Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Deelgemeente Amsterdam - West

Verordening Stadsvernieuwing West 2013

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OverheidsorganisatieDeelgemeente Amsterdam - West
Officiële naam regelingVerordening Stadsvernieuwing West 2013
CiteertitelSubsidieverordening Stadsvernieuwing West 2013
Vastgesteld doordeelraad
Onderwerp
Eigen onderwerpVolkshuisvesting en wonen

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Datum ondertekening inwerkingtredingsbesluit:

Bron bekendmaking inwerkingtredingsbesluit: -

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Gemeentewet, art. 149

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

Geen

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerking-

treding

Terugwerkende

kracht tot en met

Datum uitwerking-

treding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

01-01-201301-10-2016nieuwe regeling

18-12-2012

Stadsblad De Echo, 2 januari 2013

-

Tekst van de regeling

Subsdieverordening Stadsvernieuwing West 2013

Hoofdstuk 1

Artikel 1 Begripsbepalingen
  • In deze verordening wordt verstaan onder:

  • a. Dagelijks Bestuur: het Dagelijks Bestuur van stadsdeel West;

  • b. eigenaar. onder eigenaar wordt mede verstaan:

    • 1.

      de houder van een recht van opstal;

    • 2.

      de erfpachter,

    • 3.

      de houder van een appartementsrecht;

    • 4.

      de vruchtgebruiker

    • 5.

      degene aan wie een rechtspersoon deelnemings- of lidmaatschapsrechten heeft verleend die recht geven op het gebruik van een woning, een gebouw of een gedeelte van een gebouw;

  • c. eigenaar-bewoner. de bewoner van een woning of gebouw welke bewoner daarvan tevens eigenaar is;

  • d. eigenaar-verhuurder: de eigenaar van verhuurde of te verhuren woningen, niet zijnde een woningcorporatie;

  • e. onderhoudsplan: een door het Dagelijks Bestuur goedgekeurd overzicht van onderhoudswerkzaamheden die gedurende een periode van vijftien jaar nodig worden geacht, om het bouwtechnische kwaliteitsniveau dat met de voorzieningen is of zal worden bereikt, te handhaven;

  • f. Raad: de Raad van het stadsdeel West;

  • g. splitsing. het splitsen van een recht op een gebouw in appartementsrechten of het verlenen van deelnemings- of lidmaatschapsrechten of het aangaan van een verbintenis daartoe door een natuurlijke of een rechtspersoon;

  • h. subsidie-op-termijn: subsidie die betaalbaar gesteld wordt aan het einde van het lopende kwartaal van het jaar gelegen 15 jaren na de vaststelling van de subsidie;

  • i. woningcorporatie: een toegelaten instelling als bedoeld in artikel 70 van de Woningwet, werkzaam in de gemeente Amsterdam.

  • j Hardheidsclausule. In bijzondere gevallen kan het Dagelijks Bestuur in het belang van de stadsvemieuwing afwijken van de bepalingen van deze verordening.

Hoofdstuk 2

Artikel 2.6 Splitsing door eigenaar bewoner .
  • 1. De subsidie wordt verstrekt onder de verplichting dat de eigenaar-bewoner, of zijn rechtsopvolger, gedurende vijftien jaar na de definitieve subsidievaststelling van de subsidie:

    • a.

      geen splitsingsvergunning aanvraagt,

    • b.

      niet tot splitsing overgaat van het gebouw in appartementsrechten,

    • c.

      het gebouw niet inbrengt in een vereniging of vennootschap tot verlening van deelnemings- of lidmaatschapsrechten, indien deze deelnemings- of lidmaatschapsrechten recht geven op het gebruik van een of meer gedeelten van het gebouw als woning. Deze verplichtingen moeten als kwalitatieve verbintenis worden opgenomen in de akte van vervreemding.

  • 2. Indien de eigenaar of zijn rechtsopvolger handelt in strijd met het bepaalde in het eerste lid meldt hij dit terstond aan het Dagelijks Bestuur.

