Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Gemeente Vlist

Verordening op de heffing en invordering van lijkbezorgingsrechten 2013

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OverheidsorganisatieGemeente Vlist
Officiële naam regelingVerordening op de heffing en invordering van lijkbezorgingsrechten 2013
CiteertitelVerordening lijkbezorgingsrechten 2013
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpfinanciën en economie
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Gemeentewet

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerking-

treding

Terugwerkende

kracht tot en met

Datum uitwerking-

treding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

01-01-201316-10-2013Nieuwe regeling

18-12-2012

De IJsselbode, 08-01-2013

Onbekend
01-01-201301-01-2014artikel 1.7 tarieventabel

01-10-2013

De IJsselbode, 15-10-2013

Onbekend

Tekst van de regeling

Intitulé

VERORDENING LIJKBEZORGINGSRECHTEN 2013

De raad van de gemeente Vlist;

gezien het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 31 oktober 2012;

gelet op artikel 229, eerste lid, aanhef en onderdelen a en b, van de Gemeentewet;

b e s l u i t :

vast te stellen de:

Verordening op de heffing en de invordering van lijkbezorgingsrechten 2013

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

Deze verordening verstaat onder:

  • a.

    begraafplaats: de begraafplaatsen in Haastrecht (Provincialeweg Oost) en in Stolwijk (Hoflaan);

  • b.

    eigen graf: een graf, grafkelder daaronder begrepen, waarvoor aan een natuurlijk of rechtspersoon het uitsluitend recht is verleend tot:

    • 1.

      het doen begraven en begraven houden van lijken;

    • 2.

      het doen bijzetten en bijgezet houden van asbussen met of zonder urnen;

  • c.

    algemeen graf: een graf bij de gemeente in beheer waarin aan een ieder gelegenheid wordt geboden tot het doen begraven van lijken;

  • d.

    grafkelder: de grafruimte als eigen graf, welke door de rechthebbende inwendig gemetseld, betegeld of bepleisterd zijn, dan wel van beton gegoten zijn;

  • e.

    grafbedekking: gedenkteken en grafbeplanting op een graf, een verstrooiingsplaats of gedenkplaats;

  • f.

    urn: een voorwerp ter berging van één of meer asbussen;

  • g.

    asbus: een bus ter berging van as van een overledene;

  • h.

    eigen urnengraf: een graf, grafkelder daaronder begrepen, waarvoor aan een natuurlijk of rechtspersoon het uitsluitend recht is verleend tot het bijzetten en bijgezet houden van asbussen met of zonder urnen;

  • i.

    algemeen urnengraf: een graf bij de gemeente in beheer waarin aan een ieder de gelegenheid wordt geboden tot het doen bijzetten van asbussen met of zonder urnen.

  • j.

    eigen urnennis: een particuliere urnennis, bij de gemeente in beheer, waarin gelegenheid wordt geboden tot het doen bijzetten van asbussen met of zonder urn.

Artikel 2 Belastbaar feit

Op basis van deze verordening worden rechten geheven voor het gebruik van de begraafplaats en voor het door de gemeente verlenen van diensten in verband met de begraafplaats.

Artikel 3 Belastingplicht

De rechten worden geheven van degene op wiens aanvraag dan wel ten behoeve van wie de dienst wordt verricht of van degene die van de bezittingen, werken of inrichtingen gebruik maakt.

Artikel 4 Vrijstellingen

  • 1. De rechten worden niet geheven voor:

    • a.

      het lichten van een lijk of urn op rechterlijk gezag;

    • b.

      het begraven van doodgeboren kinderen of van zuigelingen die met de overleden moeder in één kist worden begraven of in één urn worden bijgezet.

  • 2. Het recht, bedoeld in hoofdstuk 2.4 van de tarieventabel, wordt niet geheven indien burgemeester en wethouders in bijzondere gevallen, te hunner beoordeling, een ander tijdstip van begraven dan tussen 8.00 en 16.00 uur bevelen.

Artikel 5 Maatstaf van heffing en belastingtarieven

  • 1. De rechten worden geheven naar de maatstaven en de tarieven, opgenomen in de bij deze verordening behorende tarieventabel.

  • 2. Voor de berekening van de rechten wordt een gedeelte van een in de tabel genoemde eenheid voor een volle eenheid gerekend.

