Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Gemeente Bellingwedde

Verordening inrichting antidiscriminatievoorziening gemeente Bellingwedde

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OverheidsorganisatieGemeente Bellingwedde
Officiële naam regelingVerordening inrichting antidiscriminatievoorziening gemeente Bellingwedde
CiteertitelVerordening inrichting antidiscriminatievoorziening gemeente Bellingwedde
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpmaatschappelijke zorg en welzijn
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Artikel 2 Wet gemeentelijke antidiscriminatievoorzieningen

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerking-

treding

Terugwerkende

kracht tot en met

Datum uitwerking-

treding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

14-11-201328-01-2010Nieuwe regeling

28-01-2010

Streekblad 13 november 2013

Onbekend

Tekst van de regeling

Intitulé

Verordening inrichting antidiscriminatievoorzieningen gemeente Bellingwedde

Nr. 1/14-2;

de r a a d van de gemeente Bellingwedde;

gezien het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van

15 december 2009, nr. 1/14-1;

inzake de Verordening inrichting antidiscriminatievoorzieningen;

gelet op artikel 1 van de Wet gemeentelijke antidiscriminatievoorzieningen;

gezien het advies van de functionele afdeling;

besluit vast te stellen de volgende verordening:

Verordening inrichting antidiscriminatievoorzieningen gemeente Bellingwedde

Artikel 1 Begripsbepalingen

Wet: de Wet gemeentelijke antidiscriminatievoorzieningen;

Besluit:het besluit gemeentelijke antidiscriminatievoorzieningen;

De antidiscriminatievoorziening: antidiscriminatievoorziening als bedoeld in artikel van de Wet gemeentelijke antidiscriminatievoorzieningen;

Klacht: klacht bedoeld in artikel 2, eerste lid, onder a van de wet;

Klachtbehandelaar: klachtbehandelaar als bedoeld in artikel 1 van het besluit;

Klager: Klager als bedoeld in artikel 1 van het besluit;

Ingezetene: ingezetene als bedoeld in artikel 2 van de Gemeentewet.

Artikel 2 Zorgplicht college van burgemeester en wethouders

Het college van burgemeester en wethouders biedt de ingezetene toegang tot een antidiscriminatievoorziening.

Artikel 3 Inrichting antidiscriminatievoorziening

Bij de inrichting van de antidiscriminatievoorziening worden in ieder geval de deskundigheid van klachtbehandelaars en de

toegankelijkheid van de voorziening gewaarborgd.

De antidiscriminatievoorziening draagt zorg voor dat de klachtbehandelaars voldoen aan de voor klachtenbehandeling vereiste deskundigheid en biedt de klachtbehandelaars de mogelijkheid hun deskundigheid te onderhouden en verder te ontwikkelen.

De klager heeft in ieder geval de mogelijkheid om een klacht te melden:

  • -

    per post;

  • -

    per mail;

  • -

    telefonisch

  • -

    op een door de gemeente beschikbaar locatie als bedoel in artikel 5 van deze verordening.

Artikel 4 Protocol klachtenbehandeling

Het protocol voor de behandeling van klachten als bedoeld in artikel 6 van de wet regelt in ieder geval:

  • -

    De afdoening van klachten;

  • -

    De wijze van afdoening van klachten;

  • -

    De registratie van klachten.

Artikel 5 Laagdrempeligheid antidiscriminatievoorziening

Ingezetenen worden in gelegenheid gesteld een klacht in hun directe leefomgeving te melden.

Gemeenten die aansluiting hebben bij een regionaal antidiscriminatiebureau kunnen overeenkomen dat deze melding op een locatie in de betreffende gemeente plaatsvinden.

Het college draagt zorg voor de deskundigheid van de medewerkers die deze meldingen op adequate manier opneemt en doorverwijst.

Klager wordt door de medewerkers doorgeleid naar de antidiscriminatievoorziening.

Artikel 6 Inwerkingtreding

Deze verordening treedt in werking op 28 januari 2010.

Artikel 7 Citeertitel

Deze verordening kan aangehaald worden als: Verordening Inrichting Antidiscriminatievoorziening gemeente Bellingwedde.

Ondertekening

Aldus vastgesteld in de openbare

raadsvergadering van 28 januari 2009.

De griffier, De voorzitter,

Toelichting

Algemeen

Artikel 1 van de Grondwet luidt:

Allen die zich in Nederland bevinden, worden in gelijke gevallen gelijk behandeld. Discriminatie wegens godsdienst, levensovertuiging, politieke gezindheid, ras, geslacht of op welke grond dan ook, is niet toegestaan.

Dit artikel is het fundament van onze Grondwet en democratie.

De bestrijding van discriminatie is noodzakelijk voor het functioneren van de democratische rechtstaat.

Burgers die zich gediscrimineerd voelen moeten op laagdrempelige manier onafhankelijk hulp in de directe leefomgeving kunnen krijgen als zij overwegen een klacht in te dienen.

Uitgangspunt van de wettelijke regeling is de verplichting voor gemeenten toegang te verlenen aan burgers tot een antidiscriminatievoorziening.

De wet geeft de gemeenten vrijheid om deze voorzieningen zelf te regelen of elders in te kopen. Ook is het mogelijk om regionaal met een aantal gemeenten een ADV op te zetten.

De wet is als bijlage 1 toegevoegd aan deze verordening.

