Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Gemeente Ouderkerk

Verordening Voorzieningen maatschappelijke ondersteuning gemeente Ouderkerk 2013

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OverheidsorganisatieGemeente Ouderkerk
Officiële naam regelingVerordening Voorzieningen maatschappelijke ondersteuning gemeente Ouderkerk 2013
CiteertitelVerordening Voorzieningen maatschappelijke ondersteuning gemeente Ouderkerk 2013
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpmaatschappelijke zorg en welzijn
Eigen onderwerpMaatschappelijke zorg

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

art. 4 Wet maatschappelijke ondersteuning

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerking-

treding

Terugwerkende

kracht tot en met

Datum uitwerking-

treding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

10-01-201301-01-201301-01-2015Onbekend

20-12-2012

Dichtbij, 9 januari 2013

Onbekend

Tekst van de regeling

Verordening Voorzieningen maatschappelijke ondersteuning

De raad van de gemeente Ouderkerk;

gelezen het voorstel van het College van burgemeester en wethouders;

gelet op artikel 4 van de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo), overwegende dat het noodzakelijk is om voorzieningen te treffen om de beperkingen die iemand heeft om te kunnen participeren in de samenleving te compenseren;

besluit:

vast te stellen de:

Verordening Voorzieningen maatschappelijke ondersteuning gemeente Ouderkerk 2013.

Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van de raad van de gemeente Ouderkerk,

op 20 december 2012.

De voorzitter, De griffier,

J.de Prieëlle M. Metz

Inhoudsopgave

Hoofdstuk 1. Begripsomschrijvingen 3

Artikel 1. Begripsomschrijvingen 3

Hoofdstuk 2. Voorwaarden 5

Artikel 2. Aanspraak op individuele compenserende maatregelen en/of voorzieningen 5

Artikel 3. Geen individuele compenserende maatregelen en/of voorzieningen 5

Hoofdstuk 3. Resultaatgerichte compensatie 6

Artikel 4. De te bereiken resultaten 6

Hoofdstuk 4. Procedure aanmelding en aanvraag 7

Artikel 5. Aanmelding voor een gesprek en aanvraag compensatie Wmo 7

Artikel 6. Het gesprek 7

Artikel 7. Het verslag 7

Artikel 8. Inlichtingen, onderzoek en advies 7

Hoofdstuk 5. Beoordeling van de te bereiken resultaten 8

Paragraaf 1. Algemene regels 8

Artikel 9. Het maken van een afweging 8

Paragraaf 2. De te bereiken resultaten 8

Artikel 10. Een schoon en leefbaar huis 8

Artikel 11. Wonen in een geschikt huis 8

Artikel 12. Beschikken over goederen voor primaire levensbehoeften 8

Artikel 13. Beschikken over schone, draagbare en doelmatige kleding 9

Artikel 14. Het thuis kunnen zorgen voor kinderen die tot het gezin behoren 9

Artikel 15. Zich verplaatsen in en om de woning 9

Artikel 16. Zich lokaal verplaatsen per vervoermiddel 9

Artikel 17. De mogelijkheid om contacten te hebben met medemensen en deel te nemen aan recreatieve, maatschappelijke of religieuze activiteiten 9

Hoofdstuk 6. Verstrekking in natura, als persoonsgebonden budget en als financiële tegemoetkoming. Eigen bijdragen en eigen aandeel 11

Paragraaf 1. Verstrekking van voorzieningen 11

Artikel 18. Mogelijke verstrekkingwijzen 11

Paragraaf 2. Verstrekking in natura 11

Artikel 19. Inhoud beschikking 11

Paragraaf 3. Verstrekking als persoonsgebonden budget 11

Artikel 20. Overwegende bezwaren 11

Artikel 21. Inhoud beschikking 11

Paragraaf 4. Verstrekking als financiële tegemoetkoming 11

Artikel 22. Inhoud beschikking 11

Paragraaf 5. Eigen bijdrage en eigen aandeel 11

Artikel 23. Eigen bijdragen of eigen aandeel 11

Hoofdstuk 7. Procedurele bepalingen rond intrekking en terugvordering 13

Artikel 24. Wijziging situatie 13

Artikel 25. Intrekking 13

Artikel 26. Terugvordering 13

Hoofdstuk 8. Slotbepalingen 14

Artikel 27. Hardheidsclausule 14

Artikel 28. Aanvullende regels en indexering 14

Artikel 29. Mandatering basistarieven hulp bij het huishouden 14

Artikel 30. Evaluatie en rapportage 14

Artikel 31. Intrekking oude regeling 14

Artikel 32. Overgangsbepalingen 14

Artikel 33. Inwerkingtreding 14

Artikel 34. Citeertitel 14

HOOFDSTUK 1. BEGRIPSBEPALINGEN.

