Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Gemeente Schijndel

Verordening behandeling bezwaarschriften en klachten gemeente Schijndel 2011 

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OverheidsorganisatieGemeente Schijndel
Officiële naam regelingVerordening behandeling bezwaarschriften en klachten gemeente Schijndel 2011 
CiteertitelBehandeling bezwaarschriften en klachten gemeente Schijndel 2011
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpbestuur en recht
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Deze regeling is ook vastgesteld door het College van burgemeester en wethouders en de burgemeester. Deze verordening treedt inwerking op de dag na die waarop zij is bekendgemaakt. Op dat moment wordt zowel de verordening op de Commissie Rechtsbescherming Burgers gemeente Schijndel 2002 als de verordening op de gemeentelijke ombudscommissie Schijndel 2005 ingetrokken.

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

  1. Gemeentewet
  2. Algemene Wet Bestuursrecht

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

Geen.

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerking-

treding

Terugwerkende

kracht tot en met

Datum uitwerking-

treding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

30-09-201113-06-2014nieuwe regeling

22-09-2011

Schijndels Weekblad, 29-09-2011 

11.022494

Tekst van de regeling

Intitulé

Verordening behandeling bezwaarschriften en klachten gemeente Schijndel 2011 

De raad, het college van burgemeester en wethouders en de burgemeester van de gemeente Schijndel, ieder voor zover het hun bevoegdheden betreft;

gezien het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 10 augustus 2011;

gelet op de Gemeentewet en op de bepalingen van de Algemene wet bestuursrecht (Awb);

Besluiten

  • A.

    Om onder gelijktijdige intrekking van zowel de verordening op de Commissie Rechtsbescherming Burgers gemeente Schijndel 2002 als de verordening op de gemeentelijke Ombudscommissie Schijndel 2005 de navolgende verordening behandeling bezwaarschriften en klachten gemeente Schijndel 2011 vast te stellen.

  • B.

    In te stellen de commissie van advies voor de behandeling van bezwaarschriften en klachten gemeente Schijndel, onder gelijktijdige opheffing van zowel de commissie rechtsbescherming burgers gemeente Schijndel als de Ombudscommissie gemeente Schijndel.

Neemt kennis

Van de samenstelling van de commissie van advies voor de behandeling van bezwaarschriften en klachten gemeente Schijndel, te weten:

  • a.

    de heer mr. drs. J.A.J. Vugts, voorzitter van de commissie van advies voor de behandeling van bezwaarschriften en klachten gemeente Schijndel;

  • b.

    mevrouw mr. J.J.H. van Goch, lid van de commissie van advies voor de behandeling van bezwaarschriften en klachten gemeente Schijndel;

  • c.

    de heer mr. H.J. Kastein, lid van de commissie van advies voor de behandeling van bezwaarschriften en klachten gemeente Schijndel;

  • d.

    de heer mr. R.P. Hoffmann, lid van de commissie van advies voor de behandeling van bezwaarschriften en klachten gemeente Schijndel;

  • e.

    de heer mr. W.A.E. Braam, lid van de commissie van advies voor de behandeling van bezwaarschriften en klachten gemeente Schijndel;

  • f.

    mevrouw K.E. Geurts-Verstraaten, secretaris van de commissie van advies voor de behandeling van bezwaarschriften en klachten gemeente Schijndel;

  • g.

    de heer R.J.J.H. Janssen, plaatsvervangend secretaris van de commissie van advies voor de behandeling van bezwaarschriften en klachten gemeente Schijndel;

  • h.

    de heer J.F.P.P. Mathijsen, plaatsvervangend secretaris van de commissie van advies voor de behandeling van bezwaarschriften en klachten gemeente Schijndel.

Hoofdstuk 1: ALGEMENE BEPALINGEN

Artikel 1 Begripsbepalingen

In deze verordening wordt verstaan onder:

  • a.

    verwerend orgaan: bestuursorgaan dat het bestreden besluit heeft genomen, dan wel tegen wiens gedraging een klacht is gericht. Een gedraging van een persoon, werkzaam onder verantwoordelijkheid van het bestuursorgaan wordt aangemerkt als een gedraging van dat bestuursorgaan;

  • b.

    commissie: commissie van advies voor de behandeling van bezwaarschriften en klachten gemeente Schijndel in de zin van respectievelijk artikel 7:13 en artikel 9:17 van de Algemene wet bestuursrecht;

  • c.

    gemeente: de gemeente Schijndel;

  • d.

    klachtencoördinator: een door het college aangewezen ambtenaar of organisatieonderdeel, belast met de registratie van klachten en de coördinatie van de behandeling van klachten;

  • e.

