Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Gemeente Vlist

Bezoldigingsregeling gemeente Vlist 2008

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OverheidsorganisatieGemeente Vlist
Officiële naam regelingBezoldigingsregeling gemeente Vlist 2008
CiteertitelBezoldigingsregeling gemeente Vlist 2008
Vastgesteld doorcollege van burgemeester en wethouders
Onderwerppersoneel en organisatie
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Artikel 23 treedt in werking per 1 januar 2008

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Onbekend

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerking-

treding

Terugwerkende

kracht tot en met

Datum uitwerking-

treding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

28-05-200801-04-200801-01-2015Nieuwe regeling

20-05-2008

Onbekend

Onbekend

Tekst van de regeling

Intitulé

Bezoldigingsregeling gemeente Vlist 2008

Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Vlist:

Gelet op:

Het bepaalde in artikel 3:1 van de Collectieve Arbeidsvoorwaardenregeling en Uitwerkingsovereenkomst van de gemeente Vlist;

de instemming van de Commissie voor Georganiseerd Overleg van 13 maart 2008;

het feit, dat op grond van de Wet dualisering gemeentebestuur en artikel 160 van de Gemeentewet, burgemeester en wethouders bevoegd zijn de arbeidsvoorwaardenregelingen voor het gemeentepersoneel vast te stellen;

BESLUITEN:

Vast te stellen de navolgende BEZOLDIGINGSREGELING GEMEENTE VLIST 2008

BEGRIPSOMSCHRIJVINGEN

Artikel 1.

Voor de toepassing van deze regeling wordt verstaan onder:

  • a.

    CAR/UWO: de Collectieve Arbeidsvoorwaardenregeling en Uitwerkingsovereenkomst van de gemeente Vlist;

  • b.

    ambtenaar: de ambtenaar in de zin van de CAR/UW en de werknemer in de zin van artikel 2:5:1 van de CAR/UWO;

  • c.

    bezoldiging: het salaris, vermeerderd met het bedrag van aan de ambtenaar toegekende emolumenten en toelagen, niet zijnde onkostenvergoedingen;

  • d.

    salaris: het salaris, als bedoeld in artikel 3:1, tweede lid, van de CAR-UWO, tenzij toepassing is gegeven aan artikel 4a:3 van de CAR-UWO, in welk geval het salaris gelijk is aan het verlaagde bedrag;

  • e.

    salarisschaal: de schaal, als bedoeld in artikel 3:1, tweede lid onder a, van de CAR/UWO, opgenomen in bijlage II en IIa van de CAR/UWO;

  • f.

    uurloon: het 1/156 deel van het salaris bij een formele arbeidsduur van 36 uur per week;

  • g.

    volledige betrekking: een betrekking, waarbij de formele arbeidsduur 36 uur per week bedraagt;

  • h.

    functie: het geheel van werkzaamheden dat door de ambtenaar is te verrichten;

  • i.

    functiewaarderingsonderzoek: het op systematische wijze in rangorde plaatsen van functies met als criterium de relatieve zwaarte van het werk;

  • j.

    conversie: de vertaling van de rangorde naar salarisschalen;

  • k.

    functieschaal: de door burgemeester en wethouders vastgestelde salarisschaal op basis van de conversietabel en de uitkomsten van het functiewaarderingsonderzoek;

  • l.

    aanloopschaal: de salarisschaal, die voorafgaat aan de functieschaal;

  • m.

    maximum salaris: het hoogste bedrag van een salarisschaal;

  • n.

    personeelsbeoordeling: een oordeel vormen over de wijze van functievervulling op basis van de Regeling plannings- en beoordelingsgesprekken gemeente Vlist;

  • o.

    overwerk: werkzaamheden door de ambtenaar in dienstopdracht verricht buiten de reguliere arbeidsduur per week.

BEZOLDIGING

Artikel 2. Aanvang en einde bezoldiging

  • 1. Het recht op bezoldiging vangt aan met de dag waarop de aanstelling van de ambtenaar ingaat. Indien in het aanstellingsbesluit geen datum van ingang is vermeld, vangt het recht op salaris aan met de dag waarop de ambtenaar feitelijk in dienst is getreden.