Artikel 1. Begripsomschrijvingen

In deze verordening wordt verstaan onder:

  • a.

    Aanmelding: de mededeling van een aanvrager aan het college dat hij beperkingen ondervindt op grond waarvan hij verzoekt een afspraak te maken voor een gesprek.

  • b.

    Aanvraag: het verzoek van een aanvrager om in aanmerking te komen voor één of meerdere voorzieningen om een resultaat te bereiken in het kader van deze verordening.

  • c.

    Aanvrager: Een persoon die een aanvraag doet bij de gemeente Ouderkerk voor een individuele voorziening op basis van de Wet maatschappelijke ondersteuning. Dit kan zijn de cliënt, diens vertegenwoordiger of de partner of ouder die woonachtig is binnen de gemeente en in aanmerking wil komen voor het bezoekbaar maken van een tweede woning.

  • d.

    Algemene voorziening: een voorziening die weliswaar niet specifiek bestemd is voor personen met een beperking, maar die door iedereen op eenvoudige wijze te verkrijgen of te gebruiken is, zonder een ingewikkelde aanvraagprocedure.

  • e.

    Algemeen gebruikelijke voorziening: een voorziening (product of dienst) die normaal in winkels te koop is, die door mensen met of zonder beperking gebruikt kan worden en die een geaccepteerde prijsstelling heeft. Daarnaast kan een voorziening voor een persoon algemeen gebruikelijk zijn indien de kosten reeds tot het reguliere uitgavenpatroon behoorde. Een algemeen gebruikelijke voorziening wordt niet verstrekt als individuele voorziening.

  • f.

    Cliënt: een persoon met een beperking, een chronisch psychisch probleem of een psychosociaal probleem die behoefte heeft aan compensatie ten behoeve van het bevorderen van zijn deelname aan het maatschappelijk verkeer en het zelfstandig functioneren, die voor zichzelf of met behulp van een gemachtigde een aanmelding of een aanvraag doet of laat doen.

  • g.

    Collectieve voorziening: een voorziening die individueel wordt verstrekt maar die door meerdere personen tegelijk wordt gebruikt.

  • h.

    College: College van burgemeester en wethouders van de gemeente Ouderkerk.

  • i.

    Compensatieplicht: de plicht van het college aan personen met een beperking, een chronisch psychisch of psychosociaal probleem voorzieningen te bieden ter compensatie van hun beperkingen op het gebied van zelfredzaamheid en maatschappelijke participatie teneinde hen in staat te stellen een huishouden te voeren, zich te verplaatsen in en om de woning, zich lokaal te verplaatsen per vervoermiddel en medemensen te ontmoeten en op basis daarvan sociale verbanden aan te gaan. Daarbij legt artikel 4 van de wet het College de plicht op om een resultaat te bereiken dat als compensatie mag gelden, gericht is op zelfredzaamheid en dat in het individuele geval maatwerk is.

  • j.

    Eigen bijdrage en eigen aandeel: een te betalen bijdrage of aandeel waarop het besluit maatschappelijke ondersteuning van toepassing is. De minimale en maximale hoogte van de bijdrage of het aandeel wordt door het ministerie vastgesteld. De eigen bijdrage is van toepassing op een voorziening in natura of een persoonsgebonden budget. Het eigen aandeel is van toepassing op een financiële vergoeding. De hoogte van de eigen bijdrage en het eigen aandeel wordt op dezelfde manier berekend.

  • k.

    Eigen regie: de mogelijkheid zelf te bepalen hoe de cliënt zijn leven in wil richten.

  • l.

    Financiële tegemoetkoming: een geldbedrag, al dan niet forfaitair of gemaximeerd, bedoeld om een voorziening mee aan te schaffen voor het te bereiken resultaat.

  • m.

    Hoofdverblijf: de woonruimte, bestemd en geschikt voor permanente bewoning, waar de cliënt zijn vaste woon- en verblijfplaats heeft of zal hebben en op welk adres de cliënt in de gemeentelijke basisadministratie ingeschreven staat of behoort te staan.

  • n.

    Gebruikelijke zorg: activiteiten in het kader van het leven van alledag waarvan verwacht wordt dat huisgenoten die ten behoeve van het voeren van het huishouden en ten behoeve van elkaar doen.

  • o.

    Gesprek: het eerste contact na een aanmelding waarin met degene die maatschappelijke ondersteuning zoekt zijn gehele situatie wordt geïnventariseerd ten aanzien van de beperkingen en de gevolgen daarvan, de te bereiken resultaten, de te kiezen oplossingen via eigen mogelijkheden of via mogelijkheden van het netwerk dan wel via algemene, algemeen gebruikelijke collectieve, (wettelijk) voorliggende en individuele voorzieningen.

