| Overheidsorganisatie | Gemeente Veghel |
|---|---|
| Officiële naam regeling | Nadere regels subsidiëring Maatschappelijke Ondersteuning 2013 |
| Citeertitel | Nadere regels subsidiëring Maatschappelijke Ondersteuning 2013 |
| Vastgesteld door | college van burgemeester en wethouders |
| Onderwerp | maatschappelijke zorg en welzijn |
| Eigen onderwerp |
Geen
Algemene wet bestuursrecht, titel 4.2 en 4.3
Datum inwerking- treding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerking- treding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
|---|---|---|---|---|---|
| 01-01-2013 | 02-01-2014 | Nieuwe regeling | 27-11-2012 Stadskrant Veghel, 5-12-2012 | 27743 |
Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Veghel;
overwegende dat herziening van de “Beleidsregel Subsidiëring Activiteiten Maatschappelijke Ondersteuning 2012” noodzakelijk is in verband met gewenste aanpassingen in het kader van de rechtmatigheid;
gelet op de door de gemeenten Boekel, Landerd, Sint-Oedenrode, Uden en Veghel in het regionaal beleidskader d.d. 8 februari 2010 vastgelegde afspraken om te komen tot regionale bundeling van aanbod ter ondersteuning van mantelzorgers en vrijwilligers in de informele zorg;
gelet op artikel 18 van de “Algemene Subsidieverordening gemeente Veghel 2010”;
gelet op titel 4.2 en 4.3. van de Algemene wet bestuursrecht;
b e s l u i t
vast te stellen de navolgende nadere regels:
Nadere regels subsidiëring MaatschappelijkeOndersteuning 2013
a. Instelling: de stichting Aanzet, statutair gevestigd te Oss;
b. Basisdienst: de diensten zoals omschreven in artikel 3;
c. Betrokken gemeenten: de gemeenten Bernheze, Boekel, Landerd, Lith, Maasdonk, Oss, Uden en Veghel;
d. Portefeuillehouder: het lid van het college in het bijzonder belast met de het beleid betreffende de basisdienst algemeen maatschappelijk werk;
e. Subsidiejaar t: het jaar waarvoor de subsidie wordt verleend;
f. Solidariteitsbandbreedte: de dienstverleningscapaciteit die elke betrokken gemeente beschikbaar stelt aan de instelling om deze, op basis van inhoudelijke prioriteitstelling, aan te wenden voor dienstverlening in andere betrokken gemeenten;
g. Convenant: “Convenant subsidiëring basisdiensten algemeen maatschappelijk werk" overeengekomen d.d. 5 februari 2009.
1. De gemeente subsidieert de instelling voor het leveren van de basisdienst algemeen maatschappelijk werk zoals omschreven in artikel 3 van deze beleidsregel.
2. De subsidiëring als bedoeld in het eerste lid vindt plaats met in achtneming van het bepaalde in het “Convenant subsidiëring basisdiensten algemeen maatschappelijk werk” overeengekomen d.d. 5 februari 2009. Dit convenant is als bijlage bij deze nadere regels gevoegd en maakt als zodanig deel van uit deze nadere regels.
1. De basisdienst algemeen maatschappelijk werk wordt omschreven in het dienstenboek van de instelling. Onder deze functie wordt verstaan.
1.1 Het bieden van eerstelijns psychosociale hulpverlening aan alle mensen die tijdelijke ondersteuning nodig hebben, om hun psychosociale competenties te vergroten.
1.2 Het uitvoeren van de hulpverlening volgens de landelijk onderscheiden zeven kerntaken:
- toegang verschaffen tot hulp- en zorgverlening
- procesmatig begeleiden / behandelen
- sociale ondersteuning
- bemiddeling / pleitbezorging / belangenbehartiging
- dienstverlening / consultatie
- preventie van gezondheid-/welzijnsproblemen
- signalering.
De subsidieaanvraag en verantwoording voor bestaand en/of nieuw beleid vindt plaats conform het bepaalde in artikel 6 en/of 7 van het convenant.
De subsidieverlening vindt plaats door het college van burgemeester en wethouders, conform het bepaalde in artikel 8 van het convenant.
De subsidievaststelling vindt plaats door het college van burgemeester en wethouders. Het bepaalde in artikel 9 van het convenant is hierbij van toepassing.
1. De instelling dient te beschikken over een, bij het college van burgemeester en wethouders in te dienen, 4-jaren beleidsplan.
2. De instelling zorgt ervoor dat de gemeenten beschikken over de statuten van de instelling en stelt de gemeente schriftelijk in kennis van wijzigingen daarvan.
3. De instelling zorgt ervoor dat de gemeenten beschikt over een actuele opgave van de samenstelling van de Raad van Bestuur en de Raad van Toezicht van de instelling
4. Voor de dienstverlening van de instelling aan de betrokken gemeenten gezamenlijk kan maximaal sprake zijn van een onderschrijding 10% van het aantal afgesproken dossiers. Indien de instelling in enig jaar t minder dan 90% van de afgesproken dossiers voor de gemeenten gezamenlijk levert, kunnen de gemeenten een bedrag terugvorderen van (90% van afgesproken aantal dossiers) -/- het werkelijk geleverde aantal dossiers) x de kostprijs jaar t.
