede lid

Indien het dagelijks bestuur bepaalt dat voor een voorziening een subsidieplafond geldt, dienen ook verdelingsregels te worden opgesteld.

Artikel 4 Jaarlijks overzicht

Op grond van de Wet op het primair onderwijs is het dagelijks bestuur verplicht om aan de schoolbesturen jaarlijks een overzicht bekend te maken van de op grond van de verordening toegekende voorzieningen. Daarmee kunnen de schoolbesturen nagaan in hoeverre voldaan is aan het gelijkheidsbeginsel.

Artikel 5 Aanvraag

Een schoolbestuur dat een voorziening wenst, kan deze voorziening aanvragen bij het dagelijks bestuur. Dit moet geschieden voor de indieningsdatum zoals die is geformuleerd in de bijlage bij deze voorziening of bij aanvullende voorzieningen, het desbetreffende DB-besluit. Een aantal gegevens zal de school voor een goede beoordeling van de aanvraag mee moeten leveren. Deze zijn omschreven in deze bepaling maar ook in de omschrijving van de (aanvullende) voorziening. Wanneer er onvoldoende gegevens en informatie is gegeven, krijgt de school nog de gelegenheid daarin alsnog te voorzien, maar de aanvraag blijft buiten verdere behandeling wanneer de gevraagde gegevens niet alsnog worden aangeleverd.

Artikel 6 Beslistermijn

Nadat aanvragen voor een of meer voorzieningen voor de indieningsdatum zijn ingediend, beschikt het dagelijks bestuur binnen 12 weken op de aanvraag. Het dagelijks bestuur heeft dus in beginsel drie maanden om op aanvragen te beschikken. Indien het dagelijks bestuur dit noodzakelijk acht kunnen de termijnen onder opgave van de redenen daarvoor met vier weken worden verlengd.

Artikel 7 Weigeringsgronden

In dit artikel zijn de weigeringsgronden opgenomen die het dagelijks bestuur in acht neemt bij het afgeven van een beschikking op een aanvraag. Daarnaast dienen aanvragen te worden getoetst aan de toekenningscriteria zoals deze per (aanvullende) voorziening zijn vastgesteld. De bijlagen bij de verordening bevatten de voorzieningen en een omschrijving van de omstandigheid waaronder een schoolbestuur in aanmerking komt. Indien een aanvraag van een schoolbestuur niet voldoet aan één of meerdere van de toekenningscriteria, dient de gewenste (aanvullende) voorziening te worden geweigerd.

Artikel 8 Toekenning van de voorziening

Een belangrijk onderscheid bestaat eruit dat een deel van de voorzieningen aan de scholen in natura wordt toegekend. Dat is onder meer het geval bij het schooltuinwerk. In die gevallen wordt de terminologie gehanteerd van beschikbaar stellen terwijl in de situatie, waarin een financiële bijdrage aan de school wordt toegekend, wordt uitgegaan van subsidieverlening. De regelgeving van de Algemene wet bestuursrecht rondom dit onderwerp is dan eveneens van belang. De beschikking tot toekenning van een voorziening dient in ieder geval een aantal elementen te bevatten. De beschikking bevat de periode waarvoor de voorziening is toegekend en een omschrijving van het doel waarvoor de voorziening ter beschikking is gesteld. Daarmee wordt de beslissing voldoende gespecificeerd omschreven. Daar waar een financiële bijdrage wordt verleend, zal in een aantal situaties nog een verantwoording moeten worden ingediend om tot een definitieve vaststelling van de verleende subsidie te kunnen overgaan. Ook dat kan in de beschikking nader worden aangegeven.

Artikel 9 Vaststelling van de (aanvullende) voorziening

Ingeval bij de beschikking aan het schoolbestuur is meegedeeld dat nog rekening en verantwoording moet worden afgelegd, zal na afloop het schoolbestuur de aanvraag tot vaststelling dienen aan te leveren. Dat zal veelal het geval zijn bij het toekennen van subsidiebedragen aan het schoolbestuur om een voorziening in de school te weten te realiseren.

De aanvraag tot vaststelling dient uiterlijk acht weken na afloop van het tijdvak waarvoor de voorziening is toegekend, te worden ingediend, maar als dat zich voordoet kan het schoolbestuur ook lopende het tijdvak, als de voorziening al is gerealiseerd, deze aanvraag tot subsidievaststelling doen. Indien het schoolbestuur een dergelijke aanvraag niet, of niet op tijd indient, kan het dagelijks bestuur de voorziening ambtshalve vaststellen. Het dagelijks bestuur kan onder omstandigheden de voorziening (ambtshalve) vaststellen op nul euro. Bijvoorbeeld indien het schoolbestuur geen rekening en verantwoording aflegt en het de voorziening ook niet heeft gerealiseerd. De beschikking tot ambtshalve vaststelling van de voorziening vormt dan vervolgens de basis van waaruit een mogelijke terugvordering van betaalde voorschotten kan plaatsvinden.

Artikel 11 Verbod tot vervreemding

Met dit artikel wordt voorkomen dat bepaalde aan een schoolbestuur toegekende voorzieningen worden vervreemd door het schoolbestuur zonder dat toestemming van het dagelijks bestuur is verkregen. Uitzondering wordt gemaakt voor een bestuursoverdracht. Bij een bestuursoverdracht vindt formeel ook een vervreemding van de voorzieningen plaats. Hiervoor is echter geen toestemming van het dagelijks bestuur noodzakelijk.

Artikel 12 Informatieverstrekking

In deze bepaling is voorzien in de mogelijkheid dat het dagelijks bestuur nog nadere gegevens aan het schoolbestuur kan vragen. Weliswaar voorziet de verordening in een procedure voor die situatie dat een aantal gegevens ontbreekt bij de aanvraag; er kan echter ook een situatie ontstaan waarin het dagelijks bestuur om een nadere toelichting vraagt van hetgeen bij de aanvraag aan gegevens is bijgevoegd. Ook is het mogelijk dat het dagelijks bestuur tijdens de uitvoering nadere gegevens wenselijk acht, bijvoorbeeld indien het dagelijks bestuur toepassing wil geven aan de mogelijkheid om de (toekenning van een) voorziening in te trekken of te wijzigen.

