Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Gemeente Bellingwedde

Gemeentelijke Aansluitverordening Riolering

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OverheidsorganisatieGemeente Bellingwedde
Officiële naam regelingGemeentelijke Aansluitverordening Riolering
CiteertitelGemeentelijke Aansluitverordening Riolering gemeente Bellingwedde
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpvolkshuisvesting en woningbouw
Eigen onderwerpGemeentelijke Aansluitverordening Riolering

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

  1. Gemeentewet
  2. Gemeentewet
  3. Wet milieubeheer
Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerking-

treding

Terugwerkende

kracht tot en met

Datum uitwerking-

treding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

23-06-201101-01-2019Nieuwe regeling

09-06-2011

Streekblad 22 juni 2011

Gemeentelijke Aansluitverordening Riolering
16-06-2011Nieuwe regeling

09-06-2011

Streekblad juni 2011

Nr. 4/9-2

Tekst van de regeling

Intitulé

Gemeentelijke aansluitverordening riolering

Nr. 4/9-2;

De raad van de gemeente Bellingwedde;

gelet op het voorstel van het college van Burgemeester en Wethouders inzake het vaststellen

van een verordening voor het aansluiten op de openbare riolering;

gelet op de artikelen 149 en 229 lid 1 sub b van de Gemeentewet;

gelet op artikel 10.33 van de wet Milieubeheer;

besluit :

de volgende verordening vast te stellen:

Gemeentelijke Aansluitverordening Riolering gemeente Bellingwedde

Afdeling I. Begripsomschrijvingen

Artikel 1 Begripsbepalingen

In deze verordening wordt verstaan onder:

  • a.

    Aansluitleiding: Het particulier riool, het aansluitpunt en de perceelaansluitleiding tezamen.

  • b.

    Aansluitpunt:

    • 1.

      bij gemengde en gescheiden rioolstelsels het punt, normaliter gelegen op of binnen 0,5 meter afstand van de kadastrale eigendomsgrens van het aan te sluiten perceel, waar het particulier riool wordt aangesloten op de perceelaansluitleiding;

    • 2.

      bij drukriolering of vacuümriolering het punt waar het particulier riool wordt aangesloten op de pompput of vacuümput;

    • 3.

      bij gemeentelijke IBA’s het punt waar het particuliere riool aansluit op de gemeentelijke IBA.

  • c.

    Aanvraagformulier: het bij deze verordening behorende door het college van Burgemeester en Wethouders vast te stellen aanvraagformulier voor een aansluiting op het openbaar riool of de wijziging van een aansluitleiding.

  • d.

    Afvalwater: alle water afkomstig van een perceel, met uitzondering van hemelwater en drainagewater.

  • e.

    Bronneringswater: grondwater onttrokken ten behoeve van tijdelijke verlaging van de grondwaterstand.

  • f.

    Drainagewater: grondwater ingezameld door een ingegraven doorlatend buizensysteem.

  • g.

    Drukriolering en vacuümriolering: het openbaar riool, voor de afvoer van afvalwater (dus exclusief hemelwater en drainagewater), waarbij het transport door het riool plaats vindt door middel van met pompinstallaties veroorzaakte druk of onderdruk.

  • h.

    Gebruiker: de perceeleigenaar, de zakelijk gerechtigde van het perceel of de huurder.

  • i.

    Gemeente: de gemeente Bellingwedde.

  • j.

    Gemengd stelsel: het openbaar riool voor de afvoer van afvalwater, inclusief hemelwater.

  • k.

    Gescheiden stelsel (verbeterd): het openbaar riool met een buizenstelsel voor de afvoer van hemelwater en een buizenstelsel voor de afvoer van het afvalwater.

  • l.

    (Gemeentelijke) IBA: voorziening voor de individuele behandeling van afvalwater, in eigendom bij de gemeente.

  • m.

    Openbaar riool: het gedeelte van de riolering dat bij de gemeente in eigendom en beheer is voor de inzameling en transport van afvalwater, hemelwater en drainagewater met inbegrip van de daartoe behorende rioolgemalen, IBA’s, persleidingen en werken en installaties van overeenkomende aard, met uitzondering van de aansluitleidingen.

  • n.

    Particulier riool: de binnen de kadastrale eigendomsgrenzen van het aan te sluiten perceel gelegen binnen-, buiten- of terreinriolering tot aan het aansluitpunt.

  • o.

    Perceelaansluitleiding: het riool en voorzieningen die deel uitmaken van dit riool, tussen het openbaar riool en het aansluitpunt, in beheer bij de gemeente.

  • p.