  • 2. Het recht op bezoldiging eindigt, in geval van ontslag, met ingang van de dag waarop het ontslag ingaat.

Artikel 3. Gebroken tijdvakken

Wanneer het salaris een emolument of een toelage wordt berekend over een gedeelte van een maand, wordt het bedrag per dag vastgesteld door het maandbedrag te delen door het aantal kalenderdagen van die maand.

Artikel 4. Onvolledige betrekking

De bezoldiging van de ambtenaar met een onvolledige betrekking wordt vastgesteld op een evenredig deel van de bezoldiging dat voor hem zou gelden bij een volledige betrekking.

Artikel 5. Salarisbedragen

  • 1. Het salaris van de ambtenaar, wiens salaris niet bij of krachtens de wet is geregeld, wordt vastgesteld op de bedragen volgens de salarisschalen zoals opgenomen in bijlage II of bijlage II a van de CAR/UWO.

  • 2. De toepassing van bijlage II dan wel bijlage Iia van de CAR/UWO vindt als volgt plaats:

    • a.

      Bijlage II van de CAR/UWO is van toepassing op de ambtenaar die ook op 31 maart 1996 reeds een salaris genoot op grond van bijlage II van de Collectieve arbeidsvoorwaardenregeling, tenzij op grond van het gestelde onder b, tweede gedachtestreepje, bijlage IIa op hem van toepassing is.

    • b.

      Bijlage IIa is van toepassing op:

      • -

        de ambtenaar die op of na 1 april 1996 een betrekking aanvaardt in de zin van de CAR/UWO, zonder direct daaraan voorafgaand een betrekking in de zin van de CAR/UWO te hebben vervuld en

      • -

        de ambtenaar die op of na 1 april 1996 een nieuwe betrekking in de zin van de CAR/UWO aanvaardt, direct voorafgegaan door een andere betrekking in de zin van de CAR/UWO, waarbij aan die nieuwe betrekking een beter salarisperspectief is verbonden. Hierbij wordt een betrekking mede als nieuw aangemerkt ingeval een bestaande aanstelling of arbeidsovereenkomst wordt gewijzigd, als gevolg van een wijziging in de uit te voeren taken.

  • 3. De voor de ambtenaar geldende salarisschaal wordt met inachtneming van de resultaten van het functiewaarderingsonderzoek en aan de hand van de conversietabel vastgesteld.

  • 4. Burgemeester en wethouders stellen nadere regels vast met betrekking tot de uitvoering van het functiewaarderingsonderzoek en de daarbij te hanteren methode.

  • 5. Anders dan bij het aanvaarden van passende of gangbare arbeid, dan wel bij wijze van disciplinaire straf, als bedoeld in de CAR/UWO, kan zonder voorafgaand ontslag voor een ambtenaar geen salarisschaal gaan gelden met een lager maximumsalaris dan dat van de reeds voor hem geldende salarisschaal.

Artikel 6. Salaris bij aanstelling

  • 1. Bij aanvang van het dienstverband wordt het salaris van de ambtenaar, zo de in zijn vorige functie opgebouwde salarisaanspraken dit toelaten, vastgesteld op één van de bedragen uit de aanloopschaal.

  • 2. Inpassing in de functieschaal is aan de orde op het moment dat de ambtenaar blijk geeft de functie volledig en goed te kunnen vervullen.

Artikel 7. periodieke verhoging van het salaris

  • 1. Het salaris van de ambtenaar die voldoende functioneert, wordt binnen de voor hem geldende salarisschaal periodiek verhoogd tot het naasthogere bedrag.

  • 2. De periodieke verhogingen worden jaarlijks op 1 januari toegekend tot aan het bereiken van het maximumsalaris van de geldende salarisschaal.

  • 3. De leden 1 en 2 zijn niet van toepassing indien sprake is van een tijdelijk dienstverband, dat als proefperiode wordt beschouwd.

Artikel 8. Onthouden periodieke verhoging van het salaris

  • 1. Bij onvoldoende bekwaamheid, geschiktheid of ijver van de ambtenaar kan de periodieke verhoging van het salaris per 1 januari, achterwege blijven.

