Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Gemeente Zeevang

Verordening maatschappelijke participatie schoolgaande kinderen 2013 gemeente Zeevang

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OverheidsorganisatieGemeente Zeevang
Officiële naam regelingVerordening maatschappelijke participatie schoolgaande kinderen 2013 gemeente Zeevang
CiteertitelVerordening maatschappelijke participatie schoolgaande kinderen 2013 gemeente Zeevang
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpmaatschappelijke zorg en welzijn
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Deze regeling vervangt de Verordening participatie schoolgaande kinderen van 13 maart 2012.

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

  1. Gemeentewet, art. 149
  2. Wet werk en bijstand, art. 8, lid 1

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

Nota bijzondere bijstand

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerking-

treding

Terugwerkende

kracht tot en met

Datum uitwerking-

treding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

01-01-201301-01-2015nieuwe regeling

11-12-2012

Polder Express, 19-12-2012

R-2012-0208, 2012 10 2.15, -1.84

Tekst van de regeling

Intitulé

Verordening maatschappelijke participatie schoolgaande kinderen 2013 gemeente Zeevang

De raad van de gemeente Zeevang;

gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van Zeevang;

gelet op artikel 149 van de Gemeentewet en artikel 8, eerste lid, onderdeel g, van de Wet werk en bijstand;

overwegende dat het van wezenlijk belang wordt geacht dat kinderen zich door maatschappelijke participatie kunnen ontplooien en ontwikkelen en daarin niet belemmerd worden door de financiële positie van de ouder(s), dat gemeenten daaraan dienen bij te dragen door het voeren van beleid, gericht op inkomensondersteuning van ouders met schoolgaande kinderen;

B E S L U I T:

vast te stellen de navolgende Verordening maatschappelijke participatie schoolgaande kinderen 2013 gemeente Zeevang.

Artikel 1. Begrippen

  • 1. Alle begrippen die in deze verordening worden gebruikt en die niet nader worden omschrevenhebben dezelfde betekenis als in de Wet werk en bijstand (Wwb), de Algemene wet bestuursrecht (Awb) en de Gemeentewet.

  • 2. In deze verordening wordt verstaan onder:

    • a.

      de wet: de Wwb;

    • b.

      het college: het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Zeevang;

    • c.

      de raad: de gemeenteraad van de gemeente Zeevang;

    • d.

      schoolgaand kind: ten laste komend kind dat onderwijs of een beroepsopleiding volgt;

    • e.

      kosten in verband met maatschappelijke participatie: kosten ten behoeve van culturele, educatieve of sportieve activiteiten beogend een sociaal isolement te voorkomen of doorbreken.

Artikel 2. Categoriale bijstand voor schoolgaande kinderen

Onverminderd paragraaf 2.2 van de wet, komen de alleenstaande ouder of de gehuwden in aanmerking voor categoriale bijstand voor:

  • a.

    kosten die direct of indirect met de schoolverplichtingen van de schoolgaande kinderen verbandhouden;

  • b.

    kosten in verband met maatschappelijke participatie van de schoolgaande kinderen.

Artikel 3. Voorwaarden

Onverminderd artikel 18, eerste lid, van de wet dienen de alleenstaande ouder of de gehuwden te voldoen aan de volgende voorwaarden:

  • a.

    het inkomen is niet hoger dan 105% van de toepasselijke bijstandsnorm;

  • b.

    het vermogen is niet hoger dan de toepasselijke vermogensgrens, genoemd in artikel 34, derde lid, van de wet.

Artikel 4. Hoogte

  • 1. De categoriale bijstand bedoeld in artikel 2, onderdeel a, van deze verordening bedraagt:

    • a.

      € 126,00 per jaar voor schoolgaande kinderen in de leeftijd van 4 tot en met 12 jaar;

    • b.

      € 151,00 per jaar voor schoolgaande kinderen in de leeftijd van 13 tot en met 17 jaar.

  • 2. De categoriale bijstand bedoeld in artikel 2, onderdeel b, van deze verordening bedraagtmaximaal € 150,00 per jaar per schoolgaand kind.

  • 3. Jaarlijks wordt bezien of de in lid 1 en 2 genoemde bedragen dienen te worden aangepast.

Artikel 5. Uitvoering

Het college stelt in de Nota bijzondere bijstand regels vast met betrekking tot de uitvoering van deze regeling.

Artikel 6. Inwerkingtreding

  • 1. Deze regeling treedt in werking op 1 januari 2013.

  • 2. Verordening participatie schoolgaande kinderen wordtingetrokken.

Artikel 7. Citeertitel

Deze verordening wordt aangehaald als: Verordening maatschappelijke participatie schoolgaande kinderen 2013 gemeente Zeevang.

Ondertekening

Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van 11 december 2012,

de raad van de gemeente Zeevang,

de griffier, mr. T.G. Heikens.

de voorzitter, H.C. Heerschop.