  • 3. Indien de eigenaar of zijn rechtsopvolger handelt in strijd met het bepaalde in het eerste lid wijzigt het Dagelijks Bestuur de vaststelling van de subsidie op de hiema volgende wijze:

    • -

      in het eerste tot en met het vijfde jaar na vaststelling wordt de subsidie gewijzigd in 0%,

    • -

      in het zesde tot en met het tiende jaar na vaststelling wordt de subsidie gewijzigd in 25%,

    • -

      in het elfde tot en met het vijftiende jaar na vaststelling wordt de subsidie gewijzigd in 50%, van de oorspronkelijke subsidie.

  • 4. Bij het niet naleven van de in het tweede lid genoemde meldingsplicht wijzigt het Dagelijks Bestuur de vaststelling van de subsidie in 0% van de oorspronkelijke subsidie.

Artikel 2.7 Onderhoudsverplichting.
  • 1. Subsidie op grond van dit hoofdstuk wordt slechts verstrekt onder de verplichting dat de eigenaar-bewoner, alsmede een rechtsopvolger, de woning onderhoudt conform het onderhoudsplan zoals bedoeld in artikel 1.1, onder m, van de aanvraag, gedurende een periode van 15 jaar na vaststelling van de subsidie.

  • 2. De in het eerste lid bedoelde verplichting moet als kwalitatieve verbintenis worden opgenomen in de akte van vervreemding.

Artikel 2.8 Tussentijdse vervreemding.
  • 2. Indien een eigenaar-bewoner een woning, waarvoor een subsidie-op-termijn is verstrekt, binnen 15 jaar na vaststelling van de subsidie vervreemdt of er een andere dan een woonbestemming aan geeft, wijzigt het Dagelijks Bestuur de subsidie, op de hiema volgende wijze:

    • in het eerste jaar na vaststelling wordt de subsidie gewijzigd in 40%,

    • in het tweede jaar na vaststelling wordt de subsidie gewijzigd in 45%,

    • in het derde jaar na vaststelling wordt de subsidie gewijzigd in 48%,

    • in het vierde jaar na vaststelling wordt de subsidie gewijzigd in 51 %,

    • in het vijfde jaar na vaststelling wordt de subsidie gewijzigd in 54%,

    • in het zesde jaar na vaststelling wordt de subsidie gewijzigd in 57%,

    • in het zevende jaar na vaststelling wordt de subsidie gewijzigd in 60%,

    • in het achtste jaar na vaststelling wordt de subsidie gewijzigd in 63%,

    • in het negende jaar na vaststelling wordt de subsidie gewijzigd in 66%,

    • in het tiende jaar na vaststelling wordt de subsidie gewijzigd in 70%,

    • in het elfde jaar na vaststelling wordt de subsidie gewijzigd in 74%,

    • in het twaalfde jaar na vaststelling wordt de subsidie gewijzigd in 78%,

    • in het dertiende jaar na vaststelling wordt de subsidie gewijzigd in 83%,

    • in het veertiende jaar na vaststelling wordt de subsidie gewijzigd in 88%,

    • in het vijftiende jaar na vaststelling wordt de subsidie gewijzigd in 94%,

    • van de oorspronkelijke subsidie.

  • 3. De, met inachtneming van het in het tweede lid bepaalde, gewijzigde subsidie wordt binnen acht weken na vaststelling uitbetaald.

  • 4. In bijzondere gevallen kan het Dagelijks Bestuur afwijken van het bepaalde in het vorige lid.

  • 5. Indien een eigenaar een woning, waarvoor subsidie-op-termijn is verstrekt binnen vijftien jaar na de subsidievaststelling , vervreemdt of er een andere dan een woonbestemming aan geeft, meldt de eigenaar dit terstond aan het stadsdeel.

  • 6 Bij het niet naleven van de in vijfde lid genoemde meldingsplicht wijzigt het Dagelijks Bestuur de subsidie in 25% van de oorspronkelijke subsidie.

  • 7. Het in de vorige leden bepaalde is niet van toepassing, indien de woning in eigendom wordt overgedragen aan de gemeente of woningcorporatie.

Artikel 2.10 Vaststelling en uitbetaling van de subsidie.
  • 1. De subsidie-op-termijn wordt betaalbaar gesteld aan het einde van het lopende kwartaal van het jaar gelegen 15 jaren na de vaststelling van de subsidie.

