Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Gemeente Franekeradeel

Verordening op de heffing en invordering van parkeerbelastingen 2012

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OverheidsorganisatieGemeente Franekeradeel
Officiële naam regelingVerordening op de heffing en invordering van parkeerbelastingen 2012
CiteertitelVerordening Parkeerbelastingen 2012
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpfinanciën en economie
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

  1. Gemeentewet, art. 225
  2. Parkeerverordening 2012

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

Geen

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerking-

treding

Terugwerkende

kracht tot en met

Datum uitwerking-

treding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

21-03-201323-12-2014Tarieventabel

12-03-2013

Franeker Courant, 20-3-2013

13.200343
26-11-2012Nieuwe regeling

01-11-2012

Franeker Courant, 21-11-2012

12.202946-b

Tekst van de regeling

De raad der gemeente Franekeradeel;

gezien het voorstel van het college van Franekeradeel van 15 oktober 2012 ;

gelet op artikel 225 van de gemeentewet en de parkeerverordening 2012;

B E S L U I T:

vast te stellen de

Verordening op de heffing en invordering van parkeerbelastingen 2012.

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

Voor de toepassing van deze verordening wordt verstaan onder:

  • a.

    parkeren: het gedurende een aaneengesloten periode doen of laten staan van eenvoertuig, anders dan de tijd die nodig is voor en gebruikt wordt tot het onmiddellijk in- of uitstappen van personen dan wel het onmiddellijk laden of lossen van zaken, op binnen de gemeente gelegen voor het openbaar verkeer openstaande terreinen of weggedeelten, waarop dit doen of laten staan niet ingevolge een wettelijk voorschrift is verboden.

  • b.

    motorvoertuigen: hetgeen daaronder wordt verstaan in het RVV 1990 met inbegrip van brommobielen, zoals bedoeld in artikel 1 onder ia van het RVV 1990

  • c.

    houder: degene op wiens naam het voor het motorrijtuig opgegeven kenteken ten tijde van het parkeren was ingeschreven in het krachtens de Wegenverkeerswet 1994 aangehouden register van opgegeven kentekens.

  • d.

    parkeerapparatuur: parkeermeters, parkeerautomaten met inbegrip vanverzamelparkeermeters en hetgeen naar maatschappelijke opvatting overigens onder parkeerapparatuur wordt verstaan.

  • e.

    algemene gehandicaptenparkeerplaats: een parkeerplaats bestemd voor houder van een gehandicaptenparkeerkaart.

Artikel 2 Belastbaar feit

Onder de naam 'parkeerbelastingen' worden de volgende belastingen geheven:

  • a.

    een belasting terzake van het parkeren van een voertuig op een bij, dan welkrachtens deze verordening in de daarin aangewezen gevallen door het college te bepalen plaats, tijdstip en wijze;

  • b.

    een belasting terzake van een van gemeentewege verleende vergunning voor hetparkeren van een voertuig op de in die vergunning aangegeven plaats en wijze.

Artikel 3 Belastingplicht

  • 1.

    De belasting bedoeld in artikel 2, onderdeel a, wordt geheven van degene die het voertuig heeft geparkeerd.

  • 2.

    Als degene die het voertuig heeft geparkeerd wordt mede aangemerkt:

    • a.

      degene die de belasting voldoet, dan wel te kennen geeft of heeft gegeven debelasting te willen voldoen.

  • b.

    zolang geen voldoening van de belasting genoemd in artikel 2, onderdeel a,heeft plaatsgevonden: de houder van het voertuig met dien verstande dat:

  • 1e.

    indien een voor ten hoogste drie maanden aangegane huurovereenkomst wordt overgelegd, waaruit blijkt wie ten tijde van het parkeren ingevolge deze overeenkomst de huurder van het voertuig was, niet de houder maar de huurder wordt aangemerkt als degene die het voertuig heeft geparkeerd;

  • 2e.

    indien blijkt dat een ander in het kentekenregister had moeten staan ingeschreven, die ander wordt aangemerkt als degene die het voertuig heeft geparkeerd.

  • 3.

    De belasting bedoeld in artikel 2, onderdeel a, wordt niet geheven van degene die op de voet van het tweede lid, onderdeel b, als degene die het voertuig heeft geparkeerd wordt aangemerkt, indien deze aannemelijk maakt, dat ten tijde van het parkeren een ander tegen zijn wil van het voertuig gebruik heeft gemaakt en dat hij dit gebruik redelijkerwijs niet heeft kunnen voorkomen.

  • 4.

    De belasting bedoeld in artikel 2, onderdeel b, wordt geheven van degene die de vergunning heeft aangevraagd.

