Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Nederlandse Antillen

MINISTERIËLE BESCHIKKING MET ALGEMENE WERKING van de 4de april 2001, houdende vaststelling van de indicatoren aan de hand waarvan wordt beoordeeld of een transactie moet worden aangemerkt als een ongebruikelijke transactie in de zin van de Landsverordening melding ongebruikelijke transacties (Beschikking indicatoren ongebruikelijke transacties)

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
Overheidsorganisatie Nederlandse Antillen
Officiële naam regelingMINISTERIËLE BESCHIKKING MET ALGEMENE WERKING van de 4de april 2001, houdende vaststelling van de indicatoren aan de hand waarvan wordt beoordeeld of een transactie moet worden aangemerkt als een ongebruikelijke transactie in de zin van de Landsverordening melding ongebruikelijke transacties (Beschikking indicatoren ongebruikelijke transacties)
CiteertitelBeschikking indicatoren ongebruikelijke transacties
Vastgesteld door
Onderwerpfinanciën en economie
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Deze regeling regelt dezelfde materie als de Ministeriële beschikking met algemene werking van de 30ste september 1997, houdende vaststelling van de indicatoren aan de hand waarvan wordt beoordeeld of een transactie moet worden aangemerkt als een ongebruikelijke transactie in de zin van de Landsverordening melding ongebruikelijke transacties. Hoewel de laatstgenoemde regeling bij deze regeling niet wordt ingetrokken, mag worden aangenomen dat zij bij de inwerkingtreding van deze regeling vervallen is. Een bevestiging daarvan kan worden ontleend aan de Ministeriële beschikking met algemene werking van 8-5-2007 (P.B. 2007, no. 33), waarin alleen de regeling uit 2001 is gewijzigd.

De wijziging van deze regeling bij ministeriële beschikking van 8-5-2007 is goedgekeurd bij landsbesluit, houdende algemene maatregelen, van de 5de november 2007 houdende goedkeuring van de indicatoren, opgenomen in "Bijlage D", zoals bij Ministeriële beschikking met algemene werking van de 8ste mei 2007 tot wijziging van de Beschikking indicatoren ongebruikelijke transacties (P.B. 2007, no. 33) aan laatstgenoemde beschikking toegevoegd (P.B. 2007, no. 91).

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Landsverordening melding ongebruikelijke transacties, art. 10, eerste lid

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerking-

treding

Terugwerkende

kracht tot en met

Datum uitwerking-

treding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

08-05-2007art. 3a, bijlage D

08-05-2007

P.B. 2007, no. 33

n.v.t.
05-11-2004bijlagen B en C

01-09-2001

P.B. 2004, no. 73

n.v.t.
04-10-2002bijlage A

04-10-2002

P.B. 2002, no. 119

n.v.t.
11-04-200116-12-1998bijlage A

11-04-2001

P.B. 2001, no. 48

n.v.t.
04-04-200116-12-1998Nieuwe regeling

04-04-2001

P.B. 2001, no. 46

n.v.t.

Tekst van de regeling

Intitulé

MINISTERIËLE BESCHIKKING MET ALGEMENE WERKING van de 4de april 2001, houdende vaststelling van de indicatoren aan de hand waarvan wordt beoordeeld of een transactie moet worden aangemerkt als een ongebruikelijke transactie in de zin van de Landsverordening melding ongebruikelijke transacties (Beschikking indicatoren ongebruikelijke transacties).

Artikel 1

Met betrekking tot de transacties in verband met het afnemen van financiële diensten, bedoeld in artikel 1, onderdeel a, van de Landsverordening melding ongebruikelijke transacties, niet zijnde financiële diensten als bedoeld in de artikelen 2 en 3, worden de indicatoren vastgesteld zoals opgenomen in bijlage A bij deze beschikking.

Artikel 2

Met betrekking tot de transacties in verband met het afnemen van één of meer van de financiële diensten, bedoeld in artikel 1, onderdeel a, onder 5, van de Landsverordening melding ongebruikelijke transacties worden de indicatoren vastgesteld zoals opgenomen in bijlage B bij deze beschikking.

Artikel 3

Met betrekking tot de transacties in verband met het afnemen van één of meer van de financiële diensten, bedoeld in artikel 1, onderdeel a, onder 6, van de Landsverordening melding ongebruikelijke transacties worden de indicatoren vastgesteld zoals opgenomen in bijlage C bij deze beschikking.