Er is een subsidiëntenoverleg algemeen maatschappelijk werk gevormd door één of meerdere vertegenwoordigers van het bestuur van de instelling en de portefeuillehouders van de betrokken gemeenten. Dit overleg komt minimaal tweemaal per jaar bijeen en bespreekt daarbij in ieder geval de subsidieaanvraag en de begroting van de instelling, het inhoudelijk jaarverslag en de jaarrekening van de instelling.
De betrokken gemeenten hanteren een solidariteitsbandbreedte voor de dienstverlening aan het geraamde aantal dossiers zoals aangegeven in artikel 8, lid 4 van het convenant.Het bepaalde in artikel 11 van het convenant is hierbij van toepassing.
De instelling doet van een voornemen tot ontbinding of wijziging van de rechtspersoon direct schriftelijke mededeling aan de colleges van burgemeester en wethouders van betrokken gemeenten. Het bepaalde in artikel 13 van het convenant is hierbij van toepassing.
In het kader van deze beleidsregel wordt onder sociaal raadsliedenwerk verstaan:
het zorg dragen voor informatie, advies en dienstverlening als eerste opvang aan mensen en hun omgeving als bijdrage tot het voorkomen, verminderen of oplossen van problemen ten gevolge van:
a. Onvoldoende kennis van regelingen, voorzieningen en mogelijkheden in de samenleving;
b. Het zich onvoldoende zelfstandig kunnen handhaven;
c. Ongenoegzame elementaire bestaansvoorwaarden.
1. De subsidieaanvraag voor aanvaard beleid wordt jaarlijks, voor 1 april in het jaar, voorafgaande aan de periode waarop de aanvraag betrekking heeft schriftelijk bij het college ingediend.
2. De aanvraag kan gelijktijdig worden ingediend met de aanvraag voor de overige taken.
3. De subsidieaanvraag gaat, vergezeld van:
a. Een beleidsplan en een (meerjaren-) begroting voor de betreffende periode welke zowel inhoudelijk als financieel onderbouwd zijn.
b. De gegevens die nodig zijn voor de vaststelling en van de verdeelsleutel van de subsidie tussen betrokken, subsidiërende gemeenten, alsmede de verdeling zelf;.
6. Voor zover aanvragen betrekking hebben op nieuw beleid geldt het bepaalde in artikel 5:5 van de Algemene Subsidieverordening gemeente Veghel 2010.
7. Het college kan bepalen dat aanvullende bescheiden moeten worden overlegd indien dat naar haar oordeel nodig is voor de beoordeling van de aanvraag.
Beleidsplan, (meerjaren-) begroting, jaarrekening en jaarverslag van de stichting maatschappelijk werk worden met de medesubsidiërende gemeenten besproken in een portefeuillehouderoverleg.Vervolgens vindt een subsidiëntenoverleg plaats, waarna het portefeuillehouderoverleg de colleges van de subsidiërende gemeenten adviseert over de subsidieverlening en subsidievaststelling.
1. Subsidieverlening vindt plaats door goedkeuring door het college van een budget voor de uitvoering van het sociaal raadsliedenwerk bij aanvang van de betreffende periode als bedoeld in artikel 12 lid 3a. Dit budget is gebaseerd op het door de stichting in te dienen beleidsplan en meerjarenbegroting voor de betreffende periode.
2. Ter bepaling van een jaarlijkse indexering van de subsidie binnen de subsidieperiode vindt voor aanvang van die periode vaststelling door het college plaats van:
a. Het percentage van de subsidiabele personele (loongevoelige) lasten;
b. Het percentage overige subsidiabele lasten.
3. De procentuele verdeling hiervoor bedoeld onder lid 2 gebeurt op basis van de situatie op 1 januari van het jaar voorafgaande aan het 1e jaar van elke subsidieperiode. De indexering gebeurt als volgt:
a. het aandeel personele lasten wordt geïndexeerd op basis van de personele lastenontwikkeling volgens de CAO- welzijn en de daarop gebaseerde, voor sociaal raadsliedenwerk relevante salarisregeling
b. het aandeel overige lasten wordt geïndexeerd op basis van een door het college goed te keuren prijsindexcijfer.
4. Het goed te keuren budget als bedoeld in lid 1, is onderdeel van een door alle bij de subsidiëring van sociaal raadsliedenwerk betrokken gemeenten goed te keuren totaal subsidiebudget. Het subsidieaandeel voor de gemeente Veghel wordt berekend door het totaal goed te keuren budget als volgt te verdelen over betrokken gemeenten:
a. voor 35 % naar rato van het aantal inwoners op 1 januari van het jaar voorafgaand aan de betreffende subsidieperiode
b. voor 65 % naar rato van het aantal hulpvragers over een 4-jaarsperiode, die 2 jaar voorafgaat aan de betreffende subsidieperiode.
