Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Gemeente Veghel

Verordening op het beheer en het gebruik van de gemeentelijke begraafplaatsen in de gemeente Veghel (inclusief eerste wijziging)

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OverheidsorganisatieGemeente Veghel
Officiële naam regelingVerordening op het beheer en het gebruik van de gemeentelijke begraafplaatsen in de gemeente Veghel (inclusief eerste wijziging)
CiteertitelBeheerverordening gemeentelijke begraafplaatsen gemeente Veghel 2012
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpalgemeen
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

  1. Art. 35, Wet op de lijkbezorging
  2. Art. 149, Gemeentewet

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

Nadere regels voor de gemeentelijke begraafplaatsen in de gemeente Veghel

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerking-

treding

Terugwerkende

kracht tot en met

Datum uitwerking-

treding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

01-01-2013Nieuwe regeling

04-10-2012

Stadskrant Veghel, 19-12-2012

24881

Tekst van de regeling

Intitulé

Verordening op het beheer en het gebruik van de gemeentelijke begraafplaatsen in de gemeente Veghel

De gemeenteraad van de gemeente Veghel;

gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 28 augustus 2012.

gelet op artikel 35 van de Wet op de lijkbezorging en artikel 149 van de Gemeentewet;

Besluit:

vast te stellen de volgende:

Verordening op het beheer en het gebruik van de gemeentelijke begraafplaatsen in de gemeente Veghel.

Algemene bepalingen

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

  • In deze verordening wordt verstaan onder:

  • a.begraafplaats:

  • - de begraafplaats aan de Ottenstraat te Erp;

  • - de begraafplaats Zuidergaard in Veghel;

  • - de begraafplaats Kloostertuin in Zijtaart.

  • b.particulier graf: een graf waarvoor aan een natuurlijk persoon of rechtspersoon het uitsluitend recht is verleend tot:

  • - het begraven en begraven houden van lijken;

  • - het bijzetten en bijgezet houden van asbussen met of zonder urn of erin verstrooien van as.

  • c.particulier kindergraf: een graf, waarvoor aan een natuurlijk persoon of rechtspersoon het uitsluitend recht is verleend tot:

  • - het begraven en begraven houden van lijken van levenloos geboren kinderen, alsmede van kinderen tot 12 jaar;

  • - het bijzetten en bijgezet houden van asbussen met of zonder urn of het erin doen verstrooien van as van levenloos geboren kinderen, alsmede van kinderen tot 12 jaar;

  • d. particulier urnengraf: een graf waarvoor aan een natuurlijk persoon of rechtspersoon het uitsluitend recht is verleend tot het bijzetten en bijgezet houden van asbussen met of zonder urn of het erin verstrooien van as;

  • d. particuliere urnennis: een nis waarvoor aan een natuurlijk persoon of rechtspersoon het uitsluitend recht is verleend tot het daarin bijzetten en bijgezet houden van asbussen met of zonder urn, bevattende de as van overledenen;

  • f.gedenkplaats: een plaats ingericht om overledenen te gedenken;

  • g.algemeen graf: een graf bij de gemeente in beheer waarin de gelegenheid wordt geboden tot het begraven van lijken;

  • h.asbus: een bus ter berging van de as van een overledene;

  • i.urn: een voorwerp ter berging van één of meerdere asbussen;

  • j.verstrooiingsveld: een permanent daartoe bestemde plaats op de begraafplaats waarop as wordt verstrooid;

  • k. grafbedekking: gedenkteken en/of grafbeplanting op een graf;

  • l. gedenkteken: nagelvast verbonden voorwerp op het graf voor het aanbrengen van opschriften en/of figuren;

  • m.grafbeplanting: alle beplanting welke door de rechthebbende en/of de gemeente op een graf wordt aangebracht en die door zijn aard en omvang geschikt is om op een graf te worden aangebracht;

  • n.los voorwerp: een niet nagelvast aan het grafoppervlak verbonden voorwerp ter decoratie van het graf en/of ter nagedachtenis aan de overledene;

  • o.duurzame materialen: vaste, niet buigzame materialen van natuursteen, glas, hout, keramiek, kunststof en metaal welke van nature of middels een daartoe speciale behandeling weerbestendig zijn, niet breukgevoelig en welke bestaan uit één geheel en waarvan de praktische toepasbaarheid zoals opnemen, verplaatsen en dergelijke gewaarborgd is;

  • p.beheerder: de ambtenaar die belast is met de dagelijkse leiding van de gemeentelijke begraafplaatsen of degene die hem vervangt;

  • q.college: het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Veghel.

