Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Gemeente Schermer

Toeslagenverordening WWB gemeente Schermer

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OverheidsorganisatieGemeente Schermer
Officiële naam regelingToeslagenverordening WWB gemeente Schermer
CiteertitelOnbekend
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpmaatschappelijke zorg en welzijn
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Deze regeling is van rechtswege vervallen op grond van artikel 28 van de wet Arhi door de fusie van de gemeente Alkmaar met de gemeente Graft-De Rijp en de gemeente Schermer in 2015.

Deze regeling vervangt de Toeslagenverordening WWB 2012.

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

  1. Gemeentewet, artikel 147, eerste lid
  2. Wet werk en bijstand, art. 8, eerste lid onder c en artikel 30
Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerking-

treding

Terugwerkende

kracht tot en met

Datum uitwerking-

treding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

01-01-201301-01-2017Nieuwe regeling

11-12-2012

De Uitkomst, 18-12 2012

Onbekend

Tekst van de regeling

Intitulé

Toeslagenverordening WWB gemeente Schermer

De raad van de gemeente Schermer

Gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders

Gelet op artikel 147, eerste lid van de Gemeentewet en artikel 8, eerste lid onder c en artikel 30 van de Wet werk en bijstand;

Overwegende dat het noodzakelijk is bij verordening regels te stellen voor welke categorieën de bijstandsnorm wordt verhoogd of verlaagd en op grond van welke criteria de hoogte van die verhoging of verlaging wordt bepaald;

Besluit:

Vast te stellen de volgende: Toeslagenverordening WWB gemeente Schermer

HOOFDSTUK 1. Algemene bepalingen

Artikel 1 Begripsomschrijving

  • 1. Alle begrippen die in deze verordening worden gebruikt en die niet nader worden omschreven hebben dezelfde betekenis als in de Wet werk en bijstand (WWB), de Algemene wet bestuursrecht (Awb) en de Gemeentewet.

  • 2. In deze verordening wordt verstaan onder:

    • a.

      de wet: de Wet werk en bijstand (WWB);

    • b.

      gehuwdennorm: de norm bedoeld in artikel 21 eerste lid onder c, van de wet;

    • c.

      college: het college van burgemeester en wethouders van de gemeente;

    • d.

      woning: een woning als bedoeld in artikel 1, onderdeel j, Wet op de huurtoeslag, alsmede een woonwagen of woonschip, als bedoeld in artikel 3, zesde lid, van de wet;

    • e.

      woonkosten:

      • 1°. indien een huurwoning wordt bewoond, de per maand geldende huurprijs, bedoeld in artikel 1, onderdeel d, van de Wet op de huurtoeslag;

      • 2°. Indien een eigen woning wordt bewoond, de tot een bedrag per maand omgerekende som van de verschuldigde hypotheekrente en de in verband met het in eigendom hebben van de woning te betalen zakelijke lasten en een naar omstandigheden vast te stellen bedrag voor onderhoud;

    • f.

      dak- of thuisloze: persoon zonder vaste woon- of verblijfplaats.

HOOFDSTUK 2 CATEGORIEEN

Artikel 2 Categorieaanduiding

  • 1. Voor de belanghebbende aan wie bijstand kan worden verleend, geldt een categorieaanduiding.

  • 2. De categorieën worden aangeduid als:

    • a.

      alleenstaande;

    • b.

      alleenstaande ouder, of

    • c.

      gehuwde.

  • 3. De bepalingen van deze verordening zijn uitsluitend van toepassing op alleenstaanden en alleenstaande ouders van 21 jaar of ouder maar jonger dan 65 jaar en op gehuwden waarvan beide partners 21 jaar of ouder maar jonger dan 65 jaar zijn.

HOOFDSTUK 3 CRITERIA VOOR HET VERHOGEN VAN DE NORM

Artikel 3 Verhogingscriteria

  • 1. De toeslag als bedoeld in artikel 25 van de wet bedraagt:

    • a.