Artikel 6 Belastingjaar

  • 1. Met betrekking tot de rechten die per jaar worden geheven is het belastingtijdvak gelijk aan het kalenderjaar.

  • 2. Met betrekking tot de rechten genoemd in hoofdstuk 4.3 van de tarieventabel is het belastingtijdvak gelijk aan de periode waarvoor wordt afgekocht.

Artikel 7 Wijze van heffing

  • 1. De onderhoudsrechten, bedoeld in hoofdstuk 4.2 van de tarieventabel worden geheven bij wege van aanslag.

  • 2. De overige rechten worden geheven door middel van een gedagtekende kennisgeving waarop het gevorderde bedrag is vermeld. Het gevorderde bedrag wordt door toezending of uitreiking van de kennisgeving aan de belastingschuldige bekend gemaakt.

Artikel 8 Ontstaan van de belastingschuld en heffing naar tijdsgelang voor de jaarlijks verschuldigde rechten

  • 1. De onderhoudsrechten, als bedoeld in hoofdstuk 4.2 van de tarieventabel, zijn verschuldigd bij de aanvang van het belastingtijdvak of, zo dit later is, bij de aanvang van de belastingplicht.

  • 2. Indien de belastingplicht in de loop van het belastingtijdvak aanvangt zijn de rechten bedoeld in hoofdstuk 4.2 van de tarieventabel verschuldigd over zoveel twaalfde gedeelten van de voor dat jaar verschuldigde rechten als er in dat jaar, na de aanvang van de belastingplicht, nog volle kalendermaanden overblijven.

  • 3. Indien de belastingplicht in de loop van het belastingtijdvak eindigt, bestaat aanspraak op ontheffing voor de rechten bedoeld in hoofdstuk 4.2 van de tarieventabel voor zoveel twaalfde gedeelten van de voor dat jaar verschuldigde rechten als er in dat jaar, na het einde van de belastingplicht, nog volle kalendermaanden overblijven.

Artikel 9 Ontstaan van de belastingschuld voor de overige rechten

Andere rechten dan die bedoeld in hoofdstuk 4.2 van de tarieventabel zijn verschuldigd bij de aanvang van de dienstverlening of bij de aanvang van het gebruik van de bezittingen, werken of inrichtingen.

Artikel 10 Termijnen van betaling

  • 1. De rechten, bedoeld in hoofdstuk 4.2 van de tarieventabel moeten, in afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet 1990, worden voldaan uiterlijk drie maanden na dagtekening van het aanslagbiljet.

  • 2. In afwijking van het eerste lid, geldt ingeval het totaalbedrag van de op één aanslagbiljet verenigde aanslagen, of als het aanslagbiljet maar één aanslag bevat het bedrag daarvan, meer is dan € 90,00 en zolang de verschuldigde bedragen door middel van automatische betalingsincasso kunnen worden afgeschreven, dat de aanslagen moeten worden betaald in tien gelijke termijnen. De eerste termijn vervalt één maand na de dagtekening van het aanslagbiljet en elk van de volgende termijnen telkens een maand later.

  • 3. Andere rechten als die bedoeld in hoofdstuk 4.2 van de tarieventabel moeten, in afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet 1990, worden betaald binnen 30 dagen na de dagtekening van het aanslagbiljet of schriftelijke kennisgeving.

Artikel 11 Nadere regels door het college van burgemeester en wethouders

Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en de invordering van de rechten.

Artikel 12 Inwerkingtreding en citeertitel

  • 1. De ‘Verordening lijkbezorgingsrechten 2012’ van 29 november 2011, wordt ingetrokken met ingang van de in het vierde lid genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich vóór die datum hebben voorgedaan.

  • 2. Deze verordening treedt in werking met ingang van de eerste dag na die van de bekendmaking.

  • 3. In afwijking in zoverre van het in de voorgaande leden bepaalde, blijft, indien de datum van inwerkingtreding van deze verordening ligt na de in het vierde lid genoemde datum van ingang van de heffing, de ingetrokken verordening gelden voor de in de tussenliggende periode plaatsvindende belastbare feiten voor zover ter zake daarvan de heffing van de rechten in die periode plaatsvindt.

  • 4. De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2013.

  • 5. Deze verordening kan worden aangehaald als ‘Verordening lijkbezorgingsrechten 2013’.

Ondertekening

Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van 18-12-2012.