  • p.

    Individuele voorziening: een voorziening die door het college ten behoeve van één persoon op basis van artikel 4 Wmo wordt verstrekt.

  • q.

    Mantelzorger: een persoon die mantelzorg in de zin van artikel 1, lid 1 onder b van de wet biedt.

  • r.

    Persoonsgebonden budget: een geldbedrag om te gebruiken voor het te bereiken resultaat, als alternatief voor een voorziening in natura.

  • s.

    Psychosociaal probleem: een situatie van verlies van zelfstandigheid en een gebrek aan mogelijkheden tot deelname aan het maatschappelijk verkeer, veroorzaakt door belemmeringen die iemand ondervindt in zijn relatie met zijn sociale omgeving.

  • t.

    Steunsysteem:het netwerk van personen, diensten en voorzieningen dat de cliënt om zich heen heeft en waarop de cliënt een beroep kan doen.

  • u.

    Tweede woning: de woning van een partner of ouder(s) die bezoekbaar dient te zijn voor de cliënt die verblijft in een AWBZ-instelling.

  • v.

    Vertegenwoordiger: Een persoon die namens en met instemming van de cliënt spreekt zoals een contactpersoon, mantelzorger, vertrouwenspersoon of bewindvoerder.

  • w.

    Voorliggende voorziening: een algemene of wettelijke voorziening die door de cliënt aangevraagd en gebruikt kan worden zodat een individuele voorziening binnen de Wmo niet (meer) noodzakelijk is.

  • x.

    Voorziening in natura: een voorziening, in te zetten om het resultaat te bereiken, in de vorm van goederen in (bruik)leen of in eigendom, of als persoonlijke dienstverlening.

  • y.

    Wet: Wet maatschappelijke ondersteuning.

  • z.

    Wettelijk voorliggende voorziening: een voorziening op grond van een wettelijke bepaling anders dan ingevolge de wet, waarmee het resultaat geheel of gedeeltelijk bereikt kan worden.

Hoofdstuk 2. Voorwaarden

Artikel 2. Aanspraak op individuele compenserende maatregelen en/of voorzieningen

Een aanvrager kan in aanmerking komen voor compensatie indien:

  • a.

    De aanvrager alszijnde de cliënt zijn hoofdverblijf heeft in de gemeente.

  • b.

    De aanvrager alszijnde niet de cliënt gevestigd is in de gemeente en die een aanvraag indient voor het bezoekbaar maken van een tweede woning.

  • c.

    Er geen voorliggende voorzieningen aanwezig zijn die een adequate oplossing bieden, waaronder mede wordt verstaan huisgenoten die gebruikelijke zorg kunnen verlenen.

  • d.

    De noodzaak voor het te bereiken resultaat langdurig is.

  • e.

    De te verstrekken voorziening als de goedkoopst-compenserende voorziening aan te merken is.

Artikel 3. Geen individuele compenserende maatregelen en/of voorzieningen

Geen individuele voorzieningen worden verstrekt indien:

  • a.

    Er beschikbare (wettelijke) voorliggende, algemene en collectieve voorzieningen voorhanden zijn die voorzien in een adequate compensatie.

  • b.

    Als aanvrager kosten heeft gemaakt of verplichtingen is aangegaan voordat de noodzaak van compenserende maatregelen en/of voorzieningen is vastgesteld en toegekend.

  • c.

    Er aan de zijde van aanvrager geen sprake is van aantoonbare meerkosten in vergelijking met de situatie voorafgaand aan het optreden van de beperkingen waarvoor compensatie wordt aangevraagd.

  • d.

    Voor zover de ondervonden problemen bij het normale gebruik van de woning voortvloeien uit de aard van de in de woning gebruikte materialen.

  • e.

    De kosten waarop de compensatie betrekking heeft, naar oordeel van het college vermeden hadden kunnen worden en/of als de aanvrager zelf naar mogelijkheden had kunnen zoeken om te voorzien in een adequate oplossing voor zijn ondersteuningsvraag.

  • f.

    Het een vraag betreft die reeds eerder is gecompenseerd en waarvan het college van mening is dat de getroffen maatregelen nog steeds adequaat zijn en de normale afschrijvingstermijn voorziening nog niet is verstreken, tenzij de eerder vergoede of verstrekte voorziening verloren is gegaan als gevolg van omstandigheden die niet aan de aanvrager zijn toe te rekenen.

  • g.

    Er een kortdurend probleem m.b.t. participatie of zelfredzaamheid (minder dan zes maanden).

  • h.

    Wordt vastgesteld dat de aanvrager weigert om volledige medewerking te verlenen om een goed beeld te krijgen van de woon- en leefsituatie in relatie tot de gevraagde voorziening.

  • i.

