Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Nederlandse Antillen

LANDSVERORDENING van de 31ste december 1985 tot goedkeuring van een ontwerp-onderlinge regeling zoals bedoeld in artikel 38, eerste lid, van het Statuut voor het Koninkrijk der Nederlanden regelende de boedelscheiding van de bezittingen en schulden van de rechtspersoon de Nederlandse Antillen tussen de Nederlandse Antillen en Aruba

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
Overheidsorganisatie Nederlandse Antillen
Officiële naam regelingLANDSVERORDENING van de 31ste december 1985 tot goedkeuring van een ontwerp-onderlinge regeling zoals bedoeld in artikel 38, eerste lid, van het Statuut voor het Koninkrijk der Nederlanden regelende de boedelscheiding van de bezittingen en schulden van de rechtspersoon de Nederlandse Antillen tussen de Nederlandse Antillen en Aruba
CiteertitelOnderlinge Regeling Boedelscheiding Nederlandse Antillen
Vastgesteld doorGouverneur van de Nederlandse Antillen
Onderwerpfinanciën en economie
Eigen onderwerpbestuur en recht

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

In een bijlage bij bijlage A van bijlage I is een per eiland een zeer gedetailleerde inventaris opgenomen met gegevens omtrent oppervlakte en prijs per m2. Deze bijlage is hier niet opgenomen.

Abusievelijk bevat artikel 2 van de Onderlinge Regeling Boedelscheiding Nederlandse Antillen twee tweede leden en geen derde lid.

Abusievelijk bevat artikel 27 in bijlage 1 in de algemene waarderings- en prestatiegrondslagen wel een eerste maar geen tweede lid.

Abusievelijk bevat de specificatie van een aantal activa en passiva van de boedelbalans van de Nederlandse Antillen twee punten 27.

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Statuut voor het Koninkrijk der Nederlanden, art. 38, eerste lid

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerking-

treding

Terugwerkende

kracht tot en met

Datum uitwerking-

treding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

01-01-1986Nieuwe regeling

31-12-1985

PB 1985, no. 169

1985-1986-59

Tekst van de regeling

Intitulé

LANDSVERORDENING van de 31ste december 1985 tot goedkeuring van een ontwerp-onderlinge regeling zoals bedoeld in artikel 38, eerste lid, van het Statuut voor het Koninkrijk der Nederlanden regelende de boedelscheiding van de bezittingen en schulden van de rechtspersoon de Nederlandse Antillen tussen de Nederlandse Antillen en Aruba

Artikel 1

Het ontwerp van de onderlinge regeling zoals bedoeld in artikel 38, eerste lid, van het Statuut voor het Koninkrijk der Nederlanden regelende de boedelscheiding van de bezittingen en schulden van de rechtspersoon de Nederlandse Antillen en Aruba, waarvan de tekst als bijlage bij deze landsverordening is gevoegd, wordt goedgekeurd.

Artikel 2

Deze landsverordening treedt in werking met ingang van 1 januari 1986.

BIJLAGE Behorende bij de Landsverordening van de 31ste december 1985 tot goedkeuring van een ontwerp-onderlinge regeling zoals bedoeld in artikel 38, eerste lid, van het Statuut voor het Koninkrijk der Nederlanden regelende de boedelscheiding van de bezittingen en schulden van de rechtspersoon de Nederlandse Antillen tussen de Nederlandse Antillen en Aruba.

ONDERLINGE REGELING BOEDELSCHEIDING NEDERLANDSE ANTILLEN

ONDERLINGE REGELING zoals bedoeld in artikel 38, eerste lid, van het Statuut voor het Koninkrijk der Nederlanden, regelende de scheiding en deling van de bezittingen en schulden van de rechtspersoon de Nederlandse Antillen tussen de Nederlandse Antillen en Aruba.

De NEDERLANDSE ANTILLEN en ARUBA

In overweging genomen hebbende:

dat ter Conferentie van de Nederlandse Antillen, de eilanden van de Nederlandse Antillen en Nederland, gehouden te ’s-Gravenhage van 7 tot en met 12 maart 1983 is overeengekomen dat er een algehele boedelbeschrijving zal plaatsvinden van de bezittingen en schulden van de rechtspersoon de Nederlandse Antillen, alsmede dat voor die terreinen van overheidszorg waarop niet wordt samengewerkt, een feitelijke boedelscheiding tot stand dient te komen op het moment dat Aruba de positie van land binnen het Koninkrijk verkrijgt;

dat met betrekking tot de scheiding en deling van de boedel van de Nederlandse Antillen op de zitting van de Conferentie voor het voeren van politiek overleg tussen de Nederlandse Antillen en Aruba van 4 en 5 mei 1985 gehouden te Curaçao, nadere afspraken zijn vastgelegd;

dat het wenselijk is de hiervoren bedoelde afspraken en de uitvoering hiervan wettelijk te regelen;

Zijn onderling overeengekomen als volgt:

Algemene bepalingen

Artikel 1

Voor de toepassing van deze onderlinge regeling wordt, tenzij uitdrukkelijk

of impliciet anders aangegeven, verstaan onder:

  • a.

    de Nederlandse Antillen:de rechtspersoon De Nederlandse Antillen

  • b.

    Aruba:de rechtspersoon Aruba

  • c.

    land c.q. landen:het land de Nederlandse Antillen en of het land Aruba

  • d.

    boedelbeschrijving:de vaststelling van de bestanddelen van de boedel van de Nederlandse

    Antillen inclusief de waardering van deze bestanddelen per de dag voorafgaande aan die

    waarop de scheiding en de deling van die boedel plaatsvindt.

  • e.

    boedelbalans:de balans van de bezittingen en schulden van de Nederlandse Antillen per 31 december vastgesteld 1985 conform het model zoals opgenomen in de bij deze onderlinge regeling behorende (bijlage I).

Artikel 2

  • 1.

    Voor de toepassing van deze onderlinge regeling wordt, met inachtneming van het bepaalde in het tweede en derde lid, onder de “Boedel” verstaan alle bezittingen en schulden van de Nederlandse Antillen per 31 december 1985.

  • 2.

    Voor de bepaling van de omvang van de bezittingen en schulden van de Nederlandse Antillen worden in ieder geval mede begrepen alle bezittingen en schulden van:

    • -

      de Postspaarbank, geregeld bij landsverordening van 12 mei 1958 (P.B. 1958, no. 62);

    • -

      de Universiteit van de Nederlandse Antillen, geregeld bij landsverordening van 12 januari 1979 (P.B. 1985, no.43);

    • -

      de Volkskredietbank van de Nederlandse Antillen, geregeld bij de Landsverordening Volkkredietbank (P.B. 1962, no. 63);

    • -

      de Bouwcredietbank van de Nederlandse Antillen, geregeld bij de Landsverordening Bouwcredietbank 1956 (P.B. 1956, no.17);

    • -

      het Waarborgfonds Motorverkeer, ex artikel 15 van de Landsverordening aansprakelijkheidsverzekering motorrijtuigen (P.B. 1977, no. 4);

    • -

      de Landsloterij, geregeld bij de Landsloterijverordening 1949 (P.B. 1965, no. 122);

    • -

      het Muntfonds van de Nederlandse Antillen en het Muntbiljettenfonds van de Nederlandse Antillen, geregeld bij landsverordening van 8 september 1970 (P.B. 1970, no.106).

