Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Gemeente Vlist

Beleidslijn 2013 voor de toepassing van de Wet bevordering integriteitsbeoordelingen door het openbaar bestuur in de gemeente Vlist

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OverheidsorganisatieGemeente Vlist
Officiële naam regelingBeleidslijn 2013 voor de toepassing van de Wet bevordering integriteitsbeoordelingen door het openbaar bestuur in de gemeente Vlist
CiteertitelBIBOB-beleidslijn 2013 Vlist
Vastgesteld doorcollege van burgemeester en wethouders
Onderwerpopenbare orde en veiligheid
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Besluit is tegelijkertijd genomen door de burgemeester als zelfstandig bestuursorgaan

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Wet bevordering integriteitsbeoordelingen door het openbaar bestuur

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerking-

treding

Terugwerkende

kracht tot en met

Datum uitwerking-

treding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

01-01-201319-11-2016Nieuwe regeling

18-12-2012

De IJsselbode, 28-12-2012

Onbekend

Tekst van de regeling

Intitulé

Beleidslijn 2013 voor de toepassing van de Wet bevordering integriteitsbeoordelingen door het openbaar bestuur in de gemeente Vlist

De burgemeester en het college van burgemeester en wethouders van Vlist, ieder voor zover het hun bevoegdheden betreft;

overwegende, dat de Wet bevordering integriteitsbeoordelingen door het openbaar bestuur hen beleidsruimte verschaft bij de besluitvorming omtrent het toepassen van hun uit deze wet voortvloeiende bevoegdheden;

gelet op de Wet bevordering integriteitsbeoordelingen door het openbaar bestuur, het Besluit bevordering integriteitsbeoordelingen door het openbaar bestuur, artikel 4:81 van de Algemene wet bestuursrecht, de artikelen 3, 27, 30a en 31 van de Drank- en Horecawet, de artikelen 2:25, 2:28a en 2:28b, 2:39 en 3:4 van de Algemene Plaatselijke Verordening Vlist, artikel 30b van de Wet op de kansspelen, de artikelen 9.2.2.3 en 11.2 van de Wet Milieubeheer, de artikelen 2.1 en 2.17 van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht, de artikelen 8, eerste lid, 16a, 19, 22, 23, 25 en 27 van de Huisvestingswet 2012;

besluiten vast te stellen de volgende:

Beleidslijn 2013 voor de toepassing van de Wet bevordering integriteitsbeoordelingen door het openbaar bestuur in de gemeente Vlist

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

In deze beleidsregels wordt verstaan onder:

  • a.

    aanvraag: de aanvraag om een beschikking bedoeld in artikel 1 van de wet;

  • b.

    advies: het advies bedoeld in artikel 9 van de wet;

  • c.

    beschikkingen en opdrachten: alle besluiten waarop de wet kan worden toegepast;

  • d.

    bestuursorgaan: de burgemeester onderscheidenlijk het college van burgemeester en wethouders alsmede degenen aan wie zij een mandaat hebben verleend tot het nemen van beschikkingen;

  • e.

    betrokkene: de aanvrager van een beschikking, de houder van een vergunning, de natuurlijke persoon of rechtspersoon met wie een vastgoedtransactie is aangegaan, de gegadigde die wil deelnemen aan een aanbestedingsproces, de partij aan wie een overheidsopdracht is gegund of de onderaannemer;

  • f.

    het onderzoek: de wijze van behandelen van een aanvraag waarbij met toepassing van de wet door het bestuursorgaan wordt beoordeeld of er redenen aanwezig zijn om de aanvraag te weigeren, de gegadigde niet tot de aanbesteding toe te laten, de overeenkomst niet aan te gaan, respectievelijk de beschikking in te trekken of te beëindigen, daaraan voorschriften te verbinden dan wel een advies bij het Bureau aan te vragen;

  • g.

    het Bureau: het Bureau bevordering integriteitsbeoordelingen door het openbaar bestuur, bedoeld in artikel 8 van de wet;

  • h.

    wet: de Wet bevordering integriteitsbeoordelingen door het openbaar bestuur (Wet Bibob);

  • i.

    vastgoedtransactie: een overeenkomst of een andere rechtshandeling met betrekking tot een onroerende zaak met als doel:

    • 1.

      het verwerven of vervreemden van een recht op eigendom of het vestigen, vervreemden of wijzigen van een zakelijk recht;

    • 2.

      huur of verhuur;

    • 3.

      het verlenen van een gebruikrecht; of

    • 4.

      de deelname aan een rechtspersoon, een commanditaire vennootschap of een vennootschap onder firma die het recht op eigendom of een zakelijk recht met betrekking tot die onroerende zaak heeft of die onroerende zaak huurt of verhuurt.