1. Ten behoeve van de vaststelling van de subsidie wordt voor 1 april na afloop van het subsidiejaar een aanvraag tot vaststelling ingediend.
2. De aanvraag tot vaststelling gaat naast de in artikel 16, lid 2 van de Algemene Subsidieverordening genoemde bescheiden vergezeld van een accountantsverklaring.
3. Voorts dient voor de verantwoording van de overige taken een inhoudelijk jaarverslag, waarin de verrichte activiteiten en verstrekte hulp- en dienstverlening en relevante kengetallen zijn weergegeven.
1. De subsidieaanvraag gaat, naast de in artikel 5:2 van de Algemene Subsidieverordening gemeente Veghel 2010 genoemde bescheiden, vergezeld van:
a. een beleidsplan (voorafgaande aan de vierjarige beleidscyclus);
b. een begroting van inkomsten en uitgaven (jaarlijks).
2. Indien voor de beoordeling van de aanvraag van belang kan het college verlangen aanvullende bescheiden te overleggen.
1. De subsidie dient te worden ingezet in de gemeente Veghel voor begeleiding van vergunninghouders bij huisvesting, integratieactiviteiten en het bevorderen van de zelfredzaamheid in de Nederlandse samenleving, dat in aanvulling op de wettelijk verplichte inburgeringregels.
2. De subsidiëring wordt gebaseerd op de uitgangspunten in de notitie subsidiebeleid 2007-2010 d.d. juni 2006 van de gemeenten Bernheze, Landerd en Uden met dien verstande dat gewerkt wordt met een subsidieplafond en jaarlijkse afrekening.
3. Met de subsidie dient uitvoering te worden gegeven aan de basistaken, beschreven in de in lid 2 genoemde notitie, en dient de lokale accommodatie te worden bekostigd.
Een genormeerd subsidie van € 53.173,-.
1. Ten behoeve van de vaststelling van de subsidie wordt jaarlijks vóór 1 juni een aanvraag tot vaststelling ingediend.
2. De aanvraag tot vaststelling gaat, naast de in artikel 16 lid 2 van de Algemene Subsidieverordening gemeente Veghel 2010 genoemde bescheiden, vergezeld van een geanonimiseerde uitdraai uit het cliëntvolgsysteem.
3. Bij de subsidievaststelling wordt rekening gehouden met de hoogte van de met subsidiemiddelen opgebouwde Veghelse reserve.
1. De subsidieaanvraag moet jaarlijks, voor 1 april voorafgaand aan het jaar waarop de aanvraag betrekking heeft, worden ingediend bij het college.
2. Aanvullend op de subsidieaanvraag wordt jaarlijks, voor 1 april voorafgaand aan het jaar waarop de aanvraag betrekking heeft, een begroting en werkplan ingediend op grond waarvan de subsidieaanvraag beoordeeld kan worden.
1. De gemeente subsidieert de instelling Juvans voor het vormgeven aan het Steunpunt Huiselijk Geweld Brabant-Noord. Het Steunpunt vervult de functie van meldpunt, front-Office en expertisecentrum. Zij draagt zorg voor deskundigheidsbevordering van de eigen medewerkers en bevordert ketensamenwerking met partners in het werkveld.
2. Er is sprake van 7 x 24-uurs bereikbaarheid van het Steunpunt.
1. De subsidieverstrekking vindt, zonder voorafgaande verlening, plaats door het college.
2. In de beschikking kan het college nadere subsidievoorwaarden opstellen.
3. De subsidie per inwoner bedraagt € 0,13.
4. De subsidie in jaar t wordt bepaald op basis van de subsidiebijdrage per inwoner in jaar t, vermenigvuldigd met het aantal inwoners op 1 januari van het jaar t-1.
5. Op de subsidiebijdrage per inwoner wordt jaarlijks een indexering toegepast. De index wordt aangegeven door de coördinerende gemeente ’s-Hertogenbosch.
1. De instelling legt verantwoording af door middel van een inhoudelijke en financiële verslaglegging voor 1 juni na afloop van het subsidiejaar.
2. Niet bestede subsidie wordt toegevoegd aan de subsidiereserve die de instelling vormt conform de regels van de Subsidieverordening van de coördinerende gemeente. Tekorten op de gesubsidieerde activiteiten dienen uit deze reserve te worden gedekt.
1. De subsidieaanvraag gaat vergezeld van de in artikel 5:2 van de Algemene Subsidieverordening gemeente Veghel 2010 genoemde bescheiden.
2. Indien voor de beoordeling van de aanvraag van belang kan het college verlangen aanvullende bescheiden te overleggen.
Een genormeerde subsidie van € 7.685,-.
De subsidie wordt vastgesteld zonder voorafgaande subsidieverlening.
