Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Gemeente Oostflakkee

Verordening op de heffing en invordering van afvalstoffenheffing en reinigingsrechten 2013

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OverheidsorganisatieGemeente Oostflakkee
Officiële naam regelingVerordening op de heffing en invordering van afvalstoffenheffing en reinigingsrechten 2013
CiteertitelVerordening reinigingsheffingen 2013
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpfinanciën en economie
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Deze regeling vervangt de Verordening afvalstoffenheffing 2012, zoals vastgesteld op 24 november 2011.

De datum van ingang van de heffing is 31 december 2012.

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

  1. Gemeentewet, art. 229, lid 1
  2. Wet milieubeheer, art. 15.33

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

Geen.

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerking-

treding

Terugwerkende

kracht tot en met

Datum uitwerking-

treding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

07-12-201201-01-2014nieuwe regeling

29-11-2012

Ons Eiland, 06-12-2012

2012-XI-7c

Tekst van de regeling

Intitulé

Verordening op de heffing en invordering van afvalstoffenheffing en reinigingsrechten 2013

De raad van de gemeente Oostflakkee;

gelezen het voorstel van de Stuurgroep herindeling Goeree-Overflakkee van

15 november 2012;

gelet op artikel 229, eerste lid, aanhef en onderdelen a en b, van de Gemeentewet en artikel 15.33 van de Wet milieubeheer;

b e s l u i t: vast te stellen de volgende verordening:

Verordening op de heffing en invordering van afvalstoffenheffing en reinigingsrechten 2013

Hoofdstuk I Algemene bepalingen

Artikel 1 Inleidende bepaling

Krachtens deze verordening worden geheven:

  • a.

    een afvalstoffenheffing;

  • b.

    reinigingsrechten.

Artikel 2 Begripsomschrijvingen

Voor de toepassing van deze verordening wordt verstaan onder:

  • a.

    ‘gebruik maken’ in hoofdstuk II Afvalstoffenheffing: gebruik maken in de zin van artikel 15.33 Wet milieubeheer;

  • b.

    grof bedrijfsafval: afvalstoffen, met uitzondering van autowrakken, afkomstig van bedrijven en instellingen, welke door aard, omvang of hoeveelheid niet periodiek worden ingezameld.

Hoofdstuk II Afvalstoffenheffing

Artikel 3 Aard van de belasting en belastbaar feit
  • 1. Onder de naam ‘afvalstoffenheffing’ wordt een directe belasting geheven als bedoeld in artikel 15.33 van de Wet milieubeheer .

  • 2. De afvalstoffenheffing bedoeld in deze verordening en de daarbij behorende tarieventabel wordt naar afzonderlijke grondslagen geheven ter zake van het gebruik maken van een perceel ten aanzien waarvan krachtens de artikelen 10.21 en 10.22 van de Wet milieubeheer een verplichting tot het inzamelen van huishoudelijke afvalstoffen geldt.

Artikel 4 Belastingplicht

De belasting wordt geheven van degene die in de gemeente naar de omstandigheden beoordeeld al dan niet krachtens eigendom, bezit, beperkt recht of persoonlijk recht gebruik maakt van een perceel ten aanzien waarvan ingevolge de artikelen 10.21 en 10.22 van de Wet milieubeheer een verplichting tot het inzamelen van huishoudelijke afvalstoffen geldt.

Artikel 5 Maatstaf van heffing en belastingtarief

De belasting wordt geheven naar de maatstaven en de tarieven, opgenomen in hoofdstuk 1 van de bij deze verordening behorende tarieventabel.

Artikel 6 Belastingjaar

Het belastingjaar is gelijk aan het kalenderjaar.

Artikel 7 Wijze van heffing
  • 1. De belasting bedoeld in paragraaf 1 van hoofdstuk 1 van de tarieventabel wordt bij wege van aanslag geheven.

