Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Gemeente Sint-Oedenrode

Verordening rekenkamercommissie gemeente Sint-Oedenrode 2009

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OverheidsorganisatieGemeente Sint-Oedenrode
Officiële naam regelingVerordening rekenkamercommissie gemeente Sint-Oedenrode 2009
CiteertitelVerordening rekenkamercommissie gemeente Sint-Oedenrode 2009
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpbestuur en recht
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Gemeentewet, artt. 81OA, 182, 183, 184 en 185

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerking-

treding

Terugwerkende

kracht tot en met

Datum uitwerking-

treding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

28-05-200901-07-2015nieuwe regeling

23-04-2009

Midden Brabant 27 mei 2009

2009, 27/2009

Tekst van de regeling

Intitulé

Verordening rekenkamercommissie gemeente Sint-Oedenrode 2009

De raad van de gemeente Sint-Oedenrode;

gezien het voorstel van burgemeester en wethoudersd. d. 10 maart 2009, nr. 27/2009;

Gelet op de artikelen 81o a , 182, 183, 184, 185 van de Gemeentewet;

Besluit

vast te stellen

Verordening rekenkamercommissie gemeente Sint-Oedenrode 2009

Artikel 1 Begripsbepalingen

In deze verordening wordt verstaan onder:

  • a.

    commissie: de rekenkamercommissie die is ingesteld bij besluit van de gemeenteraad en die ten doel heeft om door middel van beleidsevaluaties en doelmatigheidsonderzoeken een bijdrage te leveren aan de doeltreffendheid van het beleid, alsmede de doelmatige voorbereiding en uitvoering daarvan;

  • b.

    Doelmatigheid of efficiency: het streven om met een zo beperkt mogelijke inzet van de beschikbare middelen het gewenste resultaat te bereiken;

  • c.

    Doeltreffendheid of effectiviteit: de mate waarin een organisatie erin slaagt met de geleverde prestaties de gestelde doelen of de gewenste maatschappelijke effecten te bereiken.

  • d.

    Rechtmatigheid: het in overeenstemming zijn met geldende wet- en regelgeving. Het gaat dan vooral om wet- en regelgeving die direct van belang is voor de rechtmatigheid van de totstandkoming van de gemeentelijke lasten en baten.

  • e.

    lid: een lid van de rekenkamercommissie dat op basis van artikel 3, eerste lid door de raad van buiten de kring van zijn leden is aangewezen.

Artikel 2 Taak van de commissie

  • 1. Er is een gemeentelijke rekenkamercommissie.

  • 2. De commissie voert onderzoek uit naar de (maatschappelijke) effecten van het gemeentelijk beleid en naar de doelmatigheid en doeltreffendheid van het gemeentelijke beleid, van het gemeentelijke beheer en van de gemeentelijke organisatie, naar de rechtmatigheid van het gemeentelijk beheer.

Artikel 3 Samenstelling commissie

  • 1. De commissie bestaat uit drie leden van buiten de raad, die de raad aanwijst op voordracht van de voorzitter en de waarnemend voorzitter van de gemeenteraad voor een periode van vijf jaar; deze leden kunnen door de raad worden herbenoemd voor een gelijke periode.

  • 2. Voor de leden zoals bedoeld in het vorige lid is art 81a Gemeentewet van overeenkomstige toepassing, met dien verstande dat het woord rekenkamer wordt vervangen door commissie.

  • 3. De voorzitter draagt zorg voor het tijdig en periodiek bijeenroepen van de vergaderingen van de commissie, het leiden van de vergaderingen, het bewaken van de uitvoering van de onderzoeksopzet en de werkwijze en het bevorderen van een zorgvuldige besluitvorming, het contact onderhouden met de gemeenteraad en ambtelijke organisatie. Hij voert hiertoe regelmatig overleg met de onderzoekers en met het secretariaat.

Artikel 4. Besluitvorming in de commissie

  • 1. In vergaderingen van de commissie wordt besloten bij meerderheid van stemmen; indien een of enkele leden dat wensen wordt hun opvatting afzonderlijk vermeld.

  • 2. Besluiten kunnen niet worden genomen tenzij een meerderheid van de leden van de commissie ter vergadering aanwezig is.