Het betreft activiteiten ter ondersteuning van mantelzorgers en van vrijwilligers in de informele zorg en van vrijwilligersinitiatieven die zich richten op het informeren en ondersteunen van cliënten met GGZ-problematiek of dementie en hun omgeving. Op deze activiteiten is het regionaal beleidskader van toepassing. Voor de periode 2011 tot en met 2015 betreft de subsidiëring de volgende organisaties/activiteiten:
a.groepsactiviteiten ter ondersteuning van mantelzorgers, gericht op het bewust worden van de eigen positie, het omgaan met de problematiek van chronisch zieken en gehandicapten en het verkrijgen van inzicht in het aanbod van ondersteuningsactiviteiten.
b.Blink, de door de betrokken gemeenten erkende professionele regionale uitvoeringsorganisatie ter ondersteuning van vrijwilligers in de informele zorg, die gedurende langere tijd één op één praktische ondersteuning of begeleiding bieden aan verstandelijk gehandicapten, lichamelijk gehandicapten, chronisch zieken en mensen met GGZ-problematiek. Met de ondersteuning wordt beoogd de participatie te vergroten door de mantelzorger te ontlasten en/of de chronisch zieken, gehandicapten en mensen met een GGZ-problematiek te begeleiden bij de deelname aan het maatschappelijk verkeer.
c.Door en Voor, de door de betrokken gemeenten erkende regionale uitvoeringsorganisatie gericht op alle GGZ-cliënten, ter ondersteuning van vrijwilligersinitiatieven gericht op: het bevorderen van het begrip voor en de herkenning van (ernstige) psychische klachten; het bewust maken van burgers met GGZ-problematiek en hun directe omgeving van wat zij zelf aan deze klachten kunnen doen of hoe zij hiermee kunnen omgaan en hen wegwijs te maken naar de instanties.
d. de Alzheimervereniging Uden-Veghel, de door de betrokken gemeenten erkende regionale organisatie, die zich specifiek richt op de problematiek van mensen met dementie en hun omgeving, voor de uitvoering van laagdrempelige themabijeenkomsten gericht op het herkennen van dementie, het bewust maken van patiënten en/of hun directe omgeving van de gevolgen van dementie en hoe hiermee om te gaan en hen wegwijs te maken naar de instanties.
1. De subsidieaanvraag door een instelling als genoemd in artikel 27 onder b, c en d wordt voor 1 april voorafgaande aan het subsidiejaar ingediend. De subsidieaanvraag omvat de in artikel 5:2 van de Algemene Subsidieverordening gemeente Veghel 2010 genoemde bescheiden. Tevens worden ook de gegevens bijgevoegd die nodig zijn voor het vaststellen van de verdeelsleutel van de subsidie tussen de betrokken gemeenten (voor zover de verdeelsleutel geheel of gedeeltelijk gebaseerd is op prestatie-eenheden). De subsidieaanvraag wordt ingediend bij alle betrokken gemeenten.
2. De subsidieaanvraag voor een activiteit als bedoeld in artikel 27 onder a wordt voor 1 april voorafgaande aan het jaar van uitvoering ingediend. De subsidieaanvraag omvat de in artikel 5:2 van de Algemene Subsidieverordening gemeente Veghel 2010 genoemde bescheiden,
met extra aandacht voor onderbouwing van de behoefte en het verwachte bereik, de samenwerkingspartners en aangeven op welke wijze bekendmaking/werving plaatsvindt. Dit subsidieverzoek wordt ingediend bij alle betrokken.gemeenten
3. De aanvrager dient bij eerste aanvraag of op verzoek van de betrokken gemeenten te onderzoeken of er alternatieve financieringsbronnen zijn, bijvoorbeeld via de AWBZ en/of zorgverzekering.
4. Indien voor de beoordeling van de aanvraag van belang kunnen de betrokken gemeenten verlangen aanvullende bescheiden te overleggen.
Voor subsidieaanvragen als bedoeld in artikel 27, lid a wordt vooraf advies gevraagd aan de Mantelzorgwinkel Uden-Veghel. Nadat in het portefeuillehoudersoverleg hierover advies is gegeven, beschikt het college op de subsidieaanvraag conform het bepaalde in de Algemene subsidieverordening gemeente Veghel 2010.
1. Het regionaal subsidieplafond voor de activiteiten genoemd in artikel 27 onder a bedraagt € 13.287,-. Het gemeentelijk aandeel wordt bepaald naar rato van inwoneraantal op 1 januari 2010. Een jaarlijks op advies van het portefeuillehoudersoverleg vast te stellen deel van genoemd bedrag kan bij aangetoonde behoefte lopende het subsidiejaar ingezet worden door de Mantelzorgwinkel Uden-Veghel voor leemten in het activiteitenaanbod.
2. De grondslag voor de subsidiëring van de organisatie genoemd in artikel 27 onder b is het gemeentelijk aandeel van naar rato van inwoneraantal in het regionaal basisbudget van € 56.592,-Voor Veghel is de basissubsidie € 17.560,-. Uitgegaan wordt van het aantal inwoners op 1 januari 2010. Het college kan het gemeentelijk aandeel in het regionaal basisbudget op basis van lokale behoefte jaarlijks aanvullen met een subsidiebedrag van € 197,- per gerealiseerde bemiddeling. Deze aanvullende subsidie is gemaximeerd op € 2.561,-.
