Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Gemeente Menameradiel

Reglement voor de raadscommissie

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OverheidsorganisatieGemeente Menameradiel
Officiële naam regelingReglement voor de raadscommissie
CiteertitelReglement voor de Raadscommissie
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpalgemeen
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Een formele datum van inwerkingtreding is niet te achterhalen. Gelet op de overwegingen bij het raadsvoorstel tot wijziging van het Reglement voor de Raadscommissie kan aangenomen worden dat de wijziging per 1 mei 2002 in werking is getreden.

Datum ondertekening inwerkingstredingbesluit 18-04-2002

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

  1. Art. Gemeentewet, 82
  2. Wet openbaarheid van bestuur, Art. 10

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

Geen.

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerking-

treding

Terugwerkende

kracht tot en met

Datum uitwerking-

treding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

01-05-200216-03-2012Het Reglement voor de Raadscommissie wordt gewijzigd in die zin dat de vergaderingen van de commissie voortaan een dag later plaatsvinden.

18-04-2002

Geen.

04-04-2002
21-03-2002nieuwe regeling

14-03-2002

Geen.

-

Tekst van de regeling

De raad van de gemeente Menaldumadeel

Gelezen het voorstel van de stuurgroep Dualisering

Gelet op artikel 82 van de Gemeentewet;

Besluit

  • 1.

    In te trekken het reglement op de adviescommissies uit de gemeenteraad d.d. 14 december 1995;

  • 2.

    vast te stellen het reglement voor de raadscommissie, luidende als volgt:

Artikel 1 Taak raadscommissie

Er is in de gemeente Menaldumadeel één vaste raadscommissie die vanuit een kaderstellende, controlerende en volksvertegenwoordigende functie tot taak krijgt:

  • a.

    besluit- en beleidsvorming van de gemeenteraad voor te bereiden;

  • b.

    overleg te voeren met het college respectievelijk de burgemeester.

Artikel 2 Samenstelling raadscommissie

  • 1.

    De in artikel 1 genoemde raadscommissie bestaat uit de leden van de gemeenteraad.

  • 2.

    Uit de commissieleden worden door de gemeenteraad, gehoord de fractievoorzitters, de voorzitter en de vice-voorzitter benoemd.

Artikel 3 Collegeleden

  • 1.

    De leden van het college van burgemeester en wethouders worden door de voorzitter uitgenodigd om ter vergadering aanwezig te zijn en kunnen al dan niet op eigen verzoek aan de beraadslagingen deelnemen.

  • 2.

    De leden van het college van burgemeester en wethouders en de gemeentesecretaris kunnen ook besloten vergaderingen van de commissie bijwonen.

Artikel 4 Griffier en adviseurs

  • 1.

    De raadscommissie wordt bijgestaan door de raadsgriffier.

  • 2.

    De griffier, of een door hem aan te wijzen ambtenaar, draagt zorg voor het maken van het verslag van het in de vergadering van de commissie verhandelde. Dit verslag wordt in de eerstvolgende vergadering van de commissie ter vaststelling aangeboden.

  • 3.

    Al dan niet op verzoek van één of meer commissieleden kan de voorzitter ambtenaren, deskundigen of anderszins bij geagendeerde onderwerpen betrokkenen, uitnodigen en hen het woord verlenen.

Artikel 5 Vergaderfrequentie, convocatie en agenda, openbare kennisgeving

  • 1.

    De commissie vergadert in beginsel op de eerste dinsdag van de maand om 20.00 uur en verder zo dikwijls als door hun voorzitter nodig wordt geoordeeld dan wel wanneer dit door tenminste drie leden wordt gevraagd.

  • 2.

    De voorzitter stelt de agenda op, zulks met inachtneming van de eventueel door fractievoorzitters opgestelde termijnagenda. Commissieleden, het college en de burgemeester mogen agendapunten ter behandeling voordragen. De voorzitter neemt deze punten — die tenminste tien dagen voor de datum van de vergadering voorgedragen moeten worden - in de agenda op.

