Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Gemeente Sint-Oedenrode

Verordening op de heffing en invordering van toeristenbelasting 2010

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OverheidsorganisatieGemeente Sint-Oedenrode
Officiële naam regelingVerordening op de heffing en invordering van toeristenbelasting 2010
CiteertitelVerordening toeristenbelasting 2010
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpfinanciën en economie
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

datum ingang van de heffing 01-01-2010

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Gemeentewet, art. 224

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerking-

treding

Terugwerkende

kracht tot en met

Datum uitwerking-

treding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

01-01-201001-01-2011nieuwe regeling

17-12-2009

Midden Brabant 30 december 2009

2009, 95/2009

Tekst van de regeling

Intitulé

VERORDENING OP DE HEFFING EN INVORDERING VAN TOERISTENBELASTING 2010

Besluit

Vast te stellen de volgende verordening:

"VERORDENING OP DE HEFFING EN INVORDERING VAN TOERISTENBELASTING 2010"

Artikel 1: Belastbaar feit

Onder de naam ‘toeristenbelasting’ wordt een directe belasting geheven voor het houden van verblijf met overnachting binnen de gemeente tegen een vergoeding in welke vorm dan ook door personen die niet als ingezetene zijn opgenomen in de gemeentelijke basisadministratie persoonsgegevens van de gemeente.

Artikel 2: Belastingplicht

  • 1. Belastingplichtig is degene die gelegenheid biedt tot verblijf als bedoeld in artikel 1.

  • 2. De belastingplichtige is bevoegd de belasting als zodanig te verhalen op degene die verblijf houdt als bedoeld in artikel 1.

  • 3. Als er geen persoon is aan te wijzen die gelegenheid beidt tot verblijf, is degene belastingplichtig die verblijf houdt als bedoeld in artikel 1.

Artikel 3: Vrijstellingen

De belasting wordt niet geheven voor het verblijf:

  • 1.

    Van degene die verblijft in een toegelaten instelling als bedoeld in artikel 5, eerste lid, van de Wet Toegelaten Zorginstellingen.

  • 2.

    Van een vreemdeling als bedoeld in artikel 29, eerste lid, van de Vreemdelingenwet 2000, die rechtmatig in Nederland verblijft in de zin van artikel 8, letters c, d, f, g, h, van voornoemde wet, en voor zover deze persoon verblijf houdt als bedoeld in artikel1 van de Verordening, onder verantwoordelijkheid van het Centraal Orgaan opvang Asielzoekers.

Artikel 4: Maatstaf van heffing

De belasting wordt geheven naar het aantal overnachtingen in het belastingjaar. Het aantal overnachtingen wordt gesteld op het aantal overnachtende personen vermenigvuldigd met het aantal nachten.

Artikel 5: Forfaitaire berekeningswijze van de maatstaf van heffing

  • 1. Voor de toepassing van dit artikel wordt verstaan onder:

    • a.

      kampeerterrein: terrein of plaats, geheel of gedeeltelijk ingericht, en volgens die inrichting bestemd, om daarop gelegenheid te geven tot recreatief nachtverblijf;

    • b.

      vakantie-onderkomens: woningen en andere verblijven op een kampeerterrein, niet zijnde mobiele kampeeronderkomens of stacaravans, in hoofdzaak bestemd voor en gebezigd als verblijf voor vakantie en andere recreatieve doeleinden;

    • c.

      groepsaccommodatie: woningen en andere verblijven op een kampeerterrein, niet zijnde mobiele kampeeronderkomens of stacaravans, welke specifiek zijn bestemd en ingericht voor het houden van verblijf voor vakantie en andere recreatieve doeleinden voor grotere groepen;

    • d.

      mobiele kampeeronderkomens: tenten, vouwwagens, kampeerauto’s, toercaravans en soortgelijke onderkomens dan wel soortgelijke voertuigen welke bestemd zijn dan wel gebezigd worden als verblijf voor vakantie en andere recreatieve doeleinden;

    • e.

      vaste staanplaats: een terrein of terreingedeelte dat bestemd is voor het gedurende een seizoen of een jaar plaatsen van eenzelfde mobiel kampeeronderkomen of stacaravan

    • f.

      particulier verhuurde woning: een woning die door een particulier ter beschikking wordt gesteld voor het houden van verblijf met overnachting in welke vorm dan ook.