Artikel 4 Vrijstellingen

De parkeerbelastingen worden niet geheven ter zake van:

  • a.

    het parkeren van motorvoertuigen op ’algemene gehandicaptenparkeerplaatsen’ waarin een geldige gehandicaptenparkeerkaart duidelijk zichtbaar is aangebracht.

  • b.

    het parkeren van motorvoertuigen door marktlieden met een vergunning voor parkeren in de Waagstraat tijdens de marktdagen waarin deze duidelijk zichtbaar is aangebracht.

  • c.

    het parkeren van motorvoertuigen door brandweer, ambtenaren van de gemeente Franekeradeel, milieuadviesdienst, en monumentenwacht in de uitoefening van hun functie waarbij een (jaar-)vergunning duidelijk zichtbaar is aangebracht.

Artikel 5 Maatstaf van heffing, belastingtarief en belastingtijdvak

De maatstaf van heffing, het belastingtarief en het belastingtijdvak zijn vermeld in de bij deze verordening behorende en daarvan deel uitmakende tarieventabel.

Artikel 6 Wijze van heffen

  • 1.

    De belasting bedoeld in artikel 2, onderdeel a, wordt geheven bij wege van voldoening op aangifte. Als voldoening op aangifte wordt aangemerkt het bij de aanvang van het parkeren in werking stellen van de parkeerapparatuur op de daartoe bestemde wijze en met inachtneming van de door het college van burgemeester en wethouders gestelde voorschriften.

  • 2.

    De belasting bedoeld in artikel 2, onderdeel b, wordt geheven bij wegen van voldoening op aangifte.

Artikel 7 Ontstaan van de belastingschuld

  • 1.

    De belasting bedoeld in artikel 2, onderdeel a, is verschuldigd bij de aanvang van het parkeren.

  • 2.

    De belasting bedoeld in artikel 2, onderdeel b, is verschuldigd op het tijdstip waarop de vergunning wordt verleend.

Artikel 8 Bevoegdheid tot aanwijzing parkeerplaatsen

De aanwijzing van de plaats waar, het tijdstip en de wijze waarop tegen betaling van de belasting bedoeld in artikel 2, onderdeel a, mag worden geparkeerd, geschiedt in alle gevallen door het college bij openbaar te maken besluit.

Artikel 9 Kosten

De kosten van de naheffingsaanslag ter zake van de belasting als bedoeld in artikel 2, onderdeel a, bedragen € 58,00.

Artikel 10 Kwijtschelding

Bij de invordering van deze belasting wordt geen kwijtschelding verleend.

Artikel 11 Nadere regels door het college

Het college kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en de invordering van de parkeerbelastingen.

Artikel 12 Inwerkingtreding en citeertitel

  • 1.

    De verordening Parkeerbelastingen 1996, van 1 februari 1996, goedgekeurd bij besluit van 22 april 1996, nr. FBA 96/4/U9, wordt ingetrokken met ingang van de in het derde lid genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande, dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.

  • 2.

    Deze verordening treedt in werking met ingang van de vijfde dag na die van de bekendmaking.

  • 3.

    De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2013.

  • 4.

    Deze verordening kan worden aangehaald als 'Verordening Parkeerbelastingen 2012

Ondertekening

Aldus vastgesteld in de openbare

raadsvergadering van 1 november 2012.

Voorzitter, Griffier,

Bijlage 1 Plaats, tijdstip en wijze van betaald parkeren

1a Plaats en tijdstip betaald parkeren

De plaatsen waarop tegen betaling van de parkeerbelasting als bedoeld in artikel 2, onderdeel a. van de Verordening Parkeerbelastingen 2012 mag worden geparkeerd zijn:

A. Met een maximum van 4 uur kan geparkeerd worden op parkeerplaatsen:

Zuiderkade

Noorderbolwerk 'parkeerterrein' en parkeerplaatsen tot huisnr. 11

Turfkade

Leeuwarderend

B. Met een maximum van 2 uur kan geparkeerd worden op parkeerplaatsen:

Schilbanken

Schilcampen

Heerengracht

Noord

Voorstraat: van Waagstraat tot de Sjaardemastraat beide zijden;

Voorstraat: ter hoogte van het Sjukelân

Voorstraat: terrein Friesland Bank

Sint Martiniplantsoen

Sjaardemastraat: straatgedeelte en parkeerterrein

Ockingahiem: parkeerterrein 'binnen'

Hocquart

Waagstraat

Zilverstraat N.Z.: grachtzijde, vanaf Korendragershuisje tot Leeuwarderend

Zilverstraat Z.Z.: grachtzijde, vanaf de brug die de verbinding vormt tussen de Zilverstraat N.Z. en de Zilverstraat Z.Z. tot de Schoolsteeg