  • 3.

    Namens de voorzitter roept de griffier de leden en collegeleden - spoedeisende gevallen uitgezonderd - ten minste zeven dagen van tevoren schriftelijk tot de vergadering op. Deze oproep gaat vergezeld van de agenda, het verslag van de vorige vergadering en de stukken.

  • 4.

    Tegelijkertijd brengt de voorzitter dag, tijdstip en plaats van de vergadering, alsmede de agenda en de daarbij behorende voorstellen - met uitzondering van de in artikel 10 van de Wet openbaarheid van bestuur bedoelde stukken - ter openbare kennis op een bij die kennisgeving aan te geven wijze.

  • 5.

    Ieder lid van de commissie is bevoegd in een naar zijn mening spoedeisend geval ter vergadering voor te stellen een onderwerp aan de agenda toe te voegen. De commissie beslist of en in hoeverre aan dit voorstel gevolg zal worden gegeven.

Artikel 6 Burgemeester en wethouders

  • 1.

    De voorzitter kan de burgemeester en één of meer wethouders uitnodigen in de vergadering aanwezig te zijn en aan de beraadslagingen deel te nemen.

  • 2.

    Indien de burgemeester of een wethouder bij een vergadering aanwezig wil zijn en wil deelnemen aan de beraadslagingen, doet hij hiertoe een verzoek aan de voorzitter.

  • 3.

    De voorzitter neemt zo spoedig mogelijk een voorlopige beslissing op het verzoek.

  • 4.

    De raadscommissie kan bij aanvang van de vergadering beslissen dat de burgemeester en één of meer wethouders niet in de vergadering aanwezig mogen zijn of aan de beraadslagingen mogen deelnemen.

Artikel 7 Presentielijst

Bij binnenkomst in de vergaderzaal tekent ieder lid onmiddellijk de presentielijst. Aan het einde van elke vergadering wordt die lijst door de voorzitter en de commissiegriffier door ondertekening vastgesteld.

Artikel 8 Opening vergadering; quorum

  • 1.

    De voorzitter opent de vergadering op het vastgestelde uur, indien meer dan de helft van het aantal zitting hebbende leden aanwezig is.

  • 2.

    Wanneer een kwartier na het vastgestelde tijdstip niet het vereiste aantal leden aanwezig is, bepaalt de voorzitter onder verwijzing naar dit artikel, na voorlezing van de namen der afwezige leden, dag en uur van de volgende vergadering, op een tijdstip dat ten minste vierentwintig uur na het bezorgen van de schriftelijke oproep is gelegen.

  • 3.

    Op de vergadering, bedoeld in het tweede lid, is het eerste lid niet van toepassing. De raadscommissie kan echter over andere aangelegenheden alleen beraadslagen of besluiten, indien blijkens de presentielijst meer dan de helft van het aantal zitting hebbende leden aanwezig is.

Artikel 9 Vragenhalfuur

  • 1.

    Na de opening van de vergadering kunnen ingezetenen zakelijk en beknopt het woord voeren over niet reeds op de agenda vermelde onderwerpen en ideeën over gemeentelijk beleid.

  • 2.

    De in het eerste lid bedoelde personen die van het spreekrecht gebruik willen maken melden dit, hun naam, adres en het onderwerp voor de vergadering bij de griffier.

  • 3.

    De totaal beschikbare spreektijd bedraagt maximaal 30 minuten. Zij die zich als spreker hebben aangemeld verkrijgen van de voorzitter en in een door hem bepaalde volgorde gedurende maximaal 5 minuten het woord. Indien zich meer dan zes sprekers hebben aangemeld wordt de totaal beschikbare spreektijd evenredig over hen verdeeld.

  • 4.

    Vervolgens kan de voorzitter aan de leden het woord verlenen om hetzij aan de vragensteller, hetzij aan het college vragen te stellen over hetzelfde onderwerp.

Artikel 10 Inspreken

  • 1.