  • r.rechthebbende: de natuurlijke persoon of een rechtspersoon, die het uitsluitend recht heeft verkregen tot het begraven of het bijzetten in een particulier graf of het verstrooien van as in een particulier graf;

  • s. de gebruiker: de natuurlijke persoon of een rechtspersoon aan wie het gebruik van een ruimte in een algemeen graf is verleend;

  • t.eigenaar: de natuurlijke persoon of een rechtspersoon die de grafbedekking op een graf in eigendom heeft;

  • u.grafakte: het document waarin overeenkomstig de bepalingen van deze verordening door of namens het college een grafrecht wordt verleend, bestemd voor alle (inclusief algemene graven) graven;

  • v.grafrecht: het uitsluitend recht op het begraven en begraven houden in een particulier graf of particulier kindergraf dan wel het uitsluitend recht tot het bijzetten en bijgezet houden in een particulier urnengraf of particuliere urnennis dan wel het recht om as te verstrooien in een particulier graf.

  • w.gebruik: het gebruik van een algemeen graf.

Artikel 2 Uitbreiding begrippen particulier graf

Voor de toepassing van het bij of krachtens deze verordening bepaalde wordt, voor zover van belang onder ‘particulier graf’ mede verstaan: particulier kindergraf, particulier urnengraf en particuliere urnennis.

Beheer, bestemming en registratie

Artikel 3 Beheer

  • Het beheer van de begraafplaats wordt gevoerd onder verantwoordelijkheid van het college. Onder toezicht van het college worden één of meer daartoe aangewezen personen belast met:

  • a. de administratie van de begraafplaats;

  • b. de dagelijkse leiding van de begraafplaats;

  • c. het onderhoud van de begraafplaats;

  • d. het delven of openen, sluiten en ruimen van graven (derden).

Artikel 4 Bestemming

  • 1. De begraafplaats is bestemd voor:

  • - het begraven en begraven houden van lijken;

  • - het begraven en begraven houden, bijzetten en bijgezet houden van asbussen;

  • - het verstrooien van as van personen.

  • 2. Het college kan nadere regels stellen omtrent de bestemming van de begraafplaats, waarbij de regels kunnen verschillen per begraafplaats en voor de te onderscheiden vakken en rijen.

Artikel 5 Register en plaatsregistratie

  • 1. De administratie bevat een openbaar register van diegenen die zijn begraven of waarvan de as is bezorgd. In dit register worden de naam, de geboortedatum en de datum van overlijden opgenomen. Daarbij is vermeld de grafaanduiding en de dag van de begraving of de bijzetting. In de administratie zijn ook de gegevens van de rechthebbenden en de gebruikers van de graven met hun namen en adressen opgenomen. Dit deel is niet openbaar.

  • 2. De rechthebbenden en gebruikers zijn verplicht de wijziging van hun adres aan het college door te geven.

  • 3. Het college draagt er zorg voor dat er van elke begraafplaats een gewaarmerkte plattegrondtekening wordt aangehouden waarop de indeling en de grafnummering van de begraafplaats is aangegeven.

Openstelling van de begraafplaats

Artikel 6 Openstelling

  • 1. De begraafplaats is voor een ieder dagelijks toegankelijk van een half uur voor zonsopgang tot een half uur na zonsondergang.

  • 2. Het is verboden gedurende de tijd dat de begraafplaats niet voor het publiek is geopend, zich daarop te bevinden, behoudens door het college te verlenen ontheffing.

  • 3. Het college kan de toegangen en/of (delen van) de begraafplaats tijdelijk sluiten.

Artikel 7 Tijden van begraven en asbezorging

  • 1. De tijd van begraven, bijzetten en het bezorgen van as is:

  • a. op werkdagen van 9.00 tot 16.00 uur;

  • b. op zaterdag van 9.00 tot 15.00 uur.