Artikel 5. Einde van het lidmaatschap

  • 1. Het lidmaatschap van een lid eindigt:

    • a.

      op eigen verzoek;

    • b.

      bij aanvaarding van een functie die onverenigbaar is met het lidmaatschap van de commissie volgens art 81f Gemeentewet;

    • c.

      wanneer het bij onherroepelijk geworden rechterlijke uitspraak wegens misdrijf is veroordeeld, dan wel bij zulk een uitspraak een maatregel is opgelegd die vrijheidsbeneming tot gevolg heeft;

    • d.

      indien het bij onherroepelijk geworden rechterlijke uitspraak onder curatele is gesteld, in staat van faillissement is verklaard, surseance van betaling heeft verkregen of wegens schulden is gegijzeld.

  • 2. De leden van de commissie kunnen door de raad worden ontslagen wanneer zij door ziekte, gebreken of ongeschiktheid niet in staat zijn hun functie naar behoren te vervullen.

Artikel 6. Verboden betrekkingen en verboden handelingen

  • 1. Het is de leden van de commissie verboden de handelingen te verrichten als bedoeld in artikel 15 van de Gemeentewet. De raad kan, gehoord de commissie, een lid van de commissie dat heeft gehandeld in strijd met dit verbod, uit zijn functie ontslaan.

  • 2. Leden overleggen aan de raad halfjaarlijks een lijst met daarin opgenomen de nevenfuncties die zij op dat moment vervullen.

Artikel 7 Vergoeding voor de werkzaamheden van de leden van de commissie

  • 1. De leden van de commissie ontvangen een vergoeding voor hun werkzaamheden.

  • 2. De wijze van vergoeding wordt geregeld in het Reglement van orde van de commissie als bedoeld in artikel 8.

  • 3. De vergoedingen als bedoeld in het eerste lid komen ten laste van het budget van de commissie als bedoeld in artikel 14.

Artikel 8 Reglement van orde

De commissie stelt een Reglement van orde voor haar vergaderingen en andere werkzaamheden vast. Zij zendt het reglement na de vaststelling onverwijld ter kennisneming naar de gemeenteraad.

Artikel 9 Onderwerpen voor en beslissing tot uitvoeren van onderzoek

  • 1. De raad van Sint-Oedenrode kan de commissie verzoeken tot het doen van onderzoeken en adviseert over de door de commissie voorgenomen onderzoeken, waarna de commissie de agenda in haar vergadering vaststelt.

  • 2. De commissie formuleert de probleemstelling en de onderzoeksvragen en stelt de onderzoeksopzet vast. Deze onderzoeksopzet wordt door de commissie rechtstreeks ter kennisneming voorgelegd aan de gemeenteraad.

Artikel 10 Criteria voor onderzoeken

  • 1. De volgende criteria dienen door de commissie te worden gehanteerd bij de selectie van de te onderzoeken onderwerpen:

    • a.

      Het moet betrekking hebben op de doelmatigheid, doeltreffendheid of rechtmatigheid van het beleid,

    • b.

      Er moet sprake zijn van een substantieel belang,

    • c.

      Het moet door de gemeente te beïnvloeden beleid betreffen,

    • d.

      Er moet sprake zijn van enige evenwichtige spreiding over de gemeentelijke beleidsterreinen in de opvolgende onderzoeken,

    • e.

      De resultaten moeten communiceerbaar zijn naar de bevolking,

  • 2. De commissie beargumenteert de te onderzoeken onderwerpen op basis van deze criteria.

Artikel 11 Uitvoering van het onderzoek en rapportage

  • 1. De commissie is belast met en verantwoordelijk voor de uitvoering van het onderzoek volgens de door haar vastgestelde onderzoeksopzet.

  • 2. De commissie beoordeelt of het wenselijk is de raad tussentijds te informeren.

  • 3. De commissie is bevoegd van alle leden van het gemeentebestuur en van alle ambtenaren de mondelinge en schriftelijke inlichtingen in te winnen die zij nodig heeft voor de uitvoering van het onderzoek. De commissie kan de bevoegdheid tot het inwinnen van inlichtingen mandateren aan de secretaris en de overige medewerkers die haar bij de uitvoering van haar taak terzijde staan. De leden van het gemeentebestuur en de ambtenaren van de gemeente zijn verplicht de gevraagde inlichtingen binnen de door de commissie gestelde termijn te verstrekken.

  • 4. De commissie vergadert in beslotenheid, haar rapporten zijn openbaar. De leden van de commissie en degenen die ten behoeve van de commissie werkzaam zijn, zijn verplicht tot geheimhouding van al hetgeen hen in hun hoedanigheid van lid, respectievelijk medewerker ter kennis is gekomen. Artikel 185 van de Gemeentewet is volgens artikel 81o van overeenkomstige toepassing.

  • 5. De commissie kan openbare informatieve vergaderingen beleggen.

