Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Deelgemeente Amsterdam - Noord

Bomenverordening stadsdeel Noord 2012

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OverheidsorganisatieDeelgemeente Amsterdam - Noord
Officiële naam regelingBomenverordening stadsdeel Noord 2012
CiteertitelBomenverordening stadsdeel Noord 2012
Vastgesteld doordeelraad
Onderwerp
Eigen onderwerpNatuur, milieu en beheer openbare ruimte

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Datum ondertekening inwerkingtredingsbesluit: 19-12-2012

Bron bekendmaking inwerkingtredingsbesluit: Noord-Amsterdams Nieuwsblad 25-12-2012

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Gemeentewet, art. 149

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

Geen

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerking-

treding

Terugwerkende

kracht tot en met

Datum uitwerking-

treding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

01-01-201301-10-2016nieuwe regeling

19-12-2012

Noord-Amsterdams Nieuwsblad 25-12-2012

5640-A

Tekst van de regeling

Inhoud

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

  • In deze verordening wordt verstaan onder:

    • a.

      beschermwaardige houtopstand: houtopstand die geplaatst is op de lijst als bedoeld in artikel 10;

    • b.

      boom: een houtachtig, opgaand gewas zowel levend als afgestorven, met een omtrek van de stam van minimaal 31 centimeter op 130 centimeter hoogte boven het maaiveld; in geval van meerstammigheid geldt de omtrek van de dikste stam;

    • c.

      dagelijks bestuur: het dagelijks bestuur van het stadsdeel Noord;

    • d.

      dunnen: vellen dat uitsluitend als een verzorgingsmaatregel ter bevordering van de groei van de overblijvende houtopstand moet worden beschouwd ;

    • e.

      hakhout: boomvormers of andere houtachtige gewassen, die na te zijn geknot tot bij de grond opnieuw op de stronk uitlopen;

    • f.

      houtopstand: één of meer bomen, hakhout, boomvormers of andere houtachtige gewassen die onderdeel uitmaken van een houtwal, een grotere (lint)begroeiing van heesters en struiken of een beplanting van bosplantsoen, met de onder sub b genoemde minimale omtrek;

    • g.

      kandelaberen: het voor meer dan 40% gelijkmatig weghalen van de takken die de kroon van een boom vormen;

    • h.

      knotten: periodiek geheel of gedeeltelijk verwijderen van uitgelopen takhout tot op de oude snoeiplaats;

    • i.

      monetaire boomwaarde: de financiële waarde van een boom of houtopstand zoals getaxeerd volgens de richtlijnen van de Nederlandse Vereniging van Taxateurs van Bomen;

    • j.

      vellen: rooien, kappen, kandelaberen of verplanten, evenals het verrichten van handelingen die de dood of ernstige beschadiging of ontsiering van de houtopstand tot gevolg kunnen hebben.

Artikel 2 Bepalen bebouwde kom

  • Voor de toepassing van deze verordening wordt voor het vaststellen van de bebouwde kom, als bedoeld in artikel 1, vijfde lid van de Boswet, het meest recente besluit van de gemeenteraad daarover aangehouden.

Artikel 3 Verbod om te vellen

  • 1. Het is verboden zonder vergunning van het dagelijks bestuur een houtopstand te vellen of te doen vellen.

  • 2. Het eerste lid geldt niet voor een houtopstand als bedoeld in artikel 15 tweede en derde lid van de Boswet.

  • 3. Het eerste lid geldt bovendien niet voor:

    • a.

      het vellen van een houtopstand krachtens de Plantenziektewet;

    • b.

      het knotten als noodzakelijke beheermaatregel ter uitvoering van regulier onderhoud dan wel het dunnen van een houtopstand;

    • c.

      het vellen van een houtopstand in verband met een spoedeisend belang voor de openbare orde of een direct gevaar voor personen of goederen, mits het dagelijks bestuur hiervoor toestemming verleent;

    • d.

      het nemen van maatregelen ter bestrijding van iepziekte als bedoeld in artikel 5.10 van de Algemene Plaatselijke Verordening.

    • e.

      houtopstanden in tuinen met een oppervlakte van minder dan 100 vierkante meter tenzij sprake is van een beschermwaardige houtopstand als bedoeld in artikel 10.

  • 4. Het is verboden zonder vergunning van het dagelijks bestuur een houtopstand te vellen of te doen vellen die op grond van artikel 7 of artikel 9 is geplant, ook als deze nog niet de omvang heeft bereikt zoals bedoeld in artikel 1 onder b.

  • 5. Indien op grond van artikel 2.4 van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht gedeputeerde staten van de provincie Noord-Holland of een minister bevoegd is om te beslissen op de aanvraag om een vergunning voor het vellen of doen vellen van een houtopstand, dient in de leden 1 en 4 in plaats van "dagelijks bestuur*" te worden gelezen: gedeputeerde staten van Noord-Holland respectievelijk de minister.

