Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Nederlandse Antillen

BESLUIT van den 7den Januari 1930, ter uitvoering van de artikelen 1, 2, 7 en 10 van de "Vuurwapenverordening 1930" (P.B. 1930 No. 2)

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
Overheidsorganisatie Nederlandse Antillen
Officiële naam regelingBESLUIT van den 7den Januari 1930, ter uitvoering van de artikelen 1, 2, 7 en 10 van de "Vuurwapenverordening 1930" (P.B. 1930 No. 2)
CiteertitelVuurwapenbesluit 1930
Vastgesteld doorGouverneur van de Nederlandse Antillen
Onderwerpopenbare orde en veiligheid
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

In artikel 3 van de wijzigingsregeling van 13-8-1965 (P.B. 1965, no. 137) is bepaald dat de geldende tekst van het Vuurwapenbesluit 1930, zoals gewijzigd, in een doorlopend genummerde reeks van artikelen en onderdelen van artikelen, met inachtneming van de spelling, gevolgd in de van de regering uitgaande stukken, in het Publicatieblad zou worden geplaatst. Zo’n tekstplaatsing heeft tot op heden niet plaatsgevonden.

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Vuurwapenverordening 1930, art. 1, 2, 7, 10

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerking-

treding

Terugwerkende

kracht tot en met

Datum uitwerking-

treding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

20-05-1995art. 4, 9

17-05-1995

P.B. 1995, no. 71

onbekend
06-04-1967art. 6

16-03-1967

P.B. 1967, no.; 50

onbekend
31-08-1965art. 3, 4

13-08-1965

P.B. 1965, no. 137

onbekend
23-10-1964art. 6

10-10-1964

P.B. 1964, no. 150

onbekend
26-07-1959art. 6

04-07-1959

P.B. 1959, no. 85

onbekend
29-10-195223-10-1952art. 3, 4, 5

29-10-1952

P.B. 1952, no. 134

onbekend
04-05-1949art. 6

28-04-1949

P.B. 1949, no. 49

onbekend
12-07-1947art. 2, 3, 4, 6

08-07-1947

P.B. 1947, no. 95

onbekend
21-10-1939art. 6

16-10-1939

P.B. 1939, no. 113

onbekend
21-04-1937art. 1

16-04-1937

P.B. 1937, no. 27

onbekend
19-09-1930art. 9

15-09-1930

P.B. 1930, no. 69

onbekend
27-03-1930art. 6

24-03-1930

P.B. 1930, no. 24

onbekend
15-02-1930Nieuwe regeling

07-01-1930

P.B. 1930, no. 3

onbekend

Tekst van de regeling

Intitulé

BESLUIT van den 7den Januari 1930, ter uitvoering van de artikelen 1, 2, 7 en 10 van de "Vuurwapenverordening 1930" (P.B. 1930 No. 2)

Artikel 1

De in dit besluit voorkomende uitdrukkingen hebben, met inachtneming van het bepaalde in het volgende lid, dezelfde beteekenis als die zij hebben in de "Vuurwapenverordening 1930"

Onder vuurwapenen worden mede verstaan:

alarmpistolen en andere soortgelijke voor bedreiging of afdreiging geschikte voorwerpen met uitzondering van die, welke geen loop of een kennelijk verkorten, geheel gevulde loop hebben en welke zoodanig zijn ingericht, dat zij enkel losse patronen van een kaliber kleiner dan 6 mm. kunnen bevatten, terwijl de ligplaats van die patronen en de gasuitlaat loodrecht staat op den loop of op de lengterichting van het voorwerp.

Artikel 2

Invoer, uitvoer en doorvoer van vuurwapenen en van munitie zijn verboden.

Vervoer van vuurwapenen, anders dan door iemand, die ingevolge de verordening van den 24n. September 1879 (P.B. No. 18) [lees thans: Wapenverordening 1931] het wapen in het openbaar mag dragen, is op den openbaren weg of op een voor het publiek toegankelijke plaats verboden.

Artikel 3

De verbodsbepalingen in artikel 2 zijn niet van toepassing ten aanzien van invoer, uitvoer, doorvoer en vervoer:

  • 1.

    door of vanwege het Rijk of het gebiedsdeel Curaçao;

  • 2.

    toegelaten door het betrokken Plaatselijk Hoofd van Politie, of met machtiging van deze door de Commissaris van Politie of door degene die als diens plaatsvervanger is aangewezen, mits zulks geschiedt met inachtneming van de voorwaarden, welke bij de toelating mochten zijn gesteld.

Artikel 4

Invoer, uitvoer, doorvoer of vervoer ingevolge artikel 3 heeft niet anders plaats dan krachtens consent hetwelk op aanvraag kan worden verleend door het betrokken Plaatselijk Hoofd van Politie of, met machtiging van deze, door de Commissaris van Politie of degene die als diens plaatsvervanger is aangewezen.

