Overheidsorganisatie | Gemeente Millingen aan de Rijn |
---|---|
Officiële naam regeling | Verordening op de heffing en de invordering van afvalstoffenheffing 2013 Millingen aan de Rijn |
Citeertitel | Verordening afvalstoffenheffing 2013 Millingen aan de Rijn |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | financiën en economie |
Eigen onderwerp | afvalstoffenheffing |
De ‘Verordening Afvalstoffenheffing 2012 Millingen aan de Rijn” vastgesteld bij besluit van 20 december 2011, wordt ingetrokken met ingang van de in artikel 11, tweede lid genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.
N.v.t.
Datum inwerking- treding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerking- treding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
28-12-2012 | 01-01-2014 | nieuwe regeling | 18-12-2012 De Rozet, 27-12-2012 | Z-12-01192 |
De raad van de gemeente Millingen aan de Rijn;
gezien het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 20 november 2012;
gelet op artikel 15.33 van de Wet Milieubeheer;
artikel 229, eerste lid, aanhef en onderdeel a en b van de Gemeentewet
besluit:
vast te stellen de:
Verordening op de heffing en de invordering van afvalstoffenheffing 2013 Millingen aan de Rijn.
1 Voor de toepassing van deze verordening wordt verstaan onder 'gebruik maken': gebruik maken in de zin van artikel 15.33 Wet Milieubeheer.
1. Onder de naam 'afvalstoffenheffing' wordt een directe belasting geheven als bedoeld in artikel 15.33 van de Wet Milieubeheer.
2. De afvalstoffenheffing als bedoeld in deze verordening wordt naar afzonderlijke grondslagen geheven ter zake van het gebruik maken van een perceel ten aanzien waarvan krachtens de artikelen 10.21 en 10.22 van de Wet milieubeheer een verplichting tot het inzamelen van huishoudelijke afvalstoffen geldt.
De belasting wordt geheven van degene die in de gemeente naar de omstandigheden beoordeeld al dan niet krachtens eigendom, bezit, beperkt recht of persoonlijk recht gebruik maakt van een perceel ten aanzien waarvan ingevolge de artikelen 10.21 en 10.22 van de Wet Milieubeheer een verplichting tot het inzamelen van huishoudelijke afvalstoffen geldt.
1. De belasting bedraagt per perceel per belastingjaar:
indien het perceel op 1 januari van het belastingjaar of, indien de belastingplicht later aanvangt, bij aanvang van de belastingplicht, wordt gebruikt door één persoon: € 153,50;
indien het perceel op 1 januari van het belastingjaar of, indien de belastingplicht later aanvangt, bij aanvang van de belastingplicht, wordt gebruikt door meer dan één persoon: € 194,00.
2. De belasting als bedoeld in artikel 4 lid 1 wordt vermeerderd, voor het op 1 januari van het belastingjaar of indien de belastingplicht later aanvangt, bij aanvang van de belastingplicht in bruikleen hebben van een tweede container, met een bedrag van € 53,00 per belastingjaar.3Onverminderd het bepaalde in het eerste, tweede en derde lid bedraagt de belasting voor het ter beschikking stellen van:
een afvalzak ten behoeve van restafval, per afvalzak € 0,91;
een afvalzak ten behoeve van kunststofafval, per afvalzak € 0,00;4
4. Onverminderd het bepaalde in lid 1 onder sub a wordt toegepast met ingang van de maand volgend op de maand waarin de belastingplichtige het perceel alleen is gaan gebruiken;
5. Onverminderd het bepaalde in artikel 4 tweede lid bedraagt de belasting voor het op aanvraag ter beschikking stellen van een tweede container € 48,00 per aanvraag.
Met betrekking tot de belastingen die per jaar worden geheven is het belastingjaar gelijk aan het kalenderjaar.
1. De belasting, bedoeld in artikel 4, eerste en tweede lid, van deze verordening wordt bij wege van aanslag geheven.
2. De belasting, bedoeld in artikel 4, derde en vierde lid, van deze verordening wordt geheven bij wege van een mondelinge dan wel gedagtekende schriftelijke kennisgeving waarop het gevorderde bedrag is vermeld. Het gevorderde bedrag wordt mondeling, dan wel door toezending of uitreiking van de schriftelijke kennisgeving aan de belastingschuldige bekendgemaakt.