  • 3.

    Voor de bepaling van de omvang van de bezittingen en schulden van de Nederlandse Antillen worden buiten beschouwing gelaten:

    • a)

      de stranden der zee

    • b)

      het continental plat

    • c)

      de bodemrijkdommen

    • d)

      de bezittingen en schulden van:

      • -

        de Bank van de Nederlandse Antillen (voorheen de Curaçaosche Bank), geregeld bij landsverordening van 25 september 1961 (P.B. 1961, no. 158);

      • -

        het Algemeen Pensioenfonds van de Nederlandse Antillen, geregeld bij Koninklijk Besluit van 27 april 1936 (Stb. no. 941; P.B. 1936, no.66);

      • -

        het Gouvernements-Werkliedenpensioenfonds, geregeld bij landsverordening van 29 december 1944 (P.B. 1945, no. 26);

      • -

        het Fonds Ziektekosten Overheidsgepensioneerden, ex artikel 7 van de Regeling tegemoetkoming ziektekosten overheidspensioneerden (P.B. 1975, no. 249);

      • -

        de Sociale Verzekeringsbank, geregeld bij de Landsverordening Sociale Verzekeringsbank (P.B. 1960, no. 154);

      • -

        het Ouderdomsfonds, ex artikel 24 van de Landsverordening Algemene Ouderdomsverzekering (P.B. 1960, no. 83);

      • -

        het Weduwen- en wezenfonds, ex artikel 27 van de Landsverordening Algemene Weduwen- en wezenverzekering (P.B. 1965, no. 194);

      • -

        het Ziektefonds, ex artikel 8 van de Landsverordening Ziekteverzekering (P.B. 1966, no. 15);

      • -

        het Ongevallenfonds, ex artikel 8 van de Landsverordening Ongevallenverzekering (P.B. 1966, no. 14);

      • -

        het Schommelfonds Ziekte- en Ongevallenverzekering, ex artikel 14 lid 3 van de Landsverordening Sociale Verzekeringsbank (P.B. 1960, no. 154);

      • -

        het Schommelfonds Ouderdoms- en Weduwen- en wezenverzekering, ex artikel 14 lid 4 van de Landsverordening Sociale Verzekeringsbank (P.B. 1960, no. 154);

      • -

        het Cessantiafonds, ex artikel 6 van de Cessantia-landsverordening (P.B. 1983, no. 85).

  • 4.

    Alle veranderingen in de bezittingen en schulden van de Nederlandse Antillen als gevolg van aanwending van de crisisheffing als bedoeld in de Landsverordening crisisheffing (P.B. 1985, no.101) worden voor de bepaling van de omvang van de Boedel buiten beschouwing gelaten.

Artikel 3

  • 1.

    Per 1 januari 1986 wordt de Boedel tussen de Nederlandse Antillen en Aruba gescheiden en gedeeld.

  • 2.

    De scheiding en deling van de Boedel geschiedt met inachtneming van onderstaande bepalingen.

De Boedelbeschrijving

Artikel 4

De conform de bepalingen van deze onderlinge regeling opgestelde boedelbeschrijving, dient tot grondslag voor de scheiding en deling als bedoeld in artikel 3.

Artikel 5

  • 1.

    De boedelbeschrijving geschiedt conform de model-boedelbalans met waarderings- en presentatiegrondslagen zoals opgenomen in de bij deze onderlinge regeling behorende bijlage I.

  • 2.

    De boedel wordt beschreven door door de landen gezamenlijk aan te wijzen externe accountants.

  • 3.

    De boedelbeschrijving geschiedt in fasen totdat de boedel volledig is beschreven.

  • 4.

    De eerste voorlopige boedelbeschrijving wordt opgesteld op 1 juni 1986, de daaropvolgende voorlopige boedelbeschrijving worden opgesteld telkens zes maanden nadat de laatste is opgesteld.

  • 5.

    In de voorlopige boedelbeschrijvingen worden voor de onderscheiden bestanddelen zo veel mogelijk de definitieve cijfers opgenomen. Voorzover voor bestanddelen nog geen definitieve cijfers kunnen worden vastgesteld, worden voorlopige cijfers opgenomen op basis van de meest recente beschikbare gegevens.

  • 6.

    De boedelbeschrijving wordt uiterlijk 1 december 1990 definitief opgesteld.

  • 7.

    De voorlopige boedelbeschrijvingen, bedoeld in het vierde lid, en boedelbeschrijving, bedoeld in het zesde lid, worden telkens binnen een maand na hun totstandkoming door de commissie bedoeld in artikel 32 vastgesteld.

De scheiding van de boedelbalans

Artikel 6

  • 1.

    De boedel van de Nederlandse Antillen zal gescheiden worden in een verhouding van 30 procent voor Aruba en 70 procent voor de Nederlandse Antillen.

  • 2.

    De boedelscheiding vindt zodanig plaats dat elk van de posten op de boedelbalans voor het in de artikelen 8 tot en met 21 bedoelde gedeelte wordt toegewezen aan Aruba.

  • 3.

    Voorzover de verdeling van de posten op de boedelbalans volgens het tweede lid niet overeenkomt met de in het eerste lid genoemde verhouding, vindt verrekening plaats via de afrekenstaat, bedoeld in artikel 7.

Artikel 7

  • 1.

    De boedelscheiding zal conform de boedelbeschrijving in fasen geschieden totdat deze geheel is gerealiseerd. Zij vindt telkens plaats op basis van de voorlopige of definitief vastgestelde boedelbeschrijving.

  • 2.

    De uitkomsten van de boedelscheiding worden telkens binnen een maand na vaststelling van de voorlopige boedelbeschrijvingen door de commissie bedoeld in artikel 32 vastgelegd in een afrekenstaat.

  • 3.

    De commissie bedoeld in artikel 32 stelt binnen een maand na de definitieve vaststelling van de boedelbeschrijving een eindafrekenstaat vast.

  • 4.

    De afrekenstaten, bedoeld in het tweede en derde lid, worden onmiddellijk aan de Regeringen van beide landen toegezonden.

  • 5.

    De eindafrekenstaat bedoeld in het derde lid wordt uiterlijk binnen drie maanden na toezending bedoeld in het vierde lid, door de landen bij landsverordening goedgekeurd.

  • 6.

    Nadat deze eindafrekenstaat is vastgesteld en goedgekeurd vindt de afwikkeling van de resulterende schuldverhouding tussen de landen plaats.

Artikel 8

  • 1.

    De onroerende goederen op Aruba gelegen worden toegewezen aan Aruba.

  • 2.

    De in het vorige lid bedoelde overdracht wordt in de openbare registers ingeschreven. De overdracht geschiedt met alle rechten en verplichtingen en zonder kosten verrekening.