De aanvraag en het consent worden onderscheidenlijk ingericht naar de bij dit besluit gevoegde modellen A en B.

Bij de aanvraag kiest de belanghebbende voor de geheele behandeling daarvan een bepaalde woonplaats op het eiland, waar de aanvraag wordt ingediend.

De aanvrager verstrekt zooveel mogelijk de door of vanwege het betrokken Plaatselijk Hoofd van Politie gevraagde inlichtingen of bescheiden.

Artikel 5

De Plaatselijke Hoofden van Politie gedragen zich in de uitvoering van dit besluit naar de aanwijzingen van den Gouverneur.

Zij zijn verplicht een register te houden en daarin aanteekening te doen van elk door hen ingevolge dit besluit verleend consent.

Artikel 6

Ter vergoeding van de kosten van Administratie en toezicht wordt ten bate van 's Lands kas, van dengene wien een consent wordt verleend, een bedrag geheven, en wel:

  • 1.

    voor zoover betreft een consent van invoer, vijftig cents per K.G. gewicht van de voorwerpen waarvoor het consent geldt;

  • 2.

    voor zoover betreft een consent van vervoer van vuurwapenen, vijf en twintig cents voor elk wapen, waarvoor het consent geldt;

  • 3.

    en overigens één gulden per 1000 K.G. bruto gewicht van de voorwerpen, waarvoor het consent geldt, met een minimum van vijf gulden.

De in het vorige lid vermelde bedragen worden niet geheven:

  • a.

    bij doorvoer zonder overlading;

  • b.

    bij invoer, uitvoer, doorvoer of vervoer door of vanwege de Nederlandse Antillen, Nederland of Suriname;

  • c.

    bij invoer, uitvoer, doorvoer of vervoer door verenigingen, die in het bezit zijn van een vergunning als bedoeld in artikel 2a van de Wapenverordening 1931 (P.B. 1959, no. 65) [lees: P.B. 1967, no. 168] en door toegelaten weerkorpsen;

  • d.

    bij invoer, uitvoer, doorvoer of vervoer van oorlogswapens en projectielen voor oorlogswapens en andere oorlogsmunitie.

Artikel 7

De aanvraag om een machtiging tot het voorhanden hebben van een vuurwapen, alsmede de machtiging, waar noodig, voorzien van een aangehechten bon voor de aflevering van een vuurwapen, worden onderscheidenlijk ingericht naar de bij dit besluit gevoegde modellen C en D.

Artikel 8

Ter vergoeding van de kosten van Administratie en toezicht wordt ten bate van 's Lands kas, van dengene, wien een machtiging tot het voorhanden hebben van een vuurwapen wordt verleend, een bedrag geheven, en wel:

  • 1.

    voor zoover betreft een bijzondere machtiging, één gulden voor elk wapen, waarvoor de machtiging geldt;

  • 2.

    voor zoover betreft een algemeene machtiging, vijf en twintig gulden bij de uitreiking daarvan en vervolgens telkens in de eerste maand van elk kalenderjaar eveneens vijf en twintig gulden.

Artikel 9

Aan elke machtiging tot het voorhanden hebben van een vuurwapen, wordt steeds de voorwaarde verbonden, dat de houder de bepalingen, bij of krachtens de "Vuurwapenverordening" 1930 (P.B. 1930 No. 2) gesteld, stipt zal naleven.

Aan eene machtiging tot het voorhanden hebben van vuurwapenen, verleend aan iemand, die van het afleveren van vuurwapenen of van munitie aan particulieren een beroep of eene gewoonte maakt, worden steeds de navolgende voorwaarden verbonden:

  • 1.

    dat de houder behoorlijke voorzorgsmaatregelen zal nemen en behoorlijk toezicht zal oefenen of doen oefenen, om te verzekeren, dat voor hem handelende personen de bepalingen, bij of krachtens de "Vuurwapenverordening" 1930 (P.B. 1930 No. 2) gesteld, stipt naleven;

  • 2.

    dat het doorloopend register, hetwelk hij ingevolge artikel 4 der "Vuurwapenverordening" 1930 (P.B. 1930 No. 2) moet houden, is ingericht naar het bij dit besluit gevoegd model E;

  • 3.

    dat hij op een bon voor de aflevering van een vuurwapen alleen dan een vuurwapen zal afleveren, indien de inhoud van den bon zich daartegen niet verzet, en dat hij alsdan met den bon zal handelen, als daarop is aangegeven;

  • 4.

    dat hij er nauwlettend zorg voor draagt, dat de wapens en munitie, die hij voorhanden heeft, steeds onderling streng gescheiden bewaard worden in behoorlijk afgesloten plaatsen of ruimten, die onderling zoover mogelijk van elkander staan.