Bijlage bij Verordening voorzieningen lokaal onderwijsbeleid stadsdeel Oost

Stadsspecifieke bijlagen

Bijlage A-I: Basispakket Cultuureducatie

I Aanduiding van de voorziening

De ambitie van de gemeente Amsterdam en van de stadsdelen is het mogelijk te maken dat alle leerlingen in het Amsterdamse Basisonderwijs een aanbod cultuureducatie krijgen van hoog niveau waarbij gebruik gemaakt wordt van de culturele instellingen die de stad rijk is. De beschikbaarstelling van de voorziening Basispakket Cultuureducatie is bedoeld om vorm en inhoud te geven aan de uitvoering van cultuureducatie door scholen voor Primair Onderwijs op de onderdelen Muziek, Beeldende Vorming en Cultureel Erfgoed. Het gaat om een totaalpakket waarbij centrale stad, stadsdelen en schoolbesturen elkaar aanvullen. Daartoe wordt vanuit het stadsdeel bijgedragen in de vorm van het faciliteren van een ondersteuningsstructuur van groepsleerkrachten. In eerste instantie zal dat op het gebied zijn van muziekeducatie. In de leerlijn die de scholen opstellen dient een goede balans te zijn tussen actieve, receptieve en reflectieve activiteiten. Scholen zullen worden ondersteund zodat snel en eenvoudig verantwoording kan worden gegeven over de inzet van de gemeentelijke middelen.

II Indieningsdatum

De aanvraag moet uiterlijk 1 oktober zijn ingediend bij het stadsdeel.

 III Tijdvak waarvoor voorziening wordt toegekend

 De voorziening wordt beschikbaar gesteld voor het schooljaar 2012 / 2013. Schooljaar 2012/ 2013 is een overgangsjaar. Voor dit overgangsjaar zijn de afspraken leidend die als stadsdeel zijn gemaakt met het Concertgebouw voor een

leerkrachtondersteunend coachingsmodel, (groep 1 - 4).

IV Toekenningscriteria op grond waarvan een schoolbestuur in aanmerking komt voor een voorziening

IVa Schoolsoort

De voorziening Basispakket Cultuureducatie is beschikbaar voor basisscholen, scholen voor speciaal basisonderwijs en scholen voor Speciaal Onderwijs, niet zijnde VSO.

IVb Nevenvestiging van hoofdvestiging in ander stadsdeel of andere gemeente

De voorziening staat open voor een nevenvestiging gelegen binnen de stadsdeelgrens van een hoofdvestiging in een ander stadsdeel of een andere gemeente.

IVc Hoofdgebouw/ dislocatie/ nevenvestiging

De voorziening kan worden aangevraagd voor een hoofdgebouw en een nevenvestiging gelegen op het grondgebied van het stadsdeel.

IVd Overige criteria op basis waarvan het schoolbestuur van een school in aanmerking komt voor een voorziening

Om in aanmerking te komen voor de voorziening Basispakket Cultuureducatie, dient de school aan de volgende inhoudelijke criteria te voldoen:

- Op de school dient een interne coördinator Cultuureducatie aanwezig en beschikbaar te zijn. Deze coördinator neemt deel aan de door of namens het stadsdeel georganiseerde bijeenkomsten en vergaderingen die betrekking hebben op cultuureducatie.

- Uit de door de school opgestelde doorlopende leerlijn moet blijken welke lessen op locatie worden gevolgd en wat de samenhang is met de lessen op school.

- Scholen moeten laten zien op welke manier uitvoering is gegeven aan de deskundigheidsbevordering van groepsleerkrachten.

- Scholen moeten aantonen dat de genormeerde Rijksvergoeding voor cultuureducatie en de door de gemeente Amsterdam beschikbaar gestelde cultuurvouchers volledig zijn ingezet voor de uitvoering van het basispakket

Cultuureducatie.

- Het schoolbestuur heeft het convenant Basispakket Cultuureducatie ondertekend.

- De scholen dienen de programma en entreekosten voor culturele activiteiten en de lesmaterialen zelf te betalen.

V Wijze van toekenning met eventueel daarbij behorende berekeningseenheid

Het Concertgebouw wordt door het stadsdeel gesubsidieerd voor het aanbieden van een ondersteuningsstructuur. Als eerste komen de scholen in aanmerking die deelnemen aan de muziekpilot. Bij de overige scholen wordt bepaald op welke school de behoefte aan coaching het grootst is. Daarbij wordt gelet op draagvlak en op vastgesteld niveau. Voor opvolgende jaren hebben de scholen die in het voorgaande jaar niet hebben deelgenomen een hogere prioriteit dan scholen die wel hebben deelgenomen.

VI Subsidieplafond

Het subsidieplafond in schooljaar 2012/ 2013 voor stadsdeel Oost bedraagt voor deze voorziening € 82.340,87.

Bijlage bij Verordening voorzieningen lokaal onderwijsbeleid stadsdeel Oost

Stadsspecifieke bijlagen

Bijlage A-II: Theoretisch verkeersexamen

I Aanduiding van de voorziening

Het Theoretisch verkeersexamen bestaat uit een schriftelijk deel en een mondeling deel. Het schriftelijk deel wordt klassikaal afgenomen, het mondeling deel wordt bij twee leerlingen tegelijkertijd afgenomen.

Doel van beschikbaarstelling van de voorziening is dat alle leerlingen in het Amsterdamse Primair Onderwijs het Theoretisch verkeersexamen afleggen. Het slagingspercentage dat wordt nagestreefd wordt vastgesteld op 95% stadsbreed. De school is zelf verantwoordelijk voor de voorbereiding op het examen.

II Indieningsdatum

Aan het begin van het schooljaar ontvangen de scholen een uitnodiging en een inschrijfformulier voor de voorziening. In onderling overleg tussen de school en de coördinator wordt een examendatum bepaald. Het moment van afspreken voor de examendatum geldt als aanmelding.

III Tijdvak waarvoor voorziening wordt toegekend

De voorziening wordt aangeboden in de maanden januari tot en met juni. De feitelijke duur van de afname van het Theoretisch verkeersexamen is één dagdeel.

IV Toekenningscriteria op grond waarvan een schoolbestuur in aanmerking komt voor een voorziening

IVa Schoolsoort

De voorziening Theoretisch verkeersexamen is beschikbaar voor basisscholen, scholen voor speciaal basisonderwijs en scholen voor Speciaal Onderwijs, niet zijnde VSO.

IVb Nevenvestiging van hoofdvestiging in ander stadsdeel of andere gemeente

De voorziening staat open voor een nevenvestiging gelegen binnen de stadsdeelgrens van een hoofdvestiging in een ander stadsdeel of andere gemeente.