  • 2. Voor de in lid 3 t/m 8 genoemde categorieën kan op verzoek van belastingplichtige het aantal overnachtingen forfaitair worden bepaald.

    Ingeval de maatstaf van heffing gebaseerd is op het werkelijke aantal overnachtingen dan is belastingplichtige verplicht om een, door de gemeente kosteloos ter beschikking gesteld, nachtverblijfregister bij te houden.

  • 3. Bij de forfaitaire berekening voor particulier verhuurde woningen wordt per woning:

    • a.

      Het aantal overnachtende personen gesteld op 5

    • b.

      Het aantal malen dat wordt overnacht wordt gesteld op:

      • -

        125 nachten indien gebruik minder dan 6 maanden

      • -

        250 nachten indien gebruik van 6 maanden of meer

  • 4. Bij de forfaitaire berekening voor vakantie-onderkomens wordt per onderkomen:

    • a.

      Het aantal overnachtende personen gesteld op 4

    • b.

      Het aantal malen dat wordt overnacht wordt gesteld op 160

  • 5. Bij de forfaitaire berekening voor een groepsaccommodatie wordt:

    • a.

      Het aantal overnachtende personen gesteld op het aantal slaapplaatsen

    • b.

      Het aantal malen dat wordt overnacht wordt gesteld op 125

  • 6. Bij de forfaitaire berekening voor mobiele kampeeronderkomens op vaste staanplaatsen, welke geschikt zijn voor gebruik of slechts gebruikt worden gedurende een periode, wordt per staanplaats:

    • a.

      Het aantal overnachtende personen gesteld op:

      • -

        3,5 personen bij gebruik van ten hoogste 6 maanden

      • -

        2,5 personen bij gebruik van meer dan 6 maanden

    • b.

      Het aantal malen dat wordt overnacht wordt gesteld op:

      • -

        65 bij gebruik van ten hoogste 6 maanden

      • -

        90 bij gebruik van meer dan 6 maanden

  • 7. De forfaitaire berekening van mobiele kampeeronderkomens op niet vaste staanplaatsen wordt:

    • a.

      Het aantal overnachtende personen wordt gesteld op 3,5

    • b.

      Het aantal malen dat overnacht wordt gesteld op 365

  • 8. Het aantal mobiele kampeeronderkomens op niet vaste staanplaatsen wordt vastgesteld op het gemiddelde van een twaalftal tellingen gedurende het belastingjaar, waarbij iedere telling valt binnen een afzonderlijke periode van één maand.

Artikel 6: Belastingtarief

Per overnachting bedraagt het tarief € 0,97

Artikel 7: Belastingjaar

Het belastingjaar is gelijk aan het kalenderjaar.

Artikel 8: Wijze van heffing

De belasting wordt bij wege van aanslag geheven

Artikel 9: Aanslaggrens

Een belastingaanslag wordt niet opgelegd indien het aantal overnachtingen, waartoe gelegenheid wordt of is gegeven, tijdens het belastingjaar minder dan 20 zal of heeft belopen.

Artikel 10: Termijnen van betaling

  • 1. In afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet 1990 moeten de aanslagen worden betaald in twee gelijke termijnen. De eerste termijn vervalt op de laatste dag van de maand volgend op de maand die in de dagtekening van het aanslagbiljet is vermeld, en de tweede twee maanden later.

  • 2. De Algemene termijnenwet is niet van toepassing op de in de voorgaande leden gestelde termijnen.

Artikel 11: Nadere regels door het college van burgemeester en wethouders

Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en invordering van de toeristenbelasting

Artikel 12: Inwerkingtreding en citeerartikel

  • 1. De "Verordening Toeristenbelasting 2009", vastgesteld bij raadsbesluit van 18 december 2008 wordt ingetrokken met ingang van de in het derde lid genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.

  • 2. Deze verordening treedt in werking met ingang van de eerste dag na die van de bekendmaking.

  • 3. De datum van ingang van heffing is 1 januari 2010.

  • 4. Deze verordening kan worden aangehaald als “Verordening toeristenbelasting 2010”.

Ondertekening

Aldus besloten door de raad van de gemeente Sint-Oedenrode in zijn openbare vergadering van

17 december 2009.

De griffier
de voorzitter