  • 2. Op zondagen en algemeen erkende feest- en gedenkdagen vinden geen begravingen, bijzettingen of bezorgingen van as plaats.

  • 3. 3. Het tijdstip van begraven of bijzetten van stoffelijke resten en het bezorgen van de as wordt telkens en voor elk geval afzonderlijk door de gemeente Veghel cq. beheerder, in overleg met de betrokken nabestaande vastgesteld.

  • 4. Op hetzelfde tijdstip mag op de begraafplaats niet meer dan één begrafenis plaatsvinden.

  • 5. Burgemeester en wethouders kunnen in bijzondere gevallen van het bepaalde in lid 1, lid 2 en lid 4 afwijken.

Ordemaatregelen

Artikel 8 Verboden ​

  • 1. Het is verboden op de begraafplaats:

  • a. zich op hinderlijke wijze te gedragen;

  • b. op de graven te lopen, te gaan zitten anders dan op de daartoe aangebrachte zitplaatsen;

  • c. iets te doen of na te laten dat in strijd is met de eerbied van de nagedachtenis van de overledene;

  • d. dieren te begraven of as te verstrooien;

  • 2. Het is verboden op de begraafplaats rijwielen, bromfietsen, rij- of voertuigen, met uitzondering van gehandicaptenwagens, mee te nemen, anders dan ter gelegenheid van een begrafenis of tot het vervoeren van materialen bestemd voor op de begraafplaats te verrichten werkzaamheden.

  • 3. Het college kan ontheffing verlenen van de verboden, zoals genoemd in lid 2.

Artikel 9 Ordehandhaving

  • 1. Bezoekers, deelnemers aan een plechtigheid, personeel van uitvaartondernemingen en personen die werkzaamheden op de begraafplaats hebben te verrichten, zijn verplicht zich in het belang van de orde, rust en netheid te houden aan de aanwijzingen van de beheerder.

  • 2. Degenen die zich niet aan de in het eerste lid bedoelde aanwijzingen houden, moeten zich op eerste aanzegging van de beheerder van de begraafplaats verwijderen.

  • 3. Het is steenhouwers, hoveniers en daarmee gelijk te stellen personen verboden, anders dan met toestemming van of namens het college, werkzaamheden aan grafbedekkingen op de begraafplaatsen te verrichten. Deze toestemming kan mondeling worden gegeven.

  • 4. In verband met werkzaamheden op de begraafplaats en ter handhaving van de orde op de begraafplaats kan bezoekers de toegang tot de begraafplaats of een deel van de begraafplaats worden ontzegd door de beheerder.

Artikel 10 Plechtigheden ​

  • 1. Herdenkingsbijeenkomsten, onthullingen van gedenktekens en dergelijke plechtigheden op de begraafplaats kunnen slechts plaatsvinden nadat deze ten minste zes werkdagen tevoren zijn gemeld aan de beheerder. Datum en uur van de plechtigheid en de wijze waarop deze zal plaatsvinden worden in overleg met de aanvrager door de beheerder vastgesteld.

  • 2. De deelnemers aan de plechtigheid, bedoeld in het eerste lid zijn verplicht zich in het belang van de orde, rust en netheid te houden aan de aanwijzingen van de beheerder.

Indeling begraafplaats en onderscheid graven

Artikel 11 Uitgifte en indeling graven

  • 1. Graven worden op aanwijzing van de beheerder of in volgorde van ligging voor directe begraving uitgegeven zulks aansluitend op de reeds uitgegeven graven dan wel beginnend op een van gemeentewege aangewezen plaats in een nieuw in gebruik te nemen vak. Uitzondering hierop vormen de graven op delen van de begraafplaats waar enkeldiep begraven moet worden. Hier kan gelijktijdig met de uitgifte van een graf voor directe begraving één extra graf worden uitgegeven.

  • 2. Het college kan nadere regels stellen voor de indeling en inrichting van de begraafplaats en de graven, de bestemming van de grafvelden en het onderscheid in graven inclusief het in één of twee lagen begraven.