IVc Hoofdgebouw/dislocatie/nevenvestiging

De voorziening kan worden aangevraagd voor een hoofdgebouw en een nevenvestiging gelegen op het grondgebied van het stadsdeel.

IVd Overige criteria op basis waarvan het schoolbestuur van een school in aanmerking komt voor een voorziening

Om in aanmerking te komen voor de voorziening Theoretisch verkeersexamen, dient de school aan de volgende inhoudelijke criteria te voldoen:

- De voorziening Theoretisch verkeersexamen staat open voor de leerlingen van groep 7. Kinderen die niet slagen krijgen in groep 8 de gelegenheid opnieuw examen te doen.

- De school stelt een geschikte ruimte beschikbaar voor het afnemen van het schriftelijk en het mondeling examen.

- De groepsleerkracht tekent voor ontvangst van de diploma's en voor akkoord met de examenresultaten.

V Wijze van toekenning met eventueel daarbij behorende berekeningseenheid

Het betreft hier een feitelijke beschikbaarstelling van de voorziening.

Bijlage bij Verordening voorzieningen lokaal onderwijsbeleid stadsdeel Oost

Stadsspecifieke bijlagen

Bijlage A- IIIa: Schoolzwemmen-basisonderwijs

I Aanduiding van de voorziening

Het schoolzwemmen bestaat uit 36 lessen van 45 minuten voor zover de kinderen nog niet in het bezit zijn van een A-diploma bij aanvang van het schoolzwemmen. Voor kinderen die bij aanvang van het schoolzwemmen al in het bezit zijn van een A-diploma bestaat de voorziening uit 18 lessen van 45 minuten zodat zij de gelegenheid krijgen het B- en Cdiploma te halen. Kinderen die na een jaar schoolzwemmen nog niet in het bezit zijn van een A-diploma krijgen het volgende schooljaar de gelegenheid deel te nemen aan de nacursus om alsnog het A-diploma te halen. De nacursus eindigt op het moment dat de leerling het A-diploma heeft gehaald, doch uiterlijk na een jaar. Het vervoer van de school naar het zwembad en vice versa maakt deel uit van de voorziening voor scholen die op meer dan 1000 meter afstand hemelsbreed gelegen zijn van het zwembad. Doel van beschikbaarstelling van de voorziening is dat zo veel mogelijk kinderen een zwemdiploma halen waadoor maximaal wordt bijgedragen aan de doelstelling dat van allekinderen in Amsterdam die het Primair Onderwijs verlaten tenminste 95% in het bezit is van een A-diploma.

II Indieningsdatum

Voor de inschrijving voor de voorziening Schoolzwemmen ontvangen de scholen een inschrijfformulier van DMO/ASD. Dit formulier moet binnen de daarin genoemde termijn ingevuld en ondertekend door de directeur retour worden gestuurd. Verondersteld wordt dat de directeur van de school hiertoe gemachtigd is door het schoolbestuur. Insturen van het formulier geldt als aanmelding voor de voorziening. Scholen hebben de gelegenheid aan te geven welke dagdelen hun voorkeur hebben.

III Tijdvak waarvoor voorziening wordt toegekend

De voorziening bedraagt één les van 45 minuten per week en wordt gedurende het gehele schooljaar aangeboden. De voorziening voor kinderen die al in het bezit zijn van een A- diplomawordt in twee tijdvakken aangeboden waarbij het eerste tijdvak samenvalt met de eerste 18 lessen voor de kinderen zonder diploma en het tweede tijdvak samenvalt met de laatste 18 lessen voor kinderen zonder diploma.

IV Toekenningscriteria op grond waarvan een schoolbestuur in aanmerking komt voor een voorziening

IVa Schoolsoort

De voorziening Schoolzwemmen-basisonderwijs is beschikbaar voor basisscholen.

IVb Nevenvestiging van hoofdvestiging in ander stadsdeel of andere gemeente

De voorziening staat open voor een nevenvestiging gelegen binnen de stadsdeelgrens van een hoofdvestiging in een ander stadsdeel of andere gemeente.

IVc Hoofdgebouw/dislocatie/nevenvestiging

De voorziening kan worden aangevraagd voor een hoofdgebouw en een nevenvestiging gelegen op het grondgebied van het stadsdeel.

IVd Overige criteria op basis waarvan het schoolbestuur van een school in aanmerking komt voor een voorziening

Om in aanmerking te komen voor de voorziening Schoolzwemmen, dient de school aan de volgende inhoudelijke criteria te voldoen:

- De voorziening Schoolzwemmen staat open voor de leerlingen van groep 5.

Kinderen die na een jaar schoolzwemmen er niet in geslaagd zijn een A-diploma te halen, krijgen in groep 6 de gelegenheid deel te nemen aan de nacursus. De nacursus eindigt op het moment dat de leerling het A-diploma heeft gehaald, doch uiterlijk na een jaar.

- De school beschikt over een ondertekend protocol schoolzwemmen en de groepsleerkracht(en) is (zijn) op de hoogte van de inhoud van het protocol.

- De school draagt er zorg voor dat de begeleidende groepsleerkracht(en) aanwezig is (zijn) bij de informatiebijeenkomst voorafgaand aan de start van het schoolzwemmen. Scholen ontvangen hiervoor een uitnodiging van de coördinator schoolzwemmen.

- De school draagt er zorg voor dat optimaal gebruik wordt gemaakt van de voorziening. Bij meer dan twee lessen verzuim zullen de kosten van de verzuimde les door het stadsdeel bij het schoolbestuur in rekening worden gebracht.

- De school werkt mee aan de inventarisatie van het zwemdiplomabezit in de groepen 4, 6 en 8.

V Wijze van toekenning met eventueel daarbij behorende berekeningseenheid

Het betreft hier een feitelijke beschikbaarstelling van de voorziening.

Bijlage bij Verordening voorzieningen lokaal onderwijsbeleid stadsdeel Oost

Stadsspecifieke bijlagen

Bijlage A-III b: Schoolzwemmen-speciaal basisonderwijs

I Aanduiding van de voorziening

Het schoolzwemmen bestaat uit 36 lessen van 45 minuten. Alle kinderen in de groepen 3 tot en met 8 krijgen de gelegenheid tenminste één jaar deel te nemen aan de voorziening. Vanaf het moment dat leerlingen het A-diploma hebben gehaald krijgen ze niet meer de gelegenheid in het volgende schooljaar deel te nemen. Het vervoer van de school naar het zwembad en vice versa maakt deel uit van de voorziening voor scholen die op meer dan 1000 meter afstand hemelsbreed gelegen zijnvan het zwembad.