3. De grondslag voor de subsidiëring van de organisatie genoemd in artikel 27 onder c is het gemeentelijk aandeel naar rato van inwonertal in het regionaal budget van € 19.200,-. Uitgegaan wordt van het aantal inwoners op 1 januari 2010.
Voor Veghel bedraagt de subsidie € 5.975,-.
4. De grondslag voor de subsidiëring van de organisatie genoemd in artikel 27 onder d is het gemeentelijk aandeel naar rato van inwonertal in het regionaal budget van € 15.947,-. Uitgegaan wordt van het aantal inwoners op 1 januari 2010. Voor Veghel bedraagt de subsidie € 5.328,-. Gelet op het werkgebied van de organisatie en de oriëntatie van de inwoners van Landerd wordt voor deze gemeente gerekend met het aantal inwoners van de kern Zeeland (inclusief buitengebied van deze kern).
5. Het college besluit op advies van het portefeuillehoudersoverleg over de jaarlijkse indexering van de in de voorgaande leden genoemde totaalbedragen.
1. De subsidie dient te worden ingezet ten behoeve van de inwoners van de betrokken gemeenten. Hierbij dient te worden gestreefd naar een evenredige inzet per gemeente.
2. De activiteiten, die met de subsidie worden uitgevoerd, zijn gericht op de ‘brede’ doelgroep en leveren een bijdrage aan het vergroten van de eigen kracht en de medeverantwoordelijkheid van burgers zoals deze zijn geformuleerd in de gemeentelijke visie op de Wet maatschappelijke ondersteuning.
3. De organisatie werkt mee aan de door de betrokken gemeenten gewenste regionale bundeling van aanbod.
4. Bekendmaking en werving voor de met subsidie vanuit het regionaal activiteitenbudget bedoeld in artikel 30 lid 1 uit te voeren activiteiten dient (onder andere) plaats te vinden via de Mantelzorgwinkel.
5. De organisatie bedoeld in artikel 27 onder b brengt de gebruikers een eigen bijdrage in rekening en garandeert binnen het regionaal basisbudget 72 bemiddelingen, waarvan 22 in de gemeente Veghel.
6. De organisatie bedoeld in artikel 27 onder c stemt haar activiteiten af en werkt waar mogelijk samen met MEE.
7. Het college kan nadere eisen stellen aan de in de voorgaande leden van dit artikel opgenomen voorwaarden. Deze nadere eisen worden afgestemd in het portefeuillehoudersoverleg.
1. Ten behoeve van de vaststelling van de subsidie wordt voor 1 april na afloop van het subsidiejaar een aanvraag tot vaststelling ingediend bij elk van de betrokken gemeenten. De aanvraag tot vaststelling gaat vergezeld van de in artikel 16, lid 2 van de Algemene Subsidieverordening gemeente Veghel 2010 genoemde bescheiden.
2. Het college stelt de subsidie vast na afloop van de activiteiten of het tijdvak waarvoor de subsidie is verleend, echter niet voordat afstemming met de betrokken gemeenten heeft plaatsgevonden.
3. In afwijking van het tweede lid kan het college de subsidie vaststellen zonder voorafgaande subsidieverlening. Dit ontslaat de subsidieontvanger niet van de verplichting tot het indienen van de in het tweede lid genoemde stukken.
1. De subsidieaanvraag gaat vergezeld van de in artikel 5:2 van de Algemene Subsidieverordening gemeente Veghel 2010 genoemde bescheiden.
2. Indien voor de beoordeling van de aanvraag van belang kan het college verlangen aanvullende bescheiden te overleggen.
1. Vivaan zet professionele ondersteuning in voor:
a. het jeugd- en jongerenwerk;
b. het plaatselijk wijk/opbouwwerk;
c. activiteiten voor buitenlandse vrouwen.
2. Vivaan zet professionele ondersteuning in voor het welzijnswerk voor ouderen op basis van een jaarplan, waarin de activiteiten zijn uitgewerkt. Tot deze activiteiten behoren ondermeer de organisatie van eetpunten, thuisbezorgde maaltijden en alarmering, de regionale activiteiten Klussendienst, Oppasdienst, Samen Doen, Samen Doen Plus en Sociale Hulp en de lokale activiteiten Dienstencentrum de Peppelhof en Meer Bewegen voor Ouderen.
3. Vivaan voert de reductieregeling maaltijden gemeente Veghel uit.
4. Met de stichting vindt ten minste eenmaal per jaar, aan de hand van de jaarrekening en het inhoudelijk verslag, in regionaal verband overleg plaats over het welzijnswerk voor ouderen.
5. Wijzigingen in de subsidiëring van de activiteiten genoemd in het tweede lid van dit artikel worden gemeld aan de gemeenten Bernheze, Boekel en Uden. Bij wijzigingen met betrekking tot de Regionale Klussendienst wordt ook de gemeente Sint- Oedenrode geïnformeerd.
