Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Gemeente Ouderkerk

Handhavingsverordening

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OverheidsorganisatieGemeente Ouderkerk
Officiële naam regelingHandhavingsverordening
CiteertitelHandhavingsverordening 2012
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpmaatschappelijke zorg en welzijn
Eigen onderwerpmaatschappelijke zorg

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

  1. 147 lid 1 Gemeentewet
  2. art. 8a Wet werk en bijstand
  3. art. 35, 1e lid, onderdeel c van de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte werkloze werknemrs
  4. art. 35, 1e lid, onderdeel c van de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte gewezen zelfstandigen

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

geen

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerking-

treding

Terugwerkende

kracht tot en met

Datum uitwerking-

treding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

26-07-201201-07-201223-06-2015Onbekend

28-06-2012

Postiljonm 25 juli 2012

Onbekend

Tekst van de regeling

Handhavingsverordening 2012

 

De raad van de gemeente Ouderkerk

 

Gelezen het voorstel van het K5- bestuur inzake de Handhavingsverordening;

 

Gezien het advies van de Commissie W&O;

 

Gelet op artikel 147, lid 1 van de Gemeentewet;

 

Gelet op het bepaalde in:

  • -          artikel 8a van de Wet werk en bijstand;

  • -          artikel 35, eerste lid, onderdeel c van de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte werkloze werknemers; en

  • -          artikel 35, eerste lid, onderdeel c van de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte gewezen zelfstandigen;

 

Overwegende dat het in het kader van het financiële beheer noodzakelijk is bij verordening regels te stellen over de bestrijding van het ten onrechte ontvangen van uitkeringen en het misbruik en oneigenlijk gebruik van de genoemde regelingen;

 

BESLUIT

 

vast te stellen de volgende Handhavingsverordening

Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen

Artikel 1 Begrippen

  • 1.

    In deze verordening wordt verstaan onder:

    • a.

      de wet: de Wet werk en bijstand (WWB), de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte werkloze werknemers (IOAW) en de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte gewezen zelfstandige (IOAZ);

    • b.

      Maatregel: het verlagen van de bijstand of inkomensvoorziening op grond van artikel 18, lid 2 van de WWB, dan wel artikel 20 van de IOAW of IOAZ;

    • c.

      Uitkering: algemene en bijzondere bijstand in het kader van de WWB dan wel een uitkering in het kader van de IOAW of IOAZ;

    • d.

      Handhaving: een stelsel van preventieve en repressieve maatregelen gericht op het voorkomen, ontmoedigen en bestrijden van misbruik of oneigenlijk gebruik van een uitkering.

    • e.

      Fraude: het verwijtbaar achterhouden van informatie of verwijtbaar onjuiste informatie verstrekken, met het doel een (hogere) uitkering te ontvangen dan waarop men recht zou hebben bij juiste en/of volledige informatieverstrekking.

    • f.

      Misbruik: het verwijtbaar ontvangen van een uitkering in strijd met de wettelijke voorschriften.

    • g.

      Oneigenlijk gebruik: het ontvangen van een uitkering volgens de regels van de wet, maar in strijd met of buiten de bedoeling van de wet zoals die bij de totstandkoming van de wet bestond

    • h.

      het K5-bestuur: het dagelijks bestuur van de Gemeenschappelijke Regeling K5.

  • 2.

    Alle begrippen die in deze verordening worden gebruikt en die niet nader worden omschreven, hebben dezelfde betekenis als in de Wet werk en bijstand (WWB), de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte werkloze werknemers (IOAW), de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte gewezen zelfstandigen (IOAZ) en de Algemene wet bestuursrecht (Awb).

Hoofdstuk 2 Fraudepreventie

Artikel 2 Opdracht aan het K5- bestuur

  • 1. Het K5- bestuur voert een actief fraudepreventiebeleid. Onderdeel daarvan is de wijze waarop het K5- bestuur belanghebbenden informeert over de rechten en plichten die aan het ontvangen van bijstand zijn verbonden en over de consequenties van misbruik en oneigenlijk gebruik;

  • 2. Ter controle van de aanvraag wordt gebruik gemaakt van bestandsvergelijkingen met actuele gegevens en van de samenloopsignalen die daaruit voortkomen.

Artikel 3 Controle

  • 1. Het K5 – bestuur doet stelselmatig onderzoek naar de rechtmatigheid van de bijstand en kan daarbij gebruik maken van huisbezoeken, risicoprofielen en bestandsvergelijkingen. Het K5- bestuur onderzoekt daarnaast overige signalen en tips die relevant zijn voor het recht op bijstand.

  • 2. Het K5- bestuur doet onderzoek naar de reden van beëindiging van de bijstand en neemt op basis daarvan besluiten met betrekking tot de rechtmatigheid van de verstrekte voorzieningen, alsmede de wederzijdse resterende verplichtingen tussen het K5- bestuur en de belanghebbende en de afhandeling daarvan.

    Hoofdstuk 3 Gevolgen bij fraude

Artikel 4 Verlaging van de bijstand

Indien belanghebbende onjuiste, onvolledige of in het geheel geen inlichtingen verstrekt die van invloed kunnen zijn op het recht van bijstand, verlaagt het K5- bestuur de bijstand conform hetgeen hierover is bepaald in de Maatregelenverordening Wet werk en bijstand WWB, Bbz 2004, IOAW en IOAZ 2012 en onverminderd de mogelijkheid tot terugvordering van ten onrechte verleende bijstand.

Artikel 5 Aangifte bij het Openbaar Ministerie

Indien een gedraging van belanghebbende als bedoeld in artikel 4 leidt tot benadeling van de gemeente, doet het K5- bestuur, onverminderd de mogelijkheden als in artikel 4 vermeld, aangifte bij het Openbaar Ministerie, in overeenstemming met de door het Openbaar Ministerie gehanteerde uitgangspunten.

Artikel 6 Hardheidsclausule

Het K5- bestuur kan in bijzondere gevallen afwijken van de bepalingen van deze verordening, als toepassing daarvan zou leiden tot onbillijkheden van overwegende aard.

Artikel 7 Inwerkingtreding

Deze verordening treedt in werking één dag na publicatie en werkt terug tot en met 1 juli 2012.

Artikel 8 Citeertitel

Deze verordening wordt aangehaald als: de Handhavingsverordening 2012.

Artikel 9 Intrekking

Met de inwerkingtreding van deze handhavingsverordening vervalt de handhavingsverordening, vastgesteld op 28 oktober 2010.

Aldus vastgesteld in de openbare raadvergadering van 28 juni 2012.

De griffier, De voorzitter

M. Metz J. de Prieëlle.