Artikel 3a

Met betrekking tot de transacties in verband met het afnemen van financiële diensten, bedoeld in artikel 1, onderdeel a, van de Landsverordening melding ongebruikelijke transacties, die zijn of worden uitgevoerd door of met de Bank van de Nederlandse Antillen, worden de indicatoren vastgesteld zoals opgenomen in bijlage D bij deze beschikking.

Artikel 4

  • 1. De indicatoren, bedoeld in de artikelen 2 en 3 blijven buiten toepassing in gevallen, waarin ter voldoening aan toezeggingen omtrent pensioen door de werkgever aan werknemers, verbonden aan zijn onderneming:

    • a.

      door de werkgever overeenkomsten van verzekering zijn gesloten met een verzekeraar die in het bezit is van de ingevolge artikel 9, eerste lid, van de Landsverordening Toezicht Verzekeringsbedrijf vereiste vergunning;

    • b.

      door de werknemers zelf overeenkomsten, bedoeld in onderdeel a, zijn gesloten, daartoe door de werkgever geheel of ten dele in staat gesteld.

  • 2. Voor de toepassing van het in het eerste lid bepaalde, worden aan de begrippen pensioen, werknemer, werkgever en onderneming dezelfde betekenis toegekend als de overeenkomstige begrippen, vermeld in artikel 1, eerste en tweede lid, van Landsverordening ondernemingspensioenfondsen.

Artikel 5

De indicatoren, bedoeld in de artikelen 2 en 3 blijven voorts buiten toepassing ten aanzien van:

  • a.

    het sluiten van overeenkomsten van verzekeringen als bedoeld in artikel 9 van de Landsverordening ondernemingspensioenfondsen;

  • b.

    het sluiten van overeenkomsten van overlijdensrisicoverzekeringen en andere verzekeringen zonder premievrije of afkoopwaarde;

  • c.

    ten aanzien van transacties waarvoor nog slechts een offerte is uitgebracht die nog niet door de verzekeringnemer is aanvaard.

Artikel 6

  • 1. Deze beschikking treedt in werking met ingang van heden en werkt terug tot en met 16 december 1998.

  • 2. Deze beschikking wordt met de bijlagen in het Publicatieblad geplaatst.

  • 3. Deze beschikking kan worden aangehaald als: Beschikking indicatoren ongebruikelijke transacties

BIJLAGEN behorende bij MINISTERIËLE BESCHIKKING MET ALGEMENE WERKING van de 4de april 2001, houdende vaststelling van de indicatoren aan de hand waarvan wordt beoordeeld of een transactie moet worden aangemerkt als een ongebruikelijke transactie in de zin van de Landsverordening melding ongebruikelijke transacties (Beschikking indicatoren ongebruikelijke transacties).

Bijlage A: Financiële diensten, niet zijnde het sluiten of afwikkelen van een individuele levensverzekeringsovereenkomst.

Voor alle indicatoren geldt:

  • -

    melding verplicht van transacties of voorgenomen transacties;

  • -

    voor alle genoemde bedragen geldt: NAF. of de tegenwaarde daarvan in vreemde valuta.

    • I.

      MELDING VERPLICHT:

      • A.

        Transacties die aan politie of justitie worden gemeld:

        • 1.

          Transacties die in verband met witwassen of de financiering van terrorisme aan politie of justitie worden gemeld, moeten ook aan het Meldpunt worden gemeld;

      • B.

        Contante transacties:

        • 1.

          Transacties boven 250.000,--;

        • 2.

          Transacties boven 20.000,-- waarbij omwisseling plaatsvindt in grotere coupures;

        • 3.

          Transacties boven 20.000,-- waarbij omwisseling plaatsvindt in een andere valuta;

        • 4.

          Transacties boven 20.000,-- betreffende aankoop en/of verzilveren door cliënt van cheques, traveller-cheques of soortgelijke betaalmiddelen;

        • 5.

          Transacties boven 20.000,-- waarbij effecten zijn betrokken;

        • 6.

          Transacties boven 20.000,-- die voldoen aan twee of meer van de volgende indicatoren:

          • a.

            ongeteld;

          • b.

            in vreemde valuta;

          • c.

            niet gestort op eigen rekening;

          • d.

            overboeking naar buitenlandse rekening.