Artikel 10

Het bewaarloon, bedoeld in artikel 10, derde lid, der "Vuurwapenverordening" 1930 (P.B. 1930 No. 2), bedraagt één gulden per K.G. gewicht van de in bewaring gegeven voorwerpen, doch ten minste één gulden per jaar. Niet geheel vervulde jaren worden daarbij voor een vol jaar gerekend.

Artikel 11

Dit besluit treedt in werking tegelijk met de "Vuurwapenverordening" 1930 (P.B. 1930 No. 2).

Het kan worden aangehaald als "Vuurwapenbesluit" met bijvoeging van het jaartal van het Publicatieblad, waarin het is afgekondigd.

MODEL A

E i l a n d …………………………………………………. Aanvraag consent

Aanvraag om een consent van invoer/uitvoer/doorvoer/vervoer(1)

ingevolge het Vuurwapenbesluit 1930 (P.B. 1930, no. 3), zoals gewijzigd.

Naam, voornamen, geboortedatum, beroep en woonplaats van de aanvrager.  
Omschrijving en soort, ook hoeveelheid van de voorwerpen waarvoor dit consent wordt aangevraagd.  
(Vermoedelijke) gewicht van de voorwerpen (netto) in K.G.  
Naam en adres van de leverancier.  
Plaats en land van herkomst van de voorwerpen.  
Plaats en land van bestemming van de voorwerpen.  
Omschrijving van de (vermoedelijke) route, van de wijze en van de tijd van het vervoer en c.q. begin- en eindpunt van het vervoer.  
Naam, voornamen, beroep en woonplaats van degene, aan wie de voorwerpen zullen worden geadresseerd, of voor wie zij bestemd zijn.  
Is de geadresseerde, of de persoon voor wie de voorwerpen bestemd zijn, of anders de aanvrager bevoegd de voorwerpen voorhanden te hebben? Zo ja, op welke grond?  
Doel van de invoer/uitvoer/doorvoer/vervoer.(2)  
Keuze van een bepaalde woonplaats op het eiland.  
Voor welk gebruik zijn de voorwerpen bestemd?  
Voor welk gebruik zijn de voorwerpen bestemd?  
Nadere toelichting van de aanvrager op de aanvraag.  
(3)  
 (Vervolg)
(Vervolg model A)  
   
Aldus naar waarheid ingevuld en ondertekend  
   
te....................................... (4), de ............................................................ (5)  
   
............................................................ (6)  

MODEL B

E i l a n d …………………………………………………. Consent
 
..................... (1)
 
Consent van invoer/uitvoer/doorvoer/vervoer(2)

ingevolge het Vuurwapenbesluit 1930 (P.B. 1930, no. 3), zoals gewijzigd.

Naam, voornamen, geboortedatum, beroep en woonplaats van de aanvrager aan wie dit consent wordt verleend.  
Omschrijving en soort, ook hoeveelheid van de voorwerpen waarvoor dit consent wordt aangevraagd.  
Opgegeven (vermoedelijke) gewicht van de voorwerpen (netto) in K.G.  
Naam en adres van de leverancier.  
Plaats en land van herkomst van de voorwerpen.  
Plaats en land van bestemming van de voorwerpen.  
Opgegeven omschrijving van de (vermoedelijke) route, van de wijze en van de tijd van het vervoer en c.q. begin- en eindpunt van het vervoer.  
Naam, voornamen, beroep en woonplaats van degene, aan wie de voorwerpen zullen worden geadresseerd, of voor wie zij bestemd zijn.  
Doel van de invoer/uitvoer/doorvoer/vervoer volgens opgave van de aanvrager. (3)  
Geldigheidsduur van het consent.  
(4)  
....................................... (5), de ............................................................ (6) ............................................................ (7) Vervolg)

(Vervolg model B)

MODEL C.

E i l a n d ………………………………………………….

Aanvraag om machtiging tot het voorhanden hebben van vuurwapenen.

Naam, voornamen, beroep en woonplaats van den aanvrager.  
Omschrijving der vuurwapenen, waarvoor de machtiging wordt aangevraagd. (Het aantal dier vuurwapenen behoeft enkel te worden opgegeven, indien een bijzondere machtiging wordt gewenscht.)  
Voor welk gebruik zijn de vuurwapenen bestemd?  
Heeft de aanvrager de vuurwapenen reeds voorhanden?  
Of wenscht hij zich de vuurwapenen nog te doen afleveren, en zoo ja, door wien? (Deze vraag behoeft enkel te worden beantwoord indien een bijzondere machtiging wordt gewenscht.)  
Wie kunnen omtrent den persoon van den aanvrager inlichtingen verschaffen?  
Welke nadere toelichting wenscht de aanvrager ter motiveering van zijne aanvraag te geven?  
Vorige woonplaats van den aanvrager. Was de aanvrager daar in het bezit van eene machtiging tot het voorhanden hebben van vuurwapenen? Zoo ja, door wien en wanneer afgegeven?  
(1)  
............................................. (2) den .......................................................... (3) ............................................................................ (4)

MODEL D.

