Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Gemeente Millingen aan de Rijn

Verordening op de raadscommissie 2012

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OverheidsorganisatieGemeente Millingen aan de Rijn
Officiële naam regelingVerordening op de raadscommissie 2012
CiteertitelVerordening op de raadscommissie 2012
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpbestuur en recht
Eigen onderwerpraadscommissie

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Gemeentewet, art. 82

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

n.v.t.

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerking-

treding

Terugwerkende

kracht tot en met

Datum uitwerking-

treding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

25-01-201309-01-2015nieuwe regeling

18-12-2012

De Rozet, 24-1-2013

Z-12-00996

Tekst van de regeling

Intitulé

Verordening op de raadscommissie 2012

De raad van de gemeente Millingen aan de Rijn;

 

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 20 november 2012

 

overwegende dat evaluatie van het functioneren van de raadscommissie een aantal conclusies over de werkwijze en functie van deze commissie heeft opgeleverd;

 

dat het wenselijk is deze conclusies in de bestaande verordening te verwerken;

 

dat daarnaast wijzigingen op onderdelen als gevolg van deregulering en digitalisering, in aansluiting op de praktijk wenselijk zijn,

 

b e s l u i t  :

 

bijgevoegde Verordening op de raadscommissie 2012 vast te stellen en gelijktijdig de huidige verordening in te trekken.

 

Hoofdstuk 1: Begripsbepalingen

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

In deze verordening wordt verstaan onder:

  • a.

    lid: lid of buitengewoon lid van een raadscommissie;

  • b.

    voorzitter: voorzitter van een raadscommissie of diens vervanger;

  • c.

    commissiegriffier: secretaris van een raadscommissie of diens vervanger;

  • d.

    griffier: griffier van de raad of diens vervanger;

  • e.

    vergadering: vergadering van een raadscommissie.

Hoofdstuk 2: Instelling, taken en samenstelling

Artikel 2 Instelling raadscommissies

De raad stelt de volgende raadscommissie in: Commissie van advies en overleg

Artikel 3 Functie en Taken

  • 1. Deze raadscommissie heeft de volgende functies:

    • a.

      Het uitbrengen van advies aan de gemeenteraad over voorstellen;

    • b.

      Het mede vorm geven aan burgerparticipatie;

    • c.

      Het leveren van een bijdrage aan de kaderstelling door de raad.

  • 2. Daartoe heeft de raadscommissie de volgende taken:

    • a.

      De raadscommissie bespreekt raadsvoorstellen waarbij burgerparticipatie bijzonder relevant is;

    • b

      In de commissie vindt een uitwisseling van verschillende fractiestandpunten bij complexe voorstellen plaats zonder de directe druk van besluitvorming;

    • c.

      In de commissie vindt een gedachtenuitwisseling met de raad en commissieleden plaats over de voortgang van grotere projecten.

Artikel 4 Samenstelling

  • 1. De raadscommissie bestaat uit ten minste één en maximaal twee leden per fractie.

  • 2. Een lid kan zowel een raadslid als niet-raadslid zijn. De artikelen 10, 11, 12, 13 en 15 van de Gemeentewet zijn van overeenkomstige toepassing op een lid van een raadscommissie.

  • 3. Alle raadsleden, met uitzondering van hen die zijn benoemd tot (plv) voorzitter van de raadscommissie, kunnen deelnemen aan de raadscommissie.

  • 4. Per fractie kunnen maximaal 4 niet-raadsleden benoemd worden als commissielid.

  • 5. De raad kan daarnaast twee buitengewone niet-raadsleden benoemen.

  • 6. Per agendapunt kan de samenstelling van de commissie wisselen.

Artikel 5 Voorzitter

  • 1. De voorzitter en zijn plaatsvervanger worden door de raad uit zijn midden benoemd.

  • 2. De voorzitter is geen lid van de raadscommissie.

  • 3. De voorzitter is belast met:

    • a.

      het leiden van de vergadering;

    • b.

      het handhaven van de orde;

    • c.

      het doen naleven van deze verordening;

    • d.

      hetgeen deze verordening hem verder opdraagt.

Artikel 6 Zittingsduur en vacatures

  • 1. De zittingsperiode van een lid , de voorzitter en hun plaatsvervangers eindigt in ieder geval aan het einde van de zittingsperiode van de raad.