Doel van beschikbaarstelling van de voorziening is dat zo veel mogelijk kinderen een zwemdiploma halen waardoor maximaal wordt bijgedragen aan de doelstelling dat van alle kinderen in Amsterdam die het Primair Onderwijs verlaten tenminste 95% in het bezit is van een A-diploma.

II Indieningsdatum

Voor de inschrijving voor de voorziening Schoolzwemmen ontvangen de scholen een inschrijfformulier van DMO/ASD. Dit formulier moet binnen de daarin genoemde termijn ingevuld en ondertekend door de directeur retour worden gestuurd. Verondersteld wordt dat de directeur van de school hiertoe gemachtigd is door het schoolbestuur. Insturen van het formulier geldt als aanvraag van de voorziening. Scholen hebben de gelegenheid aan te geven welke dagdelen hun voorkeur hebben.

III Tijdvak waarvoor voorziening wordt toegekend

De voorziening bedraagt één les van 45 minuten per week en wordt gedurende het gehele schooljaar aangeboden.

IV Toekenningscriteria op grond waarvan een schoolbestuur in aanmerking komt voor een voorziening

IVa Schoolsoort

De voorziening Schoolzwemmen-speciaal basisonderwijs is beschikbaar voor scholen voor speciaal basisonderwijs.

IVb Nevenvestiging van hoofdvestiging in ander stadsdeel of andere gemeente

De voorziening staat open voor een nevenvestiging gelegen binnen de stadsdeelgrens van een hoofdvestiging in een ander stadsdeel of andere gemeente

IVc Hoofdgebouw/ dislocatie/ nevenvestiging

De voorziening kan worden aangevraagd voor een hoofdgebouw en een nevenvestiging gelegen op het grondgebied van het stadsdeel.

IVd Overige criteria op basis waarvan het schoolbestuur van een school in aanmerking komt voor een voorziening

Om in aanmerking te komen voor de voorziening Schoolzwemmen, dient de school aan de volgende inhoudelijke criteria te voldoen:

- De voorziening Schoolzwemmen staat gedurende tenminste één jaar open voor alle leerlingen van groep 3 tot en met 8 zolang deze nog niet in het bezit zijn van een A-diploma.

Vanaf het moment dat leerlingen het A-diploma hebben gehaald krijgen ze niet meer de gelegenheid in het volgende schooljaar deel te nemen.

- De school beschikt over een ondertekend protocol schoolzwemmen en de begeleidende groepsleerkracht(en) is (zijn) op de hoogte van de inhoud van het protocol.

- De school draagt er zorg voor dat de begeleidende groepsleerkracht(en) aanwezig is (zijn) bij de informatiebijeenkomst voorafgaand aan de start van het schoolzwemmen.

Scholen ontvangen hiervoor een uitnodiging van de coördinator schoolzwemmen.

- De school draagt er zorg voor dat optimaal gebruik wordt gemaakt van de voorziening.

Bij meer dan twee lessen verzuim zullen de kosten van de verzuimde les door het stadsdeel bij het schoolbestuur in rekening worden gebracht.

- De school werkt mee aan de inventarisatie van het zwemdiplomabezit in de groepen 4,

6 en 8 (leeftijdsgroepen 8-, 10- en 12-jarigen).

V Wijze van toekenning met eventueel daarbij behorende berekeningseenheid

Het betreft hier een feitelijke beschikbaarstelling van de voorziening.

Bijlage bij Verordening voorzieningen lokaal onderwijsbeleid stadsdeel Oost

Stadsspecifieke bijlagen

Bijlage A-III c: Schoolzwemmen-Speciaal Onderwijs

I Aanduiding van de voorziening

Het schoolzwemmen bestaat uit 36 lessen van 45 minuten. Voor de totale omvang van de voorziening is een onderverdeling gemaakt in drie categorieën scholen.

Categorie 1: Pedologische Instituten, scholen voor langdurig zieke kinderen en scholen voor Zeer moeilijk lerende kinderen: Deelname staat open voor maximaal 70% van het aantal kinderen in de groepen 3 tot en met 8 (teldatum 1 oktober t-1).

Categorie 2: scholen voor dove en slechthorende kinderen, scholen voor kinderen met ernstige spraakmoeilijkheden, scholen voor visueel gehandicapte kinderen en scholen voor geïntegreerd speciaal onderwijs: Deelname staat open voor maximaal 50% van het aantal

kinderen in de groepen 3 tot en met 8.

Categorie 3: scholen voor Zeer moeilijk opvoedbare kinderen: Deelname staat gedurende tenminste één jaar open voor alle kinderen in de groepen 3 tot en met 8. Vanaf het moment dat leerlingen het A-diploma hebben gehaald krijgen ze niet meer de gelegenheid in het volgende schooljaar deel te nemen.

Het vervoer van de school naar het zwembad en vice versa maakt deel uit van de voorziening voor scholen die op meer dan 1000 meter afstand hemelsbreed gelegen zijn van het zwembad. Doel van beschikbaarstelling van de voorziening is dat zo veel mogelijk kinderen een zwemdiploma halen waadoor maximaal wordt bijgedragen aan de doelstelling dat van alle kinderen in Amsterdam die het Primair Onderwijs verlaten tenminste 95% in het bezit is van een A-diploma. Deze doelstelling is niet van toepassing op de leerlingen in categorie 1.

II Indieningsdatum

Voor de inschrijving voor de voorziening Schoolzwemmen ontvangen de scholen een inschrijfformulier van DMO/ASD. Dit formulier moet binnen de daarin genoemde termijn ingevuld en ondertekend door de directeur retour worden gestuurd. Verondersteld wordt dat de directeur van de school hiertoe gemachtigd is door het schoolbestuur. Insturen van het formulier geldt als aanmelding voor de voorziening. Scholen hebben de gelegenheid

aan te geven welke dagdelen hun voorkeur hebben.

III Tijdvak waarvoor voorziening wordt toegekend

De voorziening bedraagt één les van 45 minuten per week en wordt gedurende het gehele schooljaar aangeboden.