    Op basis van maatschappelijke maatstaven en/of gedragingen uit het verleden van de aanvrager geoordeeld wordt dat de voorziening voor de aanvrager algemeen gebruikelijk is.

Hoofdstuk 3. Resultaatgerichte compensatie

Artikel 4. De te bereiken resultaten

  • 1.

    Compenserende maatregelen en/of voorzieningen zijn gericht op het bevorderen van zelfredzaamheid en maatschappelijke participatie van de cliënt. Daartoe treft het college compenserende maatregelen en/of voorzieningen op het gebied van maatschappelijke ondersteuning die cliënt in staat stellen:

    • a.

      Een huishouden te voeren.

    • b.

      Zich te verplaatsen in en om de woning.

    • c.

      Zich lokaal te verplaatsen per vervoermiddel.

    • d.

      Medemensen te ontmoeten en op basis daarvan sociale verbanden aan te gaan.

  • 2.

    De op basis van artikel 4 lid 1 van de wet via compenserende maatregelen te bereiken resultaten zijn:

Het voeren van een huishouden:

  • a.

    Een schoon en leefbaar huis.

  • b.

    Wonen in een geschikt huis.

  • c.

    Beschikken over goederen voor primaire levensbehoeften.

  • d.

    Beschikken over schone, draagbare en doelmatige kleding.

  • e.

    Het thuis kunnen zorgen voor kinderen die tot het gezin behoren.

Verplaatsen:

  • a.

    Zich verplaatsen in en om de woning.

  • b.

    Zich lokaal verplaatsen per vervoermiddel.

Daginvulling:

a.De mogelijkheid om contacten te hebben met medemensen en deel te nemen aan maatschappelijke, recreatieve en religieuze activiteiten.

Hoofdstuk 4. Procedure aanmelding en aanvraag

Artikel 5. Aanmelding voor een gesprek en aanvraag compensatie Wmo

    • 1.

      Een aanmelding voor een gesprek kan schriftelijk, digitaal, mondeling of telefonisch worden gedaan bij het Advies-loket van de gemeente Ouderkerk door of namens een persoon met een beperking, een chronisch psychisch probleem of een psychosociaal probleem die behoefte heeft aan compensatie ten behoeve van het bevorderen van zijn deelname aan het maatschappelijk verkeer en het zelfstandig functioneren.

    • 2.

      Aan een aanvraag voor een individuele voorziening gaat een gesprek vooraf indien:

    • a.

      De aanvraag afkomstig is van een aanvrager die nog niet eerder een aanvraag in het kader van de wet heeft gedaan.

    • b.

      De aanvraag afkomstig is van een aanvrager die al eerder een gesprek heeft gevoerd maar waarbij sprake is van gewijzigde omstandigheden of gewijzigde te bereiken resultaten.

    • c.

      Aanvrager of het college daarom verzoekt.

Artikel 6. Het gesprek

Als de aanvrager een mantelzorger is wordt met de mantelzorger en zo mogelijk met de cliënt geïnventariseerd welke belemmeringen de aanvrager ondervindt bij de uitvoering van de mantelzorg.

Artikel 7. Het verslag

Van het gesprek wordt een kort verslag opgesteld met de gemaakte afspraken.

Artikel 8. Inlichtingen, onderzoek en advies

  • 1. Het college kan, wanneer dit nodig is voor de beoordeling van het recht op een voorziening, de aanvrager en/of degene die gebruikelijke zorg levert oproepen om in persoon te verschijnen op een door het college te bepalen plaats en tijdstip:

    • a.

      Om hem om inlichtingen te vragen of

    • b.

      Om hem door een of meer daartoe aangewezen deskundigen te doen bevragen of te laten onderzoeken.

  • 2. Het college kan een door hem daartoe aangewezen adviseur om advies vragen indien:

    • a.

      Het college voornemens is de gevraagde voorziening om medische redenen af te wijzen;

    • b.

      Het college dat noodzakelijk vindt.

  • 3. De door het college aangewezen adviseur geeft het advies op grond van zijn deskundigheid en door het college vastgestelde regels.

Hoofdstuk 5. Beoordeling van de te bereiken resultaten

Paragraaf 1. Algemene regels

Artikel 9. Het maken van een afweging
  • 1. Bij het beoordelen welke voorzieningen getroffen gaan worden, neemt het college het verslag van het gesprek, indien aanwezig, als uitgangspunt. Het college gaat uit van de behoeften en persoonskenmerken van de aanvrager. Daarbij zal onderzoek gedaan worden naar de noodzaak en mogelijkheid ten aanzien van het te bereiken resultaat binnen de grenzen van deze verordening.

