Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Deelgemeente Amsterdam - Nieuw-West

Heffingsverordening markt- en staanplaatsgelden 2013 stadsdeel Nieuw-West

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OverheidsorganisatieDeelgemeente Amsterdam - Nieuw-West
Officiële naam regelingHeffingsverordening markt- en staanplaatsgelden 2013 stadsdeel Nieuw-West
CiteertitelHeffingsverordening markt- en staanplaatsgelden 2013 stadsdeel Nieuw-West
Vastgesteld doordeelraad
Onderwerp
Eigen onderwerpBelastingen, retributies en heffingen

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Datum ondertekening inwerkingtredingsbesluit:

Bron bekendmaking inwerkingtredingsbesluit: n.v.t.

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Gemeentewet, artt. 149, 216 en 229

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

Geen

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerking-

treding

Terugwerkende

kracht tot en met

Datum uitwerking-

treding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

06-12-201201-01-2014nieuwe regeling

21-11-2011

Westerpost, 5 december 2012

2012/int/01368

Tekst van de regeling

Heffingsverordening markt- en staanplaatsgelden 2013 stadsdeel Nieuw-West

Artikel 1 Begripsomschrijvingen.

Voor toepassing van deze verordening wordt verstaan onder:

  • a.

    jaar: een kalenderjaar;

  • b.

    kwartaal: een kalenderkwartaal;

  • c.

    maand: een kalendermaand;

  • d.

    week: een kalenderweek;

  • e.

    dag: een tijdvak van vierentwintig opvolgende uren, aanvangende te 0.00 uur;

  • f.

    stadsdeelgrond: de voor de openbare dienst bestemde stadsdeelgrond;

  • g.

    stadsdeelwater: waterpercelen op voor de openbare dienst bestemde stadsdeelgrond;

  • h.

    losse plaats: een plaats die per dag beschikbaar wordt gesteld;

  • i.

    vaste plaats: een plaats die bij een herindeling van de markt wordt toegewezen;

  • j.

    kop: een uitbreiding van een marktplaats op de hoek, van maximaal twee meter;

  • k.

    dagmarkt: de markt die minsten vier dagen per week wordt gehouden;

  • l.

    markt: het door het dagelijks bestuur aangewezen gedeelte van de openbare weg of openbaar water bestemd voor het uitoefen van de ambulante handel;

  • m.

    bijzondere warenmarkt; markt waarop slechts één of een beperkt aantal waren wordt verhandeld;

  • n.

    weekmarkt, een markt die ten hoogste op drie dagen per weer wordt gehouden;

  • o.

    seizoensmarkt: markt die wordt gehouden gedurende een aaneengehouden periode van ten hoogste 26 weken per kalenderjaar;

  • p.

    jaarmarkt: markt die ten hoogste vier keer per jaar voor een gezamenlijke duur van ten hoogste vier weken wordt gehouden;

  • q.

    staan- of ligplaats: plaats aan of op de openbare weg of openbaar vaarwater buiten een markt waarop ambulante handel wordt uitgeoefend, niet zijnde venten;

  • r.

    overige plaatsen: plaatsen aan of op de openbare weg buiten een marktterrein waar goederen te koop worden aangeboden;

  • s.

    bijzondere staanplaatsen: staanplaatsen in de zin van artikel 4.4. lid 3 van de Verordening op de straathandel 2008.

Artikel 2 Belastbaar feit.

Onder de naam markt-/ staanplaatsgelden worden rechten geheven terzake van het genot van door het dagelijks bestuur verstrekte diensten, bestaande uit het ter beschikking stellen van ene standplaats voor het uitoefenen van de ambulante handel en daarmee verband houdende handelingen e/of het gebruik van verstrekte hulpmiddelen:

1.  ten aanzien van de dag-, week- bijzondere waren- en jaarmarkten wegens:

  • a.

    het innemen of doen innemen van een plaats dan wel het hebben van een vaste plaats op een markt;

  • b.

    het genot van, door of vanwege het stadsdeelbestuur verstrekte diensten;

2.  wegens het gebruik maken van een staan- of ligplaats voor het venten met goederen dan wel het opkopen van goederen, alsmede het uitoefenen van het beroep van kadraaier;

3.  wegens het innemen of doen innemen van een plaats dan wel het hebben van een staan- of ligplaats buiten als markt aangewezen gemeentegrond of gemeentewater;

4.  wegens het innemen of doen innemen dan wel gebruikmaken van een kop;

5.  wegens het innemen of doen innemen van een plaats dan wel het hebben van een plaats op als markt aangewezen gemeentegrond; of

6.  wegens het innemen of doen innemen van een plaats op als markt aangewezen gemeentewater buiten de markturen.