IV Toekenningscriteria op grond waarvan een schoolbestuur in aanmerking komt voor een voorziening

IVa Schoolsoort

De voorziening Schoolzwemmen-Speciaal Onderwijs is beschikbaar voor scholen voor

Speciaal Onderwijs.

IVb Nevenvestiging van hoofdvestiging in ander stadsdeel of andere gemeente

De voorziening staat open voor een nevenvestiging gelegen binnen de stadsdeelgrens van een hoofdvestiging in een ander stadsdeel of andere gemeente

IVc Hoofdgebouw/ dislocatie/ nevenvestiging

De voorziening kan worden aangevraagd voor een hoofdgebouw en een nevenvestiging gelegen op het grondgebied van het stadsdeel.

IVd Overige criteria op basis waarvan het schoolbestuur van een school in aanmerking

komt voor een voorziening

Om in aanmerking te komen voor de voorziening Schoolzwemmen, dient de school aan de volgende inhoudelijke criteria te voldoen:

- De school beschikt over een ondertekend protocol schoolzwemmen en de groepsleerkracht(en) is (zijn) op de hoogte van de inhoud van het protocol.

- De school draagt er zorg voor dat de begeleidende groepsleerkracht(en) aanwezig is (zijn) bij de informatiebijeenkomst voorafgaand aan de start van het schoolzwemmen.

Scholen ontvangen hiervoor een uitnodiging van de coördinator schoolzwemmen.

- De school draagt er zorg voor dat optimaal gebruik wordt gemaakt van de voorziening. Bij meer dan twee lessen verzuim zullen de kosten van de verzuimde les door het stadsdeel bij het schoolbestuur in rekening worden gebracht.

- De school werkt mee aan de inventarisatie van het zwemdiplomabezit in de groepen 4, 6 en 8 (leeftijdsgroepen 8-, 10- en 12-jarigen).

V Wijze van toekenning met eventueel daarbij behorende berekeningseenheid

Het betreft hier een feitelijke beschikbaarstelling van de voorziening.

Bijlage bij Verordening voorzieningen lokaal onderwijsbeleid stadsdeel Oost

Stadsspecifieke bijlagen

Bijlage A-IV: Schooltuinwerk

In deelgebied Oost-Watergraafsmeer wordt de voorziening schooltuinwerk aangeboden. In deelgebied Zeeburg wordt een andere vorm aangeboden via het Natuur en Milieu Educatiecentrum (NME), zie bijlage B- I. Deze voorziening voor het gehele gebied Oost is nog niet geharmoniseerd. Beide werkwijzen in de deelgebieden Oost-Watergraafsmeer en Zeeburg blijven tot en met 2014 naast elkaar bestaan, dit is overeengekomen met de schoolbesturen. Daarna wordt opnieuw met de schoolbesturen overlegd hoe deze voorziening verder vorm wordt gegeven.

I Aanduiding van de voorziening

Het schooltuinwerk beslaat in totaal 25 lessen op de schooltuin. De serie bestaat uit 3 voorbereidende lessen, 13 tuinlessen voor de zomervakantie, 7 tuinlessen na de zomervakantie en 2 afsluitende lessen. Het vervoer van school voor scholen die op meer dan 1000 meter afstand hemelsbreed gelegen zijn naar de schooltuin en vice versa maakt deel uit van de voorziening.

Doel van het schooltuinwerk is dat alle kinderen in het Amsterdamse Primair onderwijs hebben deelgenomen aan de lessenserie.

II Indieningsdatum

Voor de inschrijving voor de voorziening Schooltuinwerk ontvangen de scholen een inschrijfformulier van het Amsterdams NME-centrum. Dit formulier moet binnen de daarin genoemde termijn ingevuld en ondertekend door de directeur retour worden gestuurd. Verondersteld wordt dat de directeur van de school hiertoe gemachtigd is door het schoolbestuur. Insturen van het formulier geldt als aanvraag van de voorziening.

III Tijdvak waarvoor voorziening wordt toegekend

De voorziening wordt gedurende het boekjaar aangeboden.

IV Toekenningscriteria op grond waarvan een schoolbestuur in aanmerking komt voor een voorziening

IVa Schoolsoort

De voorziening Schooltuinwerk is beschikbaar voor basisscholen, scholen voor speciaal basisonderwijs en scholen voor Speciaal Onderwijs, niet zijnde VSO.

IVb Nevenvestiging van hoofdvestiging in ander stadsdeel of andere gemeente

De voorziening staat open voor een nevenvestiging gelegen binnen de stadsdeelgrens van een hoofdvestiging in een ander stadsdeel of andere gemeente.

IVc Hoofdgebouw/ dislocatie/ nevenvestiging

De voorziening kan worden aangevraagd voor een hoofdgebouw en een nevenvestiging gelegen op het grondgebied van het stadsdeel.

IVd Overige criteria op basis waarvan het schoolbestuur van een school in aanmerking komt voor een voorziening

Om in aanmerking te komen voor de voorziening Schooltuinenwerk, dient de school aan de volgende inhoudelijke criteria te voldoen:

- De voorziening Schooltuinenwerk staat open voor de leerlingen van groep 6 en groep 7, met dien verstande dat de lessen starten in januari als de kinderen in groep 6 zitten en dat het programma na de zomervakantie doorloopt, als de kinderen in groep 7 zitten.

- Na afloop van de lessenserie vullen de groepsleerkrachten en leerlingen het evaluatieformulier in.

- De groepsleerkracht is aanwezig in de groep tijdens de lessen op de schooltuin.

V Wijze van toekenning met eventueel daarbij behorende berekeningseenheid

Het betreft hier een feitelijke beschikbaarstelling van de voorziening.

Bijlage bij Verordening voorzieningen lokaal onderwijsbeleid stadsdeel Oost

Stadsdeelspecifieke bijlagen

Bijlage B-I: Natuur- en Milieueducatie

In deelgebied Oost-Watergraafsmeer wordt de voorziening schooltuinwerk aangeboden, zie bijlage A-IV. In deelgebied Zeeburg wordt een andere vorm aangeboden via het Natuur en Milieu Educatiecentrum (NME). Deze voorziening voor het gehele gebied Oost is nog niet geharmoniseerd. Beide werkwijzen in de deelgebieden Oost-Watergraafsmeer en Zeeburg blijven tot en met 2014 naast elkaar bestaan, dit is overeengekomen met de schoolbesturen. Daarna wordt opnieuw met de schoolbesturen overlegd hoe deze voorziening verder vorm wordt gegeven.