Artikel 4 Aanvraag

  • De vergunning moet worden aangevraagd door, namens of met toestemming van de zakelijk gerechtigde tot een houtopstand.

Artikel 5 Weigeringsgronden

  • 1. De vergunning kan worden geweigerd in verband met:

    • a.

      de natuur- en milieuwaarde van de houtopstand;

    • b.

      de waarde van de houtopstand voor het stadsschoon of het landschap;

    • c.

      de cultuurhistorische waarde van de houtopstand;

    • d.

      de waarde van de houtopstand voor de leefbaarheid.

  • 2. Behoudens voor verplanten wordt de vergunning geweigerd voor het vellen van een houtopstand die voorkomt op de lijst van beschermwaardige houtopstanden als bedoeld in artikel 10; hiervan kan alleen worden afgeweken als sprake is van zwaarwegende omstandigheden.

  • 3. Bij de toepassing van de in het eerste lid genoemde weigeringsgronden houdt het dagelijks bestuur rekening met het bomenbeleidsplan dat is vastgesteld.

Artikel 6 Vergunningsvoorschriften

  • Het dagelijks bestuur kan voorschriften aan de vergunning verbinden ter bescherming van de in artikel 5, eerste lid genoemde waarden.

Artikel 7 Herplantplicht

  • 1. Het dagelijks bestuur verbindt aan de vergunning het voorschrift dat binnen een door het dagelijks bestuur te bepalen termijn en overeenkomstig door het dagelijks bestuur te geven aanwijzingen wordt herplant, tenzij zwaarwegende argumenten zich daartegen verzetten.

  • 2. Het dagelijks bestuur kan bepalen dat herplant geschiedt met een houtopstand of met groen dat kwalitatief vergelijkbaar is met gevelde houtopstand.

  • 3. Als herplant of kwalitatieve compensatie niet tot de mogelijkheden behoort, wordt aan de vergunning het voorschrift verbonden dat de monetaire boomwaarde van de gevelde houtopstand wordt gestort in de voorziening groencompensatie van het stadsdeel of een vergelijkbare gemeentelijke herplantregeling.

  • 4. Bij voorgeschreven herplant of kwalitatieve compensatie wordt aangegeven binnen welke termijn en op welke wijze niet aangeslagen beplanting moet worden vervangen.

Artikel 8 Intrekking

  • 1. De vergunning vervalt als daar niet binnen twee jaar na het onherroepelijk worden van de vergunning gebruik van wordt gemaakt.

  • 2. Indien de omstandigheden daartoe nopen kan het dagelijks bestuur bij het verlenen van de vergunning gemotiveerd afwijken van het bepaalde in lid 1.

Artikel 9 Aanschrijvingsbevoegdheid

  • 1. Het dagelijks bestuur schrijft de zakelijk gerechtigde tot een houtopstand, waarop het verbod als bedoeld in artikel 3 van toepassing is en die zonder vergunning is geveld of op andere wijze is teniet gegaan, aan om tot herplant over te gaan. Artikel 7 is van overeenkomstige toepassing op een aanschrijving.

  • 2. Het voorgaande lid is van overeenkomstige toepassing op een houtopstand die moet worden geveld krachtens de Plantenziektewet of vanwege een spoedeisend belang als bedoeld in artikel 3, derde lid sub c.

  • 3. Het dagelijks bestuur schrijft de zakelijk gerechtigde tot een houtopstand waarop een verbod tot vellen van toepassing is en die ernstig in zijn voortbestaan wordt bedreigd aan tot het treffen van voorzieningen waardoor die bedreiging wordt weggenomen.

  • 4. Als aannemelijk is dat een voorgenomen bouw of aanleg gevolgen heeft voor de duurzame instandhouding van een beschermwaardige houtopstand als bedoeld in artikel 10, kan het dagelijks bestuur degene die voornemens is de werkzaamheden uit te voeren aanschrijven om een bomen effect analyse te laten opstellen.

  • 5. Degene tot wie de aanschrijving zich richt is verplicht hieraan te voldoen.

Artikel 10 Lijst van beschermwaardige houtopstanden

  • 1. Het dagelijks bestuur kan een lijst opstellen van beschermwaardige houtopstanden.

  • 2. Deze lijst omvat ten minste een omschrijving van de beschermwaardige houtopstand, de standplaats, het kadastrale perceelnummer, de zakelijk gerechtigde en de reden voor plaatsing op de lijst.

  • 3. Het dagelijks bestuur kan een adviescommissie beschermwaardige houtopstanden instellen die hem adviseert over de plaatsing van houtopstanden op de lijst.