De griffier, De voorzitter,

P.A.M. Goedvolk A.Z. Evenhuis-Meppelink

Bijlage 1 - Tarieventabel behorende bij de "Verordening lijkbezorgingsrechten Vlist 2013"

Hoofdstuk 1 Verlenen van rechten

  • 1.1.

    Voor het verlenen van het uitsluitend recht op een graf wordt geheven voor een periode van 20 jaar € 1.159,00.

  • 1.2.

    Voor het verlenen van het uitsluitend recht op een grafkelder wordt geheven voor een periode van 20 jaar € 1.711,00.

  • 1.3.

    Voor het verlenen van het uitsluitend recht op een urnengraf wordt geheven voor een periode van 20 jaar € 828,00.

  • 1.4.

    Voor het verlenen van het recht op een urnennis wordt geheven voor een periode van 20 jaar € 661,00.

  • 1.5.

    Voor het verlenen van het recht op een urnennis wordt geheven voor een periode van 10 jaar € 356,00.

  • 1.6.

    Voor het verlenen van het recht op een urnennis wordt geheven voor een periode van 5 jaar € 205,00.

  • 1.7.

    Voor het verlengen van het uitsluitend recht als bedoeld in 1.1, 1.2 en 1.3 met 10 jaar wordt een recht geheven gelijk aan éénderde van het bedrag dat wordt geheven voor het verlenen van het uitsluitend recht.

  • 1.8.

    Voor het verlengen van het recht op een urnennis met 10 jaar wordt een recht geheven € 356,00.

  • 1.9.

    Voor het verlengen van het recht op een urnennis met 5 jaar wordt een recht geheven € 205,00.

Hoofdstuk 2 Begraven

  • 2.1.

    Voor het begraven van een lijk in een algemeen of eigen graf wordt geheven € 1.076,00

  • 2.2.

    Voor het begraven van een lijk van een kind in een kindergraf (afmetingen grafkist 115 cm X 50 cm) wordt geheven € 593,00

  • 2.3.

    Voor het begraven op buitengewone uren wordt het recht bedoeld in 2.1 en 2.2 verhoogd met € 23,00

  • 2.4.

    Onder buitengewone uren wordt verstaan op een ander tijdstip dan tussen 08.00 en 16.00 uur.

Hoofdstuk 3 Bijzetten van asbussen en urnen

  • 3.1.

    Voor het bijzetten van een asbus of urn in een urnengraf wordt geheven € 514,00.

  • 3.2.

    Voor het bijzetten van een asbus of urn in een urnennis wordt geheven € 444,00.

  • 3.3.

    Voor het gelijktijdig bijzetten van twee asbussen of urnen in een urnengraf wordt geheven € 514,00.

  • 3.4.

    Voor het gelijktijdig bijzetten van twee asbussen of urnen in een urnennis wordt geheven € 444,00.

  • 3.5.

    Indien geen gebruik gemaakt wordt van de standaard afdekplaat, wordt het in lid 3.2 en 3.4 bedoelde bedrag verlaagd met € 153,00.

  • 3.6.

    Voor het bijzetten op buitengewone uren wordt het recht, bedoeld in 3.1, 3.2, 3.3 en 3.4, verhoogd met € 8,00.

  • 3.7.

    Onder buitengewone uren wordt verstaan op een ander tijdstip dan tussen 08.00 en 16.00 uur.

Hoofdstuk 4 Grafbedekking en onderhoud

  • 4.1.

    Voor het afgeven van een vergunning voor het plaatsen of vernieuwen van een gedenkteken op een grafruimte / urnengraf wordt geheven € 77,00.

  • 4.1.1.

    Voor het afgeven van een vergunning voor het plaatsen of vernieuwen van een afdekplaat op een urnennis (afwijkend van de standaard afdekplaat) wordt geheven € 77,00.

  • 4.2.

    Voor het door of vanwege de gemeente onderhouden van de navolgende voorwerpen wordt geheven per grafruimte / urnengraf per jaar:

  • 4.2.1.

    per eigen graf, eeuwigdurend graf, eigen urnengraf of grafkelder € 71,00;

  • 4.2.2.

    per algemeen graf, algemeen urnengraf of kindergraf € 46,00;

  • 4.2.3.

    per urnennis € 51,00.

  • 4.3.