1. De stichting dient zorg te dragen voor een goed registratiesysteem van de activiteiten en het aantal deelne(e)m(st)ers, zodat inzicht wordt verkregen in de volgende zaken:
a.Omvang ondersteuning/effectmeting:
- het aantal activiteiten dat gedurende een bepaald subsidiejaar is ontplooid;
- de resultaten van activiteiten/initiatieven/projecten;
- het totaal aantal deelne(e)m(st)ers/instellingen.
b. Kenmerken van de ondersteuning:
- aantal ondersteuningsactiviteiten;
- de beschrijving van de aard van de ondersteuning te onderscheiden in:
- ondersteuning bestuursactiviteiten;
- organiseren van activiteiten voor vrijwilligers;
- ondersteuning wijkverenigingen.
2. De stichting dient in de jaarlijkse verslaglegging aandacht te schenken aan het gestelde in dit artikel zoals genoemd onder lid 1.
3. De activiteiten dienen zich te richten op de inwoners van de gemeente Veghel en/of de Veghelse vrijwilligersorganisaties.
4. De stichting verzorgt de werving voor de activiteiten benoemd in artikel 34, lid 1 onder a, en b en geeft hieraan op een zorgvuldige wijze publiciteit.
5. Voor de deelname aan de activiteiten benoemd in artikel 34, lid 1 onder b dient een redelijke eigen bijdrage betaald te worden.
6. Vivaan verleent geïndiceerde gebruikers van ‘warme’ maaltijden subsidie op de maaltijdprijs met inachtneming van de in dit lid vermelde voorschriften:
a. Voor subsidie komen in aanmerking zelfstandig wonende inwoners van de gemeente Veghel met een netto maandinkomen gelijk aan of beneden de inkomensgrens en met een sociaal-medische indicatie. De maaltijdvoorziening en de subsidieregeling richten zich primair op ouderen; personen jonger dan 65 jaar die aan alle criteria voldoen worden niet uitgesloten.
b. De eigen bijdrage (het normbedrag) voor de maaltijd bedraagt € 3,50 en wordt jaarlijks verhoogd met het CBS prijsindexcijfer gezinsconsumptie, voor de eerste maal op 1 januari 2011.
c. Vivaan stelt jaarlijks de inkomensgrens voor de maaltijd vast en doet hiervan mededeling aan het college. De inkomensgrens wordt als volgt berekend: netto maanduitkering AOW verhoogd met maaltijdprijs minus normbedrag maaltijd maal gemiddeld maaltijdgebruik per persoon per maand.
d. Vivaan toetst of de gebruiker voldoet aan één van de volgende sociaal-medische criteria:
- het lichamelijk, als gevolg van ziekte of invaliditeit, zodanig gehandicapt zijn, dat koken (inclusief het inkopen doen) niet of met uiterst veel moeite kan gebeuren;
- het psychisch niet meer tot het organiseren van de maaltijd in staat zijn, bijvoorbeeld als gevolg van lusteloosheid, vergeetachtigheid of apathie;
- het ten gevolge van het alleen zijn niet meer komen tot het bereiden van een warme maaltijd door onvoldoende belangstelling (isolementspositie).
Wijziging in de uitvoering van de indicatiestelling wordt ter goedkeuring aan het college voorgelegd.
e. De subsidieregeling is van toepassing op gebruikers van de thuisbezorgde maaltijden van Vivaan en de eetpunten van Vivaan en BrabantZorg in de gemeente Veghel.
f. Vivaan draagt zorg voor een goed registratiesysteem van maaltijdgebruikers, zodat inzicht wordt verkregen in de volgende zaken:
i het totaal aantal gebruikers op 31 december uitgesplitst naar thuisbezorgd en per eetpunt;
ii het totaal aantal verstrekte maaltijden uitgesplitst naar thuisbezorgd en eetpunten;
iii het aantal gebruikers dat in aanmerking is gekomen voor gesubsidieerd gebruik uitgesplitst naar thuisbezorgd, eetpunten Vivaan en eetpunten BrabantZorg;
iv het aantal verstrekte gesubsidieerde warme maaltijden uitgesplitst naar thuisbezorgd, eetpunten Vivaan en eetpunten BrabantZorg.
v aantal gebruikers jonger dan 65 jaar.
1. De subsidie voor de inzet zoals bedoeld in artikel 34, lid 1 wordt door het college vastgesteld en bedraagt maximaal € 342.310,- (jeugdwerk € 312.565,- en activiteiten buitenlandse vrouwen € 29.745,-). De totale subsidie wordt in 2012 en 2013 verminderd met € 26.717,-.
2. De subsidie voor de inzet in het kader van het welzijnswerk voor ouderen (artikel 34, lid 2) wordt door het college vastgesteld en bedraagt maximaal € 308.288,-. Voor de jaren 2014, 2015 en 2016 is een bezuinigingstaakstelling opgenomen van 3 x € 26.717,80 gekoppeld aan het breed accommodatieonderzoek.
3. De som van de aan de gebruikers verstrekte subsidies op de maaltijdprijs verhoogd met een normbedrag van € 750,- per niet door de Vivaan geëxploiteerd eetpunt, waarvoor Vivaan de subsidieregeling uitvoert.
1. Ten behoeve van vaststelling van de subsidie wordt voor 1 april na afloop van het subsidiejaar een aanvraag tot vaststelling ingediend .