  • 2. Alle eigen mogelijkheden, vrijwillige diensten en (wettelijke) voorliggende, algemeen (gebruikelijke) en collectieve voorzieningen die beschikbaar en bruikbaar zijn, worden, als ze al niet tot een oplossing hebben geleid in het gesprek, of als er geen gesprek heeft plaatsgevonden, eerst beoordeeld.

  • 3. Bij het beoordelen van de aanvraag voor een individuele voorziening zal de International Classification of Functions, Disabilities and Health als basis voor het begrippenkader worden gehanteerd.

Paragraaf 2. De te bereiken resultaten

Artikel 10. Een schoon en leefbaar huis
  • 1. Dit resultaat ten aanzien van het voeren van een huishouden bestaat uit het kunnen wonen in een huis dat schoon is. Dit geldt ten aanzien van de woonkamer, slaapvertrekken, keuken en sanitaire ruimten.

  • 2. Met het oog op een schoon en leefbaar huis kan een individuele voorziening getroffen worden voor het lichte en/of het zware huishoudelijke werk, het aanleren van vaardigheden en/of het coördineren van het huishouden.

  • 3. Indien de aanvrager een of meer huisgenoten heeft die beschikbaar en in staat zijn werkzaamheden over te nemen wordt dit eerst in het kader van gebruikelijke zorg beoordeeld.

  • 4. Voor zover de in het vorige lid genoemde mogelijkheden beschikbaar en bruikbaar zijn worden ten aanzien van die onderdelen geen individuele voorzieningen verstrekt.

Artikel 11. Wonen in een geschikt huis
  • 1. Met het oog op het normale gebruik van de woning kan een individuele voorziening worden getroffen ten aanzien van de bereikbaarheid, toegankelijkheid en bruikbaarheid van de woning.

  • 2. Voor zover voor aanvrager een losse woonunit volstaat zal deze mogelijkheid eerst beoordeeld worden.

  • 3. Voor zover de aanvrager in de woonplaats kan verhuizen naar een geschikte woning of een gemakkelijker geschikt te maken woning – al dan niet door middel van een losse woonunit - wat kan leiden tot het te bereiken resultaat zal deze mogelijkheid eerst beoordeeld worden.

  • 4. Voor zover de in het vorige lid genoemde mogelijkheden beschikbaar en bruikbaar zijn worden ten aanzien van die onderdelen geen individuele voorzieningen verstrekt. Een verhuiskostenvergoeding kan dan wel verstrekt worden.

  • 5. Indien de cliënt in een AWBZ-instelling verblijft, kan eenmalig de woning van ouders of partner, ten behoeve van de cliënt, bezoekbaar worden gemaakt zodat de woonkamer en het toilet toegankelijk zijn.

Artikel 12. Beschikken over goederen voor primaire levensbehoeften
  • 1. Het resultaat ten aanzien van het voeren van een huishouden bestaat uit het voorzien zijn van de dagelijks benodigde hoeveelheid voedsel voor maaltijden en andere momenten waarop iets genuttigd wordt, evenals toiletartikelen en schoonmaakartikelen. Ook de noodzakelijke bereiding van maaltijden kan hieronder vallen.

  • 2. Met het oog op het beschikken over goederen voor primaire levensbehoeften kan een individuele voorziening worden getroffen ten aanzien van het doen van boodschappen, voor wat betreft levensmiddelen, schoonmaakmiddelen, en toiletartikelen, alsmede het bereiden en aanreiken van maaltijden.

  • 3. Indien de aanvrager een of meer huisgenoten heeft die beschikbaar en in staat zijn werkzaamheden over te nemen of voor zover de aanvrager gebruik kan maken van een aanwezige en bruikbare boodschappenservice of maaltijdvoorziening die in de individuele situatie van de aanvrager kan leiden tot het te bereiken resultaat wordt deze mogelijkheid eerst beoordeeld.

  • 4. Voor zover de in het vorige lid 3 genoemde mogelijkheden beschikbaar en bruikbaar zijn worden ten aanzien van die onderdelen geen individuele voorzieningen verstrekt.

Artikel 13. Beschikken over schone, draagbare en doelmatige kleding
  • 1. Het resultaat ten aanzien van het voeren van een huishouden bestaat uit het aanwezig zijn van kleding in gewassen en zo nodig gestreken, opgevouwen of opgehangen staat.

  • 2. Met het oog op het beschikken over schone, draagbare en doelmatige kleding kan een individuele voorziening worden getroffen ten aanzien van het wassen, drogen en strijken en opruimen van de dagelijkse was.

  • 3. Indien de aanvrager een of meer huisgenoten heeft die beschikbaar en in staat zijn werkzaamheden over te nemen of voor zover de aanvrager gebruik kan maken van aanwezige en bruikbare (wettelijke) voorliggende, algemeen gebruikelijke en collectieve voorzieningen die in de individuele situatie van de cliënt kunnen leiden tot het te bereiken resultaat, worden deze mogelijkheden eerst beoordeeld.

