Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Gemeente Schoonhoven

Subsidieverordening gemeentelijke monumenten Schoonhoven 2013

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OverheidsorganisatieGemeente Schoonhoven
Officiële naam regelingSubsidieverordening gemeentelijke monumenten Schoonhoven 2013
CiteertitelOnbekend
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpruimtelijke ordening, verkeer en vervoer
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen.

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

  1. bronvermelding
  2. bronvermelding

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

Geen.

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerking-

treding

Terugwerkende

kracht tot en met

Datum uitwerking-

treding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

01-01-201301-01-2017Actualisatie

13-12-2012

Subsidieverordening gemeentelijke monumenten Schoonhoven 2013

Tekst van de regeling

Artikel 1

De raad van de Gemeente Schoonhoven,

 

Gelezen het voorstel van het college van 4 oktober 2012, nr. SC12/05635;

Gelet op de Gemeentewet, de Algemene wet bestuursrecht en de Monumentenwet;

Artikel 149 van de Gemeentewet;

 

Besluit:

 

I.In te trekken de Subsidieverordening gemeentelijke monumenten Schoonhoven 2001

II.Vast te stellen de volgende

 

SUBSIDIEVERORDENING

Gemeentelijke monumenten Schoonhoven

 

Artikel 1. Begripsbepalingen

1.Monument: een object dat is opgenomen op de gemeentelijke monumentenlijst zoals bedoeld in de monumentenverordening Schoonhoven 2012;

2.College: het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Schoonhoven;

3.Raad: de gemeenteraad van de gemeente Schoonhoven;

4.Subsidieplafond: het bedrag dat gedurende het begrotingsjaar krachtens de voor dat jaar geldende begroting ten hoogste beschikbaar is voor het totaal aan toe te kennen subsidies krachtens deze verordening;

5.Eigenaar: de natuurlijke- of rechtspersoon, die het recht van eigendom of een ander zakelijk recht heeft op een monument;

6.Instandhoudingwerkzaamheden: werkzaamheden die het reguliere onderhoud te boven gaan, die met het oog op het behoud van het monumentale karakter dienen om een gemeentelijk monument in stand te houden;

7.Subsidiabele kosten: kosten voor instandhoudingwerkzaamheden welke gemaakt worden tot instandhouding van het monument;

8.Monumentenwacht: de stichting Monumentenwacht Zuid-Holland;

9.Redengevende omschrijving: de omschrijving van het monument met daarin de reden tot aanwijzing.

Artikel 2. Subsidieplafond

1.De raad stelt jaarlijks het subsidieplafond vast bij de behandeling van de begroting.

2.Het college verleent slechts subsidie voor zover de op grond van lid 1 vastgestelde financiële middelen toereikend zijn.

Artikel 3. Abonnement Monumentenwacht

1.Aan de eigenaar van een monument kan een bijdrage worden toegekend in de kosten verbonden aan een abonnement op een tweejaarlijkse controle van het monument door de Monumentenwacht;

2.In de eerste twee jaar na de aanwijzing van het monument wordt het abonnement volledig door het college betaald;

3.Hierna is alleen bij een aanvraag tot subsidie voor instandhoudingwerkzaamheden de bijdrage subsidiabel voor het jaar waarin de instandhoudingwerkzaamheden worden uitgevoerd;

4.Het college ontvangt een kopie van het inspectierapport van de Monumentenwacht;

5.De eigenaar is bevoegd af te zien van de voortzetting van het contract en kan het contract laten intrekken.

Artikel 4. Subsidiabele kosten

1.Voor subsidie in aanmerking komende kosten zijn:

a.Herstel- en vervangingswerkzaamheden van authentieke materialen aan buitengevels, daken, dakconstructies, schoorstenen, goten en hemelwaterafvoeren, vensters inclusief luiken, buitenkozijnen, buitendeuren en buitenramen;

b.Constructieve en conserverende werkzaamheden aan buitengevels en funderingen;

c.Werkzaamheden ter bestrijding van houtaantasting en daarmee samenhangende conserverende werkzaamheden;

d.Werkzaamheden aan interieuronderdelen die in de redengevende omschrijving zijn opgenomen;

e.Werkzaamheden aan onderdelen die uit een bouwhistorisch rapport waardevol blijken;

f.Schilderwerk is alleen subsidiabel indien dit het normale reguliere schilderwerk te boven gaat;

g.Milieubesparende maatregelen voor zover deze de monumentale waarde niet aantasten;

h.Bouwhistorische opname ten behoeve van restauratie.