    Rechthebbende:

    • 1.

      de eigenaar of zakelijk gerechtigde van het perceel ten behoeve waarvan de aansluiting op het openbaar riool wordt gerealiseerd en in stand gehouden;

    • 2.

      de rechtverkrijgende onder algemene of bijzondere titel van de onder 1 bedoelde personen.

Afdeling II De aansluitvergunning

Artikel 2. Vergunningsplicht

  • 1.

    Het is verboden zonder een daartoe door het college van Burgemeester en Wethoudersverleende aansluitvergunning een aansluiting op het openbaar riool of gemeentelijke IBA tot stand te brengen of te wijzigen.

  • 2.

    Burgemeester en Wethouders verlenen alleen een aansluitvergunning voor het tot standbrengen en in stand houden van een aansluiting tussen het openbaar riool of gemeentelijke IBA en de perceelaansluiting voor de afvoer van:

    • a.

      afvalwater, indien ter plaatse een gemengd stelsel aanwezig is;

    • b.

      hemelwater, indien ter plaatse een gemengd stelsel aanwezig is en het hemelwater nietop doelmatige wijze op open water of in de grond kan worden geloosd; indien de gemeente voornemens is het gemengde stelsel op termijn te vervangen door een (verbeterd) gescheiden stelsel, kan de gemeente eisen dat het afvalwater en hemelwater gescheiden wordt aangeleverd;

    • c.

      afvalwater, naar het daarvoor bedoelde buizenstelsel, indien ter plaatse een (verbeterd)gescheiden stelsel aanwezig is;

    • d.

      hemelwater, naar het daarvoor bedoelde buizenstelsel, indien ter plaatse een (verbeterd)gescheiden stelsel aanwezig is;

    • e.

      afvalwater (dus zonder hemelwater) indien ter plaatse drukriolering of vacuümrioleringaanwezig is;

    • f.

      drainagewater naar het daarvoor bedoelde stelsel indien dit ter plaatse aanwezig engeschikt is;

    • g.

      afvalwater (dus zonder hemelwater) indien ter plaatse een gemeentelijke IBA aanwezig is.

  • 3.

    Indien meer dan één aansluiting van een particulier riool op het openbaar riool tot stand dient te worden gebracht, en ook wanneer meer dan één aansluiting dient te worden gewijzigd, is het eerste lid voor iedere aansluiting of wijziging afzonderlijk van toepassing.

  • 4.

    In de aansluitingvergunning kunnen voorschriften worden opgenomen met betrekking tot:

    • a.

      het tot stand bregnen van de aansluiting en de uitvoering van het aansluitpunt, bijvoorbeeld als ontstoppingsstuk;

    • b.

      het onderhoud, de renovatie en de vervanging van de aansluiting;

    • c.

      sloopwerkzaamheden op het perceel van de belanghebbende;

    • d.

      de periode waarvoor de vergunning wordt verleend indien de aanslutiing is bedoeld voor de afvoer van bronneringswater indien het een tijdelijke aansluting betreft.

  • 5.

    Indien de rechthebbende binnen een jaar na verlening van de aansluitvergunning geen verzoek heeft gedaan de aansluiting of wijziging van de aansluiting waarop die aansluiting betrekking heeft, uit te voeren, kunnen Burgemeester en Wethouders de aansluitvergunning intrekken.

Artikel 3. De vergunningsaanvraag

  • 1.

    De aanvraag voor een aansluitvergunning wordt schriftelijk met behulp van een daartoe bestemd formulier, bij Burgemeester en Wethouders ingediend door de rechthebbende van het aan te sluiten dan wel aangesloten perceel.

  • 2.

    Bij een aanvraag om goedkeuring dienen de volgende gegevens door de rechthebbende te worden vermeld:

    • a.

      de naam en het adres van de rechthebbende;

    • b.

      burgerservicenummer;

    • c.

      de dagtekening;

    • d.

      de aanduiding dat het een verzoek om een aansluitvergunning betreft;

    • e.

      de ligging van het aan te sluiten dan wel aangesloten perceel aan de hand van straat enhuisnummer of, indien nog geen huisnummer is toegekend, aan de hand van het kadastraal nummer van het betreffende perceel en een situatieschets 1:1000 of grotere schaal;

    • f.

      voor zover het lozing van bedrijfsafvalwater betreft, de aard en de hoeveelheid van de afte voeren vloeistoffen, waarbij dient te worden aangegeven of niet-verontreinigd water,zoals regen- of koelwater, en/of verontreinigd water, zoals huishoudelijk of industrieel afvalwater, zal worden afgevoerd;

    • g.

      voor zover het enkel lozing van huishoudelijk afvalwater betreft, of er daarnaast hemelwater zal worden afgevoerd;

    • h.

      of er sprake is van afvoer van drainagewater of bronneringswater;

    • i.

      van het aan te sluiten of te wijzigen particulier riool ten minste de volgende gegevens:

      • 1.

        het leidingverloop en de dimensies van de leidingen;

      • 2.

        de plaats en het materiaal ter plaatse van het aansluitpunt;

      • 3.

        het toe te passen duidelijke verschil in kleur of symbolen tussen afvalwater, hemelwater en drainageafvoerleidingen.