  • 4. Voor zover de in het vorige lid genoemde mogelijkheden beschikbaar en bruikbaar zijn worden ten aanzien van die onderdelen geen individuele voorzieningen verstrekt.

Artikel 14. Het thuis kunnen zorgen voor kinderen die tot het gezin behoren
  • 1. Het resultaat ten aanzien van het voeren van een huishouden bestaat uit de dagelijkse, gebruikelijke zorg voor in het huishouden aanwezige kinderen.

  • 2. Met het oog op het thuis kunnen zorgen voor kinderen die tot het gezin behoren, kan een tijdelijke individuele voorziening worden getroffen ter vervanging van de ouder die in principe voor de kinderen zorgt totdat een definitieve maatregel is gerealiseerd.

  • 3. Voor zover de aanvrager gebruik kan maken van het eigen netwerk, een aanwezige en bruikbare voor- tussen- en naschoolse opvang, kinderopvang of andere opvangmogelijkheden die in de individuele situatie van de cliënt kunnen leiden tot het te bereiken resultaat worden deze mogelijkheden eerst beoordeeld.

  • 4. Voor zover de in het vorige lid genoemde mogelijkheden beschikbaar en bruikbaar zijn worden ten aanzien van die onderdelen geen individuele voorzieningen verstrekt.

Artikel 15. Zich verplaatsen in en om de woning
  • 1. Het resultaat ten aanzien van het zich verplaatsen in en om de woning bestaat uit het in staat zijn door middel van verplaatsing in de woonkamer, het slaapvertrek en/of de slaapvertrekken, het toilet en de douche te kunnen komen.

  • 2. Met het oog op het verplaatsen in en om de woning kan een individuele voorziening worden getroffen bestaande uit een rolstoel voor dagelijks zittend gebruik.

  • 3. Voor zover de aanvrager gebruik kan maken van een aanwezige en bruikbare rolstoelpool die in de individuele situatie van de aanvrager kan leiden tot het te bereiken resultaat wordt deze mogelijkheden eerst beoordeeld.

  • 4. Voor zover de in het vorige lid genoemde mogelijkheden beschikbaar en bruikbaar zijn worden ten aanzien van die onderdelen geen individuele voorzieningen verstrekt.

Artikel 16. Zich lokaal verplaatsen per vervoermiddel
  • 1. Het resultaat ten aanzien van het zich lokaal verplaatsen per vervoermiddel bestaat uit het kunnen doen van dagelijkse boodschappen, het kunnen bezoeken van familie, kennissen en het kunnen doen van gewenste activiteiten, alles binnen de directe woon- en leefomgeving.

  • 2. Met het oog op het zich lokaal verplaatsen per vervoermiddel, kan een individuele voorziening worden getroffen ten aanzien van het verplaatsen over de korte afstand rond de woning en het verplaatsen over de langere afstand binnen de directe woon en leefomgeving.

  • 3. Voor zover de cliënt een beroep kan doen op huisgenoten, mantelzorgers of vrijwilligers, een aanwezige en bruikbare scootmobiel pool, openbaar vervoer of van collectief vraagafhankelijk vervoer van deur tot deur dat in de individuele situatie van de cliënt kan leiden tot het te bereiken resultaat worden deze mogelijkheden in het gesprek eerst beoordeeld.

  • 4. Voor zover de in het vorige lid genoemde mogelijkheden naar het oordeel van de gemeente redelijkerwijs beschikbaar en bruikbaar zijn worden ten aanzien van die onderdelen geen individuele voorzieningen verstrekt.

Artikel 17. De mogelijkheid om contacten te hebben met medemensen en deel te nemen aan recreatieve, maatschappelijke of religieuze activiteiten
  • 1. Het te bereiken resultaat ten aanzien van de mogelijkheid om contacten te hebben met medemensen en deel te nemen aan recreatieve, maatschappelijke of religieuze activiteiten bestaat uit het zo mogelijk kunnen afleggen van gewenste bezoeken en het deelnemen aan gewenste activiteiten.

  • 2. Met het oog op de mogelijkheid om contacten te hebben met medemensen en deel te nemen aan recreatieve, maatschappelijke of religieuze activiteiten kan een individuele voorziening worden getroffen ten aanzien van het vervoer naar de gewenste bestemmingen.

  • 3. Voor zover de belanghebbende gebruik kan maken van een of meer aanwezige en bruikbare (vrijwilligers)organisaties die in de individuele situatie van belanghebbende kan leiden tot het te bereiken resultaat worden deze mogelijkheden eerst beoordeeld.