Artikel 2 Toepassingsbereik van de Wet Bibob in de gemeente VlistVlist

  • 1. Het bestuursorgaan zal, met inachtneming van hetgeen in deze beleidsregels daarover is bepaald, de wet in beginsel toepassen met betrekking tot beschikkingen en transacties zoals vermeld in:

    • a.

      artikel 2:25 van de Algemene Plaatselijke Verordening Vlist, indien sprake is van een evenementenvergunning die de burgemeester kan weigeren indien de openbare orde, de openbare veiligheid, de volksgezondheid of het milieu in gevaar komt, en die betrekking heeft op een evenement zoals aangegeven in bijlage 5;

    • b.

      artikel 3 van de Drank- en Horecawet, indien sprake is van vestiging van een nieuw bedrijf, de overname van een bestaand bedrijf, de overname van (de meerderheid van) de aandelen van een bestaand bedrijf of wijziging van de rechtsvorm van de onderneming tenzij sprake is van een slijterij;

    • c.

      artikel 2:28a en 2:28b van de Algemene Plaatselijke VerordeningVlist, indien sprake is van vestiging van een nieuw bedrijf, de overname van een bestaand bedrijf, de overname van (de meerderheid van) de aandelen van een bestaand bedrijf of wijziging van de rechtsvorm van de onderneming;

    • d.

      artikel 2:39 van de Algemene Plaatselijke Verordening Vlist inzake speelgelegenheden, indien sprake is van vestiging van een nieuw bedrijf, de overname van een bestaand bedrijf, de overname van (de meerderheid van) de aandelen van een bestaand bedrijf of wijziging van de rechtsvorm van de onderneming;

    • e.

      artikel 3:4 van de Algemene Plaatselijke VerordeningVlist, indien sprake is van vestiging van een nieuw bedrijf, de overname van een bestaand bedrijf, de overname van (de meerderheid van) de aandelen van een bestaand bedrijf of wijziging van de rechtsvorm van de onderneming;

    • f.

      artikel 2.1, eerste lid, aanhef en onder a, e en i, van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht in de categorieën zoals aangegeven in bijlage 2;

  • 2. Het bestuursorgaan kan, met inachtneming van hetgeen in deze beleidsregels daarover is bepaald, de wet in beginsel toepassen met betrekking tot beschikkingen zoals vermeld in:

    • a.

      de artikelen 9.2.2.3 en 11.2 van de Wet Milieubeheer;

    • b.

      de artikelen 8, eerste lid, 22 en 23 van de Huisvestingswet 2012;

    • c.

      (gereserveerd ).

  • 3. Het bestuursorgaan kan, met inachtneming van hetgeen in deze beleidsregels daarover is bepaald, de wet in beginsel toepassen met betrekking tot vastgoedtransacties zoals bedoeld in artikel 1, onderdeel a, waarbij de gemeente partij is, indien sprake is van vastgoedtransacties zoals aangegeven in bijlage 3.

  • 4. Het bestuursorgaan kan, met inachtneming van hetgeen in deze beleidsregels daarover is bepaald, de wet in beginsel toepassen met betrekking tot overheidsopdrachten ten aanzien van een gegadigde of onderaannemer in de zin van de wet in de gevallen zoals aangegeven in bijlage 4.

  • 5. Het bestuursorgaan kan, met inachtneming van hetgeen in deze beleidsregels daarover is bepaald, de wet eveneens toepassen met betrekking tot de intrekking van de in het eerste en tweede lid genoemde vergunningen.