  • 2. Aan het niet toekennen van de periodieke verhoging ligt een personeelsbeoordeling ten grondslag.

  • 3. Van dit besluit wordt vóór de datum waarop de salarisverhoging zou ingaan, schriftelijk en gemotiveerd mededeling gedaan.

  • 4. Nadien kan worden bepaald dat de periodieke salarisverhoging, met terugwerkende kracht alsnog wordt toegekend.

Artikel 9. Salarisinpassing bij bevordering naar hogere schaal

  • 1. Wanneer de ambtenaar wordt bevorderd naar een salarisschaal met een hoger maximumsalaris, wordt het salaris volgens bijlage IIa van de CAR/UWO vastgesteld op een bedrag, gelegen onmiddellijk boven het salaris dat de ambtenaar in de oude schaal volgens bijlage II of IIa van de CAR/UWO genoot.

  • 2. Met de in lid 1 omschreven salarisinpassing wordt gerealiseerd dat het verschil tussen het nieuwe salaris en het oude salaris van de ambtenaar tenminste 75% bedraagt van het verschil tussen:

  • a. het bedrag dat de ambtenaar laatstelijk genoot en het naasthogere bedrag in de oude schaal, dan wel

  • b. het naastlagere bedrag in die oude schaal indien het salaris in de oude schaal reeds overeenkwam met het hoogste bedrag uit die schaal.

  • 3. Indien de bevordering gelijkvalt met de jaarlijkse periodieke verhoging (genoemd in artikel 7), wordt, alvorens de leden 1 en 2 toe te passen, een periodieke verhoging toegekend in de oude salarisschaal. Deze periodieke verhoging beïnvloedt niet het 75%-criterium.

EXTRA BELONING

Artikel 10. Extra periodieke verhoging van het salaris

  • 1. Aan de ambtenaar die het maximumsalaris van de voor hem geldende salarisschaal nog niet heeft bereikt, kan een extra periodieke salarisverhoging tot een in die salarisschaal genoemd bedrag worden toegekend op grond van:

    • a.

      buitengewone bekwaamheid, geschiktheid en ijver;

    • b.

      andere door van voldoende belang geachte werkzaamheden.

  • 2. Aan het toekennen van de extra periodieke verhoging ligt een personeelsbeoordeling ten grondslag.

Artikel 11. Arbeidsmarkttoelage

  • 1. Aan de ambtenaar kan een arbeidsmarkttoelage in de vorm van een persoonlijke salarisschaal worden toegekend, indien de ambtenaar om redenen van werving of behoud voor de organisatie een extra toegevoegde waarde heeft.

  • 2. De persoonlijke salarisschaal is één schaal hoger dan voor de functie van de betreffende ambtenaar van toepassing zijnde functieschaal.

Artikel 12. Persoonlijke toelage bij bereiken maximum voor ambtenaar geldende schaal

  • 1. Ter nadere uitwerking van CAR/UWO-artikel 3:7:8 kan aan de ambtenaar die tenminste drie jaar het maximum van de voor hem geldende schaal heeft bereikt, een persoonlijke toelage worden toegekend indien sprake is van buitengewoon functioneren.

  • 2. Van buitengewoon functioneren is sprake indien het totaalresultaat van een personeelsbeoordeling wordt beoordeeld met een C-score.

  • 3. De toelage geldt voor onbepaalde tijd. Indien uit een beoordeling blijkt dat niet langer aan de in lid 2 gestelde criteria wordt voldaan, komt de toelage te vervallen.

  • 4. De toelage is gelijk aan het verschil tussen de naasthogere periodiek in de volgende schaal en het maximum salaris van de huidige schaal, met inachtneming van het bepaalde in artikel 9, lid 2 (75%-criterium).

Artikel 13. Eenmalige beloning

  • 1. Ter nadere uitwerking van CA R/UWO-artikel 15:1:28 kan aan de ambtenaar die in zijn functie een bijzondere prestatie heeft geleverd een eenmalige beloning worden toegekend.

  • 2. De beloning kan bestaan uit een gratificatie, extra verlof, een opleiding of andere uitingen van waardering.

