2011 Treasurystatuut Naarden

Artikel 1 Begrippen

Administratie:

Het systematisch verzamelen, vastleggen, verwerken en verstrekken van informatie ten behoeve van het besturen, het functioneren en het beheersen van een organisatie en ten behoeve van de verantwoording die daarover moet worden afgelegd.

Annuïteit

Een vast bedrag waarin zowel rente als aflossing op een lening is opgenomen. In het begin maakt de rente het grootste gedeelte van de annuïteit uit, naarmate de tijd vordert begint het aflossingsgedeelte groter te worden.

Certificate of deposit

Verhandelbare schuldbekentenis aan toonder met een looptijd korter dan twee jaar, uitgegeven door een niet-kredietinstelling.

Commercial Paper

Verhandelbare schuldbekentenis met een looptijd korter dan twee jaar, uitgegeven door een niet-kredietinstelling.

Deposito

Niet-verhandelbare belegging bij een bank, waarbij een bedrag voor een vaste periode tegen een vast rentepercentage wordt weggezet.

Derivaten

Derivaten zijn financiële instrumenten die hun bestaan ontlenen aan een bepaalde onderliggende waarde. Deze onderliggende waarden kunnen reële producten zijn zoals grondstoffen, of financiële producten zoals effecten. Derivaten kennen een breed toepassingsgebied en worden onder andere gebruikt om valuta- en renterisico’s te sturen en financieringskosten te minimaliseren.

Eigen vermogen

Het saldo dat resteert, nadat het totaal van alle activa is verminderd met het vreemde vermogen.

 Fixe

Aanduiding voor een (obligatie)lening die een vaste looptijd heeft en aan het einde van die looptijd in zijn geheel wordt afgelost.

Geldmarkt

De markt waar financiële producten met een looptijd van maximaal twee jaar worden verhandeld.

Kapitaalmarkt

De markt waar financiële producten met een looptijd van langer dan één jaar worden verhandeld.

Kasgeldlimiet

De kasgeldlimiet is een maximumbedrag aan vlottende middelen, dat een openbaar lichaam in gevolge de wet Fido mag aanhouden. De kasgeldlimiet mag voor gemeentes maximaal 8,5% van het totaal van de jaarbegroting van de gemeente bij aanvang van het jaar zijn. Het minimum hiervoor is € 300.000.

Kortlopende geldlening

Geldlening met een looptijd van maximaal één jaar

Langlopende geldlening

Geldlening met een looptijd van langer dan één jaar

Lineair aflossing

Aflossing in gelijke delen gedurende de gehele of een gedeelte van de looptijd van een (obligatie)lening

Liquiditeitenbeheer

Het aantrekken en uitzetten van middelen voor een periode tot een jaar.

Liquiditeitenprognose

Een gestructureerd overzicht van toekomstige inkomsten en uitgaven.

Looptijd

De periode tot en met de dag waarop een (obligatie)lening wordt afgelost.

Medium term note (mtn)

Verhandelbare schuldbekentenis aan toonder, met een minimale looptijd van twee jaar en met een minimum omvang van nominaal € 500.000. Maakt onderdeel uit van een medium term note programma en wordt veelal uitgegeven door een bank.

Nettingovereenkomst

Een overeenkomst op grond waarvan de wederzijdse verplichtingen tussen partijen verrekend worden waardoor wordt bepaald wat de ene partij per saldo aan de andere partij verschuldigd is.

Netto-vlottendeschuld

Het gezamenlijk bedrag van de opgenomen gelden met een oorspronkelijke rentetypische looptijd van korter dan een jaar, de schuld in rekening-courant, de voor een termijn korter dan een jaar ter bewaring in de kas gestorte gelden van derden en overige geldleningen die geen onderdeel uitmaken van de vaste schuld, verminderd met het gezamenlijke bedrag van de contante gelden in kas, de tegoeden rekening-courant en de overige uitstaande gelden met een rentetypische looptijd van korter dan een jaar.

Rating

Beoordeling van de kredietwaardigheid van een organisatie of een land.