I Aanduiding van de voorziening

Het Amsterdams Natuur en Milieu Educatie Centrum heeft een meerjarenprogramma ontwikkeld voor praktische natuur- en milieu educatie voor alle basisscholen in deelgebied Zeeburg. Dit komt in de plaats van het schooltuinwerk. Aangezien de activiteiten een vervanging zijn van het schooltuinwerk, is het een praktisch aanbod met een hoog ‘handen in de aarde' gehalte. In dit kader van ‘niet meer, maar beter' kunnen de aangeboden activiteiten worden gebruikt in plaats van een les uit de methode natuuronderwijs en tevens worden geïntegreerd in grotere projecten.

II Indieningsdatum

Scholen en directies worden op verschillende manieren geïnformeerd over het programma en de projecten die hieronder vallen. Er wordt een nieuwsbrief uitgebracht en er is een folder beschikbaar met het aanbod van praktische Natuur en Milieu educatie activiteiten. Dit aanbod wordt tweemaal per schooljaar naar de scholen gestuurd en is tevens te vinden op de website van het Amsterdam Natuur en Milieu Educatiecentrum. De scholen kunnen zich inschrijven voor deze activiteiten.

III Tijdvak waarvoor voorziening wordt toegekend

Tijdvak voor deze voorziening is een schooljaar.

IV Toekenningscriteria op grond waarvan een schoolbestuur in aanmerking

komt voor een voorziening

IVa Schoolsoort

De voorziening Natuur- en milieu educatie is beschikbaar voor basisscholen en scholen voor speciaal basisonderwijs en scholen voor Speciaal Onderwijs, niet zijnde VSO.

IVb Nevenvestiging van hoofdvestiging in ander stadsdeel of andere gemeente

De voorziening staat open voor een nevenvestiging gelegen binnen het deelgebied Zeeburg van een hoofdvestiging in een ander stadsdeel of andere gemeente.

IVc Hoofdgebouw/ dislocatie/ nevenvestiging

De voorziening kan worden aangevraagd voor een hoofdgebouw en een nevenvestiging gelegen op het grondgebied van het stadsdeel, deelgebied Zeeburg.

IVd Overige criteria op basis waarvan het schoolbestuur van een school in aanmerking komt voor een voorziening

- De groepsleerkracht is aanwezig in de groep tijdens de lessen.

V Wijze van toekenning met eventueel daarbij behorende berekeningseenheid

Het betreft hier een feitelijke beschikbaarstelling van de voorziening. Het bedrag in de begroting van stadsdeel Oost voor Natuur- en Milieu educatie deelgebied Zeeburg is het maximumbedrag dat voor deze voorziening beschikbaar is (subsidieplafond).

Bijlage bij Verordening voorzieningen lokaal onderwijsbeleid stadsdeel Oost Stadsdeelspecifieke bijlagen

Bijlage B-II: Schoolmaatschappelijk werk

I Aanduiding van de voorziening

De voorziening Schoolmaatschappelijk werk bestaat uit de inzet van een schoolmaatschappelijk werker gedurende enkele uren per week. Voorwaarde voor inzet van SMW bekostigd door de stadsdelen is dat de schoolbesturen uit eigen middelen ook

schoolmaatschappelijk werk inzetten.Doel en taken van het schoolmaatschappelijk werk zijn verwoord in de notitie

Schoolmaatschappelijk werk in het Amsterdamse basisonderwijs en in de modelovereenkomst SMW Amsterdam.

II Indieningsdatum

De schoolbesturen / scholen ontvangen voorafgaand aan het schooljaar een overzicht van de uren schoolmaatschappelijk werk die door de lokale overheid als aanvulling op de uren vanuit het samenwerkingsverband beschikbaar zijn voor de scholen. Schoolbesturen / scholen vragen deze uren bij stadsdeel Oost aan middels het aanvraagformat voor het uitvoeringsplan JOOST Onderwijs. Voordat het schooljaar start (bij voorkeur vóór 1 juni) dienen schoolbestuur en uitvoerder van het schoolmaatschappelijk werk een contract te hebben ondertekend voor de uitvoering van het SMW in het volgende schooljaar. Ondertekening van het contract geldt als aanvraag zowel als toekenning van de voorziening. Grondslag voor de inhoud van het contract is de modelovereenkomst SMW Amsterdam.

III Tijdvak waarvoor voorziening wordt toegekend

Het tijdvak waarvoor de voorziening wordt toegekend is een schooljaar.

IV Toekenningscriteria op grond waarvan een schoolbestuur in aanmerking komt voor een voorziening

IVa Schoolsoort

De voorziening Schoolmaatschappelijk Werk is beschikbaar voor basisscholen.

IVb Nevenvestiging van hoofdvestiging in ander stadsdeel of andere gemeente

De voorziening staat open voor een nevenvestiging gelegen binnen de stadsdeelgrens van een hoofdvestiging in een ander stadsdeel of andere gemeente

IVc Hoofdgebouw/ dislocatie/ nevenvestiging

De voorziening kan worden aangevraagd voor een hoofdgebouw en een nevenvestiging gelegen op het grondgebied van het stadsdeel.

IVd Overige criteria op basis waarvan het schoolbestuur van een school in aanmerking komt voor een voorziening

Om in aanmerking te komen voor de voorziening Schoolmaatschappelijk werk, dient de school aan de volgende inhoudelijke criteria te voldoen:

- Voorwaarde voor de bekostiging van schoolmaatschappelijk werk door het stadsdeel is dat het schoolbestuur uit eigen middelen tenminste het genoemde aantal uren inzet dat is gebaseerd op de Amsterdamse standaard.

V Wijze van toekenning met eventueel daarbij behorende berekeningseenheid

Het bedrag dat overeenkomt met de uren die conform de Amsterdamse standaard beschikbaar zijn voor de scholen wordt aan het schoolbestuur beschikt. Het schoolbestuur is verantwoordelijk voor het afsluiten van de contracten met de aanbieders SMW.