      20% van de gehuwdennorm voor de alleenstaande en de alleenstaande ouder in wiens woning geen ander zijn hoofdverblijf heeft en die daarom de noodzakelijke kosten van het bestaan niet kan delen;

    • b.

      10% van de gehuwdennorm voor de alleenstaande en de alleenstaande ouder die met één of meer anderen zijn hoofdverblijf in dezelfde woning heeft en daarom de noodzakelijke kosten van het bestaan kan delen.

  • 2. Voor de toepassing van dit artikel worden kinderen van 21 jaar en ouder voor zover zij studiefinanciering ontvangen op grond van de Wet studiefinanciering 2000 en hun verdere inkomsten dusdanig beperkt zijn dat zij in combinatie met de studiefinanciering het bedrag genoemd in artikel 3:18 WSF 2000 niet overschrijden niet in aanmerking genomen als een ander die in dezelfde woning zijn hoofdverblijf heeft.

  • 3. Een dak- of thuisloze heeft geen recht op een toeslag.

  • 4. In afwijking van het eerste lid heeft een alleenstaande van 21 jaar geen recht op een toeslag.

  • 5. In afwijking van het eerste lid bedraagt de toeslag voor een alleenstaande van 22 jaar 10% van de gehuwdennorm indien in de woning van de alleenstaande geen ander zijn hoofdverblijf heeft en hij daarom de noodzakelijke kosten van het bestaan niet kan delen. Indien de alleenstaande zijn hoofdverblijf met één of meer anderen in dezelfde woning heeft en daarom de noodzakelijke kosten van het bestaan kan delen, heeft hij geen recht op een toeslag.

  • 6. In afwijking van het gestelde onder het derde lid kan een dak- en thuisloze in aanmerking komen voor een toeslag van 10 % van de gehuwdennorm als hij aantoonbare woonkosten heeft.

HOOFDSTUK 4 CRITERIA VOOR HET VERLAGEN VAN DE NORM

Artikel 4 Verlagen norm gehuwden

  • 1. De verlaging als bedoeld in artikel 26 van de wet bedraagt 10% van de gehuwdennorm voor de belanghebbenden, die met één of meer anderen hun hoofdverblijf in dezelfde woning hebben en die daarom de noodzakelijke kosten van het bestaan kunnen delen.

  • 2. Het tweede lid van artikel 3 van deze verordening is van overeenkomstige toepassing.

Artikel 5 Verlaging wegens woonsituatie

  • 1. De verlaging als bedoeld in artikel 27 van de wet bedraagt 20% van de gehuwdennorm, indien een woning wordt bewoond waaraan voor de belanghebbende geen woonkosten verbonden zijn;

  • 2. De verlaging als bedoeld in het eerste lid wordt bij voorrang toegepast op de toeslag als bedoeld in artikel 3 van deze verordening.

Artikel 6. Anti-cumulatiebepaling

De toepassing van de artikelen 3 tot en met 6 van de verordening geschiedt zodanig, dat de toepasselijke bijstandsnorm ten minste bedraagt:

  • a.

    35% van de gehuwdennorm voor een alleenstaande

  • b.

    55% van de gehuwdennorm voor een alleenstaande ouder,

  • c.

    65% van de gehuwdennorm voor een gehuwden

HOOFDSTUK 5 Slotbepalingen

Artikel 7. Hardheidsclausule

Het college kan in bijzondere gevallen ten gunste van de belanghebbende afwijken van de bepalingen in deze verordening, indien toepassing van de verordening tot onbillijkheden van overwegende aard leidt. Het van toepassing verklaren van dit artikel wordt gemotiveerd in het besluit.

Artikel 8. Inwerkingtreding

Deze verordening treedt in werking op 1 januari 2013

Artikel 9. Citeertitel

Deze verordening wordt aangehaald als: Toeslagenverordening WWB gemeente Schermer.

Ondertekening

Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van de raad van de gemeente Schermer

op 11 december 2012

De voorzitter, F. Vletter

De griffier, L. Blaauw