De tijdstippen waarop parkeren slechts tegen betaling van de parkeerbelasting, als bedoeld in artikel 2, onderdeel a. van de Verordening Parkeerbelastingen 2012, is toegestaan zijn:

A. Van 1 januari tot en met 31 december:

- op maandag tot en met vrijdag van 10.00 tot 18.00 uur;

- op zaterdag van 10.00 tot 17.00 uur;

- op vrijdagavond (reguliere koopavond) van 18.00 tot 21.00 uur;

- op door het college aangewezen extra koopavonden van 18.00 tot 21.00 uur;

- met uitzondering van Nieuwjaarsdag, Goede Vrijdag na 19.00 uur, Tweede Paasdag, Hemelvaartsdag, Tweede Pinksterdag, 24 december na 19.00 uur en Tweede Kerstdag en 4 mei na 19.00 uur.

1b Wijze van betalen

1.Ter zake van het betaald parkeren (de straten genoemd in 1a) geschiedt door het in werking stellen van de parkeerapparatuur door het inwerpen van muntstukken van

€ 0,10, €0,20, €0,50 en € 1,00;

2. Bij inwerkingstelling door middel van muntstukken dienen er tenminste zoveel muntstukken in de parkeerapparatuur te worden geworpen als nodig zijn om de gewenste parkeerduur te kunnen parkeren.

3. Indien bij het betaald parkeren gebruik wordt gemaakt van parkeerapparatuur welke na inwerkingstelling een parkeerkaartje afgeeft, dient dit parkeerkaartje met de tijdsaanduiding aan de bovenzijde op een van buitenaf duidelijk leesbare plaats achter de voorruit van het motorvoertuig te worden aangebracht.

Bijlage II. Plaatsen waar met een vergunning worden geparkeerd.

Artikel 1

Parkeerapparatuurplaatsen waar mag worden geparkeerd met een vergunning als bedoeld in artikel 2, onderdeel b. van de Verordening Parkeerbelastingen 2012 en gelegen zijn in de binnenstad van Franeker zijn:

a. Heerengracht N.Z.

b. Zuiderkade; vanaf Harlingerweg in oostelijke richting voor beide zijden tot gedeelte dat

bekend staat als de Molenpôlle;

c. Hocquart;

d. Turfkade;

e. Leeuwarderend;

f. Schilbanken;

g. Schilcampen;

h. Waagstraat;

i. Noord : beide zijden vanaf het Hocquart in oostelijke richting tot de loopbrug ter hoogte van

de Molensteeg;

j. Sjaardemastraat;

k. St. Martiniplantsoen;

l. Voorstraat: terrein Friesland Bank;

m. Voorstraat : ter hoogte van het Sjûkelan

n. Voormalig Frigasterrein: terrein ten westen van de Sjaardemastraat;

o. Binnenterrein Ockingahiem;

p. Noorderbolwerk ‘parkeerterrein’ en parkeerplaatsen tot huisnr. 11

q. Zilverstraat N.Z. : grachtzijde, vanaf Korendragershuisje tot Leeuwarderend;

r. Zilverstraat Z.Z.: grachtzijde, vanaf de brug die de verbinding vormt tussen de

Zilverstraat N.Z. en de Zilverstraat Z.Z. tot de Schoolsteeg.

Artikel 2

Belanghebbendenplaatsen waar mag worden geparkeerd met een vergunning als bedoeld in artikel 2, lid 1 van de Parkeerverordening 2012 en gelegen in de binnenstad van Franeker zijn:

a. Lijnbaanstraat;

b. Dijkstraat: gedeelte dat is gelegen onder de woningen 77a t/m 77h;

c. Zilverstraat;

d. Froonacker;

e. Godsacker

f. Nieuwe Hof;

g. Academiestraat;

h. Westerbolwerk; gedeelte gelegen achter de Vijverstraat

i.. Zuiderkade; gedeelte bekend als Molenpôlle aan kanaal(zuid)zijde

j. Hocquart; 13 plaatsen gelegen tussen het Hocquart en het Westerbolwerk

k. Heerengracht Z.Z.