      • C.

        Girale transacties:

        • 1.

          Transacties door niet-rekeninghouders boven 20.000,-- bestemd voor het buitenland;

    • II.

      MELDING VERPLICHT INDIEN DE MELDINGSPLICHTIGE OORDEELT DAT DE VOLGENDE SITUATIES VAN TOEPASSING ZIJN:

      • A.

        Vermoedelijke witwas transactie of financiering van terrorisme:

        Transacties waarbij aanleiding is om te veronderstellen dat ze verband kunnen houden met witwassen of financiering van terrorisme.

      • B.

        Nieuwe rekeningen:

        • 1.

          Rekeningen waarbij wordt voldaan aan twee of meer van de volgende indicatoren:

          • a.

            niet-ingezetene;

          • b.

            identificatieproblemen;

          • c.

            ongewoon conditie-aanbod;

          • d.

            opvallend aantal rekeningen.

      • C.

        Transacties waarbij leningen zijn betrokken:

        Transacties boven 250.000,-- betreffende een verstrekte dan wel een voorgenomen lening, die voldoen aan twee of meer van de volgende indicatoren:

        • a.

          geen verklaarbaar legaal doel of geen zichtbare relatie met (bedrijfs)activiteiten;

        • b.

          zekerheden die door de kredietinstelling of door derden worden aangehouden, waarvan de herkomst niet is te verifiëren of die niet in overeenstemming zijn met (bedrijfs)activiteiten van cliënt;

        • c.

          zekerheidstellingen door derden die geen zichtbare relatie hebben tot cliënt;

        • d.

          gebruik niet in overeenstemming met het doel van de verstrekte lening;

        • e.

          onverwacht en onverklaarbare oplossing van een (probleem)lening;

        • f.

          inkomende stroom bestaat uit veel kleine bedragen van onbekende derden of zonder indicatie van de opdrachtgever.

      • D.

        Transacties waarbij cheques, traveller-cheques of soortgelijke betaalmiddelen zijn betrokken:

        Transacties boven 100.000,-- waaronder begrepen de aankoop en/of het verzilveren door cliënt van cheques, traveller-cheques of soortgelijke betaalmiddelen, die voldoen aan twee of meer van de volgende indicatoren:

        • a.

          uit en/of naar het buitenland;

        • b.

          geen verklaarbaar legaal doel of geen zichtbare relatie met (bedrijfs)activiteiten;

        • c.

          transactie a-typisch voor cliënt;

        • d.

          inkomende stroom bestaat uit veel kleine bedragen en uitgaande stroom uit grote bedragen, of vice-versa;

        • e.

          geëndosseerd op naam cliënt;

        • f.

          opvallend aantal rekeningen;

        • g.

          cliënt handelt als stroman;

        • h.

          opvallende omzet of opvallende wijziging van het rekeningsaldo;

        • i.

          ongewoon conditie-aanbod.

      • E.

        Transacties waarbij effecten zijn betrokken:

        Transacties met effecten boven 20.000,-- waaronder begrepen de fysieke in- of uitlevering van effecten, die voldoen aan twee of meer van de volgende indicatoren:

        • a.

          uit en/of naar het buitenland;

        • b.

          identificatieproblemen;

        • c.

          ongewoon conditie-aanbod;

        • d.

          transactie a-typisch voor cliënt;

        • e.

          cliënt handelt als stroman;

        • f.

          cliënt zonder aanwijsbare reden nerveus;

        • g.

          cliënt wordt vergezeld en gecontroleerd;

        • h.

          geen verklaarbaar legaal doel of geen zichtbare relatie met (bedrijfs)activiteiten;

        • i.

          cliënt niet eerder op kantoor geweest;

        • j.

          inkomende stroom bestaat uit veel kleine bedragen en uitgaande stroom uit grote bedragen of vice-versa.

        • F.

          Contante transacties:

          • 1.

            Voorkeur van de cliënt voor transacties onder het grensbedrag waarbij aanleiding is om te veronderstellen dat deze daarmee melding wil voorkomen;

          • 2.