2. De aanvraag tot vaststelling gaat, naast de in artikel 16 lid 2 van de Algemene Subsidieverordening gemeente Veghel 2010 genoemde bescheiden, vergezeld van een accountantsverklaring.
1. De subsidieaanvraag gaat vergezeld van de in artikel 5:2 van de Algemene Subsidieverordening gemeente Veghel 2010 genoemde bescheiden en daarnaast
a. een activiteitenplan/programma voor de komende subsidiecyclus waarin wordt aangegeven op welke wijze invulling wordt gegeven aan de steunpuntfuncties
b. een activiteitenoverzicht van het voorgaande en het lopende jaar
c. een jaarrekening met balans per 31 december van het voorgaande jaar.
2. Indien voor de beoordeling van de aanvraag van belang kan het college verlangen aanvullende bescheiden te overleggen.
1. De stichting beheert en exploiteert het steunpunt ‘Den Binnenhof’ te Eerde en geeft vorm en inhoud aan de steunpuntfuncties, te weten:
a. de huiskamerfunctie (bieden van de mogelijkheid tot ontmoeting aan de bewoners van Den Binnen en de overige zelfstandig wonende ouderen in Eerde;
b. de activeringsfunctie (aanbieden van ruimte voor diverse kleinschalige op ouderen gerichte activiteiten);
c. de eetpuntfunctie (bij aangetoonde behoefte) en;
d. consultatiefunctie (aanbieden van ruimte voor spreekuur door bijvoorbeeld thuiszorg, huisarts, etc.).
2. De stichting zendt jaarlijks na afloop van het subsidiejaar een overzicht van de bestuurssamenstelling en het financiële en inhoudelijk jaarverslag ter kennisname aan het college.
Een genormeerde subsidie van € 18.351,-.
De subsidie wordt vastgesteld zonder voorafgaande subsidieverlening.
Stichting Den Binnenhof huurt de accommodatie Den Binnen van de gemeente. De huur wordt verrekend met de subsidiebetaling.
1. De subsidieaanvraag gaat vergezeld van de in artikel 5:2 van de Algemene Subsidieverordening gemeente Veghel 2010 genoemde bescheiden en daarnaast:
a. een activiteitenplan/-programma van het komende jaar en een activiteitenverslag/overzicht van het voorgaande en lopende jaar waarin aanbod, dagdeel, frequentie, locatie en (verwachte deelname worden benoemd;
b. een opgave van het aantal leden per 1 januari voorafgaand aan het eerste jaar van de subsidiecyclus woonachtig in de gemeente Veghel.
2. Indien voor de beoordeling van de aanvraag van belang kan het college verlangen aanvullende bescheiden te overleggen.
1. De betreffende bond dient aangesloten te zijn bij een overkoepelende organisatie, die de belangen van de bonden behartigt.
2. De activiteiten van de bond dienen de vrijetijdsbesteding en zelfredzaamheid van de ouderen te bevorderen.
3. De bond dient minimaal gedurende twee dagdelen per week ontmoetingsactiviteiten aan te bieden.
4. Om in aanmerking te komen voor een aanvullend bedrag dienen de activiteiten van de bond, aanvullend op de in het derde lid genoemde activiteiten, gedurende één of meerdere dagdelen per week te worden georganiseerd in een ander kerkdorp, waarin geen andere bond actief is, of in een andere wijk van Veghel. Uitsluitend activiteiten die in het teken staan van de bevordering van en instandhouding van contacten tussen ouderen (ontmoetingsactiviteiten) en die plaatsvinden in een ruimte waarvoor huur verschuldigd is, komen voor een subsidie in aanmerking. Onder ontmoetingsactiviteiten wordt in ieder geval niet verstaan activiteiten waarvoor inschrijving vereist is en die (mede) een ander doel dienen dan ontmoeting, zoals computercursussen.
5. De bonden dienen, daar waar mogelijk, nauw met elkaar en met de Stichting VIVAAN samen te werken, met het doel kosten te besparen en elkaars doelstellingen te versterken.
6. De bond zendt jaarlijks na afloop van het subsidiejaar een overzicht van de bestuurssamenstelling en het activiteitenverslag ter kennisname aan het college.
Een genormeerde subsidie bestaande uit:
a. een basisbedrag van € 3.232,-.
b. een aanvullend bedrag van € 831,- per activiteit tot een maximum van 2 activiteiten per locatie.
De subsidie wordt vastgesteld zonder voorafgaande subsidieverlening.
1. De subsidieaanvraag gaat vergezeld van de in artikel 5:2 van de Algemene Subsidieverordening gemeente Veghel 2010 genoemde bescheiden.
2. Indien voor de beoordeling van de aanvraag van belang kan het college verlangen aanvullende bescheiden te overleggen.
1. Het platform voert overleg en ontwikkelt activiteiten ter verbetering van de bereikbaarheid, toegankelijkheid en bruikbaarheid van Veghelse voorzieningen voor mensen met een functiebeperking en/of chronische aandoening.