      • 4.

        de wijze waarop de functies van de verschillende leidingen van het particuliere riool terplaatse van het aansluitpunt zullen worden gemarkeerd.

  • 3.

    Indien de gegevens zoals bedoeld in het tweede lid, reeds zijn vastgelegd in een voor hetperceel afgegeven omgevingsvergunning of watervergunning, kan bij de aanvraag worden volstaan met een verwijzing naar die vergunning.

  • 4.

    De aanvraag van een aansluitvergunning wordt slechts in behandeling genomen nadat bij de aanvraag alle in het tweede lid vermelde gegevens in het bezit van de gemeente zijn. Bij het ontbreken van gegevens wordt de rechthebbende daaeover geïnformeerd en in de gelegenheid gesteld deze gegevens alsnog aan te vullen.

Artikel 4. Het weigeren van een aansluitvergunning

  • 1.

    Een aansluitvergunning kan slechts worden geweigerd indien aansluiting van de aansluitleiding op het openbaar riool of wijziging van die aansluiting vanwege technische, juridische, milieutechnische of milieueconomische redenen bezwaarlijk is.

  • 2.

    Aansluiting van het particulier riool op het openbaar riool respectievelijk de IBA of wijziging van die aansluiting is in ieder geval bezwaarlijk indien:

    • a.

      de hoogteligging van het aansluitpunt (binnenonderkant buis) lager ligt dan de bovenzijdevan het openbaar riool, vermeerderd met 200 mm en de benodigde hoogte voor het afschot van de aansluitleiding (1 %);

    • b.

      de bovenzijde van een lozingtoestel lager is gelegen dan 150 mm boven de kruin van destraat, tenzij via een pompinstallatie voorzien van terugslagklep wordt aangesloten;

    • c.

      de gevraagde aansluiting een samengevoegde voorziening (hemelwater en afvalwater)betreft, terwijl een gescheiden openbaar riool aanwezig is;

    • d.

      de gevraagde aansluiting een lozing voor afvalwater en/of bronneringswater betreft,waarvoor krachtens de geldende milieuwetgeving een vergunning benodigd is, maar niet is verleend, of niet aan de geldende algemene regels is voldaan;

    • e.

      het openbaar riool ter plaatse niet over voldoende capaciteit beschikt om de hoeveelheidte lozen vloeistoffen te kunnen afvoeren;

    • f.

      het een lozing van niet-verontreinigd drainagewater betreft op een gemengd stelsel voorde afvoer van afvalwater inclusief hemelwater;

    • g.

      de gevraagde aansluiting een afvoerleiding voor niet-verontreinigd bronneringswaterbetreft, die zonder bezwaar op het oppervlaktewater kan worden aangesloten of middels retourbemaling kan worden afgevoerd;

    • h.

      een omgevingsvergunning of een vergunning in het kader van de Wet milieubeheer voorhet aan te sluiten perceel is geweigerd;

    • i.

      de gevraagde aansluiting een samengevoegde voorziening betreft, terwijl een gemengdriool aanwezig is waar geen of slechts een deel van het regenwater gewenst is;

    • j.

      de gemeente voor het perceel waarvoor de aansluitvergunning wordt aangevraagd, vanGedeputeerde Staten een ontheffing heeft verkregen op grond van art. 10.33 lid 3 Wet Milieubeheer.

  • 3.

    Een weigering van een aansluitvergunning is met redenen omkleed, waarbij het college de nadere eisen aangeeft waaraan het particulier riool dient te voldoen om voor vergunningverlening in aanmerking te komen.

Artikel 5. Verlening van de aansluitvergunning

  • 1.

    Burgemeester en Wethouders besluiten binnen 8 weken na ontvangst op de aanvraag.

  • 2.

    In afwijking van het eerste lid houden Burgemeester en Wethouders de beslissing omtrent een aanvraag van een aansluitvergunning aan indien er geen reden is de vergunning te weigeren: als voor het aan te sluiten perceel nog een aanvraag moet worden gedaan of inbehandeling is voor een omgevingsvergunning krachtens artikel 2.1 lid 1 van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht.

  • 3.