    Awb: Algemene wet bestuursrecht.

Artikel 2 Inleidende bepaling commissie

  • 1. Er is een commissie voor de behandeling van bezwaarschriften en klachten van de gemeente Schijndel.

  • 2. De commissie is belast met de volgende taken:

    • a.

      het adviseren van het verwerend orgaan van de gemeente in de voorbereiding van de beslissing op bezwaarschriften tegen de door dat orgaan genomen besluiten;

    • b.

      het adviseren van het verwerend orgaan van de gemeenten in de voorbereiding van de reactie op schriftelijke klachten tegen klachtwaardige gedragingen in de zin van Hoofdstuk 9 Awb van dat orgaan, de bestuurders van dat orgaan, de gemeentesecretaris en de raadsgriffier.

  • 3. De commissie is niet bevoegd ten aanzien van bezwaarschriften die zijn ingediend tegen besluiten op grond van:

    • a.

      een wettelijk voorschrift inzake belastingen of de Wet waardering onroerende zaken;

    • b.

      de Regeling organieke functiewaardering 2001.

Artikel 3 Samenstelling van de commissie

  • 1. De commissie bestaat uit een voorzitter en ten minste twee leden.

  • 2. De voorzitter en de leden worden door het college benoemd, geschorst en ontslagen.

  • 3. De leden van de commissie kunnen geen deel uitmaken van of werkzaam zijn onder verantwoordelijkheid van een bestuursorgaan van de gemeente.

  • 4. De commissie regelt de vervanging van de voorzitter.

  • 5. Tot voorzitter of lid van de commissie zijn niet benoembaar:

    • a.

      leden van de gemeenteraad;

    • b.

      leden van het college;

    • c.

      personen in dienst van de gemeente hetzij als ambtenaar, hetzij als arbeidscontractant;

    • d.

      bestuurders en personeelsleden van een publiekrechtelijke samenwerkingsverband waarin de gemeente deelneemt.

  • 6. De voorzitter en leden van de commissie hebben geen betrekkingen en verrichten geen werkzaamheden waarvan de uitoefening ongewenst is met het oog op een goede vervulling van hun functie en waarbij hun onpartijdigheid en onafhankelijkheid in het geding kunnen komen.

Artikel 4 Secretaris

  • 1. De commissie wordt in haar werkzaamheden ondersteund door een door het college aangewezen secretaris. De secretaris vervult tevens de functie van klachtencoördinator voor de gemeente Schijndel.

  • 2. Het college wijst tevens een of meer plaatsvervangers van de secretaris aan.

  • 3. De secretaris is als zodanig uitsluitend verantwoording verschuldigd aan de commissie.

  • 4. De secretaris is niet betrokken bij de behandeling van bezwaren of klachten die hem rechtstreeks aangaan.

  • 5. De secretaris kan onderzoeken of het bezwaar of de klacht via premediation kan worden opgelost en daartoe de nodige handelingen verrichten.

Artikel 5 Zittingsduur

  • 1. De voorzitter en leden van de commissie treden af op de dag van het aftreden van de gemeenteraad en wanneer er sprake is van onverenigbare betrekkingen als bedoeld in artikel 3, lid 5 van deze verordening.

  • 2. De voorzitter en leden van de commissie kunnen worden herbenoemd. Voorafgaand aan de herbenoeming vindt een evaluatie plaats van het functioneren van de commissie.

  • 3. De voorzitter en de leden van de commissie kunnen op elk moment ontslag nemen.

  • 4. De aftredende voorzitter en de aftredende leden van de commissie blijven hun functie vervullen totdat in de opvolging is voorzien.

Artikel 6 Geheimhoudingsplicht

Voor de commissie is artikel 2:5 Awb van overeenkomstige toepassing.

Artikel 7 Quorum

  • 1 Voor het houden van een zitting is de aanwezigheid van minimaal twee leden, onder wie in elk geval de voorzitter, of zijn plaatsvervanger, vereist.

  • 2 In bijzondere omstandigheden kan het horen door de commissie worden opgedragen aan de voorzitter of een ander lid van de commissie.