2. Het algemeen bestuur van het platform is een brede vertegenwoordiging van de (zelforganisaties van) Veghelse inwoners met een functiebeperking en/of chronische aandoening.
3. De stichting zendt jaarlijks na afloop van het subsidiejaar een overzicht van de bestuurssamenstelling en het financiële en inhoudelijk jaarverslag ter kennisname aan ons college.
Een genormeerde subsidie van € 2.642,-
De subsidie wordt vastgesteld zonder voorafgaande subsidieverlening.
1. De subsidieaanvraag gaat vergezeld van de in artikel 5:2 van de Algemene subsidieverordening gemeente Veghel 2010 genoemde bescheiden.
2. Indien voor de beoordeling van de aanvraag van belang kan het college verlangen aanvullende bescheiden te overleggen.
De stichting zendt jaarlijks na afloop van het subsidiejaar een overzicht van de bestuurssamenstelling en het financiële en inhoudelijk jaarverslag ter kennisname aan ons college.
Een genormeerd subsidie van € 2.500,-.
De subsidie wordt vastgesteld zonder voorafgaande subsidieverlening.
1. De subsidieaanvraag gaat vergezeld van de in artikel 5:2 van de Algemene Subsidieverordening gemeente Veghel 2010 genoemde bescheiden.
2. Indien voor de beoordeling van de aanvraag van belang kan het college verlangen aanvullende bescheiden te overleggen.
1.Kidsday
een waarderingssubsidie van € 554,-
2.De Zonnebloem:
a. afdeling Erp-Keldonk- Boerdonk
b. afdeling Veghel
een waarderingssubsidie van € 1.108,-
3.Rode Kruis, afdeling Veghel
De gemeente verstrekt subsidie aan het Rode Kruis Veghel e.o. voor het organiseren en beheren van telefooncirkels voor ouderen in de gemeente Veghel.
een waarderingssubsidie van € 1.108,-.
4.Hulpdienst Diakonie Veghel
De instelling stelt haar activiteitenaanbod open voor alle inwoners van Veghel en draagt er zorg voor dat zij kennis kunnen nemen van het activiteitenaanbod van de hulpdienst.
een waarderingssubsidie van € 1.108,-.
5.Stichting Platform Minima Veghel
Het platform zet zich in voor de behartiging van de belangen van alle minima in de gemeente Veghel.
een waarderingssubsidie van € 1.108,-.
De subsidie wordt vastgesteld zonder voorafgaande subsidieverlening.
De subsidie wordt verstrekt vanuit de opvatting dat het goed is dat er in Veghel zoveel mogelijk geschoolde mensen wonen die op verantwoorde wijze hulp kunnen bieden aan andere mensen in situaties van ongevallen.
1. De subsidieaanvraag gaat vergezeld van de in artikel 5:2 van de Algemene Subsidieverordening gemeente Veghel 2010 genoemde bescheiden en daarnaasteen ledenlijst van het aantal leden, jeugd en volwassenen, per 1 januari voorafgaand aan de subsidiecyclus, woonachtig in de gemeente Veghel die in het bezit zijn van een geldig EHBO- diploma voor volwassenen.
2. Indien voor de beoordeling van de aanvraag van belang kan het college verlangen aanvullende bescheiden te overleggen.
De E.H.B.O.-verenigingen organiseren cursussen voor particulieren en het bedrijfsleven, waarbij de activiteiten zoveel mogelijk in Veghel plaatsvinden.
Een waarderingssubsidie subsidie van € 554,-.
De subsidie wordt vastgesteld zonder voorafgaande subsidieverlening.
Indien de subsidie deels bestaat uit een accommodatiesubsidie ter compensatie in de huur van een gemeentelijke accommodatie dan zal dit deel van de subsidie gelijktijdig verrekend worden met de in
rekening te brengen huurpenningen.
Deze nadere regels worden aangehaald als Nadere regels subsidiëring Maatschappelijke Ondersteuning 2013.
1. Deze nadere regels treden in werking met ingang van 1 januari 2013. Dan vervalt de Beleidsregel Subsidiëring Activiteiten Maatschappelijke Dienstverlening en Zorg 2012.
2. Deze nadere regels zijn voor het eerst van toepassing op subsidie aangevraagd voor het subsidiejaar 2013. Aanvragen die betrekking hebben op subsidies voor het jaar 2012 en voorgaande subsidiejaren worden behandeld volgens het oude recht
3. De Beleidsregel Subsidiëring Activiteiten Maatschappelijke Dienstverlening en Zorg 2010 en de Beleidsregel Subsidiëring Regionale Ondersteuningsorganisaties van mantelzorgers en vrijwilligers in de informele zorg 2011, blijven nog van kracht voor de instellingen waar afbouw van subsidie plaatsvindt naar aanleiding van heroverweging subsidieprogramma bij Raadsbesluit van 7 juli 2011.
Aldus vastgesteld in de vergadering van 27 november 2012.
Het college voornoemd,
De secretaris,
Drs. M.G.C. Wilms-Wils RA.
De burgemeester,
Mr. I.R. Adema