Artikel 12 Soorten graven

  • 1. Op de begraafplaats kunnen worden uitgegeven:

  • a. particuliere graven;

  • b. particuliere kindergraven;

  • c. particuliere urnengraven;

  • d. particuliere urnennissen;

  • e. verstrooiingplaatsen;

  • 2. Op de begraafplaats kan de gemeente begraven in algemene graven en algemene kindergraven

Artikel 13 Termijn particuliere graven

  • 1. Het college verleent, voor zover de daartoe bestemde ruimte van de begraafplaats dat toelaat, op een daartoe bij hen in te dienen verzoek, voor de tijd van twintig jaar het uitsluitend recht op een particulier graf. De termijn begint te lopen op de datum waarop het particuliere graf is uitgegeven.

  • 2. Het college verleent, voor zover de daartoe bestemde ruimte van de begraafplaats dat toelaat, op een daartoe bij hen in te dienen verzoek, voor de tijd van twintig of dertig jaar het uitsluitend recht op een particulier kindergraf. De termijn begint te lopen op de datum waarop het particuliere kindergraf is uitgegeven.

  • 3. Het in het eerste lid bedoelde recht wordt op aanvraag van de rechthebbende verlengd met telkens een termijn van 10 jaar, mits de aanvraag voor het verstrijken van de lopende termijn wordt ingediend.

  • 4a. Begraving of bijzetting in een particulier (kinder)graf waarvan de uitgiftetermijn binnen de wettelijke minimum grafrusttermijn afloopt, kan alleen plaatsvinden onder gelijktijdige verlenging van de uitgiftetermijn met steeds 10 jaar.

  • b. De verlenging dient te worden aangevraagd door de rechthebbende of, indien deze is overleden, door één van de in artikel 25, lid 1 (Overschrijven), bedoelde personen.

  • 5. Het grafrecht op een particulier (kinder)graf geeft de rechthebbende zeggenschap over wie in dat (kinder)graf wordt begraven en begraven wordt gehouden, onder de voorwaarden en de beperkingen van deze verordening en de daarop gebaseerde nadere regels.

  • 6. Een uitsluitend recht als bedoeld in lid 1 en 2 kan slechts aan één rechthebbende worden verleend ten behoeve van zichzelf.

  • 7. Het in lid 1 en 2 bedoelde grafrecht wordt door het college schriftelijk bevestigd door middel van een grafakte.

Artikel 14 Termijn algemene graven

  • 1. Algemene graven mogen voor een termijn van 10 jaar worden gebruikt. Deze termijn kan niet worden verlengd. Een stoffelijk overschot kan echter na afloop van de minimale grafrusttermijn van alle begraaflagen, op schriftelijk verzoek en op kosten van de gebruiker, in een particulier graf worden herbegraven of gecremeerd.

  • 2. Het gebruik van een algemeen graf wordt per begraaflaag aan verschillende gebruikers verleend.

  • 3. Het in het eerste lid bedoelde gebruik wordt door het college schriftelijk bevestigd door middel van een kennisgeving.

Vereisten voor begraving of bijzetting

Artikel 15 Kennisgeving begraven en asbezorging

  • 1. De rechthebbende of gebruiker die wil begraven, een asbus wil bijzetten of as wil verstrooien, geeft daarvan uiterlijk twee werkdagen voorafgaande aan de dag waarop de begraving, bijzetting of verstrooiing zal plaatsvinden, vóór 12.00 uur schriftelijk of telefonisch kennis aan de beheerder. Zaterdag, zondag en algemeen erkende feest- en gedenkdagen gelden niet als werkdag.

  • 2. Indien de burgemeester verlof heeft verleend om het stoffelijk overschot binnen 36 uur na het overlijden te begraven, moet de kennisgeving zo tijdig mogelijk worden gedaan.

  • 3. Bij de in het eerste en tweede lid bedoelde kennisgeving dient het verlof tot begraving of de bezorging van as dan wel een ander wettelijk daarmee gelijkgesteld document te worden afgegeven.

Artikel 16 Delven en sluiten van het graf

  • 1. Het delven van een graf ter begraving of voor het bezorgen van as en het daarna sluiten van een graf, alsmede het bedienen van de hulpmiddelen, mag uitsluitend geschieden door of in opdracht van het personeel van de begraafplaats op aanwijzingen en onder toezicht van de beheerder.