Toelichting

Algemene toelichting Verordening maatschappelijke participatie schoolgaande kinderen 2013 gemeente Zeevang

Kinderen moeten in hun kansen en mogelijkheden tot ontwikkeling niet worden belemmerd door de slechte financiële positie van hun ouders. Maatschappelijke participatie van een kind is van groot belang met het oog op zijn of haar kansen op een zelfredzame toekomst. De wetgever beoogt

inkomensondersteuning rechtstreeks aan zoveel mogelijk minderjarige kinderen van de doelgroep ten goede te late komen en vindt het daarom wenselijk dat de categoriale bijzondere bijstand aan deze groep in natura en niet als geldbedrag wordt verleend. Dit is vastgelegd in artikel 48 lid 4 Wwb, waarin het volgende wordt gesteld: ‘Het college verstrekt bijzondere bijstand als bedoeld in artikel 35, vijfde lid, in natura, tenzij dit naar het oordeel van het college leidt tot een ondoelmatige uitvoering van dat lid.

Artikel 8 lid 1 onderdeel g Wwb bepaalt dat de gemeenteraad bij verordening regels moet stellen over het verlenen van categoriale bijzondere bijstand aan een persoon met een hem ten laste komend kind dat onderwijs of een beroepsopleiding volgt met betrekking tot de kosten in verband met maatschappelijke participatie van dat kind. Hierbij moet in ieder geval worden bepaald op welke wijze invulling wordt gegeven aan het begrip ‘maatschappelijke participatie’ (artikel 8 lid 2 onderdeel d Wwb).

Deze vorm van categoriale bijzondere bijstand wordt uitsluitend verstrekt aan mensen met maximaal een inkomen van 110% van de op hem van toepassing zijnde bijstandsnorm (artikel 35 lid 9 Wwb).

Artikelsgewijze toelichting Verordening maatschappelijke participatie schoolgaande kinderen 2013 gemeente Zeevang

Artikel 1. Begrippen

Er is voor gekozen om begrippen die al zijn omschreven in de Wwb, Awb of de Gemeentewet niet afzonderlijk te definiëren in deze verordening. Dit voorkomt dat in geval van wijziging van betreffende wetten ook de verordening moet worden gewijzigd.

Artikel 2. Categoriale bijstand voor schoolgaande kinderen

De Wwb is onverminderd van toepassing en biedt het regeltechnische kader. De voorwaarden voor bijstandverlening die in de Wwb zijn vastgelegd gelden ook voor aanvragen categoriale bijstand.

Omdat in de Nota bijzondere bijstand van de Gemeente Zeevang reeds twee regelingen zijn opgenomen om maatschappelijke participatie van minima te bevorderen is besloten om deze verordening te baseren op deze reeds bestaande regelingen.

Vanuit de regeling ‘Bijdrage in de kosten van schoolgaande kinderen’ wordt aan de ouders van schoolgaande kinderen een, van de leeftijd van het kind afhankelijk, geldbedrag beschikbaar gesteld. Hiermee kunnen de kosten van werkweken, excursies, schoolreisjes en andere binnen- of buitenschoolse activiteiten, alsmede de kosten van schoolbenodigdheden worden voldaan. Deze bijstand in natura verstrekken, bijvoorbeeld rechtstreeks uitbetalen aan scholen, zou extra administratieve handelingen opleveren voor zowel scholen als voor de gemeente en wordt aldus als ondoelmatig beschouwd. De gemeente gaat ervan uit dat het de wens van iedere ouder is dat hun kind kan participeren op school en vertrouwt erop dat de ouders de gelden zullen besteden aan hetgeen waarvoor het is bedoeld.

Vanuit de regeling ‘Bijdrage voor maatschappelijke participatie’ kan per kind een bijdrage van maximaal € 150,00 per jaar worden verstrekt. Deze regeling staat niet slechts open voor schoolgaande kinderen, maar ook voor kinderen jonger dan 4 jaar en volwassenen. Er geldt slechts voor schoolgaande kinderen een verordeningsplicht. Aan de wens van de wetgever om deze categoriale bijstand in natura te verstrekken wordt met ingang van 1 januari 2012 tegemoet gekomen door middel van het pas uitbetalen van de (maximale) bijdrage nadat de betaalbewijzen van de uitgaven voor het betreffende kind zijn overgelegd.

Artikel 3. Voorwaarden

Artikel 3 definieert de voorwaarden waaraan de alleenstaande ouder of de gehuwden dienen te voldoen. Aangezien de verordening gebaseerd is op reeds bestaand beleid, wordt de inkomensnormering van 105% van de toepasselijke bijstandsnorm overgenomen uit het beleid.

Artikel 4. Hoogte

Bij het vaststellen van de hoogte van de categoriale bijstand bedoeld in artikel 2, onderdeel a, is onderscheid gemaakt naar leeftijdscategorie. Dit omdat de kosten voor een kind op het vervolgonderwijs hoger zijn.

Artikel 5. Uitvoering

De uitvoering van het verstrekken van categoriale bijzondere bijstand is opgedragen aan het college. De beleidsregels zijn reeds vastgesteld in de Nota bijzondere bijstand.

Artikel 6. Inwerkingtreding

Deze verordening treedt in werking met ingang van 1 januari 2013.