Bijlage bij Verordening voorzieningen lokaal onderwijsbeleid stadsdeel Oost

Stadsdeelspecifieke bijlagen

Bijlage B-III: Voorziening ondersteuning beleidskader JOOST /

Uitvoeringsplan JOOST onderwijs

Het kaderstellend onderwijs- en jeugdplan Jong Oost (JOOST) wordt bestuurlijk vastgesteld door de deelraad Oost voor een periode van vier jaar. De beleidskaders voor JOOST zijn Jong Amsterdam 2, het programakkoord ‘Oost! 2010-2014' en de kadernota Versterking Sociaal Domein. De Regiegroep JOOST (het bestuurlijk overleg van schoolbesturen, welzijn- kinderopvang en jeugdzorginstellingen in stadsdeel Oost) is verantwoordelijk voor voortgang en realisatie van JOOST. Om de plannen in samenwerking met de schoolbesturen te kunnen uitvoeren worden rijks-/schoolbestuurlijke en lokale middelen gebundeld ingezet. Elk jaar vindt een afweging plaats ten aanzien van de behoefte aan projecten en activiteiten en worden afspraken gemaakt om de gezamenlijke ambities te bereiken. Na overleg met de schoolbesturen wordt per schooljaar een "Uitvoeringsplan JOOST Onderwijs" opgesteld. Het uitvoeringsplan Joost Onderwijs kan per schooljaar verschillen en maakt integraal deel uit van de verordening voorzieningen lokaal onderwijsbeleid stadsdeel Oost.

I Aanduiding van de voorziening Uitvoeringsplan JOOST Onderwijs

(verdeelvoorstel)

Het uitvoeringsplan JOOST onderwijs omvat een totaaloverzicht van voorzieningen, projecten en subsidies ter ondersteuning van scholen, leerlingen en ouders in stadsdeel Oost.

II Indieningsdatum

Voorafgaand aan het schooljaar ontvangen de scholen een format waarmee zij deelname aan projecten en schoolsubsidies kunnen aanvragen. In de begeleidende brief wordt jaarlijks aangegeven welke indieningstermijn van toepassing is. Dit formulier moet binnen de daarin genoemde termijn ingevuld en ondertekend door de directeur en schoolbestuur retour worden gestuurd.

III Tijdvak waarvoor voorziening wordt toegekend

De voorziening wordt aangeboden per schooljaar.

IV Toekenningscriteria op grond waarvan een schoolbestuur in aanmerking komt voor een voorziening

IVa Schoolsoort

De voorziening ondersteuning beleidskader JOOST is beschikbaar voor basisscholen en scholen voor speciaal basisonderwijs in stadsdeel Oost.

IVb Nevenvestiging van hoofdvestiging in ander stadsdeel of andere gemeente

De voorziening staat open voor een nevenvestiging gelegen binnen de stadsdeelgrens van een hoofdvestiging in een ander stadsdeel of andere gemeente.

IVc Hoofdgebouw/ dislocatie/ nevenvestiging

De voorziening kan worden aangevraagd voor een hoofdgebouw en een nevenvestiging gelegen op het grondgebied van het stadsdeel.

IVd Overige criteria op basis waarvan het schoolbestuur van een school in aanmerking komt voor een voorziening

Om in aanmerking te komen voor de voorziening Ondersteuning beleidskader JOOST dient de school aan de volgende inhoudelijke criteria te voldoen:

- De organisatorische, personele en inhoudelijke basis op de school is op orde, ofwel de school is in een traject om dit te realiseren.

- Actieve participatie aan het realiseren van de gezamenlijke ambities van JOOST.

- De school is verplicht om mee te werken aan verzoeken van het stadsdeel,

meerdere stadsdelen en/of de gemeente om deel te nemen aan effectonderzoeken en monitoring.

- De inzet van middelen in het kader van het uitvoeringsplan JOOST Onderwijs maken onderdeel uit van de ambitiegesprekken die jaarlijks tussen schoolbesturen en stadsdeel worden gevoerd.

V Wijze van toekenning met eventueel daarbij behorende berekeningseenheid Het betreft hier deels een feitelijke beschikbaarstelling van de voorziening en deels toekenning van subsidies. Voorwaarden en subsidieplafond wordt in het uitvoeringsplan

JOOST Onderwijs opgenomen Subsidies worden aan de schoolbesturen beschikt.

Afhankelijk van de toegekende subsidie wordt dit in één of meerdere termijnen uitbetaald.

Bijlage bij Verordening voorzieningen lokaal onderwijsbeleid stadsdeel Oost Stadsdeelspecifieke bijlagen

Bijlage B-IV: VVE/ voorschool

Uitvoering van de voorschool in stadsdeel Oost valt onder de nadere regels en beleidsregels VVE (Voor- en Vroegschoolse Educatie) die door het dagelijks bestuur wordt vastgesteld. Daaraan is de subsidieregeling VVE gekoppeld. Daarnaast wordt elke twee

jaar het ‘Uitbreidingsplan voorschool' vastgesteld door het Dagelijks Bestuur van stadsdeel Oost. Voor de financiering van dit plan krijgt het stadsdeel naast de inzet van eigen middelen ook rijksmiddelen. In 2012 zijn tussen de gemeente Amsterdam en het Rijk bestuursafspraken gemaakt over de target en de kwaliteitseisen voor de VVE. Voor Oost betekent dit realisatie van 1231 voorschoolplekken in peuterspeelzalen en kinderdagverblijven en een doelgroepbereik van 717 doelgroeppeuters (streefcijfers in 2014).

In het uitbreidingsplan Voorschool zijn de exploitatie en investeringen van de voorscholen, middelen voor ouderbetrokkenheid en coördinatie van de VVE opgenomen.

- De beschikbare middelen VVE die niet zijn bestemd voor de schoolbesturen vallen onder de subsidieregeling VVE (nadere regels en beleidsregels VVE).

- De subsidies voor de schoolbesturen maken integraal onderdeel uit van de verordening MFG Onderwijs en worden via de aanvraag JOOST Onderwijs per schooljaar beschikbaar gesteld. Per schooljaar wordt aangegeven voor welke onderdelen en tot welk subsidiebedrag de schoolbesturen aanvragen kunnen doen voor de VVE.

I Omschrijving van de voorziening

Vanuit het uitbreidingsplan voorschool zijn voor de schoolbesturen subsidies beschikbaar voor:

ouderbetrokkenheid, exploitatiekosten van de ouderkamer (indien aanwezig) ten behoeve van een in het schoolgebouw gevestigde voorschool, schoolcoördinatie en scholing.

II Indieningsdatum

Voorafgaand aan het schooljaar ontvangen de scholen/schoolbesturen een formulier waarmee zij de schoolsubsidies kunnen aanvragen. In de begeleidende brief wordt jaarlijks aangegeven welke indieningstermijn van toepassing is. Dit formulier moet binnen de daarin genoemde termijn ingevuld en ondertekend door de directeur en schoolbestuur retour worden gestuurd.