E i l a n d …...................................( 1)
 
Machtiging tot het voorhanden hebben van vuurwapenen.  
 
Aan.........................................................................................................................................( 2)
wordt bij deze eene ...............................................................................................................( 3)
machtiging verleend tot het voorhanden hebben van ........................................................... ( 4)
 Aan deze machtiging zijn de navolgende voorwaarden verbonden:  
 1o.dat de houder de bepalingen, bij of krachtens de "Vuurwapenverordening" 1930 (P.B.1930 No. 2) gesteld, stipt zal naleven;  
...............................................................................................................................................( 5)
 
Deze machtiging is beperkt tot ..............................................................................................( 6)
   ........................................... ( 7) , den......................................( 8)
     De Procureur-generaal, -------------------------------------------- De Gezaghebber,  
   ..............................................................................................( 9)
 
Handteekening van dengene, aan wien de machtiging is verleend.  
=======================================================================
(Hierlangs afscheuren)
BON voor de aflevering van ..................................................................................................(10)
aan ….....................................................................................................................................  
door …...................................................................................................................................(11)
Behoort bij machtiging no. ........................................,eiland ....................................................  
   ................................... , den ...................................................  
     De Procureur-generaal, -------------------------------------------- De Gezaghebber,  

N.B. Deze bon moet door dengene, die daarop een vuurwapen aflevert, aanstonds worden ingenomen en op de rugzij de van zijne handteekening en van den datum der aflevering worden voorzien en vervolgens worden bewaard. Op losse bons mag aflevering niet plaats hebben.

MODEL E

(Linkerbladzijde van het register).
(1) (2)(3)(4)(5)(6)(7)(8)
(1)Kolom 1.Doorlopend registernummer van elke ontvangst.
(2)Kolom 2.Datum van ontvangst.
(3)Kolom 3.Omschrijving (type, merk, model, kaliber, fabrikagenummer en eventuele andere bijzonderheden), ook hoeveelheid van de ontvangen vuurwapenen of munitie.
(4)Kolom 4.Naam, voornamen, beroep en adres van degene, van wie de voorwerpen afkomstig zijn.
(5)Kolom 5.Naam, voornamen, beroep en adres van degene, uit wiens handen de goederen zijn ontvangen.
(6)Kolom 6.Datum en eiland van afgifte van de machtigingen, consenten en permitten, welke ingevolge de Vuurwapenverordening 1930 of Wapenverordening 1931 aan de onder (4) en (5) bedoelde personen verleend mochten zijn.
(7)Kolom 7.Bestemd voor de vermelding van hetgeen verder door het hoofd van politie mocht worden voorgeschreven.
(8)Kolom 8.Bestemd voor aantekening van ambtenaren, die van het register inzage nemen.
     
N.B.Het register moet zijn van stevig papier en voldoende grootte. De linkerbladzijden moeten doorlopend genummerd zijn en door of namens het hoofd van politie gewaarmerkt.
(Rechterbladzijde van het register)
(1) (2)(3)(4)(5)(6)(7)(8)
(1)Kolom 1.Doorlopend registernummer van elke aflevering.
(2)Kolom 2.Datum van aflevering.
(3)Kolom 3.Omschrijving (type, merk, model, kaliber, fabrikagenummer en eventuele andere bijzonderheden), ook hoeveelheid, der afgeleverde vuurwapenen of munitie.
(4)Kolom 4.Naam, voornamen, beroep en adres van degene, van wie de voorwerpen afkomstig zijn.
(5)Kolom 5.Naam, voornamen, beroep en adres van degene in wiens handen de goederen zijn afgeleverd.
(6)Kolom 6.Datum en eiland van afgifte van de machtigingen, consenten en permitten, welke ingevolge de Vuurwapenverordening 1930 of Wapenverordening 1931 aan de onder (4) en (5) bedoelde personen verleend mochten zijn.
(7)Kolom 7.Bestemd voor de vermelding van hetgeen verder door het hoofd van politie mocht worden voorgeschreven.
(8)Kolom 8.Bestemd voor aantekening van ambtenaren, die van het register inzage nemen.
     
N.B.Het register moet zijn van stevig papier en voldoende grootte. De linkerbladzijden moeten doorloopend genummerd zijn en door of namens het hoofd van politie gewaarmerkt.

Noot
( 1)Registernummer van de machtiging.
Noot
( 2)Naam, voornamen, beroep en woonplaats van den houder.
Noot
( 7)Eiland van afgifte.