Ratingbureau

Bureaus die de kredietwaardigheid van een organisatie of land beoordelen. Bekende ratingbureaus zijn Standard&Poor’s, Moody’s en Fitch IBCA.

Renterisico

De mate waarin rentelasten en rentebaten van een openbaar lichaam veranderen door niet beïnvloedbare wijzigingen in de rentepercentages op leningen en uitzettingen met een oorspronkelijke rentetypische looptijd van een jaar of langer.

Renterisiconorm

Een bedrag ter grootte van een percentage van het totaal van de vaste schuld van het openbaar lichaam bij aanvang van het jaar dat mag veranderen gedurende een begrotingsjaar in gevolge de wet Fido. Dit bedrag mag voor gemeentes maximaal 20% bedragen van het begrotingstotaal van de uitgaven.

Rentetypische looptijd

Looptijd tussen de aanvang van een lening en een renteconversiemoment of tussen twee renteconversiemomenten waarin de rente niet eenzijdig beïnvloedbaar is.

Treasurybeheer

De (beleids)uitvoering van de treasuryfunctie, binnen de kaders van het treasurystatuut. De beleidsuitvoering vindt zijn weerslag in specifieke beleidsplannen. Deze en de realisaties daarvan voor een referentieperiode komen aan de orde in de treasuryparagraaf van achtereenvolgens de begroting en het jaarverslag.

Treasurybeleid

De uitgangspunten, doelstellingen, richtlijnen en limieten, de organisatorische en administratieve kaders, de informatievoorziening en de administratieve organisatie ter uitvoering van de treasuryfunctie.

Treasuryfunctie

Alle activiteiten die zich richten op het sturen en beheersen van, het verantwoorden over en het toezicht houden op de financiële vermogenswaarden, de financiële stromen, de financiële posities en de hieraan verbonden risico’s.

Vaste schuld

Het gezamenlijke bedrag van de schuld uit hoofde van de geldleningen met een oorspronkelijke rentetypische looptijd van een jaar of langer, en de voor een termijn van een jaar of langer ontvangen waarborgsommen.

Voorziening

Een deel van het vermogen van een organisatie dat met een duidelijk en speciaal doel opzij is gezet om in de toekomst aan bepaalde financiële verplichtingen te kunnen voldoen. Voorzieningen worden tot het vreemd vermogen gerekend.

Waarborgsom

In de gemeentekas gestort bedrag ter zekerheidsstelling van het uitlenen van een bepaald goed of ter zekerheidsstelling voor het uitvoeren van bepaalde diensten.

Uitoefening van de publieke taak

Voor dit statuut wordt hieronder verstaan: het faciliteren van toegelaten instellingen ingevolge van de Woningwet, plaatselijke verenigingen ter realisatie van investeringen direct verband houdend met de doelstelling van die verenigingen en individuele inwoners als onderdeel van sociale zorg.

Artikel 2 Treasurybeleid

Artikel 2.1 Algemeen

Het doel van het geld- en vermogensbeheer in de gemeente Naarden is het beheren van financiële posities en geldstromen voor haar publieke taak op een zodanige wijze dat risico´s worden beperkt en kosten en opbrengsten binnen de kaders van risicobeperking worden geoptimaliseerd.

De hoofddoelstelling kan worden gesplist in de navolgende subdoelstellingen:

het verkrijgen en handhaven van toegang tot de financiële markten tegen optimale condities;

beschermen van de organisatie tegen financiële risico’s zoals renterisico’s, valutarisico’s, koersrisico’s, liquiditeitsrisico’s en kredietrisico’s;

het minimaliseren van de interne verwerkingskosten en externe kosten bij het beheren van de geldstromen en financiële posities

Het verkrijgen van een optimaal rendement over de eigen liquide middelen tegen zo klein mogelijke risico’s

Het voorzien in de toekomstige behoefte aan vreemd vermogen tegen zo laag mogelijke kosten

Het veiligstellen van de financierbaarheid van de organisatie in de zin dat op elk moment middelen kunnen worden aangetrokken, doordat toegang tot de financiële markten verzekerd is

Het zodanig beperken van de liquide middelen, locaties en beheerders, dat een duidelijk overzicht blijft bestaan van de dagelijkse mutaties zonder dat daarmee een efficiënte dienstverlening wordt verstoord;

Het betalingsverkeer zodanig inrichten, dat externe bankkosten (valutadagen, provisies, datacommunicatie e.d.) worden geminimaliseerd.