    Rechthebbende wordt zo spoedig mogelijk van de aanhouding op de hoogte gesteld.

  • 4.

    Na verlening van de in lid 2 bedoelde vergunningen, nemen Burgemeester en Wethouders alsnog binnen 8 weken een besluit op de aanvraag.

Afdeling III De aansluiting

Artikel 6. Het verzoek tot aansluiting, aanleg of wijziging perceelaansluitleiding

  • 1.

    De rechthebbende, aan wie een ingevolge afdeling II een aansluitvergunning is verleend, kan het college verzoeken de aansluiting of wijziging van de aansluiting waarop die vergunning betrekking heeft te realiseren. De rechthebbende dient hiertoe een daartoe strekkend schriftelijk verzoek bij het college met tenminste de volgende gegevens:

    • a.

      de naam en het woonadres van de rechthebbende;

    • b.

      het nummer van de aansluitvergunning;

    • c.

      de door rechthebbende gewenste datum van uitvoering.

  • 2.

    Het verzoek tot aansluiting wordt slechts in behandeling genomen, indien deze gegevens volledig zijn vermeld.

  • 3.

    Indien de kosten van de aanleg van de aansluiting al zijn voldaan uit hoofde van eeneerder door de rechthebbende met de gemeente gesloten overeenkomst, dient de rechthebbende dit naast de in het tweede lid bedoelde gegevens bij het verzoek tot aansluiting te vermelden.

  • 4.

    Zo spoedig mogelijk, doch uiterlijk binnen vier weken na de ontvangst van het verzoek, stelt het college zoveel mogelijk in overleg met rechthebbende een termijn vast voor uitvoering van de aansluiting. Bij vaststelling van het tijdstip van uitvoering wordt zoveel mogelijk rekening gehouden met het door de rechthebbende gewenste tijdstip.

Artikel 7. Uitvoering aanleg of wijziging van een aansluitleiding

  • 1.

    De uitvoering van de aanleg of wijziging van de perceelaansluitleiding, inclusief hetaansluitpunt, vindt niet plaats anders dan door of namens de gemeente.

  • 2.

    De rechthebbende voert zelf de aansluiting uit van het particulier riool op het aansluitpunt.De rechthebbende onttrekt het aansluitpunt na melding aan Burgemeester en Wethouders dat de aansluiting is uitgevoerd, gedurende drie werkdagen niet aan het zicht voor controle door de gemeente.

  • 3.

    De aansluiting van het particulier riool op het aansluitpunt vindt slechts plaats, als het aan tesluiten particulier riool tot aan het aansluitpunt aanwezig is en voldoet aan de daaraan op grond van het Bouwbesluit, de gemeentelijke Bouwverordening de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht, de Wet milieubeheer en de onderhavige Gemeentelijke aansluitverordening riolering te stellen eisen

Afedeling IV Kosten

Artikel 8. Kosten voor het aansluiten op het openbaar riool

  • 1.

    Het college stelt de kosten van de aanleg van de perceelaansluitleiding inclusief aansluitpunt vast op basis van de door de gemeente geraamde werkelijke kosten.

  • 2.

    De gemeente kan niet worden gehouden tot feitelijke uitvoering over te gaan, voordat de verschuldigde kosten uit lid 1 door de rechthebbende aan de gemeente zijn voldaan.

  • 3.

    Indien de kosten voor de aanleg van het openbaar riool, het aansluiten op het openbaar riool en de aanleg of wijziging van de aansluitleiding reeds zijn voldaan uit hoofde van een eerder door de rechthebbende met de gemeente gesloten overeenkomst, worden er geen kosten in rekening gebracht.

Afdeling V Beheer en Onderhoud

Artikel 9. Onderhoud, renovatie en vervanging

  • 1.

    Het beheer, onderhoud, renovatie dan wel de vervanging van de perceelaansluitleidingwordt uitgevoerd door of namens de gemeente en voor rekening van de gemeente, tenzij het aannemelijk is dat de desbetreffende onderhouds- dan wel herstelwerkzaamheden dienen teworden uitgevoerd ten gevolge van een onjuist gebruik van het particulier riool, in welk geval de kosten voor rekening van de rechthebbende of veroorzaker komen.

  • 2.

    Onder onjuist gebruik wordt in ieder geval begrepen:

    • a.

      het via deze aansluiting lozen van stoffen die vanwege hun aard en samenstelling,verstoppingen in de aansluitleiding of het openbaar riool veroorzaken;

    • b.

      het via deze aansluiting lozen van stoffen die, door hun aard of concentratie, deconstructie van de aansluitleiding aantasten of schadelijk zijn voor het milieu en/of stankoverlast veroorzaken zoals oplosmiddelen en aardolieproducten;

    • c.

      het lozen van hemelwater en/of drainagewater op de drukriolering of vacuümriolering;

    • d.

      het lozen van hemelwater en/of drainagewater op de afvalwaterleiding van het(verbeterd) gescheiden stelsel.