  • 3. De waarde van de beloning bedraagt maximaal € 500,00 netto.

OVERIGE TOELAGEN EN VERGOEDINGEN

Artikel 14. Overwerkvergoeding

  • 1. De ambtenaar die in dienstopdracht werkzaamheden heeft verricht buiten de voor zijn betrekking vastgestelde werktijden, heeft recht op een vergoeding als bedoeld in artikel 3:2:1 van de CAR/UWO.

  • 2. De ambtenaar wiens bezoldiging is afgeleid van salarisschaal 11 of hoger, heeft geen aanspraak op een toeslag, zoals bedoeld in lid 5 van artikel 3:2:1 van de CAR-UWO.

Artikel 15. Maaltijdvergoeding bij overwerk en avondopenstelling

  • 1. Een ambtenaar maakt aanspraak op een maaltijdvergoeding indien de werktijd wordt verlengd tot tenminste 20.30 uur en voor zover het dienstbelang het niet toelaat de maaltijd op de voor hem gebruikelijke plaats te nuttigen.

  • 2. De uitbetaling van de gemaaktekosten geschiedt achteraf op declaratiebasis, tot maximaal het bedrag van de vergoeding voor een avondmaaltijd, genoemd in artikel 5 van de Reisregeling binnenland van het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties.

  • 3. Een ambtenaar die werkzaam is in het kader van de avondopenstelling van de frontoffice, ontvangt een maaltijdvergoeding, gelijk aan 40% van het in lid 2 van dit artikel omschreven bedrag.

Artikel 16. Toelage onregelmatige dienst

  • 1. Aan de ambtenaar voor wie de werktijd en zijn vastgesteld op onderstaande werktijden wordt een bruto-toelage toegekend als bedoeld in artikel 3:3 van de CAR/UWO.

  • 2. De toelage wordt berekend aan de hand van onderstaande percentages, vermeld in van het voor de ambtenaar geldende uurloon:

    • a.

      20 % voor de periode van maandag tot en met vrijdag tussen 6.00 en 8.00 uur en tussen 18.00 en 22.00 uur;

    • b.

      40 % voor de periode van maandag tot en met vrijdag tussen 22.00 en 6.00 uur;

    • c.

      45 % op zaterdag tussen 0.00 tot 24.00 uur;

    • d.

      70 % op zondag en op feestdagen, genoemd in artikel 4:2:1 van de CAR-UWO, tussen 0.00 en 24.00 uur.

    • e.

      Op basis van de gemiddelde werktijden van de ambtenaar en de in lid 2 vermelde percentages kan de toelage worden vastgesteld op een vast bedrag per maand.

Artikel 17. Wachtdienstvergoeding gladheidsbestrijding

  • 1. De ambtenaar die zich bereikbaar en beschikbaar moet houden (consignatie) buiten de voor hem geldende werktijden ontvangt een vergoeding.

  • 2. De bruto-vergoeding per geconsigneerde week is gelijk aan 16,4% van het salaris per week, afgeleid van schaal 4, periodiek 11 van bijlage IIa van de CAR-UWO.

Artikel 18. Vuilwerk- en reinigingstoelage

De ambtenaren die de functie van medewerker buitendienst vervullen, ontvangen maandelijks een bruto vuilwerk- en reinigingstoelage ter grootte van 3,1% van het salaris per maand, afgeleid van schaal 4, periodiek 11 van bijlage IIa van de CAR-UWO. Voor de ambtenaren met de functie van beheerder accommodaties geldt 1,2% als percentage.

Artikel 19. Gratificatie ambtsjubileum

  • 1. Aan de ambtenaar die gedurende 12,5 jaar een betrekking bij de overheid heeft vervuld, wordt een gratificatie toegekend gelijk aan 25% van de bezoldiging en vakantietoelage waarop de ambtenaar in de maand van zijn jubileum recht heeft.

  • 2. Aan de ambtenaar die gedurende 25 jaar een betrekking bij de overheid heeft vervuld, wordt een gratificatie toegekend gelijk aan 70% van de bezoldiging en vakantietoelage waarop de ambtenaar in de maand van zijn jubileum recht heeft.