Artikel 2.2 Uitzetting middelen

Artikel 2.2.1 Kredietrisicobeheer uitgezette middelen niet zijnde tijdelijk overtollige middelen van projectfinanciering

Kredietrisico’s worden beperkt door uitsluitend (overtollige) gelden, niet zijnde tijdelijk overtollige middelen van projectfinanciering uit te zetten bij eerste klas debiteuren. Onder eerste klas debiteuren wordt voor Naarden verstaan en toegestaan:

Valutacriterium

De uitzettingen mogen uitsluitend plaats vinden in Euro.

Landencriterium

De uitzettingen worden gedaan bij organisaties binnen de Europees Economische Ruimte (EER) bestaande uit de landen van de Europese Unie (EU), Noorwegen, IJsland en Lichtenstein. Dit indien deze landen voldoen aan minimaal AA rating van Standard§Poor’s of overeenkomstig voor landen van minimaal twee ratingbureaus. Bij voorkeur wordt gekozen voor Nederland. Indien Nederland niet voldoet aan de minimale AA-rating van Standard&Poor’s voor landen of overeenkomstig wordt er uitweken naar een ander land binnen de EER die wel voldoet aan deze rating.

Organisatiecriterium

- de staat

- lagere territoriale overheden, waterschappen en gemeenschappelijke regelingen

- banken met AAA-rating van Standard&Poor’s of overeenkomstig van minimaal twee van ratingbureaus voor geldmarktproducten.

- overige financiële instellingen met minimaal AAA-rating van Standard&Poor’s of overeenkomstig van minimaal twee ratingbureaus voor geldmarktproducten.

- banken met AAA-rating van ratingbureau Standard&Poor of overeenkomstig voor kapitaalmarktproducten.

- overige financiële instellingen met AAA-rating van ratingbureau Standard&Poor’s of overeenkomstige rating van minimaal twee ratingbureaus voor kapitaalmarktproducten.

Indien de rating bij de debiteur daalt onder de vereiste minimale rating zal de gemeente Naarden bij elke overeenkomst zich het recht voorbehouden de overeenkomst te ontbinden.

Geldmarktproducten

Op de geldmarkt wordt in Naarden voor het uitzetten gebruik gemaakt van de volgende producten:

- rekening-courant bij ingevolge de Wet Toezicht Kredietwezen geregistreerde kredietinstellingen voor 100% van de overtollige middelen voor maximaal 14 dagen aan een gesloten, indien daggeld en termijndeposito een hogere opbrengst geeft.

- daggeld bij ingevolge de Wet Toezicht Kredietwezen geregistreerde kredietinstellingen voor

100% van de overtollige middelen voor maximaal 31 dagen.

- termijndeposito’s bij ingevolge de Wet Toezicht Kredietwezen geregistreerde kredietinstellingen

en/of eerste klas debiteuren voor 100% van de overtollige middelen voor maximaal 12 maanden

- andere risicoloze financiële producten bij ingevolge de Wet Toezicht Kredietwezen

geregistreerde kredietinstellingen en/of eerste klas debiteuren voor maximaal 50% van de overtollige

middelen voor maximaal 12 maanden

Kapitaalmarktproducten

Op de kapitaalmarkt kan in Naarden gebruik worden gemaakt van de volgende instrumenten:

- Nederlandse staatsleningen voor maximaal 50% van de overtollige middelen voor maximaal 10 jaren

- Medium Term Notes, certificates of deposit en comercial paper van eerste klas debiteuren voor maximaal 25% van de overtollige middelen voor maximaal twee jaar

- Obligaties genoteerd op de Amsterdamse effectenbeurs van eerste klas debiteuren voor maximaal 10%

van de overtollige middelen voor maximaal 10 jaar.