  • 4. Voor zover de in het vorige lid genoemde mogelijkheden beschikbaar en bruikbaar zijn worden ten aanzien van die onderdelen geen individuele voorzieningen verstrekt.

Hoofdstuk 6. Verstrekking in natura, als persoonsgebonden budget en als financiële tegemoetkoming. Eigen bijdragen en eigen aandeel

Paragraaf 1. Verstrekking van voorzieningen

Artikel 18. Mogelijke verstrekkingwijzen

De te treffen voorzieningen kunnen als voorziening in natura, als persoonsgebonden budget en als financiële tegemoetkoming worden verstrekt.

Paragraaf 2. Verstrekking in natura

Artikel 19. Inhoud beschikking
  • 1. Bij het treffen van een voorziening in natura wordt in de beschikking vastgelegd:

  • a. Hoe de cliënt of aanvrager wordt gecompenseerd en/of welke resultaten worden bereikt;

  • b. Welke eigen mogelijkheden en aanwezige en bruikbare (wettelijke) voorliggende, algemeen gebruikelijke en collectieve voorzieningen voorhanden zijn;

  • c. Welke de te treffen voorziening is.

  • d. Wat de duur is van de verstrekking is.

  • e. Hoe de voorziening in natura verstrekt wordt.

  • f. Of er sprake is van een overeenkomst waarin deze verstrekking is geregeld.

  • 2. Als er sprake is van een te betalen eigen bijdrage wordt dit in de beschikking opgenomen.

Paragraaf 3. Verstrekking als persoonsgebonden budget

Artikel 20. Overwegende bezwaren

Het college legt in de aanvullende uitvoeringsregels vast in welke situaties sprake is van overwegende bezwaren zodat er geen persoonsgebonden budget verstrekt wordt.

Artikel 21. Inhoud beschikking
  • 1. Bij het treffen van een voorziening in de vorm van een persoonsgebonden budget wordt in de beschikking vastgelegd:

  • a. Hoe cliënt of aanvrager wordt gecompenseerd/ welke resultaten worden bereikt

  • b. Welke eigen mogelijkheden en aanwezige en bruikbare (wettelijke) voorliggende, algemeen gebruikelijke en collectieve voorzieningen voorhanden zijn;

  • c. Voor welk te bereiken resultaat (aangevuld, indien nodig met een programma van eisen) het persoonsgebonden budget bij de besteding, voldaan moet worden;

  • d. Wat de omvang (tegenwaarde van de goedkoopst compenserende voorziening in natura) van het persoonsgebonden budget is en hoe deze omvang tot stand is gekomen.

  • e. Wat de duur is van de verstrekking waarvoor het persoonsgebonden budget bedoeld is en

  • f. welke regels gelden ten aanzien van verantwoording van het persoonsgebonden budget.

  • g. Wie de budgethouder is.

  • 2. Als er sprake is van een te betalen eigen bijdrage wordt dit in de beschikking opgenomen.

Paragraaf 4. Verstrekking als financiële tegemoetkoming

Artikel 22. Inhoud beschikking
  • 1. Bij het treffen van een voorziening in de vorm van een financiële tegemoetkoming wordt in de beschikking vastgelegd:

  • a. Hoe cliënt of aanvrager wordt gecompenseerd/ welke resultaten worden bereikt.

  • b. Welke eigen mogelijkheden en aanwezige en bruikbare (wettelijke) voorliggende, algemeen gebruikelijke en collectieve voorzieningen voorhanden zijn.

  • c. Voor welk te bereiken resultaat de financiële tegemoetkoming bestemd is.

  • d. Wat de duur van de verstrekking is.

  • e. Of er sprake is van een overeenkomst waarin deze verstrekking is geregeld.

  • f. Wat de hoogte van de financiële tegemoetkoming is.

  • 2. Als er sprake is van een te betalen eigen aandeel wordt dit in de beschikking opgenomen.

Paragraaf 5. Eigen bijdrage en eigen aandeel

Artikel 23. Eigen bijdragen of eigen aandeel

1.Bij het verstrekken van een voorziening is een eigen bijdrage of een eigen aandeel verschuldigd ten aanzien van de volgende resultaten:

Het voeren van een huishouden:

  • a.

    Een schoon en leefbaar huis.

  • b.

    Wonen in een geschikt huis.

  • c.

    Beschikken over goederen voor primaire levensbehoeften.

  • d.

    Beschikken over schone, draagbare en doelmatige kleding.

  • e.

    Het thuis kunnen zorgen voor kinderen die tot het gezin behoren.

Verplaatsen:

  • a.

    Zich verplaatsen in en om de woning.

  • b.

    Zich lokaal verplaatsen per vervoermiddel.

    Daginvulling:

    a.De mogelijkheid om contacten te hebben met medemensen en deel te nemen aan maatschappelijke, recreatieve en religieuze activiteiten.