  • 2. De belasting bedoeld in paragraaf 2 van hoofdstuk 1 van de tarieventabel wordt geheven door middel van een mondelinge of gedagtekende schriftelijke kennisgeving waarop het gevorderde bedrag is vermeld. Het gevorderde bedrag wordt mondeling, dan wel door toezending of uitreiking van de schriftelijke kennisgeving aan de belastingschuldige bekendgemaakt.

Artikel 8 Ontstaan van de belastingschuld en heffing naar tijdsgelang
  • 1. De belasting bedoeld in paragraaf 1 van hoofdstuk 1 van de tarieventabel is verschuldigd bij het begin van het belastingjaar of, zo dit later is, bij de aanvang van de belastingplicht.

  • 2. Indien de belastingplicht in de loop van het belastingjaar aanvangt, is de belasting bedoeld in paragraaf 1 van hoofdstuk 1 van de tarieventabel verschuldigd voor zoveel twaalfde gedeelten van de voor dat jaar verschuldigde belasting als er in dat jaar, na de aanvang van de belastingplicht, nog volle kalendermaanden overblijven.

  • 3. Indien de belastingplicht voor de belasting bedoeld in paragraaf 1 van hoofdstuk 1 van de tarieventabel in de loop van het belastingjaar eindigt, bestaat aanspraak op ontheffing voor zoveel twaalfde gedeelten van de voor dat jaar verschuldigde belasting als er in dat jaar, na het einde van de belastingplicht, nog volle kalendermaanden overblijven, tenzij het bedrag van de ontheffing minder bedraagt dan € 10,00.

  • 4. Het tweede en het derde lid zijn niet van toepassing indien de belastingplichtige binnen de gemeente verhuist en aldaar van een ander perceel gebruik maakt.

  • 5. De belasting bedoeld in paragraaf 2 van hoofdstuk 1 van de tarieventabel is verschuldigd bij de aanvang van de dienstverlening.

  • 6. Belastingbedragen van minder dan € 10,00 worden niet geheven.

Artikel 9 Termijnen van betaling
  • 1. In afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet 1990 moeten de aanslagen voor de belasting bedoeld in paragraaf 1 van hoofdstuk 1 van de tarieventabel worden betaald uiterlijk drie maanden na de dagtekening van het aanslagbiljet.

  • 2. In afwijking van het eerste lid geldt, ingeval het totaalbedrag van de op één aanslagbiljet verenigde aanslagen, of als het aanslagbiljet maar één aanslag bevat het bedrag daarvan meer is dan € 100,- en zolang de verschuldigde bedragen door middel van automatische betalingsincasso kunnen worden afgeschreven, dat de aanslagen moeten worden betaald in tien gelijke termijnen. De eerste termijn vervalt één maand na de dagtekening van het aanslagbiljet en elk van de volgende termijnen telkens een maand later.

  • 3. In afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet 1990 moeten de gevorderde bedragen voor de belasting bedoeld in paragraaf 2 van hoofdstuk 1 van de tarieventabel worden betaald ingeval de kennisgeving bedoeld in artikel 7, tweede lid:

    • a.

      mondeling wordt gedaan, op het moment van het doen van de kennisgeving;

    • b.

      schriftelijk wordt gedaan, op het moment van het uitreiken van de kennisgeving, dan wel ingeval van toezending daarvan, binnen 30 dagen na de dagtekening van de kennisgeving.

  • 4. De Algemene termijnenwet is niet van toepassing op de in de voorgaande leden gestelde termijnen.

Hoofdstuk III Reinigingsrechten

Artikel 10 Belastbaar feit

Onder de naam ‘reinigingsrechten’ worden rechten geheven zowel voor het genot van door het gemeentebestuur verstrekte diensten als voor het gebruik van voor de openbare dienst bestemde gemeentebezittingen, werken of inrichtingen die bij de gemeente in beheer of in onderhoud zijn.

