Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Gemeente Naarden

Verordening lijkbezorgingsrechten 2013

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OverheidsorganisatieGemeente Naarden
Officiële naam regelingVerordening lijkbezorgingsrechten 2013
CiteertitelVerordening lijkbezorgingsrechten 2013
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpfinanciën en economie
Eigen onderwerpLijkbezorgingsrechten 2013

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen.

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

artikel 229, eerste lid, aanhef en onderdelen a en b, van de Gemeentewet

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

Geen.

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerking-

treding

Terugwerkende

kracht tot en met

Datum uitwerking-

treding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

01-01-201310-09-2013nieuwe verordening

12-12-2012

Gemeenteblad Jaargang 20, nummer 1, 3 januari 2013, NaarderNieuws, www.naarden.nl

RV12.046

Tekst van de regeling

Paragraaf 1

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

1. In deze verordening en de daarop berustende bepalingen wordt verstaan onder:

a. begraafplaats: de begraafplaatsen: Gemeentelijke be¬graaf¬plaats “Nieuw-Valkeveen” en de Gemeentelijke “Oude Begraafplaats”;

b. graf: een zandgraf of een keldergraf;

c. asbus: een bus ter berging van as van een overledene;

d. urn: een voorwerp ter berging van één of meer as¬bussen;

e. grafkelder: een betonnen of gemetselde constructie waarin een of meerdere lijken worden begraven of asbussen worden bijgezet; grafkelders kunnen onderdeel zijn van een bovengrondse muur of wand;

f. particulier graf: een graf, grafkelder daaronder begrepen, waar¬voor aan een natuurlijk persoon of rechtspersoon het uit¬sluitend recht is verleend tot:

- het doen begraven en begraven houden van lijken;

- het doen bijzetten en bijgezet houden van asbussen met of zonder urnen;

- het doen verstrooien van as;

g. algemeen graf: een graf bij de gemeente in beheer waarin gelegenheid wordt geboden tot het doen begraven van lijken;

h. particulier kindergraf: een graf, grafkelder daaronder begrepen, waarvoor aan een natuurlijk persoon of rechtspersoon het uitsluitend recht is verleend tot:

- het doen begraven en begraven houden van lijken van overleden kinderen tot de leeftijd van 12 jaar;

- het doen bijzetten en bijgezet houden van asbussen met of zonder urnen van overblijfselen van overleden kinderen tot de leeftijd van 12 jaar;

- het doen verstrooien van as van overleden kinderen tot de leeftijd van 12 jaar;

i. particulier urnengraf: een graf, grafkelder daaronder be¬grepen, waarvoor aan een natuurlijk persoon of rechtspersoon het uit¬sluitend recht is verleend tot:

- het doen bijzetten en bijgezet houden van asbussen met of zonder urnen;

- het doen verstrooien van as;

j. verstrooiingsplaats: een plaats waarop as wordt verstrooid;

k. grafbedekking: gedenkteken of grafbeplanting op een graf, gedenkplaats of verstrooingsplaats;

l. gewone uren: op maandag tot en met vrijdag dagelijks van 9.00 uur tot 15.00 uur, een en ander voor zover genoemde tijdstippen niet vallen op algemeen erkende feest¬dagen.

m. buitengewone uren: op zaterdag van 9.00 uur tot 12.00.

n. aula: de aula gelegen op de begraafplaats “Nieuw-Valkeveen”.

2. Voor de toepassing van deze verordening wordt:

a. het stoffelijk overschot na crematie aangemerkt als een lijk;

b. het plaatsen of bijzetten van een urn aangemerkt als begraven;

c. een urnengraf aangemerkt als een graf.

Artikel 2 Belastbaar feit

Op basis van deze verordening worden rechten geheven voor het gebruik van de begraafplaats en voor het door de gemeente verlenen van diensten in verband met de begraafplaats.

Artikel 3 Belastingplicht

De rechten worden geheven  van degene op wiens aanvraag dan wel ten behoeve van wie de dienst wordt verricht of van degene die van de bezittingen, werken of inrichtingen gebruik maakt.

Artikel 4 Vrijstellingen

De rechten worden niet geheven voor:

1. het lichten van een lijk of asbus op rechterlijk gezag;

2. het begraven van een lijk van een doodgeboren kind of kort na de geboorte overleden kind, dat tegelijk met het lijk van de kort na de bevalling overleden moeder in één graf wordt begraven. 