  • 6. Bij vastgoedtransacties en overheidsopdrachten zoals aangegeven in de bijlagen 3 en 4 zal het bestuursorgaan bedingen dat de overeenkomst kan worden ontbonden op de gronden vermeld in artikel 3, eerste lid, artikel 3, zesde lid, alsmede artikel 4 van de wet. Ook kan het bestuursorgaan bedingen dat onderaannemers alleen met toestemming van de gemeente kunnen worden gecontracteerd en dat in dat kader een advies kan worden gevraagd.

Artikel 3 Overige situaties waarin de wet in beginsel wordt toegepast

Behalve op de in artikel 2 genoemde beschikkingen en transacties zal het bestuursorgaan, met inachtneming van hetgeen in deze beleidsregels daarover is bepaald, de wet in beginsel toepassen:

  • 1.

    ten aanzien van bijzondere gevallen waarbij aanleiding bestaat voor het vermoeden dat de beschikking of transactie mede zou kunnen worden gebruikt om uit gepleegde strafbare feiten verkregen of te verkrijgen, op geld waardeerbare voordelen te benutten of strafbare feiten te plegen;

  • 2.

    in de gevallen waarin de officier van justitie op basis van artikel 26 van de wet wijst op de wenselijkheid een advies van het Bureau aan te vragen.

Artikel 4 Onderzoek

  • 1. Het onderzoek naar het zich voordoen van de weigeringsgronden als bedoeld in artikel 3 van de wet bestaat uit:

    • a.

      het beoordelen van de aanvraag tot het verlenen van een beschikking of het aangaan van een transactie en de daarbij overgelegde gegevens, mede aan de hand van bij het bestuursorgaan bekende feiten en omstandigheden;

    • b.

      het verzamelen, bewerken en analyseren van informatie die al dan niet door middel van het in het volgende artikel bedoelde vragenformulier en de daarbij te voegen bijlagen is verstrekt door de betrokkene en gegevens die zijn verkregen uit informatiebronnen die het bestuursorgaan volgens de wet kan raadplegen;

  • 2. Indien het onder b. bedoelde onderzoek onvoldoende uitsluitsel geeft over de mate van gevaar dat de in artikel 3 van de wet bedoelde feiten zich zullen voordoen, wordt een advies als bedoeld in artikel 9 van de wet ingewonnen bij het Bureau.

Artikel 5 Informatieverstrekking

  • 1. In door of namens het bestuursorgaan bepaalde gevallen moet betrokkene naast de gebruikelijke aanvraagformulieren de Bibob-vragenformulieren invullen en bij het bestuursorgaan indienen. Daarbij dienen de documenten te worden gevoegd die in de vragenformulieren zijn vermeld en/of die bij de uitreiking van de formulieren door of namens het bestuursorgaan zijn genoemd. De in het eerste lid bedoelde vragenformulieren bevatten in elk geval de in artikel 30, tweede lid, van de wet genoemde vragen en daarnaast aanvullende vragen die het bestuursorgaan zo goed mogelijk in staat stellen het onderzoek als bedoeld in artikel 4 te verrichten.

Artikel 6 Beoordeling van nieuwe aanvragen

  • 1. De aanvraag kan buiten behandeling worden gesteld indien niet wordt voldaan aan de voorwaarden van artikel 4:5 Algemene wet bestuursrecht.

  • 2. Ingeval van nieuw ingediende aanvragen dient iedere vergunningaanvraag eerst de normale procedure te doorlopen, waarbij wordt bezien of aan de reguliere vergunningeisen wordt voldaan (APV e.d.).

  • 3. Indien aan de reguliere eisen is voldaan, wordt vervolgens het Bibob-vragenformulier doorgenomen aan de hand van een indicatorenlijst: de zogenoemde lichte toets.

  • 4. Indien de resultaten van deze toets hiertoe aanleiding geven, zal vervolgens een zware toets plaatsvinden. Het is daarbij ongewenst om de indicatoren in harde criteria vast te leggen, omdat deze te veel in zwaarte verschillen. Soms is één zware indicator voldoende om te concluderen dat nader onderzoek noodzakelijk is, maar ook een reeks van lichtere indicatoren kunnen - in hun onderlinge samenhang bezien - tot een dergelijke conclusie leiden. Uitgangspunt is dat bij twijfel altijd de zware toets plaatsvindt.