Artikel 11 Belastingplicht

De rechten worden geheven van degene op wiens aanvraag dan wel ten behoeve van wie de dienst wordt verricht of van degene die van de bezittingen, werken of inrichtingen gebruik maakt.

Artikel 12 Maatstaf van heffing en belastingtarief
  • 1. De rechten worden geheven naar de maatstaven en de tarieven, opgenomen in hoofdstuk 2 van de bij deze verordening behorende tarieventabel.

  • 2. Voor de berekening van de rechten wordt een gedeelte van een in de tarieventabel genoemde eenheid als een volle eenheid aangemerkt.

Artikel 13 Wijze van heffing

De rechten bedoeld in hoofdstuk 2 van de tarieventabel worden geheven door middel van een mondelinge of gedagtekende schriftelijke kennisgeving waarop het gevorderde bedrag is vermeld. Het gevorderde bedrag wordt mondeling, dan wel door toezending of uitreiking van de schriftelijke kennisgeving aan de belastingschuldige bekendgemaakt.

Artikel 14 Ontstaan van de belastingschuld voor de reinigingsrechten

De rechten bedoeld in hoofdstuk 2 van de tarieventabel zijn verschuldigd bij de aanvang van de dienstverlening of bij de aanvang van het gebruik van de bezittingen, werken of inrichtingen.

Artikel 15 Termijnen van betaling

De rechten moeten worden betaald ingeval de kennisgeving bedoeld in artikel 13:

  • a.

    mondeling wordt gedaan, op het moment van het doen van de kennisgeving;

  • b.

    schriftelijk wordt gedaan, op het moment van het uitreiken van de kennisgeving, dan wel ingeval van toezending daarvan, binnen 30 dagen na de dagtekening van de kennisgeving.

Hoofdstuk IV Aanvullende bepalingen

Artikel 16 Nadere regels door het college van burgemeester en wethouders

Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en de invordering van de reinigingsheffingen.

Artikel 17 Overgangsrecht

De ‘Verordening afvalstoffenheffing 2012’ van 24 november 2011 wordt ingetrokken met ingang van de in artikel 18, tweede lid, genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.

Artikel 18 Inwerkingtreding
  • 1. Deze verordening treedt in werking met ingang van de eerste dag na die van de bekendmaking.

  • 2. De datum van ingang van de heffing is 31 december 2012.

Artikel 19 Citeertitel

Deze verordening wordt aangehaald als: Verordening reinigingsheffingen 2013.

Ondertekening

Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van de raad

van de gemeente Oostflakkee op 29 november 2012.

De griffier, De voorzitter,

Tarieventabel behorende bij de 'Verordening reinigingsheffingen 2013'

Hoofdstuk 1 Maatstaven en tarieven afvalstoffenheffing
    
Paragraaf 1 Maatstaven en tarieven jaarlijkse afvalstoffenheffing
    
1.1De belasting bedraagt per perceel, per belastingjaar:  
1.1.1indien een perceel wordt gebruikt door één persoon 162,00
1.1.2 indien een perceel wordt gebruikt door meer dan één persoon 216,00
    
1.2 De belasting bedoeld in de onderdelen 1.1.1 en 1.1.2 wordt vermeerderd voor het op 1 januari van het belastingjaar of, indien de belastingplicht later aanvangt, bij aanvang van de belastingplicht, in bruikleen hebben van een extra (= boven hetgeen volgens de gemeentelijke afvalstoffenverordening aan het perceel is verstrekt):   
 container, bestemd voor groente-, fruit- en tuinafval of voor de overige huishoudelijke afvalstoffen, per extra container met 108,00
 (max. 2 extra containers per huishouden)    
Paragraaf 2 Maatstaven en overige tarieven afvalstoffenheffing
    
2.1Onverminderd het bepaalde in paragraaf 1 bedraagt de belasting voor het op aanvraag ophalen van grove huishoudelijke afvalstoffen (huishoudelijk afval dat niet in de minicontainer past, vloerbedekking, meubilair en dergelijke),   
 per 2 m3, per keer30,00
    