            Transacties boven 20.000,-- die voldoen aan twee of meer van de volgende indicatoren:

            • a.

              identificatieproblemen;

            • b.

              ongewoon conditie-aanbod;

            • c.

              transactie a-typisch voor cliënt;

            • d.

              kleine coupures;

            • e.

              ongebruikelijke verpakking;

            • f.

              frequente storting door niet-rekeninghouder;

            • g.

              cliënt zonder aanwijsbare reden nerveus;

            • h.

              cliënt wordt vergezeld en gecontroleerd;

            • i.

              cliënt handelt als stroman;

            • j.

              geen verklaarbaar legaal doel of geen zichtbare relatie met (bedrijfs)activiteiten;

            • k.

              opvallende omzet of opvallende wijziging van het rekening-saldo;

            • l.

              inkomende stroom bestaat uit veel kleine bedragen en uitgaande stroom uit grote bedragen, of vice-versa;

            • m.

              cliënt levert, zonder dat dit in relatie staat tot de (bedrijfs)activiteiten, ongeteld geld aan;

            • n.

              bedrag wordt door cliënt niet gestort op eigen rekening of rekening werkgever;

            • o.

              bedrag wordt gestort ten gunste van een rekening bij een bank in het buitenland.

          • 3.

            Transacties boven 5.000,-- waarbij gelden ter beschikking worden gesteld bij een financiële instelling in dan wel buiten de Nederlandse Antillen voor een niet-rekeninghouder, die voldoen aan twee of meer van de volgende indicatoren:

            • a.

              geen verklaarbaar legaal doel of geen zichtbare relatie met (bedrijfs) activiteiten;

            • b.

              identificatieproblemen;

            • c.

              transactie a-typisch voor cliënt;

            • d.

              cliënt zonder aanwijsbare reden nerveus;

            • e.

              cliënt wordt vergezeld en gecontroleerd;

            • f.

              cliënt handelt als stroman.

        • G.

          Girale transacties:

          • 1.

            Transacties boven 1.000.000,-- die voldoen aan twee of meer van de volgende indicatoren:

            • a.

              uit en/of naar het buitenland;

            • b.

              identificatieproblemen;

            • c.

              opvallend aantal rekeningen;

            • d.

              geen verklaarbaar legaal doel of geen zichtbare relatie met (bedrijfs)activiteiten;

            • e.

              transactie a-typisch voor cliënt;

            • f.

              ongewoon conditie-aanbod;

            • g.

              opvallende omzet of opvallende wijziging van het rekeningsaldo;

            • h.

              inkomende stroom bestaat uit veel kleine bedragen en uitgaande stroom uit grote bedragen, of vice-versa;

            • i.

              niet op eigen rekening cliënt;

            • j.

              naar het buitenland zonder opgave van begunstigde dan wel onder code naam;

            • k.

              uit het buitenland zonder opgave van de opdrachtgever dan wel onder code naam.

          • 2.

            Voorkeur van de cliënt voor transacties onder het grensbedrag waarbij aanleiding is om te veronderstellen dat deze daarmede melding wil voorkomen.

Bijlage B: Sluiten van een individuele levensverzekeringsovereenkomst.

Voor alle indicatoren geldt:

  • -

    voor alle genoemde bedragen geldt: NAF. of de tegenwaarde daarvan in vreemde valuta.

    • I.

      MELDING VERPLICHT:

      • 1.

        Een (aanvraag voor een) levensverzekering die in verband met witwassen aan politie of justitie wordt gemeld, moet ook aan het Meldpunt worden gemeld;

      • 2.

        De eerste premie of de koopsom wordt contant betaald en bedraagt meer dan 100.000,--.

    • II.

      MELDING VERPLICHT INDIEN DE MELDINGSPLICHTIGE OORDEELT DAT DE VOLGENDE SITUATIES VAN TOEPASSING ZIJN:

      • 1.

        (Aanvraag voor) een levensverzekering waarbij aanleiding is om te veronderstellen dat deze verband kan houden met witwassen;

      • 2.