  • 2. De nabestaanden kunnen werkzaamheden zoals het laten zakken van de kist of het bijzetten van de urn in het graf of de nis op aanwijzingen en onder toezicht van de beheerder geheel of gedeeltelijk zelf verrichten indien zij hun wens daartoe uiterlijk om 12.00 uur van de voorafgaande werkdag mondeling of schriftelijk aan de beheerder hebben kenbaar gemaakt. De zaterdag, zondag en algemeen erkende feest- en gedenkdagen gelden voor de toepassing van deze bepaling niet als werkdag.

Artikel 17 Te overleggen documenten

  • 1. Begraving mag slechts geschieden indien van tevoren het verlof tot begraven of ander wettelijk daarmee gelijkgesteld document of de bezorging van as is afgegeven aan de beheerder.

  • 2. Indien de begraving of de bezorging van as in een bestaand particulier graf zal plaatsvinden, dient een machtiging daartoe aan de beheerder te worden afgegeven. De machtiging moet zijn ondertekend door de rechthebbende of, indien deze is overleden, door degene die in de uitvaart voorziet.

Artikel 18 Begraving

  • 1. De aanwijzing van de plaats van het graf geschiedt met inachtneming van het bepaalde in artikel 11 (uitgifte en indeling graven) door de beheerder.

  • 2. Tot de begraving of bijzetting wordt niet overgegaan dan nadat:

  • a. de beheerder, indien deze heeft geconstateerd dat aan de in de artikelen 15 (kennisgeving begraven en asbezorgen), 16 (delven en sluiten van het graf) en 17 (te overleggen documenten) opgenomen vereisten is voldaan, hiervoor opdracht heeft verleend aan het personeel van de begraafplaats;

  • b. het personeel van de begraafplaats bij begraving van een stoffelijk overschot de identiteit van het stoffelijk overschot heeft vastgesteld door vergelijking van het op de kist of een ander lijkomhulsel vermelde registratienummer met dat op een bijgevoegd document. Dit document bevat tevens de namen, de overlijdens- en geboortedatum van de overledene dan wel de geslachtsnaam van de levenloos geborene.

Artikel 19 Lijkomhulsel en grafgiften

  • 1. Rechthebbenden of gebruikers leveren, gebruiken en accepteren uitsluitend lijkhoezen, die voldoen aan de in het Lijkomhulselbesluit 1998 gestelde regels ten aanzien van de doorlaatbaarheid van vloeistoffen en gassen, mechanische eigenschappen, vorm en biologische afbreekbaarheid.

  • 2. Rechthebbenden of gebruikers zijn verplicht bij het verzoek tot het verlof tot begraven het gebruik van lijkhoezen aan de beheerder door te geven.

  • 3. Het is niet toegestaan voorwerpen aan de grafruimte toe te voegen die de vertering van het lijk belemmeren of voorkomen en/of vervuilend zijn.

Grafbedekkingen ​

Artikel 20 Vereisten gedenktekens

  • 1. Het is verboden om in afwijking van door het college te stellen nadere regels

    gedenktekens of andere nagelvast verbonden voorwerpen op graven of een plaat ter afsluiting van een urnennis te plaatsen of te verwijderen.

  • 2. Als door de rechthebbende geen grafbedekking wordt aangebracht zal door de gemeente op enigerlei wijze worden aangeduid dat er een overledene ligt begraven. Uit een aanduiding bij het graf en de administratie zal voorts moeten blijken welke overledene er begraven ligt.

  • 3. Omtrent de toestemming, de aard en de afmetingen van de grafbedekkingen, alsmede het aanbrengen of onderhoud van beplantingen kan het college nadere regels vast stellen.

  • 4. Het (doen) plaatsen of aanbrengen, herstellen of vernieuwen van monumenten, grafstenen, of andere gedenktekens of afsluitplaten, of van beplantingen op particuliere graven geschiedt door of namens de rechthebbende en komt voor rekening van de rechthebbende.

  • 5. Op algemene graven mogen, behalve van gemeentewege, geen grafbedekkingen of gedenktekens worden aangebracht.