  • 5. Ook de onderstaande punten kunnen aanleiding zijn voor het uitvoeren van een zware toets. Daarvoor geldt een aantal harde criteria, namelijk indien:

    • a.

      er sprake is van overname van een vergunningsplichtige inrichting, die is gesloten of waarvan de vergunning is ingetrokken op grond van openbare orde overwegingen (bijvoorbeeld heling, drugs of geweld) of op grond van de Wet Bibob;

    • b.

      er sprake is van monopolisering (het opkopen van meerdere inrichtingen en/of onroerende zaken in een bepaald gebied) door een natuurlijk persoon en/of rechtspersoon dan wel door een aantal aan elkaar verbonden natuurlijke personen of rechtspersonen;

    • c.

      er vermoedelijk een relatie bestaat tussen de recreatie- en/of seksinrichting met de malafide infrastructuur rond illegale vreemdelingen;

Artikel 7 Beoordeling van reeds verstrekte vergunningen

  • 1. Ten aanzien van verstrekte vergunningen wordt indien daartoe aanleiding bestaat een Bibob-vragenformulier uitgereikt.

  • 2. Een weigering om het vragenformulier ingevuld te retourneren zal worden beschouwd als een ernstig gevaar op grond van de Wet Bibob met als gevolg dat de vergunning wordt ingetrokken.

  • 3. Van de wettelijke mogelijkheid tot beoordeling van reeds verstrekte vergunningen wordt naast de in artikel 2 benoemde gevallen actief gebruik gemaakt, indien één of meer van de navolgende situaties van toepassing is / zijn:

    • a.

      als een bepaald gebied specifiek nader wordt bekeken;

    • b.

      als een bepaalde branche of deel van een branche extra wordt gecontroleerd;

    • c.

      als er aanwijzingen zijn dat er sprake is van ernstig gevaar dat de vergunning mede wordt gebruikt voor het benutten van voordelen uit strafbare feiten of voor het plegen van strafbare feiten;

    • d.

      indien er een redelijk vermoeden bestaat dat ter verkrijging van de vergunning een strafbaar feit is gepleegd (bijvoorbeeld omkoping).

Artikel 8 Weigering / intrekking andere vergunningen van dezelfde betrokkene en sluiting

  • 1. Indien een Bibob-advies wordt gevraagd ten aanzien van een bepaalde betrokkene, heeft dit verzoek betrekking op alle aan de betrokkene binnen deze gemeente verleende vergunningen, welke onder de reikwijdte van de Wet Bibob vallen. Dat betekent dat in het geval dat de burgemeester/ het college een negatief advies van het Bureau overneemt, in één keer de aanvraag wordt geweigerd en alle reeds verstrekte vergunningen worden ingetrokken.

  • 2. Indien de onderneming(en) van de betrokkene ten tijde van de weigering of intrekking nog geopend is/zijn, zal sluiting onmiddellijk na de bezwaarfase plaatsvinden onder voorwaarde dat de gemeente in het gelijk is gesteld. Indien in die situatie een voorlopige voorziening wordt gevraagd, wordt de sluiting opgeschort tot de uitspraak van de voorzieningenrechter.

Artikel 9 Intrekking

De Beleidsregels Wet BIBOB Vlist 2006 worden ingetrokken per 1 januari 2013.

Artikel 10 Inwerkingtreding

Deze beleidslijn treedt in werking op 1 januari 2013, met uitzondering van artikel 2, tweede lid, onder a, b en c en derde lid, dat in werking treedt op de datum van inwerkingtreding van de Evaluatie- en uitbreidingswet Bibob.

Artikel 11 Citeertitel

Deze beleidslijn kan worden aangehaald als: Bibob-beleidslijn 2013 Vlist.

Ondertekening

Vlist, 18 december 2012

Burgemeester en wethouders van Vlist

de secretaris, de burgemeester

mw. mr. C. Plokhooij A.Z. Evenhuis-Meppelink

De Burgemeester van Vlist

A.Z. Evenhuis-Meppelink