Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Nederlandse Antillen

MINISTERIELE BESCHIKKING MET ALGEMENE WERKING van de 27ste april 2001 houdende vaststelling van de indicatoren met betrekking tot transacties in verband met het afnemen van financiële diensten, bedoeld in artikel 1, eerste lid, onderdeel c, van het Landsbesluit aanwijzing financiële diensten melding ongebruikelijke transacties (P.B. 2000, no. 120) (Beschikking indicatoren ongebruikelijke transacties inzake hazardspel-transacties)

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
Overheidsorganisatie Nederlandse Antillen
Officiële naam regelingMINISTERIELE BESCHIKKING MET ALGEMENE WERKING van de 27ste april 2001 houdende vaststelling van de indicatoren met betrekking tot transacties in verband met het afnemen van financiële diensten, bedoeld in artikel 1, eerste lid, onderdeel c, van het Landsbesluit aanwijzing financiële diensten melding ongebruikelijke transacties (P.B. 2000, no. 120) (Beschikking indicatoren ongebruikelijke transacties inzake hazardspel-transacties)
CiteertitelBeschikking indicatoren ongebruikelijke transacties inzake hazardspel-transacties
Vastgesteld door
Onderwerpfinanciën en economie
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Ingevolge artikel 2 treedt deze beschikking in werking met ingang van de dag waarop het Landsbesluit, houdende algemene maatregelen, van de 20ste april 2001 tot wijziging van het Landsbesluit aanwijzing financiële diensten melding ongebruikelijke transacties (P.B. 2000, no. 120), in werking treedt. Het tijdstip van inwerkingtreding van die regeling is vastgesteld bij landsbesluit van 20-4-2001 (P.B. 2001, no. 58).

Het Landsbesluit, houdende algemene maatregelen, van de 7de augustus 2000 ter uitvoering van artikel 1, onderdeel a, onder 9, van de Landsverordening melding ongebruikelijke transacties (Landsbesluit aanwijzing financiële diensten melding ongebruikelijke transacties) (P.B. 2000, no. 120) wordt bij Landsverordening van de 26ste oktober 2009 tot wijziging van de Landsverordening melding ongebruikelijke transacties (P.B. 2009, no. 65) ingetrokken.

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Landsverordening melding ongebruikelijke transacties, art. 10, eerste lid

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerking-

treding

Terugwerkende

kracht tot en met

Datum uitwerking-

treding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

04-10-2002bijlage

04-10-2002

P.B. 2002, no. 121

n.v.t.
23-06-2001Nieuwe regeling

27-04-2001

P.B. 2001, no. 60

n.v.t.

Tekst van de regeling

Intitulé

MINISTERIELE BESCHIKKING MET ALGEMENE WERKING van de 27ste april 2001 houdende vaststelling van de indicatoren met betrekking tot transacties in verband met het afnemen van financiële diensten, bedoeld in artikel 1, eerste lid, onderdeel c, van het Landsbesluit aanwijzing financiële diensten melding ongebruikelijke transacties (P.B. 2000, no. 120) (Beschikking indicatoren ongebruikelijke transacties inzake hazardspel-transacties)

Artikel 1

Met betrekking tot de transacties in verband met het afnemen van financiële diensten, bedoeld in artikel 1, onderdeel c, van het Landsbesluit aanwijzing financiële diensten melding ongebruikelijke transacties (P.B. 2000, no. 120), inzake hazardspel-transacties, worden de indicatoren vastgesteld zoals opgenomen in bijlage bij deze beschikking.

Artikel 2

  • 1. Deze beschikking treedt in werking met ingang van de dag waarop het Landsbesluit, houdende algemene maatregelen, van de 20ste april 2001 tot wijziging van het Landsbesluit aanwijzing financiële diensten melding ongebruikelijke transacties (P.B. 2000, no. 120), in werking treedt.

  • 2. Deze beschikking wordt met de bijlage in het Publicatieblad geplaatst.

  • 3. Deze beschikking kan worden aangehaald als: Beschikking indicatoren ongebruikelijke transacties inzake hazardspel-transacties.

Bijlage behorende bij de Ministeriële Beschikking met algemene werking van de 27ste april 2001, houdende vaststelling van de indicatoren met betrekking tot transacties in verband met het afnemen van financiële diensten, bedoeld in artikel 1, eerste lid, onderdeel c, van het Landsbesluit aanwijzing financiële diensten melding ongebruikelijke transacties (P.B. 2000, no. 120) (Beschikking indicatoren ongebruikelijke transacties inzake hazardspel-transacties).

Indicatoren hazardspel-transacties

Voor alle indicatoren geldt:

  • -

    melding verplicht van transacties of voorgenomen transacties;

  • -

    voor alle genoemde bedragen geldt: NAF. of de tegenwaarde daarvan in vreemde valuta;

  • -

    gelden de transacties met betrekking tot al dan niet buitengaatse hazardspelen (waaronder sportsbook) en loterijen.

    • I.

      MELDING VERPLICHT:

      • A.

        Transacties die aan politie of justitie worden gemeld:

        Transacties die in verband met witwassen of de financiering van terrorisme aan politie of justitie worden gemeld, moeten ook aan het Meldpunt worden gemeld.

      • B.

        Depot:

        Het in depot nemen van munten, bankbiljetten en andere waarden boven NAF. 20.000,--.

      • C.

        Girale transacties:

        Transacties boven NAF. 20.000,--.

      • D.

        Verkoop van speelpenningen al dan niet virtueel:

        • 1.

          Verkoop aan een cliënt van speelpenningen met een tegenwaarde van meer dan NAF. 20.000,-- tegen inlevering van buitenlandse munten of bankbiljetten.

        • 2.

          Verkoop aan een cliënt van speelpenningen met een tegenwaarde van meer dan NAF. 20.000,-- tegen inlevering van één of meer cheques.

    • II.

      MELDING VERPLICHT INDIEN DE INSTELLING OORDEELT DAT EEN OF MEER VAN DE VOLGENDE SITUATIES VAN TOEPASSING ZLJN:

      • A.

        Vermoedelijke witwastransacties of financiering van terrorisme:

        Transacties waarbij aanleiding is om te veronderstellen dat ze verband kunnen houden met witwassen of financiering van terrorisme.

      • B.

        Ontduiken grensbedrag:

        Voorkeur van de cliënt voor transacties onder het grensbedrag waarbij aanleiding is om te veronderstellen dat deze daarmee melding wil voorkomen.