Artikel 9

  • 1.

    De onvervreemdbare rechten van gebruik in internationale telecommunicatiesystemen zoals vermeld in bijlage II worden toegewezen aan Aruba.

  • 2.

    De installaties van de Landsradio Telecommunicatie Dienst Nederlandse Antillen en de overige roerende goederen die zich op Aruba bevinden, worden toegewezen aan Aruba.

Artikel 10

  • 1.

    Een derde deel van de geplaatste aandelen van de A.B.C. Commuter Airways N.V. wordt toegewezen aan Aruba.

  • 2.

    Van de overige deelnemingen wordt 30 procent van de geplaatste aandelen toegewezen aan Aruba. Aruba draagt deze tegen de in de boedelbalans opgenomen waarde over aan de Nederlandse Antillen.

  • 3.

    De bezittingen van de Antilliaanse Televisie Maatschappij N.V. die zich op Aruba bevinden en/of die betrekking hebben op activiteiten op Aruba en/of die geadministreerd worden op Aruba, worden toegewezen aan Aruba.

  • 4.

    De schulden van de Antilliaanse Televisie Maatschappij N.V., die niet bedoeld zijn in het vierde lid, aan crediteuren die woonplaats hebben c.q. gevestigd zijn op Aruba te voldoen.

  • 5.

    Aruba verplicht zich de schulden van de Antilliaanse Televisie Maatschappij N.V., die kunnen worden toegerekend aan Aruba, worden toegewezen aan Aruba.

Artikel 11

  • 1.

    De beleggingen van de Postspaarbank, Universiteit van de Nederlandse Antillen, de Volkskredietbank, het Waarborgfonds Motorverkeer, het Muntfonds van de Nederlandse Antillen, het Muntbiljettenfonds van de Nederlandse Antillen en de Landsloterij worden tussen de Nederlandse Antillen en Aruba verdeeld in de verhouding van 70-30 procent.

  • 2.

    Voorzover de beleggingen bedoeld in het eerste lid niet of niet zonder waardevermindering kunnen worden verdeeld, worden deze vooruitlopend op de definitieve verdeling ondergebracht in het Beleggingsfonds bedoeld in artikel 21.

  • 3.

    De overige bezittingen van de in het eerste lid genoemde instellingen die zich op Aruba bevinden en of die betrekking hebben op activiteiten op Aruba en of die geadministreerd worden op Aruba, met uitzondering van de post “te vorderen exploitatiesubsidies departement van Financiën” van de Universiteit van de Nederlandse Antillen, worden toegewezen aan Aruba.

  • 4.

    De schulden van de in het eerste lid genoemde instellingen, die kunnen worden toegerekend aan Aruba, worden toegewezen aan Aruba.

  • 5.

    Aruba verplicht zich de schulden van de instellingen die niet bedoeld zijn in het vierde lid, aan crediteuren die woonplaats hebben c.q. gevestigd zijn op Aruba te voldoen.

Artikel 12

Vorderingen uit hoofde van aan het Eilandgebied Aruba en of aan op Aruba gevestigde instellingen doorgegeven leningen in het kader van de ontwikkelingssamenwerking worden toegewezen aan Aruba.

Artikel 13

  • 1.

    Vorderingen uit hoofde van met het Eilandgebied Aruba nog te verrekenen belastingopbrengsten worden toegewezen aan Aruba.

  • 2.

    Vorderingen uit hoofde van de door het Land aan het Eilandgebied Aruba verleende diensten c.q. geleverde goederen worden toegewezen aan Aruba.

  • 3.

    Vorderingen uit hoofde van de door het Land verleende diensten aan anderen dan de eilandgebieden, zoals aan particuliere personen en bedrijven, alsmede nog te factureren bedragen worden, voor zover deze vorderingen betrekking hebben op natuurlijke personen en rechtspersonen woonachtig of gevestigd op Aruba, aan Aruba toegewezen.

  • 4.

    Vorderingen uit hoofde van ’s Landsbelastingen, die door de belastingdienst op het Eilandgebied Aruba zijn geheven en die door de belastingdienst van het Land Aruba zullen worden geheven, worden toegewezen aan Aruba.

  • 5.

    Vorderingen uit hoofde van aan het Eilandgebied Aruba verstrekte voorschotten, worden aan Aruba toegewezen.

  • 6.

    Vorderingen uit hoofde van aan het Eilandgebied Aruba verstrekte leningen, worden aan Aruba toegewezen.

  • 7.

    Vorderingen uit hoofde van aan ’s Landspersoneel verstrekte leningen en voorschotten worden voor zover verstrekt aan personen op Aruba woonachtig, aan Aruba toegewezen.

  • 8.

    Vorderingen uit hoofde van aan particuliere personen en bedrijven, voor zover deze woonachtig of gevestigd zijn op Aruba, verstrekte voorschotten en leningen, worden aan Aruba toegewezen.

  • 9.

    Vorderingen op beursalen die bij verkrijging van de beurs woonachtig waren op Aruba, worden aan Aruba toegewezen.

Artikel 14

De vooruitbetaalde bedragen die aan Aruba kunnen worden toegerekend, worden toegewezen aan Aruba.

Artikel 15

De liquide middelen die zich op Aruba bevinden, worden toegewezen aan Aruba.

Artikel 16

Indien en voorzover er liquiditeitsproblemen ontstaan bij de Nederlandse Antillen omdat bij aflossing van obligatieleningen en schatkistpapier geen of geen volledige hernieuwde obligatielening of schatkistpapier kan worden uitgegeven, zal Aruba vooruitlopend op de eindafrekening als in artikel 7, 30 procent van het niet hernieuwde deel van de verplichtingen voldoen, zodra de rente en aflossing vervalt.

Artikel 17

De leningen in het kader van de ontwikkelingssamenwerking welke doorgegeven zijn aan het Eilandgebied Aruba en of aan op Aruba gevestigde instellingen, alsmede de leningen in het kader van de ontwikkelingssamenwerking voortvloeiende uit landsprojecten op Aruba, worden toegewezen aan Aruba.

Artikel 18

Van de verplichtingen uit hoofde van aan te zuiveren vermogenstekorten van fondsen, wordt telkens een deel toegewezen aan Aruba. Dit deel wordt bepaald aan de hand van de verdeelsleutel die gehanteerd wordt bij de verdeling van het vermogen van het desbetreffende fonds.

Artikel 19

  • 1.

    De verplichtingen uit hoofde van duurtetoeslagen van gepensioneerden die worden toegescheiden aan het Arubaanse Pensioenfonds, worden toegewezen aan Aruba.

  • 2.

    De verplichtingen uit hoofde van uitkeringen bij wijze van pensioen aan personen die per 1 januari 1986 woonplaats hebben op Aruba, worden toegewezen aan Aruba

Artikel 20

De verplichtingen uit hoofde van functieherwaardering van landspersoneel dat met ingang van 1 januari 1986 is overgegaan in dienst van Aruba, worden toegewezen aan Aruba.

Artikel 21

  • 1.