2.2Onverminderd het bepaalde in paragraaf 1 bedraagt de belasting voor het achterlaten van restfractie, composteerbaar groenafval en recyclebaar puin op de milieustraat Oude-Tonge, per 1 m3  
 , per keer:32,50
    
2.3De in onderdeel 2.2 bedoelde belasting wordt niet geheven voor het op een daartoe van gemeentewege ter beschikking gestelde plaats achterlaten van:  
2.3.1oude metalen;  
2.3.2flessenglas;  
2.3.3kunststofverpakkingsafval;  
2.3.4frituurolie en vetten;  
2.3.5textiel;  
2.3.6wit- en bruingoed;  
2.3.7schoon en droog papier en karton, zonder plastic, hout of dergelijke afvalstoffen;  
2.3.8vlakglas, zoals vensterglas, dubbelglas, en dergelijke;  
2.3.9banden van een personenauto zonder velg;  
2.3.10klein chemisch afval, afgewerkte olie en accu’s;  
2.3.11gasontladingslampen;  
2.3.12TL-buizen;  
2.3.13kadavers van huisdieren, vogels en vissen.  
                            
Hoofdstuk 2 Maatstaven en tarieven reinigingsrechten
    
De tarieven in dit hoofdstuk zijn inclusief omzetbelasting indien deze verschuldigd is.
    
2.1Het recht bedraagt voor het achterlaten van ander dan huishoudelijke afvalstoffen op een daartoe van gemeentewege ter beschikking gestelde plaats voor:   
2.1.1brandbare restfractie, per ton:155,00,
 voor zover het betreft brandbare restfractie, zoals bedrijfsvuil en afval van bouw en sloopwerken. In dit afval mogen geen stenen of metalen voorwerpen zitten. Houten balken of planken mogen maximaal 200 cm lang zijn. In dit afval mogen geen chemische afvalstoffen, spoorbielzen, asbesthoudende materialen of grond aanwezig zijn;  
    
2.1.2kantoor-, winkel- en dienstenafval, per ton:140,00,
 voor zover het betreft afval van kantoor, winkel en diensten, met een samenstelling die vergelijkbaar is aan huisvuil;  
    
2.1.3schoon houtafval kwaliteit A, per ton:100,00,
 voor zover het betreft schoon houtafval, hieronder wordt verstaan gesorteerd schoon hout (e.v.t. geschilderd) en al dan niet voorzien van hang- en sluitwerk. Platen spaanplaat of multiplex en gecreosoteerd hout horen niet onder deze categorie;  
    
2.1.4snoeihout, per ton: gratis
 voor zover het betreft composteerbaar snoeihout, grof plantsoenafval, zoals takken en stammen tot een diameter van 10 cm. In dit afval mogen geen andere afvalstoffen aanwezig zijn;  
    
2.1.5schoorsteenpuin, per ton:96,00,
 voor zover het betreft metsel- en betonpuin, dat niet groter is dan 40 cm en verontreinigd is met roet, koolteer van schoorsteenkanalen, teer of dergelijke;  
    
2.1.6asfaltpuin, per ton:98,00,
 voor zover het betreft bitumen, dat niet groter is dan 40 cm en afkomstig is van de wegenbouw;  
    
2.1.7autobanden:  
2.1.7.1voor een band van personenauto zonder velg gratis;
2.1.7.2voor een band van personenauto met velg, per band:2,30;
2.1.7.3voor een tractorband, per band:25,00;
2.1.7.4voor een vrachtwagenband, per band:16,00;
2.1.7.5voor een band van aanhangwagen, per band:12,00;
2.1.7.6voor gemengde banden, per ton:283,00;
    
2.1.8spoorbielzen, per ton:159,00,
 voor zover het betreft schone spoorbielzen, stalen platen of bouten mogen er in zitten. Geen gewolmaniseerd hout (Groen hout), maximale lengte 4 meter;  
    