  • 3.

    De kosten voor het onderhoud van het particulier riool komen voor rekening van de rechthebbende, tenzij onomstotelijk vaststaat dat de noodzaak tot onderhoud is veroorzaakt door inspoeling vanuit het openbaar riool.

  • 4.

    Onder renovatie wordt tevens begrepen het aanpassen van de perceelsaansluiting ten gevolge van een wijziging van het openbaar riool.

Artikel 10. Calamiteiten

  • 1.

    Bij een verstopping of andere storing in het riool graaft de rechthebbende het aansluitpunt/ontstoppingsstuk op en onderzoekt of het een verstopping of een storing betreft in het particulier riool of in de perceelaansluitleiding. Als het aansluitpunt/ontstoppingsstuk verstopt is zit de verstopping in het openbaar riool. Als het aansluitpunt/ontstoppingspunt niet verstopt is zit de verstopping in het particuliere riool.

  • 2.

    Indien na het in lid 1 bedoelde onderzoek wordt vermoed dat sprake is een verstopping of storing als gevolg van inspoeling vanuit het openbaar riool, neemt de rechthebbende of de gebruiker contact op met de gemeente voor het verrichten van de noodzakelijke werkzaamheden.

  • 3.

    Indien na het in lid 1 bedoelde onderzoek blijkt dat er sprake is van een verstopping of storing in het particulier riool dient de rechthebbende deze verstopping of storing zelf te verhelpen.

  • 4.

    Indien bij of na het verrichten van de in lid 2 bedoelde werkzaamheden door de gemeente blijkt dat de kosten van deze werkzaamheden op grond van artikel 9 voor rekening van de rechthebbende of gebruiker behoren te zijn, worden de door de gemeente gemaakte kosten bij de vergunninghouder in rekening gebracht.

Afedeling VI Verwijdering aansluiting, sloop

Artikel 11. Zorgplicht

  • 1.

    Bij sloopwerkzaamheden of andere werkzaamheden op een op het openbaar riool aangesloten perceel, moeten door de rechthebbende zodanige voorzieningen aan het particulier riool worden getroffen dat verzanding van het openbaar riool en de aansluitleidingwordt voorkomen.

  • 2.

    Indien de rechthebbende bij sloopwerkzaamheden niet voldoet aan de in het eerste lid omschreven zorgplicht, heeft de gemeente de bevoegdheid de aansluiting op het openbaarriool af te sluiten en de hieraan verbonden kosten te verhalen op de rechthebbende.

  • 3.

    Indien het gebruik van een aansluiting definitief wordt beëindigd, is de rechthebbendeverplicht de gemeente hiervan in kennis te stellen.

  • 4.

    Indien het gebruik van een aansluitleiding definitief wordt beëindigd, wordt de op deaansluitleiding betrekking hebbende vergunning ingetrokken.

Afdeling VII Overgangs- en slotbepalingen

Artikel 12. Overgangsrecht

  • 1.

    De aanvragen tot aansluiting en aanleg of wijziging van een aansluitleiding, die voor dedatum van inwerkingtreding van deze verordening zijn ingediend, vallen onder de bepalingen van deze verordening.

  • 2.

    Op aansluitingen die op het moment van de inwerkingtreding van deze verordeningkrachtens de tot dan toe geldende regelgeving en voorschriften tot stand zijn gebracht, zijnde bepalingen van afdeling V en afdeling VI van deze verordening rechtstreeks van toepassing.

  • 3.

    Bij strijd van deze verordening met bepalingen in overeenkomsten gesloten tussen degemeente en de rechthebbende, prevaleert het bepaalde in deze overeenkomsten.

Artikel 13. Hardheidsclausule

Burgemeester en Wethouders kunnen van de bepalingen in de afdeling II afwijken voor zover toepassing gelet op het belang dat deze regeling beoogt te beschermen, zal leiden tot onbillijkheid van overwegende aard.

Artikel 14. Inwerkingtreding en citeertitel

  • 1.

    Deze verordening treedt in werking op de eerste dag volgend op die van haarbekendmaking.

  • 2.

    Deze verordening kan worden aangehaald als: ‘Gemeentelijke Aansluitverordening Rioleringgemeente Bellingwedde’.

Ondertekening

Aldus vastgesteld in de openbare raadsvergadering van 9 juni 2011

De griffier De voorzitter