2.In bijzondere gevallen kan voor andere instandhoudingwerkzaamheden subsidie worden verleend.

3.Niet in aanmerking voor subsidie komen werkzaamheden aan zaken die niet zijn benoemd in lid 1 en lid 2 of in de redengevende omschrijving van het monument.

Artikel 5. Aanvragen van een subsidie

1.De aanvraag om subsidie moet schriftelijk worden ingediend bij het college. Hierbij dient gebruik te worden gemaakt van het door het college vastgestelde formulier. De aanvraag dient vergezeld te zijn van:

a.Een beschrijving van de technische staat van het monument (bijv. een rapport van de Monumentenwacht) waarin de gebreken van het monument nauwkeurig vermeld zijn;

b.Een bouwhistorisch onderzoek, indien deze door de behandelend ambtenaar noodzakelijk wordt geacht;

c.Tekeningen op schaal van de bestaande toestand en tekeningen waarop de voorgenomen instandhoudingwerkzaamheden of wijzigingen staan aangegeven;

d.Foto’s van de bestaande toestand (overzichtsfoto’s en detailfoto’s);

e.Een op de onder a. bedoelde omschrijving gebaseerd bestek of gebaseerde werkomschrijving per onderdeel van de toe te passen constructie, materialen, afwerkingen en kleuren en de verwerking daarvan;

f.Een begroting van alle kosten van de instandhoudingwerkzaamheden, niet ouder dan 2 jaar en gespecificeerd in hoeveelheden, uren en materialen;

2.Indien niet voldaan wordt aan het gestelde in het eerste lid, stelt het college de aanvrager in de gelegenheid om binnen twee weken de ontbrekende gegevens en bescheiden alsnog te overleggen. Het college geeft aan welke aanvullende informatie wordt gewenst;

3.In het geval een omgevingsvergunning is vereist, dient de verleende vergunning of een kopie van het aanvraagformulier deel uit te maken van de subsidieaanvraag. Is dit niet het geval dan wordt de aanvraag als onvolledig gezien.

4.Indien niet aan het gestelde in lid 2 en 3 wordt voldaan wordt de aanvraag niet in behandeling genomen.

Artikel 6. Volgorde van behandeling

1.Aanvragen om verlening van subsidie worden op volgorde van binnenkomst in behandeling genomen;

2.In geval van een calamiteit kan het college van het gestelde in lid 1 afwijken;

3.Aanvragen om subsidie waarover in verband met het bepaalde in artikel 2 niet positief kan worden beschikt, worden aangehouden tot het volgende begrotingsjaar. Deze aanvragen worden in het volgende jaar op volgorde van binnenkomst met voorrang in behandeling genomen.

Artikel 7. Beschikkingsprocedure

1.Het college neemt binnen acht weken na ontvangst van de aanvraag een besluit;

2.Het college kan de in lid 1 genoemde termijn met ten hoogste 4 weken verlengen, mits de aanvrager binnen de termijn van 8 weken hiervan in kennis wordt gesteld;

3.Van lid 1 en 2 kan worden afgeweken indien artikel 6 lid 3 van toepassing is. Hiervan wordt de aanvrager binnen de termijn van 8 weken in kennis gesteld.

Artikel 8. Subsidietoekenning

1.Op verzoek kan aan de eigenaar van een monument door het college subsidie worden toegekend;

2.De subsidie kan uitsluitend worden verleend indien de subsidiabele kosten ten minste € 500,- bedragen;

3.Er wordt geen subsidie verleend indien de subsidiabele kosten meer dan € 55.000,- bedragen;

4.De subsidie bedraagt niet meer dan 40% van de subsidiabele kosten met een maximum van € 4.100,-;

5.Maximaal drie projecten per monument komen in aanmerking voor subsidie per kalenderjaar, met uitzondering voor een voorziening waarvoor eerder en minder dan tien jaar geleden subsidie is toegekend.

6.Het college kent subsidie toe zolang het subsidieplafond, zoals bedoeld in artikel 2, niet bereikt is.