    De rechten als bedoeld in onderdeel 4.2 kunnen worden afgekocht:

    • -

      voor algemene graven en urnengraven voor een tijdvak van maximaal 20 jaar;

    • -

      voor eigen urnennissen voor een tijdvak van maximaal 20 jaar;

    • -

      voor eigen graven, eigen urnengraven en grafkelders voor een tijdvak van maximaal 20 jaar;

    • -

      Voor eeuwigdurende graven voor een tijdvak van maximaal 30 jaar.

  • 4.3.1.

    De rechten als bedoeld in 4.2 kunnen worden afgekocht door voldoening van een bedrag, bepaald volgens de onderstaande tabel. De afkoopsom bedraagt de contante waarde van de op het tijdstip van de afkoop nog te verschijnen belastingbedragen en wordt berekend door vermenigvuldiging van het jaarlijkse belastingbedrag met de hierna te noemen factor.

Aantal jaren waarvoor wordt afgekochtVermenigvuldigingsfactor
10,96153846
21,88609467
32,77509103
43,62989522
54,45182233
65,24213686
76,00205467
86,73274487
97,43533161
108,11089578
118,76047671
129,38507376
139,98564785
1410,56312293
1511,11838743
1611,65229561
1712,16566885
1812,65929697
1913,13393940
2013,59032634
2114,02915995
2214,45111533
2314,85684167
2415,24696314
2515,62207994
2615,98276918
2716,32958575
2816,66306322
2916,98371463
3017,29203330
  • 4.4.

    Verlenging van de in 4.2 bedoelde periode van onderhoud is alleen mogelijk indien er sprake is van verlenging tegelijk met de verlenging van het uitsluitend recht op een graf, grafkelder, urnengraf voor eenzelfde periode van 10 jaar of het recht op een urnennis voor eenzelfde periode van 5 of 10 jaar.

  • 4.4.1.

    Voor de verlenging bedoeld in 4.4 wordt geheven een recht gelijk aan de vermenigvuldiging van het jaarlijkse belastingbedrag met de in 4.3.1 genoemde factor.

  • 4.5.

    Voor het afnemen en wederplaatsen van een gedenkteken op een eigen (urnen)graf of eeuwigdurend graf wordt geheven € 91,00.

  • 4.6.

    Voor het afnemen van een gedenkteken op een eigen (urnen)graf wordt geheven € 48,00.

Hoofdstuk 5 Inschrijven en overboeken van eigen graven, eeuwigdurende graven en eigen urnenruimten

  • 5.1.

    Voor het inschrijven en overboeken van eigen graven en eeuwigdurende graven in een daartoe bestemd register wordt geheven € 16,00.

  • 5.1.1.

    Voor het inschrijven en overboeken van eigen urnengraven in een daartoe bestemd register wordt geheven € 16,00.

  • 5.1.2.

    Voor het inschrijven en overboeken van eigen urnennissen in een daartoe bestemd register wordt geheven € 16,00.

Hoofdstuk 6 Opgraven, herbegraven en ruimen

  • 6.1.

    Voor het opgraven van een lijk wordt geheven € 877,00.

  • 6.2.

    Voor het na opgraven weer opnieuw begraven in hetzelfde graf wordt geheven € 427,00.

  • 6.3.

    Voor het na opgraven weer begraven in een ander graf zijn de rechten vermeld onder 2.1 tot en met 2.4 van toepassing.

  • 6.4.

    Voor het op verzoek van de belanghebbende openen van een urnengraf wordt geheven € 163,00.

  • 6.5.

    Voor het opgraven van een asbus uit een eigen of algemeen graf wordt geheven € 163,00.

  • 6.6.

    Voor het op verzoek van de belanghebbende weer terugplaatsen van een asbus in een ander urnengraf zijn de rechten, vermeld onder 3.1, 3.2, 3.3 en 3.4 van toepassing.

  • 6.7.

    Voor het ruimen op verzoek van de belanghebbende:

  • 6.7.1.

    van een graf is het recht onder 6.1 van toepassing.

  • 6.7.2.

    van een urnengraf is het recht onder 6.4 van toepassing.

Hoofdstuk 7 Overige heffingen

7.1.Voor het luiden van de torenklok of de klok van de aula wordt geheven per kwartier of gedeelte daarvan € 39,00.

Behoort bij het raadsbesluit van 18 december 2012

de griffier,