    Ingezetenen of belanghebbenden kunnen direct voorafgaande aan de behandeling van een agendapunt zakelijk en beknopt hun zienswijze over dat agendapunt aan de commissie kenbaar maken. Deze mogelijkheid vervalt indien voor dat agendapunt een afzonderlijke hoorzitting heeft plaatsgevonden.

  • 2.

    De in het eerste lid bedoelde personen die van deze inspraakmogelijkheid gebruik willen maken melden dit, hun naam, adres en het agendapunt waarop dit betrekking heeft - voor de vergadering bij de secretaris. Voor wat betreft de spreektijd is het derde lid van artikel 9 is van overeenkomstige toepassing.

  • 3.

    Vervolgens stelt de voorzitter de leden — en desgewenst de aanwezige collegeleden - in de gelegenheid om aan de inspreker vragen te stellen over de naar voren gebrachte zienswijze, die de inspreker tot slot op zeer beknopte wijze kan toelichten.

Artikel 11 Openbaarheid

  • 1.

    De vergaderingen van de commissie wordt in het openbaar gehouden.

  • 2.

    De deuren worden gesloten, wanneer ten minste drie leden daarom verzoeken of de voorzitter het nodig oordeelt. De commissie beslist vervolgens of met gesloten deuren zal worden vergaderd.

  • 3.

    Aangelegenheden waarvan openbare behandeling zich niet verdraagt met een belang genoemd in artikel 10 van de Wet openbaarheid van bestuur, alsmede door de voorzitter aangewezen aangelegenheden, worden voor het besloten deel van de vergadering geagendeerd.

  • 4.

    Van een vergadering met gesloten deuren wordt een afzonderlijk verslag gemaakt, dat niet openbaar wordt gemaakt tenzij de commissie anders beslist.

  • 5.

    Omtrent het behandelde in een besloten vergadering wordt door de leden en andere aanwezigen geheimhouding in acht genomen. De geheimhouding geldt totdat de commissie haar opheft.

Artikel 12 Besluitvorming

  • 1.

    Alle besluiten worden bij meerderheid van stemmen genomen.

  • 2.

    Indien een commissie niet tot een eensluidend advies komt, wordt hiervan melding gemaakt, desgewenst met opgave van de verschillende adviezen, onder vermelding van de namen van de leden die ze hebben uitgebracht en waarbij het gevoelen van de minderheid in het advies van de commissie wordt uitgedrukt.

  • 3.

    Alle van de commissie uitgaande stukken worden ondertekend door de griffier. In daartoe in aanmerking komende gevallen, ter beoordeling van de voorzitter, worden de stukken zowel door de voorzitter als door de griffier ondertekend.

Artikel 13 Beraadslaging

  • 1.

    De raadscommissie kan op voorstel van de voorzitter of een lid beslissen over één of meer onderdelen van een onderwerp of voorstel afzonderlijk te beraadslagen.

  • 2.

    Op voorstel van een lid of de voorzitter kan de raadscommissie beslissen de beraadslaging voor een door hem te bepalen tijd te schorsen teneinde het college of de leden de gelegenheid te geven tot onderling nader beraad. De beraadslagingen worden hervat nadat de schorsingsperiode verstreken is.

Artikel 14 Deelname aan de beraadslaging door anderen

  • 1.

    De raadscommissie kan bepalen dat anderen mogen deelnemen aan de beraadslaging.

  • 2.

    Een beslissing daartoe wordt op voorstel van de voorzitter of een lid genomen alvorens met de beraadslaging ten aanzien van het aan de orde zijnde agendapunt een aanvang wordt genomen.

Artikel 15 Advies

  • 1.

    Wanneer de voorzitter vaststelt, dat een onderwerp of voorstel voldoende is toegelicht, sluit hij de beraadslaging, tenzij de raadscommissie anders beslist.2. Nadat de beraadslaging is gesloten, beslist de raadscommissie of er een advies aan de raad wordt uitgebracht.

  • 2.