De wet is nader ingevuld in een Algemene Maatregel van Bestuur vastgelegd op 16 september 2009, het besluit gemeentelijke antidiscriminatievoorziening. Het besluit is als bijlage 2 toegevoegd aan deze verordening.

Artikelsgewijze toelichting

Artikel 1

Artikel 1 van de Wet Gemeentelijke Antidiscriminatievoorziening (hierna: de wet) legt het college van burgemeester en wethouders op om toegang te bieden tot een antidiscriminatievoorziening voor ingezetenen. Deze bepaling behoeft geen nadere toelichting.

Artikel 2

In artikel 2, tweede lid, van de wet wordt opgedragen dat de gemeenteraad stelt bij verordening regels vast omtrent de inrichting en de uitvoering van de taak door antidiscriminatievoorziening.

De zorgplicht voor de gemeenten om de voorzieningen te treffen is de kern van deze regelgeving.

Artikel 3

Met deze bepaling wordt nader invulling gegeven aan artikel 3 van het besluit, dat luidt:Bij de inrichting van de antidiscriminatievoorziening worden in ieder geval de deskundigheid van de klachtenbehandelaars en de toegankelijkheid van de antidiscriminatievoorziening gewaarborgd. Ook op de verantwoordelijkheid met de omgang met gegevens zal worden toegezien. Er is gekozen voor een minimale invulling om gemeenten en

antidiscriminatievoorziening alle ruimte te geven voor maatwerk.

De antidiscriminatievoorziening dient aan te geven of ze beschikt over een opleidingprotocol waar klachtenbehandelaars gebruik van kunnen maken. Ook moet worden aangegeven hoe vaak van behandelaars wordt verwacht aan een opleiding deel te nemen.

Het landelijke expertisebureau van artikel 1 kan de opleidingen en cursussen verzorgen.

De gemeente draagt er zorg voor dat de burger zich zowel fysiek als niet-fysiek kan melden.

De mogelijkheid om zich fysiek op locatie te kunnen melden betekent tevens dat een burger redelijkerwijs op de hoogte kan zijn waar hij of zij terecht kan om te melden. De gemeente draagt zorg voor de aanwezigheid van een locatie. Daarbij kan gebruik worden gemaakt van een zorg voor de aanwezigheid van een locatie. Daarbij kan gebruik worden gemaakt van een bestaande balie (zie ook de toelichting bij artikel 5). Uiteraard kan ook worden afgesproken dat de antidiscriminatievoorziening op locatie aanwezig is, zodat klachten direct bij de voorziening kunnen worden ingediend.

Bij niet-fysiek wordt verstaan dat de mogelijkheid bestaat voor de burger via sms, telefoon, brief of email om de klachten te melden of in te dienen.

Artikel 4

Met deze bepaling wordt invulling gegeven aan artikel 6 van het besluit dat luidt: De antidiscriminatievoorziening heeft een protocol voor de behandeling van klachten. Daarbij is gekozen voor een minimale invulling om gemeenten en antidiscriminatievoorziening alle ruimte te geven voor maatwerk.

Artikel 5

De wet vermeldt dat de antidiscriminatievoorziening zich in de leefomgeving van burgers moet bevinden. De memorie van toelichting geeft aan dat het gemeenten vrij staat om daar op een praktische wijze invulling te geven. De voorziening hoeft dan ook niet in de gemeente zelf aanwezig te zijn. Een gemeente kan zich bijvoorbeeld aansluiten bij een (bestaande) regionale antidiscriminatievoorziening. Ook kan de gemeente aansluiting zoeken bij een (bestaande) regionale discriminatieoverleg. (RDO) waar politie, openbaar ministerie en antidiscriminatievoorzieningen overleg voeren over discriminatie incidenten en deze in zaaksoverzichten opnemen.

Voor de nodige laagdrempeligheid kan dan worden gezorgd door een doorverwijsfunctie of meldpunt te creëren bij bestaande gemeentelijke voorzieningen, zoals bijvoorbeeld een loket burgerzaken, slachtofferhulp of WMO-loket.

Een gemeente kan er ook voor kiezen deze toegang een meer inhoudelijk karakter te geven door een eigen frontoffice in te richten. Daarbij moet het voor klagers ondubbelzinnig duidelijk zijn dat een gemeentelijk loket een luisterend oor en nodige deskundigheid kan bieden, maar dat het zijn taak is om de klager door te geleiden naar de antidiscriminatievoorziening. In de wet is uitdrukkelijk aangegeven dat de antidiscriminatievoorziening onafhankelijk is en op geen enkele wijze onder het gezag van de (gemeente)overheid kan vallen. Het gemeentelijke loket kan dan ook op geen enkele manier in de plaats treden van de antidiscriminatievoorziening.

Vereisten voor de frontoffice zijn:

Een loket gefaciliteerd door de gemeente dan wel een gemeenteloket waar klager een klacht kan melden, luisterend oor kan vinden en professioneel kan worden doorverwezen naar de antidiscriminatievoorziening;

Loketmedewerker dient inzicht te hebben in de materie;

Positie als doorgeefluik helder moet zijn.

Vereisten voor backoffice:

Deze worden opgenomen in de subsidieregeling tussen gemeenten en antidiscriminatievoorziening.

Strikt juridisch is het niet noodzakelijk om met een front- en backoffice te werken. Daarom zijn deze vereisten niet in de verordening opgenomen.

Artikel 6

Deze bepaling behoeft geen toelichting

Artikel 7

Dit artikel behoeft geen toelichting.