Overheidsorganisatie | Gemeente Schoonhoven |
---|---|
Officiële naam regeling | Verordening watertoeristenbelasting 2013 |
Citeertitel | Onbekend |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | financiën en economie |
Eigen onderwerp |
Geen.
Geen.
Datum inwerking- treding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerking- treding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
01-01-2013 | 01-01-2014 | Indexering | 12-12-2013 | Verordening watertoeristenbelasting 2013 |
VERORDENING WATERTOERISTENBELASTING 2013
De raad van de gemeente Schoonhoven;
gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 12 oktober 2012;
gelet op artikel 224 van de Gemeentewet;
besluit vast te stellen de:
“Verordening op de heffing en invordering van watertoeristenbelasting 2013”;
Artikel 1 Begripsomschrijvingen
Voor de toepassing van deze verordening wordt verstaan onder:
a. vaartuig: een vervoermiddel voor verplaatsing over water dat is bestemd of wordt gebezigd voor vakantie- en andere recreatieve doeleinden;
b. aanlegplaats: wateroppervlak dat bestemd is voor het afmeren van een vaartuig met de daarbij behorende voorzieningen die het afmeren mogelijk maken;
c. schipper: de gezagvoerder van een vaartuig of degene die deze vervangt;
d. pleziervaartuig: vervoermiddel op water dat uitsluitend gebruikt wordt ter ontspanning door een particulier;
e. overnachting: verblijf houden tussen 16:00 en 7:00 uur de volgende dag.
Artikel 2 Belastbaar feit
Ter zake van het houden van een overnachting, zoals gedefinieerd in artikel 1 onderdeel d, binnen de gemeente op vaartuigen waarvoor wegens de aanwezigheid in het watergebied van de gemeente in welke vorm dan ook een vergoeding wordt betaald door personen, die niet als ingezetene in de gemeentelijke basisadministratie persoonsgegevens van de gemeente zijn opgenomen, wordt onder de naam watertoeristenbelasting een directe belasting geheven.
Artikel 3 Belastingplicht
1. Belastingplichtig is degene die tegen vergoeding gelegenheid biedt tot verblijf als bedoeld in artikel 2 aan hem ter beschikking staande aanlegplaatsen dan wel op hem ter beschikking staande vaartuigen.
2. De belastingplichtige is bevoegd de belasting als zodanig te verhalen op degene, ter zake van wiens verblijf de belasting verschuldigd wordt.
3. Indien met toepassing van het eerste lid geen belastingplichtige is aan te wijzen, is belastingplichtig de schipper van een vaartuig als in artikel 2 bedoeld dan wel een andere persoon die werkelijk verblijf houdt aan boord van een vaartuig.
Artikel 4 Vrijstellingen
1. De belasting wordt niet geheven ter zake van het verblijf:
a. op hospitaalschepen;
b. op vaartuigen die de haven als vluchthaven aandoen, wegens averij of noodweer, of wegens een ongeval, of ziekte van bemanning of gezinsleden, voor maximaal één week;
c. op vaartuigen die zich op last of bevel van de overheid in het gemeentelijk watergebied bevinden;
d. op vaartuigen, waarvoor de gemeente belasting heft ingevolge de verordening toeristenbelasting;
e. pleziervaartuigen;
Artikel 5 Heffingsmaatstaf
De belasting wordt geheven naar het aantal overnachtingen en het aantal personen dat verblijf houdt binnen de gemeente.
Artikel 6 Belastingtarief
Het tarief bedraagt per persoon per overnachting € 1,25.
Artikel 7 Belastingjaar
Het belastingjaar is gelijk aan het kalenderjaar.
Artikel 8 Wijze van heffing
De belastingen worden geheven door middel van een gedagtekende schriftelijke kennisgeving, waaronder mede wordt begrepen een stempelafdruk, zegel, nota of andere schriftuur.
Artikel 9 Termijnen van betaling
1. In afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet 1990 moeten de rechten worden betaald ingeval:
a. de heffing minder dan € 20,- bedraagt, op het moment van het doen van de kennisgeving;
b. de heffing meer dan € 20,- bedraagt, binnen 30 dagen na de dagtekening van de schriftelijke kennisgeving.
2. De Algemene termijnenwet is niet van toepassing op de in het eerste lid gestelde termijnen
Artikel 10 Kwijtschelding
Van de in artikel 2 genoemde belasting wordt geen kwijtschelding verleend, zoals bedoeld in artikel 26 van de Invorderingswet 1990.
Artikel 11 Nadere regels door het college van burgemeester en wethouders
Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en de invordering van de watertoeristenbelasting.
Artikel 12 Aanmeldingsplicht
1. De belastingplichtige bedoelt in artikel 3, eerste lid, is gehouden, voordat hij voor de eerste maal na het in werking treden van deze verordening gelegenheid tot verblijf biedt, zulks schriftelijk te melden aan de door het college van burgemeester en wethouders aangewezen gemeenteambtenaren, bedoeld in artikel 231, tweede lid, onderdelen b en d, van de Gemeentewet.
2. De belastingplichtige bedoeld in artikel 3 lid 3 is gehouden, voordat hij gelegenheid tot verblijf verschaft, zulks te melden aan de door het college van Burgemeester en Wethouders aangewezen gemeenteambtenaren, bedoeld in artikel 231, tweede lid, onderdelen b en d van de Gemeentewet.
Artikel 13 Inwerkingtreding en citeerartikel
1. De "Verordening watertoeristenbelasting 2012" van 15 december 2011 wordt ingetrokken met ingang van de in het derde lid genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.
2. Deze verordening treedt in werking met ingang van de achtste dag na die van de bekendmaking.
3. De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2013.
4. Deze verordening wordt aangehaald als 'Verordening watertoeristenbelasting 2013'.
Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van de raad van de gemeente Schoonhoven
d.d. 13 december 2012,
De griffier, de voorzitter,
P.A.M. Goedvolk A.F. Bonthuis