  • 2. Een lid houdt op lid te zijn van een raadscommissie indien hij niet meer voldoet aan de in artikel 4, tweede lid, gestelde eisen.

  • 3. De raad kan een lid ontslaan op voorstel van de fractie op wiens voordracht het lid is benoemd.

  • 4. De raad kan de voorzitter of zijn plaatsvervanger ontslaan.

  • 5. Een lid, de voorzitter en zijn plaatsvervanger kunnen te allen tijde ontslag nemen. Zij doen daarvan schriftelijk mededeling aan de raad. Het ontslag gaat een maand na de schriftelijke mededeling in of zoveel eerder als hun opvolger is benoemd.

  • 6. Indien door overlijden of ontslag een vacature ontstaat, beslist de raad zo spoedig mogelijk over de vervulling daarvan met inachtneming van artikel 4 en 5.

  • 7. Indien een fractie blijkens een schriftelijke verklaring aan de voorzitter van de raad niet langer vertegenwoordigd is in de raad, vervalt het lidmaatschap van het lid dat op voordracht van die fractie is benoemd, van rechtswege.

Artikel 7 Commissiegriffier

  • 1. Ter ondersteuning van iedere raadscommissie fungeert de griffier of diens plaatsvervanger als commissiegriffier.

  • 2. De commissiegriffier of diens plaatsvervanger is in iedere vergadering aanwezig.

Hoofdstuk 3: Aanwezigheid college, burgemeester en secretaris

Artikel 8 Burgemeester en wethouders

  • Als de burgemeester en/of wethouders aan de beraadslagingen deelnemen dan nemen ze plaats  naast de voorzitter. Collegeleden kunnen zich voorzien van ambtelijke ondersteuning.

Hoofdstuk 4: Vergaderingen

Paragraaf 1 Tijdstip van vergaderen en voorbereidingen

Artikel 9 Vergaderfrequentie
  • 1. In de regel vinden de vergaderingen van de raadscommissie plaats volgens het vergaderschema dat elk jaar door het presidium (agendacommissie) wordt vastgesteld.

  • 2. De agendacommissie (presidium) stelt de agenda van de commissie vast.

Artikel 10 Oproep

De voorzitter zendt tenminste zes dagen voor een vergadering de leden een oproep onder vermelding van de dag, het tijdstip en de plaats van de vergadering. Raadsleden krijgen de stukken digitaal toegezonden. Commissieleden niet-raadsleden krijgen de agenda en de te bespreken voorstellen op papier toegezonden na de vergadering van het presidium c.q. agendacommissie.

Artikel 11 Ter inzage leggen van stukken
  • 1. Stukken, die ter toelichting van de onderwerpen of voorstellen op de agenda dienen, worden gelijktijdig met het verzenden van de oproepvoor een ieder op het gemeentehuis ter inzage gelegd. De voorzitter maakt van de ter inzage legging melding bij de publicatie van de agenda op de website. Indien na het verzenden van de oproep stukken ter inzage worden gelegd, wordt hiervan mededeling gedaan aan de leden en zo mogelijk in een openbare kennisgeving.

  • 2. Een origineel van een ter inzage gelegd stuk wordt niet buiten het gemeentehuis gebracht.

  • 3. Indien voor stukken op grond van artikel 86, eerste en tweede lid, van de Gemeentewet geheimhouding is opgelegd, blijven deze stukken in afwijking van het eerste lid, onder berusting van de griffier en verleent de griffier inzage.

Artikel 12 Openbare kennisgeving
  • 1. De vergadering wordt tegelijkertijd met de (schriftelijke) oproep door aankondiging in het gemeentelijk informatieblad of op de voor afkondigingen in de gemeente gebruikelijke wijze en zo mogelijk door plaatsing op de internetsite van de gemeente ter openbare kennis gebracht.

  • 2. De openbare kennisgeving vermeldt:

    • a.

      de datum, aanvangstijd en plaats van de vergadering;

    • b.

      de wijze waarop en de plaats waar een ieder de agenda en de daarbij behorende stukken kan inzien;

    • c.

      de mogelijkheid tot het uitoefenen van het spreekrecht als bedoeld in artikel 14.