    De schulden vallende onder de post “diverse schulden”, die kunnen worden toegerekend aan Aruba, worden toegewezen aan Aruba.

  • 2.

    Aruba verplicht zich de schulden vallende onder de post “diverse schulden” die niet bedoeld zijn in het eerste lid, aan crediteuren die woonplaats hebben c.q. gevestigd zijn op Aruba, te voldoen.

Beleggingsfonds Nederlandse Antillen en Aruba

Artikel 22

  • 1.

    Er is een gemeenschappelijk Beleggingsfonds van de Nederlandse Antillen en Aruba, genaamd Beleggingsfonds Nederlandse Antillen en Aruba.

  • 2.

    Het Beleggingsfonds Nederlandse Antillen en Aruba – verder te noemen het Beleggingsfonds – is rechtspersoon naar Arubaans recht. Het is gevestigd te Oranjestad te Aruba.

Artikel 23

Het bestuur van het Beleggingsfonds wordt gevoerd door een directie, bestaande uit een door elk der landen aangewezen deskundigen. De directie kan zich door anderen laten bijstaan.

Artikel 24

  • 1.

    De directieleden genieten uit hoofde van het lidmaatschap van de directie van het directie van het Beleggingsfonds geen bezoldiging en hebben geen aanspraak op pensioen.

  • 2.

    De regeling omtrent vergoeding van reis- en verblijfkosten en omtrent vacatiegelden wordt door elk land voor het door hem aangewezen directielid geregeld.

Artikel 31

  • 1.

    Er is een Raad van Toezicht bestaande uit een door elk der landen aan te wijzen lid.

  • 2.

    Artikel 24 is op de leden van de Raad van Toezicht van overeenkomstige toepassing.

  • 3.

    De directie is gehouden de Raad van Toezicht telkens op zijn aanvrage al die inlichtingen te verstrekken en daarbij desgevraagd boeken en bescheiden over te leggen, welke hij voor een behoorlijke uitoefening van zijn functie nodig acht.

  • 4.

    De Raad van Toezicht ziet toe op het bestuur van het Beleggingsfonds.

Slotbepalingen

Artikel 32

  • 1.

    Met de uitvoering van de definitieve scheiding van de Boedel conform de bepalingen van deze onderlinge regeling, wordt een commissie belast, bestaande uit de directeur van het Departement van Financiën en de directeur van de Landsaccountantsdienst van elk der landen.

  • 2.

    De commissie bedoeld in het eerste lid, kan voor haar werkzaamheden de medewerking inroepen van lands- en eilandsdiensten. Zij is tevens bevoegd deskundigen van buiten de overheid uit te nodigen haar te adviseren.

Artikel 33

Deze onderlinge regeling kan worden gewijzigd bij onderlinge regeling zoals bedoeld in artikel 38, eerste lid, van het Statuut voor het Koninkrijk der Nederlanden, welke onderlinge regeling door de landen bij landsverordening wordt goedgekeurd.

Artikel 34

Deze onderlinge regeling kan worden aangehaald als “Onderlinge Regeling Boedelscheiding Nederlandse Antillen” en treedt in werking met ingang van 1 januari1986.

BIJLAGE I bij Ontwerp Onderlinge regeling boedelscheiding Nederlandse Antillen.

MODEL VAN DE BESCHRIJVING (INCLUSIEF WAARDERINGS- EN PRESENTATIEGRONDSLAGEN) VAN DE BOEDEL VAN DE NEDERLANDSE ANTILLEN.

INHOUDSOPGAVE

Model-boedelbalans

Algemene waarderings- en presentatiegrondsalgen

Specificatie van een aantal activa en passiva van de Bedelbalans

MODEL BOEDELBALANS

Activa

  • 1.

    Onroerende goederen

  • 2.

    Roerende goederen

  • 3.

    Deelnemingen

  • 4.

    Instelling, voortvloeiende uit wetgeving

  • 5.

    Vorderingen uit hoofde van aan de Eilandgebieden en/of aan op de Eilandgebieden gevestigde instellingen doorgegeven leningen in het kader van de ontwikkelingssamenwerking

  • 6.

    Diverse vorderingen

  • 7.

    Vooruitbetaalde bedragen

  • 8.

    Liquide middelen

Passiva

  • 20.

    Obligatieleningen

  • 21.

    Uitgegeven schatkistpapier

  • 22.

    Leningen in het kader van de ontwikkelingssamenwerking

  • 23.

    Verplichtingen uit hoofde van aan te zuiveren vermogenstekorten van fondsen

  • 24.

    Verplichting uit hoofde van duurte-toeslagen en uitkeringen bij wijze van pensioen

  • 25.

    Verplichting uit hoofde van functie-herwaardering ’s Landspersoneel

  • 26.

    (Voorwaardelijke) verplichtingen uit hoofde van garanties alsmede schulden, voortvloeiende

uit civiele procedure

  • 27.

    Diverse schulden

  • 28.

    ’s Landsvermogen

  • 90.

    Voorwaardelijke verplichtingen

ALGEMENE WAARDERINGS- EN PRESENTATIEGRONDSLAGEN

I. Algemeen

Onderstaand zijn de algemene waarderings- en presentatiegrondslagen weergegeven, zoals die in principe voor de onderscheiden vermogensbestanddelen dienen te worden gehanteerd. Indien voor specifieke vermogensbestanddelen van deze algemene grondslagen is afgeweken, is dit aangegeven.

Onder boedel wordt in dit model verstaan alle bezittingen en schulden van de Nederlandse Antillen per de dag voorafgaande aan de datum van de inwerkingtreding van de Rijkswet van 22 juli 1985 (Stb.452; P.B. 1985, no.102) tot wijziging van het Statuut voor het Koninkrijk der Nederlanden, houdende losmaking van Aruba uit het staatsverband van de Nederlandse Antillen.

Voor de bepaling van de omvang van de bezittingen en schulden van de Nederlandse Antillen worden in ieder geval mede begrepen alle bezittingen en schulden van:

  • -

    de Postspaarbank;

  • -

    de Universiteit van de Nederlandse Antillen;

  • -

    de Volkskredietbank van de Nederlandse Antillen;

  • -

    de Bouwcredietbank van de Nederlandse Antillen;

  • -

    het Waarborgfonds Motorverkeer;

  • -

    de Landsloterij;

  • -

    het Muntfonds van de Nederlandse Antillen en het Muntbiljettenfonds van de Nederlandse Antillen.

Voor de bepaling van de omvang van de bezittingen en schulden van de Nederlandse Antillen worden buiten beschouwing gelaten:

A

  • 1.

    de stranden der zee;

  • 2.

    het continentaal plat;

  • 3.

    de bodemrijkdommen.

B

de bezittingen en schulden van:

  • 1.

    de Bank van de Nederlandse Antillen;

  • 2.

    het Algemeen Pensioenfonds van de Nederlandse Antillen;

  • 3.

    het Fonds Ziektekosten Overheidsgepensioneerden;

  • 4.

    de Sociale Verzekeringsbank;

  • 5.

    het Ouderdomsfonds;

  • 6.

    het Weduwen- en Wezenfonds;

  • 7.

    het Ziektefonds;

  • 8.

    het Ongevallenfonds;

  • 9.

    het Schommelfonds Ziekte en Ongevallenverzekering;

  • 10.

    het Schommelfonds Ouderdoms- en Weduwen- en Wezenverzekering;

  • 11.

    het Cessantiafonds.