Artikel 21 Onderhoud door gemeente Veghel (begraafplaatsen, incl algemene en oorlogsgraven)

Het college voorziet in het onderhoud van oppervlakken van de algemene graven, oorlogsgraven, de paden, de algemene perken, de gazons, servicepunten, en de omheining van de begraafplaats inclusief de zich daarin bevindende doorgangen. De gemeente vult zand aan bij verzakkingen van graven maar neemt niet zelf de gedenktekens af.

Artikel 22 Onderhoud particuliere

  • 1. De rechthebbende is verplicht het eigen grafoppervlak en de grafbedekking op het particuliere graf behoorlijk te onderhouden of te herstellen. Onder dit onderhoud wordt verstaan: het uitvoeren van herstellingen van de gedenktekens en losse voorwerpen, het indien nodig opnieuw stellen van het gedenkteken, het verven of vergulden van de opschriften en andere figuren op het gedenkteken, het aanbrengen, onderhouden en vernieuwen van losse planten, potplanten en één- of meerjarige gewassen en het verwijderen van dode planten. Het afval dat vrij komt bij het onderhoud dient door de rechthebbende in de daarvoor aanwezige afvalbakken te worden gedeponeerd.

  • 2. Indien de rechthebbende nalaat de grafbedekking behoorlijk te onderhouden of te herstellen, kan het college de hiervoor in aanmerking komende beplanting, voorwerpen of zo nodig de gehele grafbedekking doen verwijderen. Het verwijderde blijft gedurende twaalf weken ter beschikking van de rechthebbende en vervalt daarna aan de gemeente, zonder dat deze tot enige vergoeding verplicht is. Verwelkte bloemen of kransen en kapotte voorwerpen kunnen zonder voorafgaande kennisgeving door de beheerder worden verwijderd, zonder dat aanspraak kan worden gedaan op schadevergoeding.

  • 3. De verwijdering van de grafbeplanting of het gedenkteken, zoals bedoeld is in dit artikel, vindt niet eerder plaats dan nadat de rechthebbende schriftelijk is ingelicht over de toestand van het gedenkteken en/of de grafbeplanting.

Artikel 23 Eigendom en aansprakelijkheid

  • 1. Zolang het graf niet geruimd mag worden, blijft de eigenaar de eigendom houden van de in artikel 20 (Vereisten gedenktekens) bedoelde gedenktekens, beplantingen en andere voorwerpen. Al hetgeen wat op het graf geplaatst is, wordt geacht voor rekening en risico van de rechthebbende of gebruiker te zijn aangebracht.

  • 2. Het (doen) plaatsen, aanbrengen, herstellen of vernieuwen van de grafbedekking geschiedt door en voor rekening en risico van de rechthebbende of de gebruiker.

  • 3. De gemeente is niet aansprakelijk voor vermissing van de op of bij een graf geplaatste grafbedekking en/of voorwerpen en/of voor schade daaraan als gevolg van brand, storm, vorst, wateroverlast, bliksem, ontploffing, molest, vandalisme en andere van buiten komende oorzaken.

  • 4. Letsel, schade en eventuele gevolgschade voor derden door of vanwege de grafbedekking is voor rekening en risico van de rechthebbende of gebruiker en deze dient de daaraan toegebrachte schade, door welke omstandigheid ook, op eerste aanschrijven te (doen) herstellen indien de beschadiging zodanig is dat deze naar het oordeel van het college het aanzien van de begraafplaats schaadt.

  • 5. Indien binnen twaalf weken na de dag van aanschrijving geen herstel of vernieuwing heeft plaatsgevonden, is het college bevoegd tot verwijdering en vernietiging van de gedenktekens of beplantingen over te gaan zonder dat het college tot enige vergoeding verplicht is.

  • 6. Indien door een ondeugdelijk geworden constructie naar het oordeel van de beheerder een situatie is ontstaan die gevaar oplevert voor het omvallen of inzakken van een grafmonument, kan de beheerder direct maatregelen treffen die het gevaar wegnemen.

  • 7. In de gevallen als bedoeld in de leden 5 en 6 is de gemeente niet gehouden tot enige schadevergoeding.

