Overheidsorganisatie | Gemeente Nederlek |
---|---|
Officiële naam regeling | Verordening Langdurigheidstoeslag 2012 |
Citeertitel | Verordening Langdurigheidstoeslag 2012 |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | maatschappelijke zorg en welzijn |
Eigen onderwerp |
Geen.
Onbekend
1.Geen.
Datum inwerking- treding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerking- treding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
30-10-2012 | 01-07-2012 | 01-01-2015 | Onbekend | 25-09-2012 Nederlek Nieuws | Onbekend |
1. Alle begrippen die in deze verordening worden gebruikt en die niet nader worden omschreven, hebben dezelfde betekenis als in de Wet werk en bijstand (WWB), de Algemene wet bestuursrecht (Awb) en de Gemeentewet.
2. In deze verordening wordt verstaan onder:
De wet: de Wet werk en bijstand (WWB);
Peildatum: datum als bedoeld in artikel 36, vierde lid van de wet;
Referteperiode: een onafgebroken periode van 36 maanden voorafgaande aan de peildatum;
Bijstandsnorm: de norm bedoeld in artikel 5 onder c van de wet;
WTOS; de wet tegemoetkoming onderwijsbijdrage en schoolkosten;
WSF 2000: de Wet studiefinanciering 2000;
K5-bestuur: het dagelijks bestuur van de gemeenschappelijke regeling K5.
Aan de voorwaarde van het hebben van een langdurig laag inkomen zoals bedoeld in artikel 36 lid 1 WWB is voldaan indien gedurende de referteperiode het in aanmerking te nemen inkomen onafgebroken niet hoger is geweest dan 101% van de toepasselijke bijstandsnorm.
1. Niet voor de langdurigheidstoeslag komt in aanmerking de belanghebbende die tijdens de referteperiode een tijd in detentie heeft doorgebracht.
2. Niet voor de langdurigheidstoeslag komt in aanmerking de belanghebbende bij wie er gedurende de referteperiode sprake is van een terugvordering als gevolg van fraude in het kader van de WWB, de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte werkloze werknemers (IOAW) of de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte gewezen zelfstandige (IOAZ).
3. Niet voor de langdurigheidstoeslag komt in aanmerking de belanghebbende die op de peildatum een opleiding volgt als bedoeld in de WTOS, dan wel een studie volgt als genoemd in de WSF 2000.
1. De hoogte van de toeslag bedraagt per jaar:
a. Voor een alleenstaande € 362,--
b. Voor een alleenstaande ouder € 462,--
c. Voor gehuwden € 516,--
2. Indien één van de gehuwden op de peildatum is uitgesloten van het recht op langdurigheidstoeslag ingevolge artikel 11 of artikel 13 lid 1 van de wet, komt de rechthebbende echtgenoot in aanmerking voor een langdurigheidstoeslag die voor hem zou gelden als alleenstaande of alleenstaande ouder.
3. Voor toepassing van lid 1 tot en 2 is de situatie op de peildatum bepalend.
4. De in het eerste lid genoemde bedragen worden eenmaal per jaar en wel op 1 januari aangepast met een percentage dat overeenkomt met het procentuele verschil tussen de gehuwdennorm op 1 januari van dat jaar en de gehuwdennorm op 1 januari van het daaraan voorafgaande jaar. De bedragen worden op hele Euro’s naar boven afgerond.
In gevallen waarin deze regeling niet voorziet, beslist het K5 bestuur.
Deze verordening wordt aangehaald als de "Verordening langsdurigheidstoeslag 2012".
Deze verordening treedt in werking op 1 juli 2012.
Met de inwerkingtreding van deze verordening vervalt de Verordening langdurigheidstoeslag Wet werk en bijstand, vastgesteld door de raad op 28 oktober 2010.
Aldus vastgesteld in de openbare raadvergadering van 25 september 2012.
De voorzitter De griffier