1. De belasting, bedoeld in artikel 4, eerste lid en tweede lid, is verschuldigd bij het begin van het belastingjaar of, zo dit later is, bij de aanvang van de belastingplicht.
2. Indien de belastingplicht in de loop van het belastingjaar aanvangt, is de belasting, als bedoeld in artikel 4, eerste lid en tweede lid, verschuldigd voor zoveel twaalfde gedeelten van de voor dat jaar verschuldigde belasting als er in dat jaar, na de aanvang van de belastingplicht, nog volle kalendermaanden overblijven.
3. Indien de belastingplicht in de loop van het belastingjaar eindigt, bestaat aanspraak op ontheffing voor zoveel twaalfde gedeelten van de voor dat jaar verschuldigde belasting, als bedoeld in artikel 4, eerste lid en tweede lid, als er in dat jaar, na het einde van de belastingplicht, nog volle kalendermaanden overblijven.
4. Het tweede en het derde lid zijn niet van toepassing indien de belastingplichtige binnen de gemeente verhuist en aldaar van een ander perceel gebruik maakt.
5. De belasting bedoeld in artikel 4, derde en vierde lid, is verschuldigd op het moment van het doen of het uitreiken van de (gedagtekende) kennisgeving.
Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en de invordering van de afvalstoffenheffing.
De aanslagen, als bedoeld in artikel 4, eerste en tweede lid, moeten worden betaald uiterlijk twee maanden na de dagtekening van het aanslagbiljet.
In afwijking in zoverre van het eerste lid geldt ingeval het totaalbedrag van op één aanslagbiljet verenigde aanslagen, of als het aanslagbiljet maar één aanslag bevat, het bedrag daarvan meer is dan € 45,-- maar minder dan € 3.000,-- en de verschuldigde bedragen door middel van automatische incasso van de betaalrekening van de belastingplichtige kunnen worden afgeschreven, dat:
aanslagen, waarvan de dagtekening ligt tussen 1 januari en 1 oktober van het belastingjaar
waarop ze betrekking hebben, moeten worden betaald in zoveel gelijke termijnen, als er na
de maand van dagtekening van het aanslagbiljet nog maanden in het belastingjaar overblij-
ven, met een maximum van acht termijnen.
aanslagen, waarvan de dagtekening ligt na 30 september van het belastingjaar, waarop ze betrekking hebben, moeten worden betaald in drie gelijke termijnen.Bij het van toepassing zijn van het vorenstaande vervalt de eerste incassotermijn een maand na de dagtekening van het aanslagbiljet en elk van de volgende termijnen telkens een maand later.
voor aanslagen, waarvan het totaal bedrag van de op één aanslagbiljet verenigde aanslagen
minder bedraagt dan € 45,--, de automatische incasso in één keer plaatsvindt uiterlijk twee
maanden na de dagtekening van het aanslagbiljet.
aanslagen, waarvan het totaal bedrag van de op één aanslagbiljet verenigde aanslagen meer
bedraagt dan € 3.000,--, geen mogelijkheid is tot automatische incasso van het verschuldigde
bedrag en de betalingstermijn als bedoeld in lid 1 van toepassing is.
De belasting als bedoeld in artikel 4, derde lid onder a moet worden betaald op het moment van het doen uitreiken van de (gedagtekende) kennisgeving.
De belasting als bedoeld in artikel 4, vijfde lid moet worden betaald binnen 30 dagen na de dagtekening van de kennisgeving
De Algemene Termijnenwet is niet van toepassing op de in de voorgaande leden gestelde termijnen.
De ‘Verordening Afvalstoffenheffing 2012 Millingen aan de Rijn” vastgesteld bij besluit van 20 december 2011, wordt ingetrokken met ingang van de in artikel 11, tweede lid genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.
1. Deze verordening treedt in werking met ingang van de eerste dag na die van de bekendmaking.
2. De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2013.
Deze verordening wordt aangehaald als 'Verordening afvalstoffenheffing 2013 Millingen aan de Rijn.
Aldus vastgesteld in de openbare vergadering
van de raad der gemeente Millingen aan de Rijn op 18 december 2012,
De raadsgriffier, De voorzitter,
Afschriften:
Uitgave gemeentelijke belastingen, afdeling burgerzaken gemeentehuis Millingen aan de Rijn