Artikel 24 Tijdelijke verwijdering

  • 1. Het afnemen en herplaatsen van een gedenkteken respectievelijk afdekplaat ten behoeve van de begraving van een lijk of de bijzetting van een asbus in een particulier graf geschiedt namens de rechthebbende en is voor rekening en risico van de rechthebbende.

  • 2. Een rechthebbende is verplicht te gedogen dat de op een graf aanwezige gedenktekens, beplanting en voorwerpen vanwege de gemeente tijdelijk geheel of gedeeltelijk wordt verwijderd en herplaatst, indien dit voor een begraving of bijzetting in de nabijheid van het graf of om een andere reden nodig is.

  • 3. Een rechthebbende is verplicht te gedogen dat bij het delven van een nabijgelegen graf tijdelijk grond op of bij zijn graf wordt neergelegd.

Grafrechten

Artikel 25 Overschrijven

  • 1. Een grafrecht op een particulier graf kan worden overgedragen door overlegging aan de beheerder van een door de rechthebbende en de betrokken rechtsopvolger getekend bewijs van overdracht. Deze rechtsopvolger is een natuurlijk persoon of rechtspersoon.

  • 2. Het gebruik op een algemeen graf kan overgedragen worden op een andere gebruiker door overlegging aan de beheerder van een door de gebruiker en de betrokken opvolger getekend bewijs van overdracht. Deze opvolger is een natuurlijk persoon of rechtspersoon.

  • 3. Na het overlijden van de rechthebbende kan het grafrecht van een graf worden overgeschreven op naam van een natuurlijk persoon of rechtspersoon, mits de aanvraag hiertoe wordt gedaan binnen 1 jaar na het overlijden van de rechthebbende.

  • 4. Indien na het overlijden van de rechthebbende de aanvraag tot overschrijving niet wordt gedaan binnen de in het derde lid gestelde termijn, is het college bevoegd het grafrecht vervallen te verklaren.

  • 5. Na het verstrijken van de in het vorige lid genoemde termijn kan het college het grafrecht alsnog op naam stellen van een nieuwe rechthebbende, tenzij dit recht betrekking heeft op een particulier graf dat, of urnenruimte die, inmiddels is geruimd.

  • 6. Over elke overdracht of overboeking zijn de daarvoor vastgestelde kosten verschuldigd.

Artikel 26 Afstand doen van graf

De rechthebbende kan schriftelijk afstand doen van het grafrecht op het particuliere graf ten behoeve van de gemeente. Van de ontvangst van zodanige verklaring doet het college schriftelijk mededeling aan de rechthebbende.

Artikel 27 Vervallen grafrechten

  • 1. De grafrechten vervallen;

  • a. indien de rechthebbende afstand doet van het grafrecht, als bedoeld in artikel 26;

  • b. indien de begraafplaats wordt opgeheven.

  • 2. Het college kan de grafrechten vervallen verklaren:

  • a. indien de betaling van de grafrechten ten behoeve van de vestiging of een verlenging van het grafrecht -ondanks een aanmaning- niet binnen drie maanden na aanvang van die termijn is geschied;

  • b. indien de rechthebbende of de gebruiker -ondanks een aanmaning- in verzuim blijft een op grond van deze verordening op hem rustende verplichting na te komen of daarmee in strijd handelt;

  • c. indien de rechthebbende van een particulier graf is overleden en het recht niet binnen de in artikel 26, lid 3, (Overschrijven) gestelde termijn is overgeschreven.

  • 3. In de gevallen als bedoeld in lid en 2 vindt geen terugbetaling plaats van (een deel van) de betaalde rechten.

Artikel 28 Verwijderen grafbedekking

  • 1. Het eventueel op het graf aanwezige gedenkteken en/of beplanting en/of op het graf geplaatste losse voorwerpen kunnen gedurende een periode van twaalf weken voor het vervallen van het grafrecht door de rechthebbende van het graf worden verwijderd.

  • 2. Na afloop van de in het eerste lid genoemde periode kan men geen aanspraak maken op deze voorwerpen.

  • 3. Het op het graf aanwezige gedenkteken, de beplanting en de losse voorwerpen zullen na de voorgaand genoemde periode door of namens het college worden verwijderd zonder dat aanspraak kan worden gedaan op enige (schade)vergoeding.  