  • 2. Uitbetaling vindt plaats nadat het Dagelijks Bestuur heeft besloten dat het onderhoud volgens het onderhoudsplan heeft plaatsgevonden overeenkomstig de verplichtingen van artikel 2.7.

  • 3. Uitbetaling van de subsidie geschiedt uitsluitend op een bij de gereedmelding door de aanvrager op te geven bank- of girorekening, tenzij anders met de subsidieontvanger is overeengekomen.

Hoofdstuk 3

Artikel 3.5 Tussentijdse vervreemding niet-ingrijpende particuliere huurwoningen.
  • 2. Indien een eigenaar een woning, waarvoor een subsidie-op-termijn is verstrekt, binnen tien jaar na vaststelling van de subsidie, vervreemdt of er een andere dan een woonbestemming aan geeft, wijzigt het Dagelijks Bestuur de vaststelling van de subsidie-ineens op de hierna volgende wijze:

    • -

      in het eerste jaar na vaststelling wordt de subsidie gewijzigd in 40%,

    • -

      in het tweede jaar na vaststelling wordt de subsidie gewijzigd in 45%,

    • -

      in het derde jaar na vaststelling wordt de subsidie gewijzigd in 53%,

    • -

      in het vierde jaar na vaststelling wordt de subsidie gewijzigd in 57%,

    • -

      in het vijfde jaar na vaststelling wordt de subsidie gewijzigd in 61 %,

    • -

      in het zesde jaar na vaststelling wordt de subsidie gewijzigd in 66%,

    • -

      in het zevende jaar na vaststelling wordt de subsidie gewijzigd in 72%,

    • -

      in het achtste jaar na vaststelling wordt de subsidie gewijzigd in 85%,

    • -

      in het negende jaar na vaststelling wordt de subsidie gewijzigd in 92%,

    • van de oorspronkelijke subsidie.

  • 3. De, met inachtneming van het in het tweede lid bepaalde, gewijzigde subsidie wordt binnen acht weken na vaststelling uitbetaald.

  • 4. In bijzondere gevallen kan het Dagelijks Bestuur afwijken van het bepaalde in het vorige lid.

  • 5. Indien een eigenaar een woning, waarvoor subsidie-op-termijn is verstrekt binnen tien jaar na de subsidievaststelling, vervreemdt of er een andere dan een woonbestemming aan geeft, meldt de eigenaar dit terstond aan het Dagelijks Bestuur.

  • 6. Bij het niet naleven van de in het vijfde lid genoemde meldingsplicht wijzigt het Dagelijks Bestuur de subsidie in 25% van de oorspronkelijke subsidie.

  • 7. Het bepaalde in de vorige leden is niet van toepassing, indien de woning in eigendom wordt overgedragen aan de gemeente of een woningcorporatie.

Artikel 3.6 Splitsing.
  • 1. De subsidie wordt verstrekt onder de verplichting dat de eigenaar, of zijn rechtsopvolger, gedurende vijftien jaar na de vaststelling van de subsidie:

    • a.

      geen splitsingsvergunning aanvraagt,

    • b.

      niet tot splitsing overgaat van het gebouw in appartementsrechten,

    • c.

      het gebouw niet inbrengt in een vereniging of vennootschap tot verlening van deelnemings- of lidmaatschapsrechten, indien deze deelnemings- of lidmaatschapsrechten recht geven op het gebruik van een of meer gedeelten van het gebouw als woning. Deze verplichtingen moeten als kwalitatieve verbintenis worden opgenomen in de akte van vervreemding.

  • 2. Indien de eigenaar of zijn rechtsopvolger handelt in strijd met het bepaalde in het eerste lid meldt hij dit terstond aan het Dagelijks Bestuur.

  • 3. Indien de eigenaar of zijn rechtsopvolger handelt in strijd met het bepaalde in het eerste lid wijzigt het Dagelijks Bestuur de vaststelling van de subsidie op de hierna volgende wijze:

    • -

      in het eerste tot en met het vijfde jaar na vaststelling wordt de subsidie gewijzigd in 0%,

    • -

      in het zesde tot en met het tiende jaar na vaststelling wordt de subsidie gewijzigd in 25%,

    • -

      in het elfde tot en met het vijftiende jaar na vaststelling wordt de subsidie gewijzigd in 50%,

    • van de oorspronkelijke subsidie.