Paragraaf 2 Orde der vergadering

Artikel 13 Presentielijst

De commissiegriffier is verantwoordelijk voor het bijhouden van de aanwezigen.

Artikel 14 Inspreken burgers
  • 1. Burgers hebben spreekrecht. Zij kunnen het woord voeren in de commissievergadering.

  • 2. Aan het begin van de bespreking van het agendapunt inventariseert de voorzitter of er burgers, vertegenwoordigers van maatschappelijke instellingen of bedrijven zijn die het woord willen voeren over het onderwerp.

  • 3. De voorzitter bepaalt de totale spreektijd en de spreektijd per inspreker. De spreektijd is gerelateerd aan de behandelduur van een agendapunt en het totaal aantal insprekers.

Artikel 15 Verslag
  • 1. Van de vergaderingen van de commissie wordt zo spoedig mogelijk een samenvattend verslag c.q. besluitenlijst gemaakt. Het verslag van de vergadering wordt aan de leden en aan de overige personen die het woord gevoerd hebben, toegezonden.​

  • 2. Bij het begin van de vergadering wordt het verslag van de vorige vergadering vastgesteld.

  • 3. De leden, de voorzitter, de burgemeester en de wethouders, hebben het recht, een voorstel tot wijziging van het verslag aan de raadscommissie te doen, indien het verslag onjuistheden bevat of niet duidelijk weergeeft hetgeen gezegd of besloten is. Een voorstel tot verandering dient voor de vaststelling van het verslag bij de commissiegriffier te worden ingediend.

  • 4. Het verslag moeten inhouden:

    • a.

      de namen van alle deelnemers aan de vergadering;

    • b.

      Per agendapunt een zakelijke samenvatting van het gesprokene en het advies van de commissie aan de raad.

     
  • 5. Het verslag wordt opgesteld onder de zorg van de griffier en deze zorgt voor archivering.

Artikel 16 Voorstellen van orde
  • 1. De voorzitter en ieder lid kunnen tijdens de vergadering mondeling een voorstel van orde doen, dat kort kan worden toegelicht.

  • 2. Een voorstel van orde kan uitsluitend de orde van de vergadering betreffen.

  • 3. Over een voorstel van orde beslist de raadscommissie terstond.

Artikel 17 Handhaving orde; schorsing
  • 1. Een spreker mag in zijn betoog niet worden gestoord, tenzij:

    • a.

      de voorzitter het nodig oordeelt hem aan het opvolgen van deze verordening te herinneren;

    • b.

      een lid hem interrumpeert. De voorzitter kan bepalen dat de spreker zonder verdere interrupties zijn betoog zal afronden.

  • 2. indien een spreker zich beledigende of onbetamelijke uitdrukkingen veroorlooft, afwijkt van het in behandeling zijnde onderwerp, een andere spreker herhaaldelijk interrumpeert, dan wel anderszins de orde verstoort, wordt hij door de voorzitter tot de orde geroepen. Indien de spreker hieraan geen gevolg geeft, kan de voorzitter hem gedurende de vergadering, waarin zulks plaats heeft, over het aanhangige onderwerp het woord ontzeggen.

  • 3. De voorzitter kan ter handhaving van de orde de vergadering voor een door hem te bepalen tijd schorsen en - indien na de heropening de orde opnieuw wordt verstoord - de vergadering sluiten.

  • 4. De voorzitter kan een raadscommissie voorstellen aan een lid dat door zijn gedragingen de geregelde gang van zaken belemmert, het verdere verblijf in de vergadering te ontzeggen. Over het voorstel wordt niet beraadslaagd. Na aanneming daarvan verlaat het lid de vergadering onmiddellijk. Zo nodig doet de voorzitter hem verwijderen. Bij herhaling van zijn gedrag kan het lid bovendien voor ten hoogste drie maanden de toegang tot de vergadering worden ontzegd.

Artikel 18 Beraadslaging
  • 1. De raadscommissie kan op voorstel van de voorzitter of een lid beslissen over één of meer onderdelen van een onderwerp of voorstel afzonderlijk te beraadslagen.

  • 2. Op voorstel van een lid of de voorzitter kan de raadscommissie beslissen de beraadslaging voor een door hem te bepalen tijd te schorsen teneinde het college of de leden de gelegenheid te geven tot onderling nader beraad. De beraadslagingen worden hervat nadat de schorsingsperiode verstreken is.