    Indien de raadscommissie een advies aan de raad uitbrengt beslissen de leden op voorstel van de voorzitter over de inhoud van het advies.

  • 3.

    In het advies worden de standpunten van alle fracties en buitengewone leden opgenomen.

Artikel 16 Voorstel van orde

  • 1.

    De voorzitter en ieder lid heeft het recht, hetzij mondeling hetzij schriftelijk een voorstel van orde te doen.

  • 2.

    Hieronder worden verstaan:

    • a.

      het wijzigen van de volgorde der werkzaamheden;

    • b.

      het tegelijk behandelen van bepaalde onderwerpen en/of voorstellen;

    • c.

      het gesplitst behandelen van een bepaald onderwerp;

    • d.

      het tot een later stadium uitstellen van de behandeling van één der op de agenda vermelde onderwerpen;

    • e.

      het sluiten of schorsen der beraadslagingen of het uitstellen der beslissing over enig onderwerp.

  • 3.

    Wordt een voorstel van orde afzonderlijk behandeld, dan bepaalt de voorzitter hiervoor een korte spreektijd.

Artikel 17 Orde

  • 1.

    De voorzitter draagt zorg voor de handhaving van de orde in de vergaderingen.

  • 2.

    Tijdens de vergaderingen is het gebruik of het stand-by houden van mobiele telefoons of andere (communicatie) middelen op een zodanige wijze dat die inbreuk kunnen maken op de orde van de vergadering niet toegestaan.

  • 3.

    Indien een spreker zich beledigende of ongepaste uitdrukkingen veroorlooft of op welke wijze dan ook de orde verstoort, wordt hij door de voorzitter tot de orde geroepen. Hetzelfde geldt indien een spreker naar het oordeel van de voorzitter afwijkt van het onderwerp.

  • 4.

    Wanneer een spreker voortgaat met het bezigen van beledigende of ongepaste uitdrukkingen, het storen van de orde of het afwijken van het onderwerp in beraadslaging, ontneemt de voorzitter hem het woord. In de vergadering waarin dit plaats heeft mag het lid wie het woord is ontnomen aan de beraadslaging over het onderwerp in behandeling niet meer deelnemen. Hiervan is beroep op de vergadering niet toegelaten.

  • 5.

    De voorzitter is bevoegd om in de notulen niet te doen opnemen een weergave van door een spreker gebezigde beledigende of ongepaste uitdrukkingen waarvoor die spreker tijdens de vergadering tot de orde geroepen is.

  • 6.

    De voorzitter kan de commissie voorstellen aan een commissie- of raadslid dat door zijn gedragingen de gang van zaken belemmert, het verdere verblijf in de vergadering ontzeggen. Over het voorstel wordt niet beraadslaagd. Na aanneming daarvan verlaat het lid de vergadering onmiddellijk Zonodig doet de voorzitter hem verwijderen Bij herhaling van zijn gedrag kan het commissie- of raadslid bovendien voor ten hoogste drie maanden de toegang tot de vergadering worden ontzegd.

  • 7.

    De voorzitter kan ter handhaving van de orde de vergadering voor een door hem te bepalen tijd schorsen en - indien na de heropening de orde opnieuw wordt verstoord - de vergadering sluiten.

  • 8.

    De voorzitter is bevoegd, wanneer de orde op enigerlei wijze door de toehoorders wordt verstoord, hen die dit doen, of alle toehoorders te doen vertrekken.

Artikel 18 Onvoorzien

In alle gevallen waarin deze verordening niet voorziet beslist de voorzitter, de commissie gehoord.

Artikel 19 Inwerkingtreding

  • 1.

    Deze verordening treedt in werking op 21 maart 2002.

Artikel 20 Citeertitel

Deze verordening kan worden aangehaald als “Reglement voor de Raadscommissie”.

Aldus vastgesteld in de openbare raadsvergadering van 14 maart 2002.

De raad van de gemeente Menaldumadeel,

De griffier,De voorzitter,