  • 4. Bij het niet naleven van de in het tweede lid genoemde meldingsplicht wijzigt het Dagelijks Bestuur de vaststelling van de subsidie in 0% van de oorspronkelijke subsidie.

Artikel 3.7 Vaststelling en uitbetaling van de subsidie.
  • Het bepaalde in artikel 2.10 is van overeenkomstige toepassing met dien verstande dat voor "15 jaar" moet worden gelezen: "10 jaar".

Hoofdstuk 4 Overgang- en slotbepalingen

Artikel 4.1 overgangsregeling
  • Aanvragen die zijn vastgesteld vóór de datum van inwerkingtreding van deze verordening en die door het Dagelijks Bestuur opnieuw moeten worden vastgesteld, worden afgehandeld volgens deze gewijzigde verordening.

Artikel 4.2 Hardheidsclausule
  • Het Dagelijks bestuur kan in bijzondere gevallen afwijken van het bepaalde in deze regeling of bepalingen buiten toepassing laten, voor zover toepassing ervan leidt tot een onbillijkheid van overwegende aard.

Artikel 4.3 Inwerkingtreding
  • Dit besluit treedt in werking op 1 januari 2013

Artikel 4.4 Citeertitel
  • De gewijzigde verordening wordt aangehaald als "Subsidieverordening Stadsvernieuwing West 2013."

Toelichting

Algemeen

Subsidie in de zin van de Awb is de aanspraak op financiële middelen, door een bestuursorgaan verstrekt, met het oog op bepaalde activiteiten van de aanvrager, anders dan als betaling voor aan het bestuursorgaan geleverde goederen of diensten.

Subsidieverstrekking moet gebaseerd zijn op een verordening, tenzij het een incidentele subsidie betreft.

In het subsidieproces zijn drie belangrijke momenten, te weten de subsidieverlening, de subsidievaststelling en de betaling. De subsidieverlening is de beschikking waarbij een subsidie wordt toegekend "voor een bepaalde - meestal toekomstige - activiteit". De aanvrager verkrijgt een voorwaardelijke aanspraak op subsidie.

De subsidievaststelling geeft aanspraak op betaling van het vastgestelde bedrag. Ten tijde van de vaststelling moet duidelijk zijn dat de activiteiten zijn uitgevoerd overeenkomstig de aan de subsidie verbonden verplichtingen, tenzij de subsidie voor de aanvang van de activiteiten wordt vastgesteld. Verder geeft de Awb een regeling voor het subsidieplafond en de verdeelregels. Het subsidieplafond is noodzakelijk om te voorkomen dat regelingen een open einde karakter krijgen. Als er geen subsidieplafond is vastgesteld mag er niet worden afgewezen op grond van het feit dat er geen geld meer beschikbaar is. Er dient dan elders op de begroting geld gevonden te worden. Bij de vaststelling van een subsidieplafond dient tegelijkertijd een wijze van verdelen te worden bepaald. De Awb geeft ook voorschriften ten aanzien van gronden tot weigering, het intrekken en wijzigen van de verleende of vastgestelde subsidie.

Op grond van deze verordening kan geen subsidie worden aangevraagd. Alleen nog lopende, reeds vastgestelde subsidie-op-termijn aanvragen, kunnen op grond van deze verordening opnieuw worden vastgesteld.

Bij subsidie -op-termijn voor eigenaar-bewoners gaat het erom dat de subsidie na 15 jaar wordt uitgekeerd in plaats van een uitkering direct na gereedkoming van de verbetering. Gedurende deze 15 jaar wordt de contante waarde van het gewenste bedrag belegd bij de Stichting Nationaal Restauratiefonds (NRF).

Bij particuliere huurwoningen wordt de subsidie -op-termijn na 10 jaar uitgekeerd in plaats van na 15 jaar. Gedurende deze 10 jaar wordt de contante waarde van het gewenste bedrag belegd bij het Stichting Nationaal Restauratiefonds (NRF).