Artikel 8 Niet-deelneming aan de behandeling

De voorzitter en de leden van de commissie nemen niet deel aan de behandeling van een bezwaarschrift of klacht indien daarbij hun onpartijdigheid in het geding kan zijn.

Hoofdstuk 2: BEHANDELING VAN BEZWAARSCHRIFTEN

Artikel 9 Ingediend bezwaarschrift

  • 1. Op het ingediende bezwaarschrift wordt de datum van ontvangst aangetekend.

  • 2. Het bezwaarschrift met de daarbij overgelegde stukken wordt tijdig in handen van de commissie gesteld.

  • 3. Bij het bericht van ontvangst als bedoeld in artikel 6:14 Awb wordt vermeld dat een commissie over het bezwaar zal adviseren.

Artikel 10 Uitoefening bevoegdheden

De bevoegdheden ingevolge de hierna genoemde artikelen van de Awb worden voor de toepassing van deze verordening uitgeoefend door de voorzitter van de commissie:

  • a.

    artikel 2:1, tweede lid (vragen machtiging);

  • b.

    artikel 6:6, wat betreft het de indiener stellen van een termijn;

  • c.

    artikel 6:17, voor zover het de verzending van stukken betreft tijdens de behandeling door de commissie;

  • d.

    artikel 7:4, tweede lid (ter inzage leggen 1 week voor hoorzitting);

  • e.

    artikel 7:6, vierde lid (oordelen over geheimhouding van horen meerdere betrokkenen);

Artikel 11 Vooronderzoek

  • 1. De voorzitter of de secretaris van de commissie zijn bevoegd rechtstreeks alle gewenste inlichtingen in te winnen of te laten inwinnen.

  • 2. De voorzitter of de secretaris kunnen uit eigen beweging of op verlangen van de commissie bij deskundigen advies of inlichtingen inwinnen en hen zo nodig uitnodigen daartoe op de hoorzitting te verschijnen. Indien daaraan kosten zijn verbonden, is vooraf machtiging van het college vereist.

Artikel 12 Hoorzitting

  • 1. De voorzitter van de commissie bepaalt plaats en tijdstip van de zitting waarin de belanghebbenden en het verwerend orgaan in de gelegenheid worden gesteld zich door de commissie te laten horen.

  • 2. De voorzitter beslist over de toepassing van artikel 7:3 van de Awb.

  • 3. Indien de voorzitter op grond van het tweede lid besluit af te zien van het horen, doet hij daarvan mededeling aan de belanghebbenden en het verwerend orgaan.

  • 4. Het horen van partijen vindt in elkaars aanwezigheid plaats, tenzij de voorzitter beslist dat daartegen overwegende bezwaren bestaan.

Artikel 13 Uitnodiging zitting

  • 1. De voorzitter nodigt de belanghebbenden en het verwerend orgaan tenminste 12 dagen voor de zitting schriftelijk uit.

  • 2. Binnen drie dagen na de uitnodiging kunnen de belanghebbenden of het verwerend orgaan onder opgaaf van redenen de voorzitter verzoeken het tijdstip van de zitting te wijzigen.

  • 3. De beslissing van de voorzitter op een verzoek als genoemd in het vorige lid wordt zo spoedig mogelijk aan de belanghebbenden en het verwerend orgaan meegedeeld.

  • 4. De voorzitter is bevoegd in bijzondere omstandigheden af te wijken of afwijking toe te staan van de termijnen die genoemd zijn in het eerste tot en met het derde lid.

Artikel 14 Ter inzage legging

De stukken die betrekking hebben op de behandeling van het bezwaarschrift worden door de secretaris minimaal 1 week voor de hoorzitting voor belanghebbenden ter inzage gelegd.

Artikel 15 Openbaarheid zitting

  • 1. De zitting van de commissie is openbaar.

  • 2. De deuren kunnen worden gesloten indien de voorzitter van de commissie of een van de aanwezige leden het nodig oordeelt of indien een belanghebbende daartoe een verzoek doet.

  • 3. Indien de commissie vervolgens beslist dat gewichtige redenen aanwezig zijn die zich tegen openbaarheid van de zitting verzetten, vindt de zitting plaats met gesloten deuren.

Artikel 16 Schriftelijke verslaglegging

  • 1. Het verslag als bedoeld in artikel 7:7 van de Awb vermeldt de namen van de aanwezigen en hun hoedanigheid.