2.1.9dakbedekking incl. grind, per ton:204,00,
 voor zover het betreft bitumineuze dakbedekking van platte daken, inclusief grind. Er mogen geen ander materialen tussen zitten;  
    
2.1.10gips, per ton:130,00,
 voor zover het betreft gipsblokken en –platen;  
    
2.1.11bouw- en sloopafval, per ton:178,00,
 voor zover het betreft ongesorteerd bouw en sloopafval, zonder dakbedekking, schoorsteenpuin en bitumen;  
    
2.1.12veegvuil, per ton:88,00,
 voor zover het betreft veegvuil ontstaan bij het machinaal vegen van de straten of wegen;  
    
2.1.13recyclebaar puin, per ton:49,00,
 voor zover het betreft recyclebaar puin, zoals metsel-, straat- en betonpuin zonder wapening, dat kleiner dan 40 cm en te breken is. Hierin mag maximaal 10 % zand aanwezig zijn. Asfalt- en asfalthoudend puin, puin uit de petrochemische industrie en puin van schoorstenen mogen hierin niet aanwezig zijn.  
    
2.1.14gemengd puin, per ton:88,00,
 voor zover het betreft gemengd puin, dat niet groter is dan 40 cm en dat niet meer dan de helft van het volume is vermengd met onverbrandbare stoffen, zoals zand en grond. Verontreinigde grond of zand mag hierin niet aanwezig zijn.  
    
2.1.15asbestcement-golfplaten:  
2.1.15.1met bewijs van melding gratis;
2.1.15.2zonder bewijs van melding, per ton:200,00;
 een en ander voor zover het betreft asbestcement-golfplaten, alleen van particulieren, verpakt in dubbel plastic. De aanbieder moet een afgifteformulier invullen en een bewijs van melding overhandigen.  
    
2.1.16afvalglas gratis,
 voor zover het betreft vlakglas, zoals vensterglas, dubbelglas, en dergelijke.  
    
2.1.17oudpapier en karton gratis,
 voor zover het betreft schoon en droog papier en karton, zonder plastic, hout of dergelijke afvalstoffen.  
    
2.1.18grond, per ton:15,00,
 voor zover het betreft grond, waarvan de kwaliteit, overeenkomstig het Besluit bodemkwaliteit, voldoet aan de functieklasse wonen (schone grond) of grond die voldoet aan de achtergrondwaarde van het eilandelijk gebied. In de grond mag maximaal 5% puinachtig materiaal aanwezig zijn. Per herkomstlocatie wordt maximaal  30 ton geaccepteerd. De partij dient vergezeld te worden van een door het ISGO goedgekeurd aanvraagformulier voor het storten van grond;  
    
2.1.19kadavers gratis,
 voor zover het betreft kadavers van huisdieren, vogels en vissen.  
    
2.1.20klein chemisch afval (KCA):  
2.1.20.1KCA en afgewerkte olie van bedrijven, per kilogram2,20;
2.1.20.2accu’s van bedrijven, per kilogram0,65;
2.1.20.3laboratoriumafval, per kilogram3,70;
2.1.20.4gasontladingslampen van bedrijven gratis;
2.1.20.5TL-buizen van bedrijven gratis;
    
2.1.21kunststof tuinmeubelen en buizen, per ton:120,00,
 voor zover het betreft kunststof tuinmeubelen, hard p.v.c. buizen en kunststof goten;  
    
2.2De in onderdeel 2.1 bedoelde rechten worden niet geheven voor het op een daartoe van gemeentewege ter beschikking gestelde plaats achterlaten van:  
2.2.1oude metalen;  
2.2.2flessenglas;  
2.2.3kunststofverpakkingsafval;  
2.2.4frituurolie en vetten;  
2.2.5textiel;  
2.2.6wit- en bruingoed.