Ruimen van graven

Artikel 29 Ruiming graf

  • 1. Het voornemen van het college om een graf te ruimen wordt tenminste een jaar voorafgaande aan het tijdstip waarop het graf zal worden geruimd schriftelijk aan de belanghebbende bekend gemaakt. Wanneer het adres van de rechthebbende of belanghebbende niet bekend is maakt het college het voornemen tot ruiming van het graf gedurende ten minste een jaar voorafgaande aan het tijdstip van ruiming door middel van een bij het graf te plaatsen bordje en bij de ingang van de begraafplaats op het mededelingenbord bekend.

  • 2. De bij de ruiming van een graf aanwezige overblijfselen van lijken en/of asbussen, worden respectievelijk begraven en/of verstrooid op een door het college aangewezen gedeelte van de begraafplaats.

  • 3. De beheerder draagt er zorg voor dat met de bij de ruiming van het graf nog aanwezige menselijke resten te allen tijde respectvol wordt omgegaan en dat bezoekers van de begraafplaats niet met menselijke resten worden geconfronteerd.

  • 4. De rechthebbende op een particulier graf of particulier kindergraf kan bij de beheerder een aanvraag indienen om bij de ruiming de overblijfselen en eventuele aanwezige asbussen te verzamelen voor herbegraving in een ander graf.

  • 5. De rechthebbende op een particulier urnengraf of particuliere urnennis kan bij de beheerder een aanvraag indienen de asbus ter beschikking te houden om elders bij te zetten of te doen verstrooien.

  • 6. De gebruiker van een algemeen graf kan gedurende een periode van één jaar voor beëindiging van de grafrusttermijn bij de beheerder een aanvraag indienen om bij de ruiming de overblijfselen te verzamelen voor herbegraving in een particulier graf.

  • 7. Ruiming en herbegraving zoals bedoeld in lid 4, 5 en 6 zal niet eerder plaatsvinden dan na beëindiging van de minimale grafrusttermijn van de laatst in gebruik genomen begraaflaag.

  • 8. De kosten die gemoeid zijn met de werkzaamheden genoemd onder lid 4, 5 en 6 komen voor rekening van de rechthebbende of gebruiker van het betreffende graf.

Artikel 30 Bevoegdheden​

  • 1. Het openen, sluiten en ruimen van graven, alsmede het opgraven en het opnieuw begraven van stoffelijke resten, dan wel van een asbus, al dan niet met urn, in een ander graf op de begraafplaats geschiedt uitsluitend door de daartoe door het college aangewezen personen.

  • 2. Het opgraven van lijken en het ruimen van graven is slechts toegestaan indien daarbij geen andere personen aanwezig zijn, dan degenen die met deze werkzaamheden zijn belast. De beheerder zal voor deze werkzaamheden de begraafplaats tijdelijk geheel of gedeeltelijk sluiten.

Gedeelte voor kerkgenootschap

Artikel 31 Afwijkende regels en kennisgeving onderhoudsbehoefte van graven

Het college kan na overleg met het bestuur van het kerkgenootschap ten aanzien van de openstelling van het gedeelte, de indeling van graven, de onderverdeling van graven in categorieën en de eisen voor grafbedekking op het ter beschikking van het kerkgenootschap gestelde deel van de begraafplaats nadere regels stellen die afwijken van de artikelen 6 (openstelling), 11 (uitgifte en indeling graven) en 20 (vereisten gedenktekens) van deze verordening.

Historische graven en (opvallende) grafbedekking

Artikel 32 Historische graven

  • 1. Het college houdt een lijst bij van graven die van historische betekenis zijn of waarvan de grafbedekking een opvallende kwaliteit heeft.

  • 2. Voordat tot ruiming van graven wordt overgegaan, onderzoekt het college of er graven zijn, die in aanmerking komen om op de lijst te worden bijgeschreven.

  • 3. De gemeenteraad beslist over het ruimen van graven en het verwijderen van grafbedekkingen die op de in het eerste lid bedoelde lijst staan en brengt de plaatselijke heemkundekring hiervan op de hoogte.