  • 2. Het verslag houdt een zakelijke vermelding in van wat over en weer is gezegd en wat verder ter zitting is voorgevallen.

  • 3. Indien de zitting geheel of gedeeltelijk met gesloten deuren plaatsvond, of indien belanghebbenden, respectievelijk hun gemachtigden niet in elkaars tegenwoordigheid zijn gehoord, maakt het verslag hiervan melding.

  • 4. Het verslag verwijst naar de op de zitting overgelegde bescheiden, die aan het verslag kunnen worden gehecht.

  • 5. Het verslag wordt ondertekend door de voorzitter en de secretaris van de commissie.

Artikel 17 Nader onderzoek

  • 1. Indien na afloop van de zitting maar voordat het advies wordt opgesteld, nader onderzoek wenselijk blijkt te zijn, kan de voorzitter uit eigen beweging of op verlangen van de andere commissieleden dit onderzoek houden.

  • 2. De uit het nader onderzoek verkregen informatie wordt in afschrift aan de leden van de commissie, het verwerend orgaan en de belanghebbenden toegezonden.

  • 3. De leden van de commissie, het verwerend orgaan en de belanghebbenden kunnen binnen een week na verzending van de nadere informatie aan de voorzitter van de commissie een verzoek richten tot het beleggen van een nieuwe hoorzitting. De voorzitter beslist op een dergelijk verzoek.

  • 4. Op een nieuwe hoorzitting zijn de bepalingen in deze verordening die betrekking hebben op de hoorzitting, van overeenkomstige toepassing.

Artikel 18 Raadkamer en advies

  • 1. De commissie beraadslaagt en beslist achter gesloten deuren over het door haar uit te brengen advies.

  • 2.

    • a.

      De commissie beslist bij meerderheid van stemmen over het uit te brengen advies.

    • b.

      Indien bij een stemming de stemmen staken, beslist de stem van de voorzitter.

    • c.

      Van een minderheidsstandpunt wordt bij het advies melding gemaakt indien die minderheid dat verlangt.

  • 3. Het advies is gemotiveerd en omvat een voorstel voor de te nemen beslissing op het bezwaarschrift.

  • 4. Indien de commissie van mening is dat zij over te weinig informatie beschikt om tot een deugdelijk advies te komen, houdt zij haar advies aan en draagt zij één van de leden of de secretaris op nader onderzoek te (laten) doen.

  • 5. Het advies wordt door de voorzitter en de secretaris van de commissie ondertekend.

Artikel 19 Uitbrengen advies en verdaging

  • 1. Het advies wordt, onder medezending van het verslag als bedoeld in artikel 16 en eventueel door de commissie ontvangen nadere informatie en nader verslag, tijdig uitgebracht aan het bestuursorgaan dat op het bezwaarschrift dient te beslissen.

  • 2. Indien de termijn van 10 weken, als bedoeld in artikel 7:10, eerste lid, van de Awb, ontoereikend is voor achtereenvolgens het uitbrengen van een advies en het nemen van een beslissing, verdaagt het verwerend orgaan tijdig de beslissing.  

Hoofdstuk 3: BEHANDELING VAN KLACHTEN

Artikel 20 Ingediende klacht

  • 1. Op het ingediende klaagschrift in de zin van artikel 2 lid 2 onder b wordt door het bestuursorgaan de datum van ontvangst aangetekend.

  • 2. De beklaagde en de gemeentelijke klachtencoördinator ontvangen een afschrift van de klacht en van de daarbij meegezonden stukken.

Artikel 21 Informele afdoening

  • 1. Alvorens een klacht door de commissie in behandeling wordt genomen stelt de gemeentelijke klachtencoördinator, het afdelingshoofd van beklaagde in de gelegenheid om de klacht binnen drie weken na ontvangst van de klacht informeel af te handelen.

  • 2. het afdelingshoofd van beklaagde neemt daartoe contact op met de klager om na te gaan of de klacht op informele wijze kan worden afgedaan.

  • 3. Indien de klager tevreden is met de informele afdoening bevestigt het afdelingshoofd van beklaagde dit resultaat mondeling of schriftelijk aan de klager.

  • 4. Het afdelingshoofd van beklaagde stelt de gemeentelijke klachtencoördinator onmiddellijk op de hoogte van het resultaat van het contact met de klager.