Artikel 3 Belastingplicht.
  • 1. De in artikel 2, lid 1, bedoelde rechten worden geheven:

    • a.

      onder a: van degene die een marktplaats heeft, inneemt of laat innemen dan wel een vaste plaats is toegewezen;

    • b.

      onder b: van degene op wiens aanvraag dan wel ten behoeve van wie de diensten worden verricht.

  • 2. De in artikel 2, lid 2 tot en met 6 bedoelde rechten worden geheven van degene die:

    • a.

      een gebruik maakt van een staan- of ligplaats voor het venten met goederen;

    • b.

      een plaats inneemt of laat innemen;

    • c.

      een staan- of ligplaats heeft; dan wel

    • d.

      gebruik maakt van een plaats op als markt aangewezen gemeentegrond of gemeentewater buiten markturen of deze inneemt of laat innemen.

Artikel 4 Belastingstijdvak.

Voor zover in de tabel rechten zijn opgenomen die per jaar worden geheven, is het belastingtijdvak één jaar.

Artikel 5 Tarief.
  • 1. De rechten worden berekend naar de maatstaven en tarieven, opgenomen in de bij deze verordening behorende tabel.

  • 2. De in de bij de verordening behorende tabel vermelde dagtarieven vinden uitsluitend toepassing ten aanzien van losse plaatsen. De in deze bij verordening behorende tabel vermelde jaar-, kwartaal-, en maandtarieven vinden uitsluitend toepassing ten aanzien van vaste plaatsen en bijzondere staanplaatsen voor de verkoop van kerstbomen.

  • 3. Voor de berekening van de rechten wordt een gedeelte van een eenheid van tijd of afmeting voor een volle eenheid gerekend.

Artikel 6 Ontstaan belastingschuld; ontheffing.
  • 1. De rechten zijn verschuldigd bij de aanvang van het belastingtijdvak of, indien dit later is, op het tijdstip waarop de belastingplicht aanvangt.

  • 2. Bij beëindiging van de belastingplicht wordt ingeval er is geheven naar een jaar-, kwartaal-, of maandtarief, ontheffing verleend tot het bedrag dat na toepassing van het desbetreffende maand- of dagtarief verschuldigd zou zijn geweest.

  • 3. Ontheffing van de rechten wordt slechts verleend, indien het bedrag van de ontheffing ten minste € 25,00 is.

Artikel 7 Wijze van heffing

De rechten worden geheven bij wege van een mondelinge of een schriftelijke kennisgeving, waaronder mede wordt begrepen een nota.

Artikel 8 Betaling.
  • 1. De rechten moeten worden betaald indien de kennisgeving als bedoeld in artikel 7

    • mondeling wordt gedaan: op het moment van het doen van de kennisgeving;

    • schriftelijk wordt gedaan: op het moment van het uitreiken van de kennisgeving, of indien de kennisgeving wordt toegezonden binnen veertien dagen na dagtekening hiervan.

  • 2. In afwijking van het bepaalde in het eerste lid kunnen de rechten, berekend naar een kwartaaltarief, worden voldaan in drie gelijke maandelijkse termijnen, waarbij iedere betaling dient plaats te vinden voor de aanvang van de maand waarop deze betrekking heeft.

  • 3. In afwijking van het bepaalde in het eerste lid kunnen de rechten, berekend naar een jaartarief, worden voldaan in twaalf gelijke maandelijkse termijnen, waarbij iedere betaling dient plaats te vinden voor de aanvang van de maand waarop deze betrekking heeft.

  • 4. De rechten die moeten worden vergoed op het moment van kennisgeving, zoals vermeld in het eerste lid, kunnen ter plaatse worden voldaan middels electronische betaling.

Artikel 9 Kwijtschelding

Van de staanplaatsgelden wordt geen kwijtschelding verleend.

Artikel 10 Nadere regels door het dagelijks bestuur
  • 1. Het dagelijks bestuur kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en de invordering van de markt-/ staanplaatsgelden.

  • 2. Het dagelijks bestuur kan, tussentijds, de tarieven van de markt- en staanplaatsgelden wijzigen wanneer de condities en voorzieningen rondom de markten hiertoe aanleiding geven.

Artikel 11 Inwerkingtreding; citeertitel
  • 1. De Heffingsverordening markt- en staanplaatsgelden 2012 stadsdeel Nieuw-West, vastgesteld bij besluit van 15 december 2011 wordt ingetrokken met ingang van de in het derde kid vermelde datum, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.

  • 2. Deze verordening treedt in werkin met ingang van de eerste dag na die van de bekendmaking.

  • 3. De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2013.

  • 4. Deze verordening kan worden aangehaald als Heffingsverordening markt-/ staanplaatsgelden stadsdeel Nieuw-West 2013.