Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Gemeente Bellingwedde

Verordening geldelijke voorzieningen van raads- en commissieleden

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OverheidsorganisatieGemeente Bellingwedde
Officiële naam regelingVerordening geldelijke voorzieningen van raads- en commissieleden
CiteertitelVerordening geldelijke voorzieningen van raads- en commissieleden
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpfinanciën en economie
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

  1. Artikelen 95 tot en met 98 van de Gemeentewet
  2. Koninklijk besluit d.d. 22 maart 1994, stb. 244
Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerking-

treding

Terugwerkende

kracht tot en met

Datum uitwerking-

treding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

14-11-201301-01-200601-01-2018Nieuwe regeling

16-02-2006

Streekblad 13 november 2013

Onbekend

Tekst van de regeling

Intitulé

Verordening geldelijke voorzieningen van raads- en commissieleden

Nr. 1/9-2;

de raad der gemeente Bellingwedde;

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 3 januari 2006, nr.1/9-1;

Gelet op de artikelen 95 tot en met 98 van de Gemeentewet en het Koninklijk besluit d.d. 22 maart 1994, stb. 244, strekkende tot uitvoering van de artikelen 95 en 96 van de Gemeentewet, zoals dit nadien is gewijzigd;

besluit:

I in te trekken zijn besluit van 9 maart 2000, regelende de geldelijke voorzieningen van raads- en commissieleden;

II vast te stellen de volgende

Verordening geldelijke voorzieningen raads- en commissieleden

Artikel 1

Deze verordening verstaat onder:

  • a)

    leden van de raad: De gekozen leden van de raad van de gemeente Bellingwedde;

  • b)

    commisie: een commissie genoemd in de bij deze verordening behorende lijst;

  • c)

    A.M.v.B.: het Koninklijk besluit van 22 maart 1994, Stb. 244 tot uitvoering vande artikelen 95 en 96 van de Gemeentewet.

Artikel 2

De leden van de raad ontvangen per kalenderjaar een vergoeding voor hun werkzaamheden en een tegemoetkoming in de kosten ten bedrage van 100% van de bedragen, vermeld in de bij de A.M.v.B. behorende tabel I, zoals die bedragen telken jare door de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties zijn of worden vastgesteld voor een gemeente in de klasse 3.

Hij die gedurende een gedeelte van een kalenderjaar lid van de raad is geweest, ontvangt de vergoeding en de tegemoetkoming in de kosten als bedoeld in het eerste lid, naar evenredigheid van het aantal dagen dat hij lidmaatschap van de raad heeft bekleed.

Artikel 3

Bij overgang van de gemeente naar een lagere klasse, vermeld in de bij de A.M.v.B. behorende tabel I, in verband met een vermindering van het aantal inwoners, behouden de zittende leden tot hun aftreden de geldende vergoeding en tegemoetkoming.

Artikel 4

De leden van een commissie die geen raadslid zijn, ontvangen voor het bijwonen van de vergaderingen van de commissies een vergoeding ten bedrage van 100% van het bedrag, vermeld in de bij de A.M.v.B. behorende tabel IV, zoals dat bedrag telken jare door de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijkrelaties is of wordt vastgesteld voor een gemeente in klasse 1.

Artikel 5

Een lid van de commissie, geen raadslid zijnde, ontvangt een vergoeding van reiskosten en zonodig verblijfkosten, indien de afstand tussen zijn woning en de plaats waar vergaderd wordt tenministe 5 kilometer bedraagt.

Deze vergoeding wordt vastgesteld overeenkomstig de regels voor de vergoeding welke een rijksambtenaar ingevolgde het Reisbesluit binnenland voor dienstreizen ontvangt.

Het bepaalde in het eerste en tweede lid is niet van toepassing op ambtenaren die, als zodanig, tot lid van een commissie zijn benoemd. Onder ambtenaren zijn begrepen zij die op overeenkomst naar burgerlijk recht in dienst van de overheid zijn.

Artikel 6

De leden van de raad en de leden van een commissie, als bedoeld in de artikelen 2 en 4 van deze verordening, ontvangen een vergoeding van reis- en verblijfkosten, gemaakt in verband met reizen buiten het grondgebied van de gemeente ter uitvoering van het besluit van het gemeentebestuur of een gemeentelijke commissie, welke wordt vastgesteld overeenkomstig de regels voor de vergoeding welke een rijksambtenaar ingevolge het Reisbesluit binnenland voor dienstreizen ontvangt.

Artikel 7

In afwijking van hetgeen hiervoor onder de artikelen 4, 5 en 6 is vermeld over commissievergoeding ontvangen de leden, voorgedragen door de raad en benoemd door het College in de Commissie bezwaarschriften dezer gemeente een bedrag van € 120,-- per zitting.

De leden van de Rekenkamercommissie ontvangen, ook in afwijking van artikel 4, 5 en 6, eveneens een bedrag van € 120,-- per zitting.

De voorzitters van beide commissies, Commissie bezwaarschriften en de Rekenkamercommissie, ontvangen, in tegenstelling tot de overige leden, een bedrag van € 145,-- per zitting.

Artikel 8

De in deze verordening bedoelde vergoeding worden:

voor de leden van de raad maandelijks uitbetaald

voor de leden van een commissie, geen raadslid zijnde, aan het einde van een kalenderjaar uitbetaald.

Artikel 9

Deze verordening kan worden aangehaald als “Verordening geldelijke voorzieningen raads- en commissieleden.

Deze verordening treedt in werking met ingang van 16 februari 2006, met terugwerkende kracht tot 1 januari 2006.

Ondertekening

Aldus besloten door de raad van de gemeente Bellingwedde in zijn openbare vergadering d.d. 16 februari 2006.

De griffier, De voorzitter,

Lijst van commissies als bedoeld in artikel 1 van de verordening geldelijke voorzieningen raads- en commissieleden.

  • -

    Leden van de raadscommissie(s), voor zover geen raadslid zijnde.

  • -

    De commissie bezwaar en beroep ex. Artikel 7:13 Algemene wet bestuursrecht

  • -

    Adviescommissie Sociale Zekerheid Bellingwedde

  • -

    De Rekenkamercommissie.