  • 2.

    Het college van burgemeester en wethouders legt alle bedragen voor de eigen bijdrage en het eigen aandeel vast in het besluit maatschappelijke ondersteuning Ouderkerk .

  • 3.

    De omvang van de eigen bijdrage als bedoeld in het eerste lid van dit artikel is gekoppeld aan de bedragen als vermeld in artikel 4.1 lid 1 van het (landelijk) Besluit maatschappelijke ondersteuning (algemene maatregel van bestuur). Indien de bedragen in artikel 4.1 lid 1 van het Besluit maatschappelijk ondersteuning (algemene maatregel van bestuur) worden gewijzigd, worden de bedragen in dit artikel geacht op gelijke wijze te zijn gewijzigd.

Hoofdstuk 7. Procedurele bepalingen rond intrekking en terugvordering

Artikel 24. Wijziging situatie

Degene aan wie krachtens deze verordening een voorziening is verstrekt, is verplicht zo spoedig mogelijk en schriftelijk aan het college mededeling te doen van feiten en omstandigheden, waarvan redelijkerwijs duidelijk moet zijn dat deze van invloed kunnen zijn op het recht op een voorziening.

Artikel 25. Intrekking

  • 1. Het college kan een besluit, genomen op grond van deze verordening, geheel of gedeeltelijk intrekken indien:

  • a. Niet of niet meer is of wordt voldaan aan de voorwaarden gesteld bij of krachtens deze verordening.

  • b. Beschikt is op grond van gegevens waarvan gebleken is dat die gegevens zodanig onjuist waren dat, waren de juiste gegevens bekend geweest, een andere beslissing zou zijn genomen.

  • 2. Een besluit tot verlening van een financiële tegemoetkoming of een persoonsgebonden budget kan worden ingetrokken indien blijkt dat de tegemoetkoming of het budget binnen zes maanden na uitbetaling niet is aangewend voor de bekostiging van het resultaat waarvoor de verlening heeft plaatsgevonden.

Artikel 26. Terugvordering

  • 1. Indien het recht op een voorziening is ingetrokken kan het college op basis daarvan de voorziening worden teruggevorderd of de financiële tegemoetkoming of Persoonsgebonden budget geheel of gedeeltelijk worden teruggevorderd.

  • 2. Indien het recht op een voorziening is ingetrokken wordt deze voorziening in zijn geheel teruggevorderd indien de voorziening verleend is op basis van valselijk verstrekte gegevens.

Hoofdstuk 8. Slotbepalingen

Artikel 27. Hardheidsclausule

  • 1. Het college kan in bijzondere gevallen afwijken van de bepalingen van deze verordening indien toepassing van de verordening tot onbillijkheden van overwegende aard leidt.

  • 2. In alle gevallen waarin deze verordening niet voorziet, beslist het college.

Artikel 28. Aanvullende regels en indexering

  • 1. Het college legt alle bedragen en andere aanvullende regels vast in de aanvullende uitvoeringsregels, waaronder de bedragen t.b.v. de eigen bijdrage/het eigen aandeel.

  • 2. Het college kan jaarlijks per 1 januari de in het kader van deze verordening de geldende bedragen wijzigen.

Artikel 29. Mandatering basistarieven hulp bij het huishouden

De gemeenteraad van de gemeente Ouderkerk mandateert aan het college het vaststellen van basistarieven bij het (eventueel) aanbesteden van de hulp bij het huishouden.

Artikel 30. Evaluatie en rapportage

Het door het gemeentebestuur gevoerde beleid wordt eenmaal per 4 jaar geëvalueerd. Indien de evaluatie daartoe aanleiding geeft wordt het beleid vervolgens aangepast.

Artikel 31. Intrekking oude regeling

De Verordening Voorzieningen maatschappelijke ondersteuning 2012, vastgesteld op 20 september 2012, wordt ingetrokken met de inwerkingtreding van deze verordening.

Artikel 32. Overgangsbepalingen

Vanaf het moment van herindicatie zal deze verordening worden toegepast. In alle overige gevallen blijven de besluiten die zijn genomen op grond van de Verordening Voorzieningen maatschappelijke ondersteuning gemeente Ouderkerk 2012 onverminderd van kracht.

Artikel 33. Inwerkingtreding

Deze verordening treedt in werking met ingang van de eerste dag na die van de bekendmaking en wordt toegepast met ingang van 1 januari 2013.

Artikel 34. Citeertitel

Deze verordening wordt aangehaald als “Verordening Voorzieningen maatschappelijke ondersteuning gemeente Ouderkerk 2013”.

Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van de raad van de gemeente Ouderkerk,

op 20 december 2012.

De voorzitter, De griffier,

J.de Prieëlle M. Metz