        Levensverzekeringen waarvoor de eerste premiebetaling of de koopsom meer dan 25.000,-- bedraagt en die voldoen aan drie of meer van de volgende indicatoren:

        • a.

          de verzekeringnemer heeft woonplaats buiten de Nederlandse Antillen;

        • b.

          de verzekeringnemer geeft geen (eigen) vaste woonplaats op;

        • c.

          de eerste premiebetaling of de koopsomstorting vindt plaats vanaf een rekening bij een bank buiten de Nederlandse Antillen;

        • d.

          de looptijd van de verzekering is 3 jaar of minder, tenzij het kapitaalverzekering betreft ter dekking van pensioenaanspraken, waarvan de regeling is vastgelegd in een pensioenbrief waarin duidelijk omschreven is dat de regeling voortvloeit uit een dienstbetrekking;

        • e.

          de premie/koopsombetaling bedraagt meer dan 250.000,--;

        • f.

          de verzekeringnemer heeft in het lopende kalenderjaar reeds drie of meer koopsompolissen tegen contante betaling bij uw maatschappij of, in geval van tussenpersonen, door uw bemiddeling gesloten;

        • g.

          betaling in kleine coupures, met ongeteld geld, in ongewone verpakking, in vreemde valuta, met postwissels, cheques of andere waardepapieren;

        • h.

          er zijn problemen bij de identificatie;

        • i.

          de verzekering wijkt sterk af van wat van deze verzekeringsnemer, alle omstandigheden in aanmerking genomen, verwacht werd of mag worden (gezien inkomen, beroep, eerder gesloten verzekeringen), m.a.w. de verzekering is ongewoon voor de verzekeringnemer;

        • j.

          de verzekeringnemer accepteert zeer onvoordelige voorwaarden, die niet samenhangen met gezondheid of leeftijd;

        • k.

          een (reëel) verzekerd belang kan niet worden verklaard.

Bijlage C: Afwikkelen van een individuele levensverzekeringsovereenkomst.

Voor alle indicatoren geldt:

  • -

    voor alle genoemde bedragen geldt: NAF. of de tegenwaarde daarvan in vreemde valuta.

    • I.

      MELDING VERPLICHT:

      • 1.

        Een uitkering uit levensverzekering die in verband met witwassen aan politie of justitie wordt gemeld, moet ook aan het Meldpunt worden gemeld;

      • 2.

        Een uitkering van boven 100.000,-- op een rekening bij een bank buiten de Nederlandse Antillen binnen 5 jaar na het sluiten van de verzekering;

      • 3.

        Een uitkering van boven 100.000,-- in verband met de verzekering die binnen 2 jaar voor de expiratiedatum, de belening of de afkoop is overgedragen, of waarvan de begunstiging binnen die periode is gewijzigd (deze indicator is niet van toepassing op een overdracht aan, dan wel de begunstigingswijziging t.b.v. een kind of kleinkind);

      • 4.

        Een contante uitkering van boven 50.000,--.

    • II.

      MELDING VERPLICHT INDIEN DE MELDINGSPLICHTIGE OORDEELT DAT DE VOLGENDE SITUATIES VAN TOEPASSING ZIJN:

Er bestaat aanleiding om te veronderstellen dat de betrokken verzekering verband houdt met witwassen.

Bijlage D: Transacties die worden verricht door of met de Bank van de Nederlandse Antillen

Voor alle indicatoren geldt:

-melding verplicht van transacties of voorgenomen transacties

-voor alle genoemde bedragen geldt: NAF. of de tegenwaarde daarvan in vreemde valuta.

I.MELDING VERPLICHT:

Transacties die aan politie of justitie worden gemeld:

Transacties die in verband met witwassen of financiering van terrorisme aan politie of justitie worden gemeld, moeten ook aan het Meldpunt worden gemeld.

II.MELDING VERPLICHT INDIEN DE MELDINGSPLICHTIGE OORDEELT DAT DE VOLGENDE SITUATIE VAN TOEPASSING IS:

A. Vermoedelijke witwastransacties of financiering van terrorisme:

Transacties waarbij aanleiding bestaat om te veronderstellen dat ze verband kunnen houden met witwassen of financiering van terrorisme.

B. Transacties met effecten of waarbij contact geld betrokken is, en waarbij voldaan wordt aan twee of meer van de volgende indicatoren:

a. identificatieproblemen;

b. ongewoon conditieaanbod;

c. transactie a-typisch voor cliënt;

d. cliënt handelt als stroman;

e. cliënt zonder aanwijsbare reden nerveus;

f. cliënt wordt vergezeld en gecontroleerd;

g. geen verklaarbaar legaal doel of geen zichtbare relatie met (bedrijfs)activiteiten;

h. cliënt niet eerder op kantoor geweest.