  • 6. De commissie stelt betrokkenen ambtenaren in de gelegenheid om binnen een door haar te stellen termijn die ten minste twee weken bedraagt, hun zienswijze op het feitenonderzoek aan de commissie kenbaar te maken. Betrokkenen zijn degenen wier taakuitvoering (mede) onderwerp van onderzoek is of is geweest. De commissie bepaalt wie verder als betrokkenen worden aangemerkt.

  • 7. De commissie stelt het bestuur in de gelegenheid om binnen een door haar te stellen termijn die ten minste twee weken bedraagt, zijn zienswijze op het onderzoek en de conceptnota van conclusies en aanbevelingen aan de commissie kenbaar te maken.

  • 8. Na de ambtelijke hoor en wederhoor ten aanzien van de feiten (zie lid 6) en na het bestuurlijk hoor en wederhoor (zie lid 7) formuleert de commissie haar conclusies en aanbevelingen in een nota.

  • 9. Na vaststelling door de commissie worden het onderzoeksrapport en de nota met conclusies en aanbevelingen zo spoedig mogelijk, aan de raad aangeboden. Hierbij worden de ambtelijke en bestuurlijke reacties gevoegd. De raad bespreekt de onderzoeksresultaten op basis van het rapport en de conclusies en aanbevelingen.

Artikel 12 Ambtelijk secretaris

  • 1. Indien sprake is van regionale samenwerking zullen de deelnemende gemeenten onderling afspraken maken t.a.v. de aanstelling, schorsing en ontslag van een ambtelijk secretaris.

  • 2. Indien de ambtelijke secretaris aangesteld wordt in Sint-Oedenrode zal deze benoemd worden door de raad in overleg met de commissie.

  • 3. De secretaris staat de commissie bij de uitvoering van haar taak terzijde.

  • 4. De secretaris legt met betrekking tot de wijze waarop de ondersteunende taken worden verricht rechtstreeks verantwoording af aan de commissie.

  • 5. De secretaris is rechtspositioneel ondergebracht bij de griffie. Daarmee zijn op de ambtelijk secretaris de gemeentelijke arbeidsvoorwaarden van toepassing.

  • 6. Indien sprake is van lid 2 kan de raad op advies van de commissie overgaan tot schorsing dan wel ontslag van de ambtelijk secretaris voor wat betreft zijn werkzaamheden voor de commissie.

Artikel 13 Onderzoeksmedewerkers

  • 1. De commissie kan ten laste van het budget als bedoeld in artikel 14 (tijdelijk) onderzoeksmedewerkers aanstellen.

  • 2. Onderzoeksmedewerkers kunnen, indien de commissie hen daartoe de bevoegdheid toekent, alle informatie verzamelen die de commissie in het belang van het onderzoek nodig acht; zij hebben een geheimhoudingsplicht met betrekking tot die informatie en zijn alleen verantwoording verschuldigd aan de commissie.

  • 3. De commissie is tevens bevoegd ten laste van het budget als bedoeld in artikel 14 externe deskundigen in te schakelen. Het hiervoor in lid 2 gestelde is op de externe deskundigen dienovereenkomstig van toepassing.

Artikel 14 Budget

  • 1. De commissie is bevoegd binnen een aan haar bij de begroting beschikbaar gesteld budget uitgaven te doen ten behoeve van de uitvoering van haar taken.

  • 2. Ten laste van het in het voorgaande lid bedoelde budget worden de kosten gebracht van:

    • a.

      de vergoedingen die krachtens artikel 7 zijn toegekend aan de leden van de commissie;

    • b.

      de personeelslasten van de ambtelijk secretaris;

    • c.

      de vergoedingen aan onderzoeksmedewerkers;

    • d.

      de vergoedingen aan externe deskundigen die mogelijk door de commissie zijn ingeschakeld en

    • e.

      de mogelijke overige uitgaven die de commissie nodig oordeelt voor de uitvoering van haar taak.

Paragraaf 6 Slotbepalingen

Artikel 15 Citeertitel; inwerkingtreding

  • 1. Deze verordening kan worden aangehaald als Verordening rekenkamercommissie gemeente Sint-Oedenrode 2009.

  • 2. Deze verordening treedt in werking op de eerste dag na de dag van bekendmaking.

  • 3. De “Verordening rekenkamercommissie gemeente Sint-Oedenrode 2005”, vastgesteld bij raadsbesluit van 24 november 2005, wordt op de dag genoemd in lid 2 ingetrokken.

Ondertekening

Aldus besloten in de openbare vergadering van de raad van de gemeente Sint-Oedenrode op 23 april 2009

De griffier
De voorzitter