Alle veranderingen in de bezittingen en schulden van de Nederlandse Antillen als gevolg van aanwending van de crisisheffing als bedoeld in de Landsverordening Crisisheffing (P.B. 1985, no. 101) worden voor de bepaling van de omvang van de boedel buiten beschouwing gelaten.

Voor de onder B1 en de onder B2 tot en met 11 genoemde bezittingen en schulden zijn separate regelingen getroffen.

De vorderingen op en schulden aan Eilandgebieden, deelnemingen, instellingen voortvloeiende uit wetgeving alsmede derden worden in aanmerking genomen voor de bedragen zoals deze in de administratie van het Land zijn opgenomen.

Eventuele verschillen worden uitgezocht, waarna de verrekening achteraf plaatsvindt. Verschillen die na afstemming nog blijven bestaan, worden ten gunste c.q. ten laste van ’s Landsvermogen gebracht.

In uitzondering hierop geldt dat voor het Algemeen Pensioenfonds Nederlandse Antillen, het Werklieden Pensioenfonds, alsmede de Sociale Verzekeringsbank, de saldi zoals deze in de administratie van deze instellingen zijn opgenomen, bepalend zijn.

De te activeren kosten worden buiten beschouwing gelaten.

Het vermogen, voortvloeiend uit de exploitatie van de lokale telefoonnetten van Saba en St. Eustatius, vormt voor wat betreft het lokale telefoonverkeer geen onderdeel van de boedel.

Eliminatie uit de bezittingen en schulden van het Land geschiedt op basis van schattingen.

Vorderingen en schulden luidende in vreemde valuta worden gewaardeerd tegen de per balansdatum geldende valutakoersen.

II. Balansposten

1. Onroerende goederen

Hieronder worden zowel de gronden als de gebouwen opgenomen welke per balansdatum eigendom zijn van het Land.

De onroerende goederen zijn gewaardeerd op een waarde zoals aangegeven in het rapport van de commissie, ingesteld bij Ministeriële Beschikking van de 19de september 1985, no. 7783 JAZ, welk rapport als bijlage A aan deze model-boedelbalans is gehecht.

De onroerende goederen welke in Nederland zijn gelegen, zullen worden gewaardeerd door een door de landen gezamenlijk aan te wijzen deskundige aldaar.

De waarde van de grond waarop landswoningen staan en waarover door de Nederlandse Antillen bindende toezeggingen zijn gedaan tot overdracht, wordt buiten beschouwing gelaten, terwijl deze landwoningen zelf, anders dan aangegeven in het rapport van de onroerend goed waarderingscommissie, worden gewaardeerd tegen de te realiseren verkoopwaarde.

2. Roerende goederen

Onder de roerende goederen worden mede begrepen de installaties van de Landsradio Telecommunicatie Dienst Nederlandse Antillen, alsmede de onvervreemdbare rechten van gebruik in internationale telecommunicatiesystemen.

De installaties van de Landsradio Telecommunicatie Dienst Nederlandse Antillen, alsmede de onvervreemdbare rechten van gebruik in internationale telecommunicatie systemen worden gewaardeerd op de grondslagen zoals opgenomen in de bedrijfseconomische jaarrekening van de LRD over 1985.

De overige roerende goederen worden gewaardeerd op 50 procent van de aanschaffingen aan duurzame roerende goederen in de jaren 1981 tot en met 1985 volgens de betreffende jaarrekeningen van het Land.

3. Deelnemingen

De deelnemingen worden gewaardeerd tegen werkelijke vermogenswaarde, waaronder verstaan wordt de getoonde intrinsieke waarde verhoogd, c.q. verlaagd met reserves begrepen in onroerende goederen en eventuele overige noodzakelijk geachte correcties.

In het geval de werkelijke intrinsieke waarde negatief is wordt deze voor de boedelbalans op nul gesteld.

De waardering van onroerende goederen wordt op dezelfde wijze bepaald als vermeld bij onroerende goederen.

De deelnemingen worden opgenomen naar rato van ’s Lands aandeel in het kapitaal.

4. Instellingen, voortvloeiende uit wetgeving

De instellingen, voortvloeiende uit wetgeving worden gewaardeerd tegen werkelijke vermogenswaarde, waaronder verstaan wordt de getoonde intrinsieke waarde verhoogd c.q. verlaagd met reserves begrepen in onroerende goederen en eventuele overige noodzakelijk geachte correcties.

Indien de werkelijke intrinsieke waarde negatief is, wordt deze voor de boedelbalans op nul gesteld.

De waardering van onroerende goederen wordt op dezelfde wijze bepaald als vermeld bij onroerende goederen.

5. Vorderingen uit hoofde van aan de Eilandgebieden en/of aan op de Eilandgebieden gevestigde instellingen doorgegeven leningen in het kader van de ontwikkelings-samenwerking

Onder deze post zijn begrepen de vorderingen die voortvloeien uit de leningen die het Land in het kader van de ontwikkelingssamenwerking met Nederland en de E.E.G. heeft opgenomen en vervolgens doorgegeven.

Zie ook de tegenpost onder punt 21 van de boedelbalans.

6. Diverse vorderingen

6.1 Alle vorderingen voortvloeiende uit gebeurtenissen dan wel feiten tot en met de balansdatum, worden opgenomen in de boedelbalans.

6.2 Vorderingen op Eilandgebieden, deelnemingen of instellingen welke uit wetgeving zijn voortgevloeid, zijn opgenomen tegen nominale waarde. De overige vorderingen zijn opgenomen tegen nominale waarde onder aftrek van een (door de betreffende instanties) noodzakelijk geachte voorziening wegens oninbaarheid.

Het vorenstaande is niet van toepassing op de aan de Antilliaanse Luchtvaart Maatschappij verstrekte geldlening voorzover gerealiseerd in de periode liggende tussen 15 september 1984 en balansdatum.

6.3 Alle vorderingen uit hoofde van belastingopbrengsten worden opgenomen in de boedelbalans, voorzover de belastingopbrengsten voortvloeien uit gebeurtenissen dan wel feiten tot en met de balansdatum.

Wegens achterstanden in de oplegging dan wel inning van de belastingen, geschiedt de afwikkeling deels door verrekening achteraf.

6.4 Vorderingen wegens wijziging met ingang van 1978 van de in artikel 86 respectievelijk 87 van de ERNA genoemde percentages, zijn (tegen nominale waarde) opgenomen in de boedelbalans.

6.5 De bevroren belastingafdrachten van voor 1977 zijn in de boedelbalans opgenomen tegen nominale bedragen.

6.6 Alle vorderingen van het Land wegens civiele procedures, in verband met gebeurtenissen dan wel feiten welke hun oorsprong vinden in de periode tot en met de balansdatum, zijn opgenomen in de boedelbalans.