  • 4. Als een adviescommissie wordt ingesteld stelt het dagelijks bestuur een reglement vast, waarin samenstelling, functioneren en werkwijze van de adviescommissie wordt geregeld.

  • 5. De zakelijk gerechtigde tot een houtopstand die op de lijst is geplaatst, is verplicht schriftelijk aan het college mededeling te doen van:

    • a.

      de overdracht van rechten op de houtopstand;

    • b.

      het geheel of gedeeltelijk tenietgaan van de houtopstand anders dan door velling op grond van een vergunning als bedoeld in artikel 3.

    • c.

      omstandigheden die het geheel of gedeeltelijk teniet gaan van de houtopstand tot gevolg kunnen hebben zoals de uitvoering van werkzaamheden.

  • 6. De mededeling geschiedt binnen vier weken na de onder lid 5 a, b en c genoemde omstandigheden dan wel zodra de onder c bedoelde omstandigheden hem ter kennis zijn gekomen.

Artikel 11 Procedure lijst van beschermwaardige houtopstanden

  • 1. Het dagelijks bestuur besluit tot vaststelling of wijziging van de lijst. Als de aanvraag wordt ingediend door een ander dan de zakelijk gerechtigde, dan wel het initiatief van het college uitgaat, wordt de zakelijk gerechtigde zo spoedig mogelijk van de aanvraag op de hoogte gesteld.

  • 2. Het dagelijks bestuur besluit tot plaatsing of verwijdering van houtopstanden van de lijst na het inwinnen van advies bij de adviescommissie beschermwaardige houtopstanden. Dit advies wordt mede bepaald door de resultaten van een schouw van de betreffende houtopstand.

  • 3. Het dagelijks bestuur besluit binnen drie maanden na ontvangst van de in het eerste lid bedoelde aanvraag. Als in verband met seizoensinvloeden geen schouw kan worden uitgevoerd dan beslist het dagelijks bestuur binnen één maand na ontvangst van het advies op de aanvraag. Het dagelijks bestuur beslist eveneens binnen één maand na ontvangst van het advies op ingediende zienswijzen op een voorgenomen besluit. De aanvrager wordt van de procedure in kennis gesteld.

Artikel 12 Criteria beschermwaardige houtopstanden

  • Bij de beslissing over plaatsing op de lijst van beschermwaardige houtopstanden wordt rekening gehouden met de bijzondere betekenis van de houtopstand voor één of meer van de volgende criteria:

    • a.

      de beeldbepalende waarde van de houtopstand

    • b.

      de cultuurhistorische betekenis van de houtopstand

    • c.

      de natuurwaarde van de houtopstand

    • d.

      de zeldzaamheidswaarde van de houtopstand

    • e.

      de ouderdom van de houtopstand

    • f.

      de levensverwachting van de houtopstand.

Artikel 13 Afstand tot de erfgrens

  • De afstand tot de erfgrens als bedoeld in artikel 5:42 Burgerlijk Wetboek wordt vastgesteld op 0,5 meter voor bomen en op nihil voor heggen, struiken en gevelbegroeiing.

Artikel 14 Schadevergoeding

  • Het dagelijks bestuur beslist op verzoeken om schadevergoeding als bedoeld in artikel 17 van de Boswet.

Artikel 15 Toezichthouders

  • Met het toezicht op de naleving van het bij of krachtens deze verordening bepaalde zijn belast de door het dagelijks bestuur aangewezen personen of categorieën van personen.

Artikel 16 Intrekking verordening

  • De Bomenverordening Amsterdam-Noord wordt ingetrokken.

Artikel 17 Overgangsrecht

  • 1. Vergunningen en andere besluiten op grond van de Bomenverordening Amsterdam-Noord blijven ook na de inwerkingtreding van deze verordening gelden, hetzij tot het einde van hun looptijd, hetzij tot het tijdstip dat zij met toepassing van deze verordening worden gewijzigd of ingetrokken.

  • 2. Op aanvragen om een vergunning of een ander besluit op grond van de Bomenverordening Amsterdam-Noord waarop bij de inwerkingtreding van deze verordening nog niet is beslist, wordt met toepassing van deze verordening een beslissing genomen.

  • 3. Besluiten ter uitvoering of handhaving van bepalingen van de Bomenverordening Amsterdam-Noord, worden geacht te zijn genomen ter uitvoering of handhaving van deze verordening.

  • 4. Op bezwaarschriften tegen besluiten op grond van de Bomenverordening Amsterdam-Noord, waarop bij de inwerkingtreding van deze verordening nog niet is beslist, wordt met toepassing van deze verordening een beslissing genomen.

Artikel 19 Citeertitel

  • Deze verordening wordt aangeduid als ‘Bomenverordening stadsdeel Noord 2012'.

Artikel 20 Inwerkingtreding

  • Deze verordening treedt in werking op 1 januari 2013.