  • 3. Aan de ambtenaar die gedurende 40 respectievelijk 50 jaar een betrekking bij de overheid heeft vervuld, wordt een gratificatie toegekend gelijk aan 100% van de bezoldiging en vakantietoelage waarop de ambtenaar in de maand van zijn jubileum recht heeft.

Artikel 20. Stagevergoeding

  • 1. De stagiair ontvangt een stagevergoeding overeenkomende met:

    • a.

      15% van het salaris per maand, afgeleid van het schaal 1, periodiek 0 van bijlage IIa van de CAR-UWO indien er sprake is van lager of middelbaar beroepsonderwijs;

    • b.

      25% van het salaris per maand, afgeleid van het schaal 1, periodiek 0 van bijlage IIa van de CAR-UWO, indien er sprake is van hoger beroeps- of wetenschappelijk onderwijs.

  • 2. Op voorstel van het onderwijsinstituut kan de stagevergoeding als een bijdrage worden gestort in het schoolfonds.

Artikel 21. Reis- en verblijfkosten dienstreizen

  • 1. De ambtenaar heeft recht op vergoeding van reis- en verblijfkosten, gemaakt tijdens het reizen in het belang van de dienst.

  • 2. De hoogte van de tegemoetkoming in reis- en verblijfkosten is gelijk aan de bedragen genoemd in het Reisbesluit binnenland.

  • 3. Tijdens het reizen wordt zoveel mogelijk gebruik gemaakt van het openbaar vervoer.

Artikel 22. Vergoeding reiskosten voor gedetacheerde ambtenaren

  • 1. De ambtenaar die vanuit de gemeente Vlist (zijnde de standplaats) wordt gedetacheerd naar een andere organisatie, ontvangt gedurende de periode van detachering een tegemoetkoming in de reiskosten voor de kilometers tussen de standplaats en de plaats van tewerkstelling.

  • 2. Indien de afstand tussen de woonplaats van de ambtenaar en de plaats van tewerkstelling minder bedraagt dan de afstand tussen de standplaats en de plaats van tewerkstelling, wordt de tegemoetkoming in de reiskosten bepaald door de werkelijke reisafstand.

  • 3. De tegemoetkoming wordt berekend aan de hand van de afstandentabel en het daarbij behorende fiscaal vrijgestelde bedrag, vermeld in tabel 7 van de Handleiding Loonbelasting 2003.

  • 4. De ambtenaar die volledig ziekteverlof geniet en niet reist tussen de woonplaats en de plaats van tewerkstelling komt, na een periode van 4 weken gerekend vanaf de eerste ziektedag, niet langer in aanmerking voor een tegemoetkoming.

  • 5. De ambtenaar die gedeeltelijk of arbeidstherapeutisch werkt en reist tussen woon- of verblijfplaats en de plaats van tewerkstelling ontvangt, na een periode van 4 weken gerekend vanaf de eerste ziektedag, een tegemoetkoming afhankelijk van het aantal werkdagen.

Artikel 23. BHV-toelage

  • 1. De medewerker die is aangewezen als bedrijfshulpverlener (BHV-er) en in het bezit is van een geldig BHV-diploma, ontvangt maandelijks een toelage.

  • 2. De netto-toelage is gelijk aan het bruto-salaris per uur, afgeleid van schaal 8, periodieknummer 6 (€ 15,93 per 1 februari 2007).

SLOTBEPALINGEN

Artikel 24. Citeerartikel

  • 1. Deze regeling treedt in werking op 1 april 2008 en wordt aangehaald als “Bezoldigingsregeling gemeente Vlist 2008". Artikel 23 werkt terug tot 1 januari 2008.

  • 2. Met ingang van de datum van inwerkingtreding van deze regeling vervalt de Bezoldigingsverordening gemeente Vlist 2005, welke is vastgesteld op 5 april 2005.

Ondertekening

Stolwijk, 20 mei 2008

Burgemeester en wethouders voornoemd,

de secretaris, de burgemeester,

mw. Mr. C. Plokhooij mw. A.Z. Evenhuis-Meppelink