Deze vorderingen worden in aanmerking genomen voor de per balansdatum geclaimde bedragen dan wel door verrekening achteraf.

7. Vooruitbetaalde bedragen

Onder vooruitbetaalde bedragen worden verstaan de reeds gedane betalingen voor verplichtingen van het Land over periodes na 31 december 1985.

23. Verplichtingen uit hoofde van aan te zuiveren vermogenstekorten van fondsen.

23.1 Eventueel aan te zuiveren vermogenstekorten zijn gebaseerd op de dienaangaande wettelijke regelingen en de door de betreffende instellingen en fondsen overgelegde berekeningen. Het vermogenstekort van het Algemeen Pensioenfonds Nederlandse Antillen en het Werklieden Pensioenfonds zal mede zijn gebaseerd op actuariële berekeningen inzake de benodigde premiereserve.

Bij de bepaling van het vermogenstekort van het Fonds Ziekte- en Ongevallenverzekering wordt uitgegaan van de gecontroleerde jaarrekening van de Sociale Verzekeringsbank per balansdatum.

23.2 De door de Sociale Verzekeringsbank beherende fondsen

Het door het Land aan te zuiveren vermogenstekort betreft de tekorten in het fonds Ziekteverzekering/Ongevallenverzekering (ZV/OV), welke tijdelijk zijn gefinancierd met de overschotten van het Ouderdoms- en het Weduwen- en Wezenfonds. Conform de Landsverordening (art.14) Sociale Verzekeringsbank dienen deze overschotten van het AOV/AWW-fonds te worden gestort in een door de SVB afzonderlijk te beheren fonds, genaamd Schommelfonds. Uit hoofde van haar garantiestelling dient het Land de tekorten in het ZV/OV-fonds aan te zuiveren.

23.3 Algemeen Pensioenfonds Nederlandse Antillen (APNA) en Werklieden Pensioenfonds (WP)

23.3.1 ’s Lands aandeel in de vermogenstekorten van het APNA en het WP dient door het Land te worden aangezuiverd en is derhalve als verplichting in de boedelbalans opgenomen. De vermogenstekorten zijn mede gebaseerd op de actuarieel vastgestelde premiereserves per balansdatum. De actuariële berekening van de premiereserves is gebaseerd op de pensioengrondslagen en de normaliter gebruikte rekenrente. Daarbij is tevens verwerkt de tot en met balansdatum reeds toegepaste jaarlijkse verhoging van de pensioengrondslagen ter afbouw van de duurtetoeslagen.

23.3.2 De door het Land aan het APNA en het WP conform PB 1972/67 verschuldigde rente wegens niet tijdige afdracht van de pensioenbijdragen is slechts in de boedelbalans opgenomen voorzover de rente is ontstaan vanaf het kalenderjaar 1981.

De rente over de jaren 1972 t/m 1980 wordt, in tegenstelling tot het bepaalde in artikel 3A van het Landsbesluit h.a.m. van 21 november 1961 (P.B. 1961, no. 199) zoals gewijzigd, niet aan het Land in rekening gebracht.

24. Verplichtingen uit hoofde van duurtetoeslag en uitkeringen bij wijze van pensioen.

Verplichtingen uit hoofde van duurtetoeslagen en uitkeringen bij wijze van pensioen zijn op actuariële grondslag berekend en opgenomen in de boedelbalans.

’s Lands verplichtingen uit hoofde van duurtetoeslagen en uitkeringen bij wijze van pensioen zijn slechts voor de reeds ingegane pensioenen in de boedelbalans opgenomen.

’s Lands mogelijke verplichtingen uit hoofde van duurtetoeslagen voor nog niet ingegane pensioenen, zijn niet opgenomen in de boedelbalans.

25. Verplichtingen uit hoofde van functie-herwaardering ’s Landspersoneel

Hieronder zijn opgenomen verplichtingen terzake van nog te vergoeden bedragen per balansdatum wegens functieherwaardering ’s Landspersoneel.

26. (Voorwaardelijke) verplichtingen uit hoofde van garanties alsmede schulden, voortvloeiende uit civiele procedures.

26.1 Garanties

De garanties worden slechts als schuld in de boedelbalans per balansdatum opgenomen, voorzover geen contra-garanties door betreffende Eilandgebieden zijn verstrekt, en slechts voor die bedragen waarvoor de aansprakelijkheidsstelling per balansdatum is geschied.

Indien gedurende de looptijd van de betreffende garanties, alsmede de overige garanties waarvoor per balansdatum nog geen claims zijn ingediend, het Land door de schuldeisers nog verder aansprakelijk wordt gesteld, wordt dit achteraf verrekend. Deze garanties zijn als voorwaardelijke verplichtingen in de boedelbalans opgenomen.

Het vorenstaande is niet van toepassing op garanties ten behoeve van de Antilliaanse Luchtvaart Maatschappij voor zover verstrekt tussen 15 september 1984 en balansdatum.

26.2 Schulden, voortvloeiende uit civiele procedures

Alle schulden van het Land wegens civiele procedures, in verband met gebeurtenissen dan wel feiten welke hun oorsprong vinden in de periode tot en met balansdatum, zijn opgenomen in de boedelbalans.

Deze schulden worden in aanmerking genomen voor de per balansdatum geclaimde bedragen dan wel door verrekening achteraf.

27. Diverse schulden

27.1 Hieronder vallen onder meer schulden uit hoofde van belastingopbrengsten.

Te dien aanzien zij het volgende opgemerkt:

Alle schulden uit hoofde van belastingopbrengsten worden opgenomen in de boedelbalans, voorzover de belastingopbrengsten voortvloeien uit gebeurtenissen dan wel feiten tot en met balansdatum.

Wegens achterstanden in de oplegging dan wel inning van de belastingen, geschiedt de afwikkeling deels door verrekening achteraf.

Schulden wegens wijziging met ingang van 1978 van de in artikel 86 respectievelijk 87 van de ERNA genoemde percentages, zijn (tegen nominale waarde) opgenomen in de boedelbalans.

Alle schulden voortvloeiende uit gebeurtenissen dan wel feiten tot en met balansdatum, worden opgenomen in de boedelbalans.

Het vorenstaande is niet van toepassing op de voor aan de Antilliaanse Luchtvaart Maatschappij verstrekte geldleningen door het Land aangegane verplichtingen, voorzover gerealiseerd in de periode liggende tussen 15 september 1984 en balansdatum.

SPECIFICATIES VAN EEN AANTAL ACTIVA EN PASSIVA

VAN DE BOEDELBALANS VAN DE NEDERLANDSE ANTILLEN

1. Onroerende goederen

Gronden

Gebouwen

2. Roerende goederen

Vervoermiddelen

Kantoormeubilair- en machine

Installaties

Instrumentaria

Voorraden

Onvervreemdbare rechten van gebruik in internationale telecommunicatiesystemen

Overige

3. Deelnemingen

A.B.C Commuter Airways N.V.

Antilliaanse Luchtvaart Maatschappij N.V.