Artikel 5 Maatstaf van heffing en belastingtarief

1. De rechten worden geheven naar de maatstaven en de tarieven, opgenomen in de bij deze verordening behorende tarieventabel.

2. Voor de berekening van de rechten wordt een gedeelte van een in de tarieventabel genoemde eenheid voor een volle eenheid gerekend.

Artikel 6 Belastingjaar

1. Met betrekking tot de rechten die per jaar worden geheven is het belastingjaar gelijk aan het kalenderjaar.

2. Met betrekking tot de rechten genoemd in hoofdstuk 7 van de tarieventabel is het belastingtijdvak gelijk aan de periode waarvoor wordt afgekocht.

Artikel 7 Wijze van heffing

1. De onderhoudsrechten, bedoeld in hoofdstuk 4 van de tarieventabel, worden geheven bij wege van aanslag.

2. Andere rechten als die bedoeld in hoofdstuk 4 van de tarieventabel worden geheven door middel van een gedagtekende schriftelijke kennisgeving waarop het gevorderde bedrag is vermeld. Het gevorderde bedrag wordt door toezending of uitreiking van de schriftelijke kennisgeving aan de belastingschuldige bekendgemaakt.

Artikel 8 Ontstaan van de belastingschuld en heffing naar tijdsgelang voor de jaarlijks verschuldigde rechten

1. De onderhoudsrechten, als bedoeld in hoofdstuk 4 en 7 van de tarieventabel zijn verschuldigd bij de aanvang van het belastingtijdvak of, zo dit later is, bij de aanvang van de belastingplicht.

2. Indien de belastingplicht in de loop van het belastingtijdvak aanvangt zijn de rechten bedoeld in hoofdstuk 4 van de tarieventabel verschuldigd voor zoveel twaalfde gedeelten van de voor dat jaar ver¬schuldigde rechten als er in dat jaar, na de aanvang van de belastingplicht, nog volle kalendermaanden overblijven.

3. Indien de belastingplicht in de loop van het belastingjaar eindigt, bestaat aanspraak op ontheffing voor de rechten bedoeld in hoofdstuk 4 van de tarieventabel voor zoveel twaalfde gedeelten van de voor dat jaar verschuldigde rechten als er in dat jaar, na het einde van de belastingplicht, nog volle kalendermaanden overblijven, tenzij het bedrag minder bedraagt dan € 10,00.

Artikel 9 Ontstaan van de belastingschuld voor de overige rechten

Andere rechten dan die bedoeld in artikel 4 en 7 van de tarieventabel zijn verschuldigd bij de aanvang van de dienstverlening of bij de aanvang van het gebruik van de bezittingen, werken of inrichtingen.

Artikel 10 Termijnen van betaling

1. In afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet 1990 moeten de rechten worden betaald binnen een maand na de dagtekening van het aanslagbiljet of de schriftelijke kennisgeving.

2. Met betrekking tot een ingevolge artikel 2, tweede lid, onderdeel c, van de Invorderingswet 1990 met een belastingaanslag gelijkgestelde beschikking inzake een bestuurlijke boete is het eerste lid van overeenkomstige toepassing, voor zover deze gelijktijdig wordt opgelegd met de vaststelling van de aanslag.

3. De Algemene termijnenwet is niet van toepassing op de in de voorgaande leden gestelde termijnen.

Artikel 11 Kwijtschelding

Bij de invordering van de lijkbezorgingsrechten wordt geen kwijtschelding verleend.

Artikel 12 Nadere regels door het college van burgemeester en wethouders

Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en de invordering van de rechten.

Artikel 13 Overgangsrecht, inwerkingtreding en citeertitel

1. De ‘Verordening lijkbezorgingsrechten 2012’, vastgesteld door de raad van de gemeente Naarden op 21 december 2011, wordt ingetrokken met ingang van de in het vierde lid genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.

2. Deze verordening treedt in werking met ingang van de eerste dag na die van de bekendmaking.

3. In afwijking in zoverre van het in de voorgaande leden bepaalde, blijft, indien de datum van inwerkingtreding van deze verordening ligt na de in het vierde lid genoemde datum van ingang van de heffing, de ingetrokken verordening gelden voor de in de tussenliggende periode plaatsvindende belastbare feiten voor zover ter zake daarvan de heffing van de rechten in die periode plaatsvindt.

4. De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2013.

5. Deze verordening kan worden aangehaald als ‘Verordening lijkbezorgingsrechten 2013’.