Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Nederlandse Antillen

LANDSBESLUIT, HOUDENDE ALGEMENE MAATREGELEN, van de 25ste september 1997 ter uitvoering van artikel 599 van het Wetboek van Strafvordering (P.B. 1996 no. 164) inzake de instemming van een veroordeelde met zijn overbrenging

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
Overheidsorganisatie Nederlandse Antillen
Officiële naam regelingLANDSBESLUIT, HOUDENDE ALGEMENE MAATREGELEN, van de 25ste september 1997 ter uitvoering van artikel 599 van het Wetboek van Strafvordering (P.B. 1996 no. 164) inzake de instemming van een veroordeelde met zijn overbrenging
CiteertitelLandsbesluit instemming overbrenging veroordeelde
Vastgesteld doorGouverneur van de Nederlandse Antillen
Onderwerpbestuur en recht
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Deze regeling is ingevolge artikel 9, eerste lid, in werking getreden op het tijdstip waarop het Wetboek van Strafvordering in werking trad (zie artikel IV van de Invoeringslandsverordening van 11-9 199, no. 244 jo het landsbesluit van 25-9-1997, P.B 1997, no. 251).

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Wetboek van Strafvordering, art. 599

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerking-

treding

Terugwerkende

kracht tot en met

Datum uitwerking-

treding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

01-10-1997Nieuwe regeling

25-09-1997

P.B. 1997, no. 243

Tekst van de regeling

Intitulé

LANDSBESLUIT, HOUDENDE ALGEMENE MAATREGELEN, van de 25ste september 1997 ter uitvoering van artikel 599 van het Wetboek van Strafvordering (P.B. 1996 no. 164) inzake de instemming van een veroordeelde met zijn overbrenging

Artikel 1

De veroordeelde te wiens aanzien gegronde redenen bestaan voor de verwachting dat hij in aanmerking komt om naar een vreemde staat te worden overgebracht teneinde aldaar een hem bij een Nederlands-Antilliaanse rechterlijke beslissing opgelegde, tot vrijheidsbeneming strekkende sanctie te ondergaan of verder te ondergaan, wordt, alvorens een beslissing tot overdracht van de tenuitvoerlegging van die sanctie wordt genomen, in de gelegenheid gesteld te verklaren daarmee in te stemmen.

Artikel 2

  • 1. De in artikel 1 bedoelde verklaring wordt, op schriftelijke vordering van de procureur-generaal, afgelegd ten overstaan van een rechter-commissaris, belast met de behandeling van strafzaken.

  • 2. De veroordeelde kan zich bij het afleggen van de verklaring doen bijstaan door een advocaat. Zo nodig, wordt de veroordeelde hierop gewezen door de rechter-commissaris.

Artikel 3

  • 1. Een consulaire vertegenwoordiger van de vreemde staat, bedoeld in artikel 1, wordt door de rechter-commissaris in de gelegenheid gesteld bij het afleggen van de verklaring door de veroordeelde tegenwoordig te zijn.

  • 2. De rechter-commissaris kan toestaan dat ook andere vertegenwoordigers van de in het eerste lid bedoelde staat bij het afleggen van de verklaring tegenwoordig zijn.

Artikel 4

De veroordeelde wordt, alvorens hij de verklaring aflegt, door de rechter-commissaris op de mogelijke gevolgen daarvan opmerkzaam gemaakt.

Artikel 5

  • 1. De veroordeelde kan de verklaring niet intrekken.

  • 2. Indien de overbrenging van de veroordeelde binnen vier maanden na het tijdstip waarop de in artikel 1 bedoelde verklaring is afgelegd, nog niet heeft plaatsgevonden, wordt hij opnieuw in de gelegenheid gesteld een verklaring af te leggen. De artikelen 2 tot en met 4 zijn van toepassing.

Artikel 6

  • 1. Indien de veroordeelde wegens een gebrekkige ontwikkeling of ziekelijke storing van zijn geestvermogens niet in staat wordt geacht tot een redelijke belangenafweging terzake, wordt zijn wettelijke vertegenwoordiger in de gelegenheid gesteld de verklaring voor hem af te leggen.

  • 2. Is een vertegenwoordiger als bedoeld in het eerste lid, afwezig, dan wel niet bereid of in staat binnen een door de rechter-commissaris te bepalen redelijke termijn te verschijnen, dan kan de verklaring in diens plaats door de advocaat van de veroordeelde worden afgelegd.

Artikel 7

  • 1. Indien de veroordeelde minderjarig is en de leeftijd van eenentwintig jaar nog niet heeft bereikt, wordt degene die het wettelijk gezag over hem uitoefent in de gelegenheid gesteld de verklaring voor hem af te leggen.

  • 2. Artikel 6, tweede lid, is van toepassing.

Artikel 8

  • 1. Van het afleggen van de verklaring voor de rechter-commissaris wordt proces-verbaal opgemaakt.

  • 2. De rechter-commissaris zendt het proces-verbaal onverwijld aan de procureur-generaal.

Artikel 9

  • 1. Dit landsbesluit treedt in werking met ingang van het tijdstip van inwerkingtreding van het Wetboek van Strafvordering.

  • 2. Het kan worden aangehaald als: Landsbesluit instemming overbrenging veroordeelde.