Artikel 3

Belanghebbendenplaatsen waar mag worden geparkeerd met een vergunning als bedoeld in artikel 2, lid 1 van de Parkeerverordening 2012 en gelegen buiten de binnenstad, (lees: schil) zijn:

a. Spaarbankstraat: grachtzijde vanaf de Willem Lodewijkstraat tot 24 m. ten westen van de as

met de Professor Camperstraat;

b. Ypeijsingel;

c. Burgemeester Juckemastraat: gedeelte gelegen tussen de Minne Hofstrastraat en de

Ypeijsingel;

d. Minne Hofstrastraat;

e. Pier Wensemiusstraat;

f. Harlingerweg: gedeelte gelegen tussen de Pier Wensemiusstraat en de Ypeijsingel;

g. Tuinen: gedeelte dat parallel ligt aan de Zuiderkade;

h. Professor Camperstraat;

i. Professor Schotanusstraat;

j. Professor Tydemanstraat;

k. Professor Loréstraat :gedeelte tussen de Spaarbank- en de Professor Ulricus Huberstraat;

l. Professor Ulricus Huberstraat;

m. Willem Lodewijkstraat;

n. Professor Wassenberghstraat: gedeelte tussen de Willem Lodewijk- en de Professor Ulricus

Huberstraat;

o. Fonteinstraat: gedeelte tussen de Minne Hofstrastraat en de Ypeijsingel;

p. Noorderbleek;

q. Spaarbankstraat: grachtzijde, de drie meest oostelijk gelegen parkeerplaatsen.

erplaatsen.

Tarieventabel behorende bij de “Verordening Parkeerbelastingen 2012”.

(behoort bij raadsbesluit van 1 november 2012)

Artikel 1.

1.Ingevolge artikel 2a, eerste lid van de verordening zijn de volgende weggedeeltenaangewezen voor betaald parkeren in Franeker:

A.Met een maximum van 4 uur kan geparkeerd worden op parkeerplaatsen:

Zuiderkade

Noorderbolwerk ‘parkeerterrein’

Turfkade

Leeuwarderend

Noorderbolwerk

B.Met een maximum van 2 uur kan geparkeerd worden op parkeerplaatsen:

Academiestraat

Schilbanken

Schilcampen

Heerengracht

Noord

Zilverstraat N.Z. : grachtzijde, vanaf Korendragershuisje tot Leeuwarderend

Zilverstraat Z.Z. : grachtzijde, vanaf de brug die de verbinding vormt tussen de Zilverstraat N.Z. en de Zilverstraat Z.Z. tot de Schoolsteeg

Eise Eisingastraat : grachtzijde, vanaf het Raadhuisplein tot de brug die de

verbinding vormt met de Zilverstraat N.Z.;

Voorstraat : van de Waagstraat tot de Sjaardemastraat beide zijden;

Voorstraat : ter hoogte van het Sjûkelan

Voorstraat : terrein Friesland Bank

Sint Martiniplantsoen

Sjaardemastraat : straatgedeelte en parkeerterrein

Ockingahiem : parkeerterrein ‘binnen’

Hocquart

Waagstraat

2.een parkeervergunning krachtens artikel 2, onderdeel b, van deze verordening kan wordenverleend in het gebied waar weggedeelten voor het parkeren zijn gelegen zoals op de bijbehorende kaart is aangegeven.

Artikel 2. Parkeerapparatuur

1. Voor het parkeren bedraagt het parkeergeld op een parkeerplaats bij een parkeermeters c.q. parkeerautomaat:

  • a.

    op weggedeelten, als bedoeld in artikel 1 onder A : € 0,50 per uur

  • b.

    op weggedeelten, als bedoeld in artikel 1 onder B : € 1,00 per uur

Artikel 3. Bewoners- en bedrijfsvergunningen binnenstad

Voor het parkeren door vergunninghouders ex. artikel 2, onderdeel b, van

deze verordening bedraagt het tarief voor het parkeren op een parkeerplaats voor vergunninghouders of mede te gebruiken parkeerapparatuurplaatsen per kalenderjaar:

  • 1e.

    door bewoners : € 75,00

  • 2e.

    door degenen die een beroep of bedrijf uitoefenen : € 150,00

Artikel 4. Incidentele vergunningen binnenstad

Voor het parkeren door vergunninghouders ex. artikel 2, onderdeel b, van

deze verordening bedraagt het tarief voor het parkeren op een parkeerplaats voor een incidentele vergunning:

Bedrijven,

per dag € 5,00

per week € 15,00

per maand € 30,00

per jaar € 150,00

Artikel 5 Bijzondere incidentele vergunningen

  • a.

    Ten behoeve van trouwplechtigheden in het stadhuis worden bezoekersvergunningen verstrekt tegen betaling van € 2,50 per dag. Deze kosten worden gerestitueerd bij inlevering van de vergunning.

  • b.

    Ten behoeve van trouw- en rouwplechtigheden, alsmede promotiegelegenheden in de Martinikerk worden bezoekersvergunningen verstrekt tegen betaling van € 5,00 per dag.