Antilliaanse Televisie Maatschappij N.V.

Bonaire Visindustrie N.V.

Bonaire Werf en Jachthaven N.V.

Cambes Textiles N.V.

Curaçao Drydock Company N.V.

N.V. Gemeenschappelijk Electriciteitsbedrijf “Bovenwindse Eilanden”

Hotelmaatschappij Bon Antil N.V.

International Caribbean Tourist N.V.

Nederlands Antilliaans Constructiebedrijf N.V.

Ontwikkelingsbank van de Nederlandse Antillen N.V.

Ontwikkelingsmaatschappij International Trade Center (ITC) N.V.

Saba Bank Resources N.V.

W.E.B. Bonaire N.V.

Airways International N.V.

Woningbouw Curaçao N.V.

Overige

4. Instellingen voortvloeiende uit wetgeving

Postspaarbank van de Nederlandse Antillen

Universiteit van de Nederlandse Antillen

Volkskredietbank van de Nederlandse Antillen

Bouwkredietbank van de Nederlandse Antillen

Waarborgfonds Motorverkeer

Muntfonds van de Nederlandse Antillen en

Muntbiljettenfonds van de Nederlandse Antillen

Landsloterij

5. Vorderingen uit hoofde van aan Eilandgebieden en/of aan op de Eilandgebieden gevestigde instellingen door gegeven leningen in het kader van de ontwikkelingssamenwerking.

Eilandgebied Aruba

Eilandgebied Bonaire

Eilandgebied Curaçao

Eilandgebied Saba

Eilandgebied St.Maarten

Eilandgebied St.Eustatius

Derden

Diverse vorderingen

  • -

    Vorderingen uit hoofde van met de Eilandgebieden Aruba en Curaçao nog te verrekenen belastingopbrengsten

  • -

    Vorderingen uit hoofde van de door het Land aan de Eilandgebieden verleende diensten c.q. geleverde goederen

  • -

    Vorderingen uit hoofde van de door het Land aan anderen dan de Eilandgebieden verleende diensten, zoals particuliere personen en bedrijven, alsmede nog te factureren bedragen

  • -

    Vorderingen uit hoofde van ’s Landsbelastingen

  • -

    Vorderingen uit hoofde van aan de Eilandgebieden verstrekte voorschotten

  • -

    Vorderingen uit hoofde van aan de Eilandgebieden verstrekte leningen

  • -

    Vorderingen uit hoofde van aan ’s Landspersoneel verstrekte leningen en voorschotten

  • -

    Vorderingen op deelnemingen en instellingen

  • -

    Vorderingen uit hoofde van aan particuliere personen en bedrijven verstrekte voorschotten en leningen

6. Diverse vorderingen (vervolg)

Vorderingen op bursalen

Nog af te wikkelen claims

9. Liquide middelen

Kasgelden aanwezig op de kantoren van de Landsontvangers, alsmede saldi van de bank- en girorekeningen ten name van deze kantoren

Kasgelden aanwezig op Postkantoren, alsmede saldi van de bank- en girorekeningen ten name van deze kantoren

Kasgelden aanwezig bij andere landsinstellingen dan de Landsontvangers, c.q. Postkantoren, alsmede saldi van de bank- en girorekening ten name van deze

23. Verplichtingen uit hoofde van aan te zuiveren vermogenstekorten fondsen

Vermogenstekort A.P.N.A.

Vermogenstekort Werklieden Pensioenfonds

Vermogenstekort (per saldo) Fonds Ziekteverzekering/Ongevallenverzekering

Vermogenstekort overige fondsen

27. Diverse schulden

  • -

    Schulden inzake leveranties van goederen alsmede dienstverleningen

  • -

    Schulden inzake nog te verrekenen bedragen met deelnemingen

  • -

    Schulden inzake nog te verrekenen bedragen met instellingen voortvloeiende uit wetgeving

  • -

    Schulden inzake, ten behoeve van derden ontvangen bedragen

  • -

    Nog te betalen salarissen en lonen

  • -

    Nog af te dragen inhoudingen

  • -

    Vooruitontvangen bedragen

  • -

    Nog te betalen pensioenen bij wijze van onderstand

  • -

    Nog te betalen Landsbijdragen

27. Diverse schulden (vervolg)

  • -

    Nog af te reken subsidies

  • -

    Voorziening verplichtingen inzake uitkeringen bij wijze van pensioen

  • -

    Overige

Bijlage A

Rapport waardering onroerende goederen eigendom van de rechtspersoon de Nederlandse Antillen opgemaakt door de commissie ingesteld bij ministeriele beschikking dd. 19-09-1985 no. 7783/jaz

INDEX

  • 1.

    Ministeriele Beschikking.

  • 2.

    Inleiding.

  • 3.

    Bronnen van informaties.

  • 4.

    Waarderingslijsten Landseigendommen.

MINISTERIËLE-BESCHIKKING van de 19 september 1985 (7783/JAZ)

DE MINISTER VOOR VOORBEREIDING STATUS APARTE ARUBA

EN STAATKUNDIGE HERSSTRUCTURERING NEDERLANDSE ANTILLEN

Overwegende:

dat de boedel van de Nederlandse Antillen als gevolg van het verkrijgen van de Status Aparte van Aruba verdeeld zal moeten worden over de Nederlandse Antillen van de Vijf en Aruba;

dat het wenselijk is een onroerend goed-waarderingscommissie in te stellen, met als taak voor 1 oktober 1985 de Regering van de Nederlandse Antillen en het Bestuurscollege van het eilandgebied Aruba te adviseren over een eenvoudige waarderingsgrondslag voor de onroerende goederen, zowel gronden als gebouwen, van het land de Nederlandse Antillen en van zijn deelnemingen en instellingen;

H E B B E N G O E D G E V O N D E N:

In te stellen een commissie zoals in de considerans bedoeld.

In de sub I bedoelde commissie als leden te benoemen:

de heer H.E. Sprock, Hoofd Landsgebouwendienst Nederlandse Antillen

de heer A.A. Commenencia, Hoofd Domeinbeheer Curaçao

de heer H.B. Croes, technische ambtenaar DOW-Aruba

III. De leden van de sub I bedoelde commissie te vergunnen, zonodig reis- en verblijfkosten te

declareren, zoals bepaald voor ambtenaren reizende in de eerste klasse, wanneer

vergaderingen worden bijgewoond op een ander eiland dan waarop ze woonachtig zijn.

IV. De bepalingen van het Landsbesluit Verzekering Vliegrisico’s 1952 P.B. 1952, no. 10, zoals

gewijzigd, op de leden van de sub I bedoelde commissie van toepassing te verklaren.

Afschrift dezes te zenden aan:

de Staten van de Nederlandse Antillen,

de Regering van de Nederlandse Antillen,

de Algemene Rekenkamer Nederlandse Antillen,

het Bestuurscollege van het eilandgebied Aruba,

de Direkteur van het Departement van Financien,

de ambtenaar belast met de leiding van het Departement van Financien, afdeling Aruba,

de Direkteur van het Departement staatkundige Structuur Eilanden,

de benoemden,

Willemstad, 19 september 1985

De Minister voor Voorbereiding Status Aparte Aruba,

De Minister voor Staatkundige

Herstructurering Nederlandse Antillen,

I N L E I D I N G.