Artikel 19 Advies
  • 1. Wanneer de voorzitter vaststelt, dat een onderwerp of voorstel voldoende is toegelicht, sluit hij de beraadslaging, tenzij de raadscommissie anders beslist.

  • 2. Nadat de beraadslaging is gesloten, beslist de raadscommissie met meerderheid van stemmen of er een advies aan de raad wordt uitgebracht.

  • 3. De leden beslissen op voorstel van de voorzitter over de inhoud van het advies. ​

  • 4. In het advies worden de standpunten van alle fracties en buitengewone leden opgenomen.

  • 5. Als in meerderheid het voorstel als onvoldoende voorbereid wordt beoordeeld door de raadscommissie, wordt het voorstel met eventuele aanpassingsvoorstellen dan wel opmerkingen teruggezonden aan het college.

Hoofdstuk 5: Besloten vergadering

Artikel 20 Algemeen

Op een besloten vergadering zijn de bepalingen van deze verordening van overeenkomstige toepassing voorzover deze bepalingen niet strijdig zijn met het besloten karakter van de vergadering.

Artikel 21 Het verslag

  • 1. Het verslag van een besloten vergadering worden niet rondgedeeld, maar ligt uitsluitend voor de leden ter inzage bij de griffier.

  • 2. Het verslag wordt zo spoedig mogelijk in een besloten vergadering ter vaststelling aangeboden. Tijdens deze vergadering neemt de raadscommissie een beslissing over het al dan niet openbaar maken van dit verslag notulen.

Artikel 22 Geheimhouding

Voor de afloop van de besloten vergadering beslist de raadscommissie overeenkomstig artikel 86, eerste lid, van de Gemeentewet of omtrent de inhoud van de stukken en het verhandelde geheimhouding zal gelden. De raadscommissie kan besluiten de geheimhouding op te heffen.

Artikel 23 Opheffing geheimhouding

Indien de raad op grond van artikel 25, derde en vierde lid, van de Gemeentewet voornemens is de geheimhouding op te heffen wordt daarover, indien de raadscommissie die geheimhouding heeft opgelegd daarom verzoekt, in een besloten vergadering met de raadscommissie overleg gevoerd.

Hoofdstuk 6: Toehoorders en pers

Artikel 24 Toehoorders en pers

  • 1. De toehoorders en vertegenwoordigers van de pers kunnen uitsluitend op de voor hen bestemde plaatsen openbare vergaderingen bijwonen.

  • 2. Het geven van tekenen van goed- of afkeuring of het op andere wijze verstoren van de orde is verboden.

  • 3. De voorzitter is bevoegd, toehoorders die op enigerlei wijze de orde van de vergadering verstoren, te doen vertrekken. Toehoorders die bij herhaling de orde in de vergadering verstoren kan hij voor ten hoogste drie maanden de toegang tot de vergadering ontzeggen.

Artikel 25 Geluid- en beeldregistraties

Degenen die in de vergaderzaal tijdens de vergadering geluid- dan wel beeldregistraties willen maken doen hiervan mededeling aan de voorzitter en gedragen zich naar zijn aanwijzingen.

Hoofdstuk 7: Slotbepalingen

Artikel 26 Uitleg verordening

In de gevallen waarin deze verordening niet voorziet of bij twijfel over de toepassing van de verordening, beslist de raadscommissie op voorstel van de voorzitter.

Artikel 27 Naam van de verordening

Deze verordening kan worden aangehaald als "Verordening op de raadscommissie 2012"

Artikel 28 Inwerkingtreding

  • 1. Deze verordening treedt in werking op de dag na bekendmaking.

  • 2. Gelijktijdig wordt de Verordening op de raadscommissie 2009 ingetrokken.​

Ondertekening

 

Aldus besloten in de openbare vergadering van de raad van de gemeente Millingen aan de Rijn

op 18 december 2012.

 

 

De raadsgriffier,                    De voorzitter,

 

  

Toelichting op de verordening op de raadscommissies

Voor de toelichting op deze verordening wordt verwezen naar de toelichting bij de modelverordening op de raadscommissies van de VNG.