III Tijdvak waarvoor voorziening wordt toegekend

De voorziening wordt aangeboden per schooljaar.

IV Toekenningscriteria op grond waarvan een schoolbestuur in aanmerking komt voor een voorziening

IVa Schoolsoort

De voorziening VVE is beschikbaar voor basisscholen in stadsdeel Oost onder de criteria die in het meerjarenplan voorschool zijn opgenomen.

IVb Nevenvestiging van hoofdvestiging in ander stadsdeel of andere gemeente

De voorziening staat open voor een nevenvestiging gelegen binnen de

stadsdeelgrens van een hoofdvestiging in een ander stadsdeel of andere gemeente.

IVc Hoofdgebouw/ dislocatie/ nevenvestiging

De voorziening kan worden aangevraagd voor een hoofdgebouw en een nevenvestiging gelegen op het grondgebied van het stadsdeel.

IVd Overige criteria op basis waarvan het schoolbestuur van een school in aanmerking komt voor een voorziening

Om in aanmerking te komen voor de voorziening VVE dient de school aan de volgende inhoudelijke criteria te voldoen:

- De organisatorische, personele en inhoudelijke basis op de school is op orde, ofwel de school is in een traject om dit te realiseren.

- Actieve participatie aan het realiseren van de target die vanuit de bestuursafspraken met het Rijk aan stadsdeel Oost is toebedeeld.

- De school is verplicht om mee te werken aan verzoeken van het stadsdeel, meerdere stadsdelen en/of de gemeente om deel te nemen aan effectonderzoeken

en monitoring.

- De uitvoering van de VVE maakt onderdeel uit van de ambitiegesprekken die jaarlijks tussen schoolbesturen en stadsdeel worden gevoerd.

V Wijze van toekenning met eventueel daarbij behorende berekeningseenheid

Het betreft toekenning van subsidies. Subsidies worden door het schoolbestuur van de betreffende scholen aangevraagd en door stadsdeel Oost aan het schoolbestuur beschikt. Afhankelijk van de toegekende subsidie wordt dit in één of meerdere termijnen uitbetaald. De maximale bijdrage in exploitatiekosten van de ouderkamer is conform de in de Verordening Huisvestingsvoorzieningen Primair Onderwijs genoemde bijdrage voor medegebruik per lokaal.

Bijlage bij Verordening voorzieningen lokaal onderwijsbeleid stadsdeel Oost

Stadsdeelspecifieke bijlagen

Bijlage B-V: Tegemoetkoming exploitatiekosten schoolgebouwen

I Aanduiding van de voorziening

In aanvulling op de jaarlijks vast te stellen Verordening Huisvestingsvoorzieningen primair onderwijs Amsterdam, stelt het stadsdeel Oost de volgende voorzieningen beschikbaar.

a. Exploitatiekosten van een schoolgebouw die schoolbesturen moeten maken ten behoeve van installaties die door het stadsdeel zijn bekostigd en die dienen om de branden inbraakveiligheid van schoolgebouwen te verbeteren.

b. Kosten voor verwarming van een schoolgebouw dat is opgenomen in "Schoolvoorbeelden, inventarisatie en selectie van schoolgebouwen buiten de Singelgracht in Amsterdam 1850-1965", opgesteld door Bureau Monumenten & Archeologie

Amsterdam, december 2004 waardoor het onvoldoende mogelijk is om isolerende maatregelen te treffen.

II Indieningsdatum

Om in aanmerking te komen voor de voorziening dienen schoolbesturen jaarlijks vóór 1

oktober na afloop van het betreffende schooljaar een aanvraag in te dienen.

III Tijdvak waarvoor voorziening wordt toegekend

De voorziening wordt per schooljaar toegekend.

IV Toekenningscriteria op grond waarvan een schoolbestuur in aanmerking komt voor een voorziening

IVa Schoolsoort

De voorziening "tegemoetkoming exploitatiekosten schoolgebouwen" is beschikbaar voor basisscholen en de school voor speciaal basisonderwijs voor de tijd dat het stadsdeel verantwoordelijk is voor de onderwijshuisvesting.

IVb Hoofdgebouw/ dislocatie/ nevenvestiging

De voorziening kan worden aangevraagd voor een hoofdgebouw, dislocatie en een nevenvestiging gelegen op het grondgebied van het stadsdeel.

V Wijze van toekenning met eventueel daarbij behorende berekeningseenheid a. Voor de installaties op een groot aantal schoolgebouwen is een onderhoudscontract afgesloten voor de brand- en inbraakinstallatie, alsmede een overeenkomst ten behoeve van aansluiting bij een meldkamer, alarmopvolging, opgeleid persoon en bloktijdenregistratie. Dit totale pakket was voorwaarde voor de verzekeraar om als stadsdeel (economisch eigenaar van de gebouwen) in aanmerking te komen voor een forse premiereductie (ca 80%) op de verzekeringspremie. Aangezien het premievoordeel volledig ten gunste komt van het stadsdeel (lokale overheid) is het redelijk dat de kosten die de scholen maken, om in aanmerking te komen voor deze reductie, te vergoeden.

De kosten komen in aanmerking voor deze vergoeding onder de volgende voorwaarden:

- hebben betrekking op de brand- en inbraakinstallatie en

- zijn onderdeel van een gecertificeerd systeem en

- zijn gehonoreerd voor premiereductie.

N.B. Onder deze kosten vallen niet de facturen die worden ontvangen voor het inschakelen van het alarmsysteem door de inschakelservice binnen de bloktijden.

b. Aannemelijk gemaakte kosten voor verwarming van een school in een schoolgebouw dat is opgenomen in "Schoolvoorbeelden, inventarisatie en selectie van schoolgebouwen buiten de Singelgracht in Amsterdam 1850-1965", opgesteld door Bureau Monumenten & Archeologie Amsterdam, december 2004. De hoogte van tegemoetkoming is 50% van de overschrijding op de rijksvergoeding van de exploitatiekosten voor verwarming. Er is een subsidieplafond aan de hand van door de stadsdeelraad ter beschikking gestelde middelen in de begroting. De uitvoeringsregels worden vastgelegd in de jaarlijkse beschikking aan het schoolbestuur. De Algemene Subsidieverordening stadsdeel Oost (2010) is van toepassing.