Artikel 22 Formele afdoening

Als de informele afhandeling van de klacht niet naar tevredenheid van de klager is verlopen stuurt de gemeentelijke klachtencoördinator het klaagschrift en de daarbij overgelegde stukken onmiddellijk ter behandeling naar de commissie.

Artikel 23 Behandeling klacht

  • 1. De commissie bevestigt de ontvangst van de klacht en vermeldt daarbij dat de commissie over de klacht zal adviseren.

  • 2. De commissie behandelt de klacht op de wijze zoals is voorgeschreven in afdeling 9.2.3 van Hoofdstuk 9 Awb.

  • 3. De commissie kan tijdens het onderzoek klager en beklaagde voorstellen doen om onderling tot een oplossing van de klacht te komen.

  • 4. De voorzitter van de commissie is bevoegd rechtstreeks alle gewenste inlichtingen in te winnen of te laten inwinnen.

  • 5. De commissie kan, indien zulks ter beoordeling van een klacht noodzakelijk wordt geacht, ook anderen dan het verwerend orgaan en/of de personen op wier gedraging het onderzoek betrekking heeft in de gelegenheid stellen van een klacht kennis te nemen en daaromtrent mondeling of schriftelijk verklaringen af te leggen. Van een mondelinge verklaring wordt een verslag gemaakt.

Artikel 24 Hoorzitting

  • 1. De voorzitter van de commissie bepaalt plaats en tijdstip van de zitting waarin de klager en beklaagde in de gelegenheid worden gesteld zich door de commissie te laten horen.

  • 2. De voorzitter van de commissie beslist over de toepassing van artikel 9:30 tweede lid Awb.

  • 3. Het bepaalde in artikel 12 derde en vierde lid en artikel 13 zijn van overeenkomstige toepassing op de organisatie van de hoorzitting.

  • 4. De hoorzitting vindt achter gesloten deuren plaats, tenzij de commissie op verzoek van alle betrokkenen anders besluit.

  • 5. Van het horen wordt een verslag gemaakt.

Artikel 25 Schriftelijke verslaglegging

  • 1. Het verslag van de hoorzitting vermeldt de namen van de aanwezigen en hun hoedanigheid.

  • 2. Het verslag houdt een zakelijke vermelding in van wat over en weer is gezegd en wat verder ter zitting is voorgevallen.

  • 3. Indien betrokkenen niet in elkaars tegenwoordigheid zijn gehoord maakt het verslag hiervan melding.

  • 4. Het verslag wordt ondertekend door de voorzitter en de secretaris van de commissie.

Artikel 26 Rapport van bevindingen

  • 1. De commissie beraadslaagt en beslist achter gesloten deuren over het door haar uit te brengen rapport met de bevindingen, het advies en eventuele aanbevelingen van de commissie aan het bestuursorgaan.

  • 2. Het rapport van de commissie wordt, onder meezending van het verslag als bedoeld in artikel 25 tijdig uitgebracht aan het bestuursorgaan dat op de klacht dient te beslissen.

  • 3. Het rapport wordt ondertekend door de voorzitter en de secretaris van de commissie.

Artikel 27 Mededeling van bevindingen en oordeel

  • 1. De klachtencoördinator legt een gemotiveerde conceptreactie op de klacht ter besluitvorming voor aan het bestuursorgaan.

  • 2. Het bestuursorgaan stelt de klager schriftelijk en gemotiveerd in kennis van de bevindingen van het onderzoek naar de klacht, zijn oordeel daarover, alsmede van de eventuele conclusies die het daaraan verbindt.

Hoofdstuk 4: SLOTBEPALINGEN

Artikel 28 Onvoorziene omstandigheden / Uitleg verordening

In alle gevallen waarin deze verordening niet voorziet, beslist de commissie op voorstel van de voorzitter.

Artikel 29 Inwerkingtreding en intrekking oude regelingen

Deze verordening treedt inwerking op de dag na die waarop zij is bekendgemaakt. Op dat moment

wordt zowel de verordening op de Commissie Rechtsbescherming Burgers gemeente Schijndel 2002 als de verordening op de gemeentelijke ombudscommissie Schijndel 2005 ingetrokken. Deze verordeningen zijn vastgesteld op respectievelijk 4 juli 2002 en 9 juni 2005.

Artikel 30 Citeertitel

Deze verordening wordt aangehaald als: Verordening behandeling bezwaarschriften en klachten

gemeente Schijndel 2011.

Ondertekening

Aldus vastgesteld in de vergadering.