Naar aanleiding van de opdracht vervat in de Ministeriele-Beschikking van de 19de september 1985 no. 7783/JAZ hebben wij op 23 september 1985 een aanvang gemaakt met de werkzaamheden om bedoelde opdracht uit te voeren.

Gelet op de grote verscheidenheid van de Landseigendommen, in het bijzonder voor wat betreft de gebouwen, is het buitengewoon moeilijk om een eenvoudige grondslag te bepalen voor de waardering van deze onroerende goederen.

Buitendien is gebleken dat de uitgetrokken termijn, waarin de opgedragen taak moest zijn voltooid (twaalf dagen) uitermate krap was genomen.

Alleen al het bezoeken van diverse landseigendommen op de zes eilanden, heeft meer tijd gevergd dan beschikbaar was voor het samenstellen van het rapport.

Met nadruk willen wij erop wijzen, dat dit rapport pas volledig is wanneer de berekende oppervlaktes van de openbare gebouwen en woningen bekend zijn.

Verder stellen wij voor om onroerende goederen gebruikt ten behoeve van militaire instanties, alsmede zeeën, stranden, baaien, binnenwateren, riffen, vuurtorens en graven buiten dit rapport te houden.

De Commissie

Curaçao, 28 oktober 1985.

de heer H. E. Sprock.

de heer H. B. Croes.

de heer A. A. Comenencia.

BRONNEN VAN INFORMATIES

A.Eiland ARUBA
 Dienst van het Kadaster en Hypotheekbewaarder:
 Dienst Domeinbeheer:
 Landsgebouwendienst:
   
B.Eiland BONAIRE
 Dienst van het Kadaster en Hypotheekbewaarder:
 Dienst Domeinbeheer:
 Landsgebouwendienst:
   
C.Eiland CURAÇAO
 Dienst van het Kadaster:
 Hypotheekbewaarder:
 Landsgebouwendienst:
 Dienst Domeinbeheer:
   
D.Eilanden SABA, SINT EUSTATIUS en SINT MAARTEN
 Dienst van het Kadaster en Hypotheekbewaarder:
 Landsgebouwendienst:

BIJLAGE

ONDERLINGE-REGELING BOEDELSCHEIDING NEDERLANDSE ANTILLEN

Aan de Gemengde Werkgroep Boedelscheiding

Aan Aruba wordt toegewezen “het onvervreemdbaar recht van gebruik in:

22 halfkanalen in de Curaçao – St. Maarten – St. Thomas kabel voor gezamenlijk gebruik met A.T.T. U.S.A.

3 halfkanalen in de Curaçao – St. Maarten – St. Thomas kabel voor gezamenlijk gebruik met ITT-Communications International Virgin Islands.

3 Halfkanalen in de Curaçao – St. Maarten – St. Thomas kabel voor gezamenlijk gebruik met AACR Puerto Rico.

2 Halfkanalen in de Curaçao – St. Maarten – St. Thomas kabel voor gemeenschappelijk gebruik met Codetel Dominicaanse Republiek.

5 Halfkanalen in de Curaçao – St. Maarten kabel voor gezamenlijk gebruik met de Nederlandse PTT.

1 Halfkanaal in de Curaçao – St. Maarten – St. Thomas kabel voor gezamenlijk gebruik met RCA.Globcom U.S.A.

1 Halfkanaal in de Curaçao – St. Maarten – St. Thomas kabelvoor gezamenlijk gebruik met W.U.I. U.S.A.

10 Halfkanalen in de St. Thomas – Florida II kabel voor gezamenlijk gebruik met ATT U.S.A.

1Halfkanaal in de St. Thomas – Florida II kabel voor gezamenlijk gebruik met RCA U.S.A.

1 Halfkanaal in de St. Thomas – Florida II kabel voor gezamenlijk gebruik met WUI U.S.A.

11 Halfkanalen in het Celtic systeem verbonden met de St. Thomas – Florida II kabelvoor gezamenlijk gebruik met ATT U.S.A.

44 Halfkanalen in de St. Thomas – Florida III kabel voor gezamenlijk gebruik met ATT U.S.A.

5 Halfkanalen in de St. Thomas – Puerto Rico straalverbinding voor gezamenlijk gebruik met ATT U.S.A.

3 Halfkanalen in de St. Thomas – Puerto Rico straalverbinding voor gezamenlijk gebruik met AACR Puerto Rico.

1 Halfkanaal in de St. Thomas – Puerto Rico straalverbinding voor gezamenlijk gebruik met Codetel Dominikaanse Republiek.

1 Halfkanaal in de Puerto Rico – Santo Domingo straalverbinding voor gezamenlijk gebruik met Codetel Dominikaanse Republiek.

5 Halfkanalen in de St. Maarten – Saba Mount Scenery straalverbinding voor het gezamenlijk gebruik met C & W.

3 Halfkanalen in de Saba – Antigua straalverbinding voor het gezamenlijk gebruik met C & W.

1 Halfkanaal in de St. Thomas – Santo Domingo kabel voor gezamenlijk gebruik met Codetel Dominkaanse Republiek.

3 Halfkanalen in het STIAF systeem van de Franse Antillen voor gezamenlijk gebruik met de Nederlandse PTT.

69 Halfkanalen in de troposcatterverbinding tussen Curaçao en Venezuela voor gezamenlijk gebruik met CANTV Venezuela, Telecom Colombia en de Nederlandse PTT.

4 Halfkanalen in de Colombus kabel voor gezamenlijk gebruik met de Nederlandse PTT.

4 Halfkanalen in de PECAN II kabel voor gezamenlijk gebruik met de Nederlandse PTT.

16 Kanalen in het satellietgrondstation Vredenberg te Curaçao.

Voorstel definitieve verdeling van circuits tussen AUA en ATN

       
ATT: CUR – SXMAUAATN
  SXM – STT2228
  STT – II1023
  Id Celtic1124
  STT – III44100
  STT – PR511
  ES/VDB 11418
       
ITT – CIVI: CUR – SXM35
  SXM – STT,,,,
       
AACR – PR: CUR – SXM39
  SXM – STT,,,,
  STT – PR,,,,
       
CODETEL: CUR – SXM24
  SXM – STT24
  STT – PR13
  PR – DR,,,,
  STT – DR11
       
C&W: SXM – SABA555
  SABA – ANU333
       
NPTT: CUR – SXM519
  STIAF39
  CUR – VEN416
  VEN – CAN.IS,,,,
  CAN.IS – SPAIN,,,,
       
TELECOM: CUR – VEN75
       
CANTV: CUR – VEN5890
       
TELEGLOBE: ES/VDB 124
       
RCA: CUR – SXM12
  SXM – STT12
  STT – FLA II12
       
WUI: CUR – SXM11
  SXM – STT11
  STT – FLA II11