7.Indien de toegekende subsidie het subsidieplafond overstijgt wordt betaald tot aan het subsidieplafond. Het resterende bedrag wordt het volgende kalenderjaar uitbetaald.

 

Artikel 9. Weigeren van subsidie

Subsidiering wordt geweigerd indien:

1.Met de uitvoering van de werkzaamheden is begonnen voordat op de subsidieaanvraag door het college is beslist;

2.De kosten van restauratie op grond van een verzekering worden gedekt;

3.Voor de betreffende voorziening al binnen de voorafgaande tien jaar subsidie is verleend;

4.Met het treffen van de voorziening het belang van de monumentenzorg niet of onvoldoende wordt gediend;

5.Indien een noodzakelijke omgevingsvergunning niet is aangevraagd of verleend. In dit geval wordt de aanvraag aangehouden tot de vergunning is aangevraagd of verleend.

 

Artikel 10. Subsidieverplichtingen

1.De eigenaar is verplicht om zo spoedig mogelijk, maar uiterlijk binnen één jaar na toekenning van de subsidie, te beginnen met de uitvoering van de werkzaamheden. Als hier niet aan wordt voldaan kan de subsidieverlening worden ingetrokken;

2.De aanvraag van het werk moet ten minste twee weken van tevoren schriftelijk aan het college worden gemeld;

3.Binnen twee jaar na toekenning van de subsidie moeten de instandhoudingwerkzaamheden zijn voltooid. Als niet aan deze verplichting wordt voldaan kan de subsidieverlening worden ingetrokken.

 

Artikel 11. Gereedmelding en vaststelling subsidie

a.Vaststelling van de subsidie vindt plaats nadat;

a.De in de aanvraag opgenomen werkzaamheden bij het college gereed zijn gemeld, zijn gecontroleerd en akkoord zijn bevonden;

b.Een overzicht is overlegd van de totale werkzaamheden met kostenoverzicht;

c.De gereedmelding binnen 12 weken na het afronden van de werkzaamheden is gedaan;

b.De hoogte van de vast te stellen subsidie wordt gebaseerd op de werkelijke kosten;

c.de gereedmelding in het eerste lid omvat:

a.een schriftelijk bericht dat de in de aanvraag opgenomen werkzaamheden zijn voltooid;

b.een kostenoverzicht met meer- en minderwerk;

c.alle rekeningen en betaalbewijzen met betrekking tot de werkzaamheden;

d.In plaats van rekeningen en betalingsbewijzen zoals bedoeld in het voorgaande lid kan een verklaring van een registeraccountant worden overlegd waaruit blijkt dat het kostenoverzicht juist en volledig is;

e.Uitbetaling van de subsidie vindt plaats nadat de subsidie is vastgesteld.

 

Artikel 12. Onvolledige informatie

Indien bij controle blijkt dat de aanvrager:

a.onjuiste of onvolledige informatie heeft verstrekt, of;

b.de voorschriften, vastgesteld bij of krachtens deze verordening niet is nagekomen, of;

c.afwijkt van het instandhoudingplan waarop de subsidietoekenning is gebaseerd;

kan het college besluiten om niet, dan wel tot gedeeltelijke betaling over te gaan.

Artikel 13. Bijzondere omstandigheden

Indien bijzondere omstandigheden tot gevolg zouden hebben dat onverkorte toepassing van deze verordening tot onredelijke resultaten zou leiden, kan het college in het belang van de monumentenzorg afwijken van het hierin bepaalde.

Artikel 14. Beleidsregels

Het college kan nadere beleidsregels vaststellen ten aanzien van de uitvoering van deze verordening.

 

Artikel 15. Overgangsbepaling

Deze verordening is niet van toepassing op subsidies die vóór inwerkintreding van deze verordening zijn verleend of vastgesteld.

Artikel 16. Slotbepalingen

Deze verordening kan worden aangehaald als “Subsidieverordening gemeentelijke monumenten Schoonhoven 2013”.

1.Deze verordening treedt in werking op 1 januari 2013.

2.bij de inwerkingtreding van deze verordening vervalt de “Subsidieverordening gemeentelijke monumenten Schoonhoven 2001”.

Aldus besloten in de openbare vergadering van de raad van de gemeente Schoonhoven van  13 december 2012.

De griffier,                                                                            de voorzitter,

 

 

P.A.M. Goedvolk                                                                  A.F. Bonthuis