Overheidsorganisatie | Gemeente Bellingwedde |
---|---|
Officiële naam regeling | Verordening op de heffing en invordering toeristenbelasting Bellingwedde 2012 |
Citeertitel | Verordening toeristenbelasting Bellingwedde 2012 |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | financiën en economie |
Eigen onderwerp |
Geen
Datum inwerking- treding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerking- treding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
01-01-2012 | 01-01-2019 | Nieuwe regeling | 29-09-2011 Streekblad 19 oktober 2011 | Onbekend |
Artikel
Nr. 8/8-1
Verordening op de heffing en invordering toeristenbelasting Bellingwedde 2012
De r a a d van de gemeente Bellingwedde;
gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 19 juli 2011, nr. 8/8-1;
gelet op artikel 224 van de Gemeentewet;
b e s l u i t :
vast te stellen de volgende verordening:
VERORDENING OP DE HEFFING EN INVORDERING VAN TOERISTENBELASTING BELLLINGWEDDE 2012.
Onder de naam "toeristenbelasting" wordt een directe belasting geheven voor het houden van verblijf met overnachting binnen de gemeente in hotels, pensions, vakantie-onderkomens, mobiele kampeeronderkomens, niet-beroepsmatig verhuurde ruimten en op vaste standplaatsen tegen een vergoeding in welke vorm dan ook door personen die niet als ingezetene zijn opgenomen in de gemeentelijke basisadministratie persoonsgegevens van de gemeente.
Deze verordening verstaat onder:
vakantie-onderkomens:
woningen en andere verblijven, in hoofdzaak bestemd voor en/of gebruikt als verblijf voor vakantie- en andere recreatieve doeleinden;
mobiele kampeeronderkomens:
tenten, vouwwagens, kampeerauto's, toercaravans en soortgelijke onderkomens dan wel soortgelijke voertuigen welke bestemd zijn voor, dan wel gebruikt worden als, verblijf voor vakantie- en andere recreatieve doeleinden;
niet-beroepsmatig verhuurde ruimten:
woningen en andere verblijven, of gedeelten daarvan, die niet in hoofdzaak bestemd zijn als verblijf voor vakantie- en andere recreatieve doeleinden, maar die in bepaalde perioden van het jaar voor die doeleinden worden verhuurd dan wel te huur aangeboden;
vaste standplaats:
een terrein of terreingedeelte dat in hoofdzaak gebruikt wordt voor het gedurende een seizoen of een jaar plaatsen van een zelfde mobiel kampeeronderkomen of stacaravan.
Belastingplichtig is degene die gelegenheid biedt tot verblijf als bedoeld in artikel 1.
De belastingplichtige is bevoegd de belasting als zodanig te verhalen op degene die verblijf houdt als bedoeld in artikel 1.
Als er geen persoon is aan te wijzen die gelegenheid biedt tot verblijf, is degene belastingplichtig die verblijf houdt als bedoeld in artikel 1.
De belasting wordt geheven naar het aantal overnachtingen. Het aantal overnachtingen wordt gesteld op het aantal overnachtende personen vermenigvuldigd met het aantal nachten.
Het aantal personen dat heeft overnacht wordt met betrekking tot:
vakantie-onderkomens en niet-beroepsmatig verhuurde ruimten bepaald op het aantal slaapplaatsen;
mobiele kampeeronderkomens en stacaravans op vaste standplaatsen bepaald op: 2 personen indien het aantal slaapplaatsen 3 of minder bedraagt; 3 personen indien het aantal slaapplaatsen meer dan 3 bedraagt; c. mobiele kampeeronderkomens op niet vaste standplaatsen bepaald op de som van het aantal kampeeronderkomens bestemd voor verblijf van maximaal drie personen, vermenigvuldigd met twee en het aantal kampeeronderkomens bestemd voor verblijf van meer dan drie personen, vermenigvuldigd met drie.
Het aantal malen dat door de in het eerste lid bedoelde personen is overnacht wordt:
ingeval verblijf wordt gehouden in vakantie-onderkomens, niet-beroepsmatig verhuurde ruimten dan wel op vaste standplaatsen, welke geschikt zijn voor gebruik of slechts gebruikt mogen worden gedurende een periode van: - ten hoogste zes maanden, bepaald op 60 - meer dan zes doch ten hoogste twaalf maanden, bepaald op 70
ingeval verblijf wordt gehouden in mobiele kampeeronderkomens, bepaald op 365. 3. Het aantal mobiele kampeeronderkomens als bedoeld in het eerste lid, letter c, wordt vastgesteld op het gemiddelde van twaalf tellingen gedurende het belastingjaar, waarbij iedere telling valt binnen een afzonderlijke periode van één maand.
In afwijking van het bepaalde in artikel 5 wordt op een door de belastingplichtige bij de aangifte gedane aanvraag de heffingsgrondslag vastgesteld op het werkelijk aantal overnachtingen, indien uit door hem over te leggen bescheiden blijkt dat dit aantal lager is dan het op de voet van artikel 5 berekende aantal overnachtingen.
Het tarief bedraagt per overnachting € 0,75.
Het belastingjaar is gelijk aan het kalenderjaar.
De belasting wordt niet geheven voor het verblijf:
van degene die verblijft in een toegelaten instelling als bedoeld in artikel 5, eerste lid,van de Wet Toelating Zorginstellingen;
van een vreemdeling als bedoeld in artikel 29, eerste lid, van de Vreemdelingenwet 2000, die rechtmatig in Nederland verblijft in de zin van artikel 8, letters c, d, f, g en h van voornoemde wet, en voorzover deze persoon verblijf houdt als bedoeld in artikel 1 van de Verordening, onder verantwoordelijkheid van het Centraal Orgaan opvang Asielzoekers;
van degene die verblijf houdt in een gemeubileerde woning voor welk verblijfforensenbelasting is verschuldigd.
De belasting wordt bij wege van aanslag geheven.
Geen aanslag wordt vastgesteld indien het aantal overnachtingen, waartoe gelegenheid wordt of is gegeven gedurende het belastingjaar minder dan tien zal of heeft belopen.
De aanslagen worden betaald in twee gelijke termijnen, waarvan de eerste termijnvervalt op de laatste dag van de maand, volgende op die waarin het aanslagbiljet is gedagtekend. De tweede termijn vervalt twee maanden later.
Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en de invordering van de toeristenbelasting.
De belastingplichtige is gehouden, voordat hij voor de eerste maal na het in werking treden van deze verordening gelegenheid tot overnachten verschaft, dit schriftelijk te melden aan de door het college van burgemeester en wethouders aangewezen gemeenteambtenaren, bedoeld in artikel 231, tweede lid, onderdelen b. en d. van de Gemeentewet.
De "Verordening Toeristenbelasting Bellingwedde 2007", goedgekeurd bij besluit van 13 juli 2006 wordt ingetrokken met ingang van de in artikel 16, 2e lid, genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.
Deze verordening treedt in werking met ingang van de achtste dag na die van de bekendmaking.
De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2012.
Deze verordening kan worden aangehaald als:
"Verordening Toeristenbelasting Bellingwedde 2012".
Aldus besloten door de raad der gemeente Bellingwedde
in zijn openbare vergadering van 29 september 2011
De secretaris, De voorzitter,