Overheidsorganisatie | Gemeente Middelharnis |
---|---|
Officiële naam regeling | Verordening op de heffing en de invordering van watertoeristenbelasting 2013 |
Citeertitel | Verordening watertoeristenbelasting 2013 |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | financiën en economie |
Eigen onderwerp |
Deze verordening vervangt de Verordening watertoeristenbelasting 2012, zoals vastgesteld op 1 december 2011.
De datum ingang van de heffing is 31 december 2012.
Geen.
Datum inwerking- treding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerking- treding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
21-12-2012 | 01-01-2014 | nieuwe regeling | 06-12-2012 Huis-aan-huiskrant Ons Eiland, 13-12-2012 | Z-12-12661 |
De raad van de gemeente Middelharnis;
Gelezen het voorstel van de Stuurgroep herindeling Goeree-Overflakkee van 15 november 2012;
Gelet op artikel 224 van de Gemeentewet;
b e s l u i t :
vast te stellen de volgende verordening:
Verordening op de heffing en de invordering van watertoeristenbelasting 2013.
Deze verordening verstaat onder:
vaartuig: een vaartuig dat is bestemd of wordt gebezigd voor vakantie of andere recreatieve doeleinden;
lengte: de lengte over alles;
vaste ligplaats: een ligplaats die naar plaatselijk gebruik, zulks ter beoordeling van het college van burgemeester en wethouders, is bestemd voor het regelmatig afmeren of ter anker leggen van een zelfde vaartuig gedurende een periode van ten minste een maand;
etmaal: een aaneengesloten tijdvak van 24 uren, aanvangend om 21.00 uur;
maand: een aaneengesloten tijdvak van 30 etmalen;
seizoen: het tijdvak van 1 april tot en met 1 november;
kapitein: de gezagvoerder van een vaartuig of degene die deze vervangt;
passanten: diegenen die verblijf houden in de gemeente, met of op een vaartuig, zonder het hebben van een vaste ligplaats.
Ter zake van het houden van verblijf binnen de gemeente op vaartuigen waarvoor wegens de aanwezigheid in het watergebied van de gemeente in welke vorm dan ook een vergoeding wordt betaald door personen, die niet als ingezetene in de gemeentelijke basisadministratie persoonsgegevens van de gemeente zijn opgenomen, wordt onder de naam ‘watertoeristenbelasting’ een directe belasting geheven.
1. Belastingplichtig is degene die tegen vergoeding gelegenheid biedt tot verblijf als bedoeld in artikel 2 aan hem ter beschikking staande ligplaatsen dan wel op hem ter
beschikking staande vaartuigen.
2. De belastingplichtige is bevoegd de belasting als zodanig te verhalen op degene ter zake van wiens verblijf de belasting verschuldigd wordt.
3. Indien met toepassing van het eerste lid geen belastingplichtige is aan te wijzen, is belastingplichtig de kapitein, de eigenaar of de gebruiker van een vaartuig als in artikel 2 bedoeld dan wel een andere persoon die werkelijk verblijf houdt aan boord van een dergelijk vaartuig.
De belasting wordt niet geheven ter zake van het verblijf:
door degenen die verblijf houden aan boord van:
een vaartuig dat is ingericht en wordt gebruikt tot verpleging of verzorging van zieken, van gebrekkigen, van hulpbehoevenden of van bejaarden;
kano’s, roei en volgboten;
motor en zeilboten met een lengte van ten hoogste 4 meter;
een vaartuig dat zich op last of bevel van de overheid in het gemeentelijke watergebied bevindt;
een vaartuig dat in eigendom toebehoort aan de leden van het Koninklijk Huis;
een vaartuig in directe dienst van het Rijk, de provincie Zuid-Holland of de gemeente Middelharnis;
een vaartuig van de Koninklijke Marine of oorlogsvaartuigen van vreemde naties;
een vaartuig dat in eigendom toebehoord aan de Koninklijke Nederlandse Reddingsmaatschappij;
een vaartuig in gebruik voor onderhoud aan de waterwegen, welk onderhoud in opdracht van het Rijk, de provincie Zuid-Holland of de gemeente Middelharnis wordt uitgevoerd.
waarvoor de gemeente belasting heft ingevolge de verordening op de heffing en invordering van toeristenbelasting.
1. De belasting wordt geheven naar het aantal etmalen dat verblijf is gehouden.
2. Voor de toepassing van dit artikel wordt een gedeelte van een etmaal voor een vol etmaal gerekend.
Ter zake van vaartuigen met een vaste ligplaats wordt, indien een belastingplichtige als bedoeld in artikel 3, eerste lid, is aangewezen:
het aantal personen die verblijf hebben gehouden, bepaald op: 2,5;
het aantal etmalen dat door de onder a bedoelde personen verblijf is gehouden, bepaald op: 18,5.
In afwijking van het bepaalde in artikel 6, wordt op een door de belastingplichtige bij de aangifte gedane aanvraag de maatstaf van heffing vastgesteld op het werkelijke aantal etmalen dat verblijf is gehouden, indien blijkt dat dit aantal lager is dan het op de voet van artikel 6 berekende aantal.
Het tarief bedraagt per persoon per etmaal € 0,72.
Het belastingjaar is gelijk aan een kalenderjaar.
Belasting wordt bij wege van aanslag geheven.
Belastingaanslagen van minder dan € 10,00 worden niet opgelegd.
1. In afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet 1990 moeten de aanslagen worden betaald in twee gelijke termijnen waarvan de eerste vervalt op de laatste dag van de maand volgend op de maand die in de dagtekening van het aanslagbiljet is vermeld en de tweede een maand later.
2. De Algemene termijnenwet is niet van toepassing op de in de voorgaande lid gestelde termijnen.
De belastingplichtige bedoeld in artikel 3, eerste lid, is gehouden, voordat hij voor de eerste maal na het in werking treden van deze verordening gelegenheid tot verblijf verschaft, zulks schriftelijk te melden aan de door het college van burgemeester en wethouders aangewezen gemeenteambtenaren, bedoeld in artikel 231, tweede lid, onderdelen b en d, van de Gemeentewet.
1. De belastingplichtige bedoeld in artikel 3, eerste lid, is gehouden verblijfhoudenden te registreren in een daarvoor bestemd en door gemeente verstrekt verblijfregister.
2. Het college van burgemeester en wethouders stelt genoemd verblijfregister kosteloos beschikbaar.
3. Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven omtrent de inrichting en gebruik van het verblijfregister.
4. De verplichting als bedoeld in de voorgaande leden geldt niet als de belastingplichtige geen gebruik maakt van de opteermogelijkheid als bedoeld in artikel 7.
Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en de invordering van de watertoeristenbelasting.
De ‘Verordening watertoeristenbelasting 2012’, vastgesteld bij raadsbesluit van 1 december 2011, wordt ingetrokken met ingang van de in artikel 17 tweede lid genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.
1. Deze verordening treedt in werking met ingang van de achtste dag na die van de bekendmaking.
2. De datum van ingang van de heffing is 31 december 2012.
Deze verordening wordt aangehaald als: Verordening watertoeristenbelasting 2013.
Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van de raad van de
gemeente Middelharnis, gehouden op 6 december 2012.
De griffier,
De voorzitter,