- Kredieten die worden verstrekt aan instellingen ingevolge van de Woningwet echter met een van volgende zekerheidsstellingen:

- het verkrijgen van het recht van hypotheek of

- borgstelling door het Waarborgfonds Sociale Woningbouw

Artikel 2.2.2 Tijdelijk overtollige middelen van projectfinanciering

Tijdelijk overtollige middelen van aangetrokken leningen voor projectfinanciering mogen uitsluitend worden uitgezet bij de organisatie waar de middelen zijn aangetrokken. Hieraan dient een nettingsovereenkomst ten grondslag te liggen.

Artikel 2.2.3 Werkwijze van uitzetting

Middelen worden afhankelijk van de looptijd van de uitzetting uitsluitend ondergebracht bij instellingen die benoemd zijn bij kredietrisicobeheer met de bijbehorende limieten. Concurrentiestelling zal hierbij geschieden door het vragen van minimaal 3 offertes indien de looptijd langer is dan 28 dagen en een minimaal bedrag

van € 1.000.0000. Hierbij dient in ogenschouw te worden genomen het doel van de uitzetting. Risico’s bij uitzettingen worden beperkt doordat:

1. Minimaal de hoofdsom wordt gegarandeerd;

2. Uitzetting plaats vindt binnen de kaders van het treasurystatuut.

Artikel 2.2.4 Relatiebeheer

Relaties mogen slechts worden aangegaan met partijen die voldoen aan de minimale eisen en met de daarbij vermelde limieten zoals vermeld bij artikel 2.2.1 Kredietrisicobeheer.

Artikel 2.2.5 Verstrekken geldleningen

De gemeente verstrekt in principe geen geldleningen, tenzij er voldaan wordt aan de volgende criteria:

- Er een zeer zwaarwegend belang is voor Naarden in het kader van de publieke taak c.q. de realisatie van de gemeentelijke doelstellingen;

- Er geen (waarborg) fondsen zijn die direct geldleningen of een volwaardige borgstelling kunnen verstrekken;

- Er geen kredietverstrekker gevonden kan worden die tegen een redelijke rente een lening kan verstrekken.

- Het risico voor de gemeente tot het uiterste beperkt en beschreven wordt.

- Het verstrekken van hypothecaire leningen voor eigen woning aan personeel en politieke ambtdragers is uitgesloten.

Het gestelde in de artikelen 2.2.1 tot en met 2.2.4 is voor dit soort organisaties niet van toepassing.

Artikel 2.3 Gemeentefinanciering

Artikel 2.3.1 Financiering

 Onder financieringsmiddelen worden begrepen:

- Langlopende leningen

- Kortlopende geldleningen (kasgeldleningen)

- Het eigen vermogen

- Voorzieningen

- In de gemeentekas gestorte langlopende waarborgsommen

- Door derden bij de gemeente belegde middelen

Bij het aantrekken van financieringsmiddelen gelden de navolgende uitgangspunten:

- De financieringsmiddelen mogen uitsluitend in euro gelden

- Middelen mogen nooit worden aangetrokken voor uitsluitend het behalen van een hoger rendement.

- De aan te trekken externe financieringsmiddelen zijn afgestemd op vaste schuld van de bestaande leningenportefeuille.

- Het aantrekken van kortlopende financieringsmiddelen vanaf € 1.000.000 met een maximale looptijd van 1 jaar dient te geschieden door concurrentiestelling tussen minimaal 3 aanbieders waaronder een geldmakelaar.

- Het aantrekken van langlopende financieringsmiddelen (meer dan 1 jaar) dient te geschieden door concurrentiestelling tussen minimaal 3 aanbieders waaronder de huisbankier en een geldmakelaar.

- Het aantrekken van langlopende middelen voor projectfinanciering dient gepaard te gaan met een nettingsovereenkomst (zie ook artikel 2.2.2).

- De leningen dienen te voldoen aan hetgeen wat is gesteld bij renterisicobeheer.

- De vervalkalender van de leningenportefeuille dient te voldoen aan de renterisiconorm volgens de wet Fido.

- Het moment van aantrekken en de looptijd van externe financieringsmiddelen wordt bepaald door de financieringsbehoefte, de rentestand op de kapitaalmarkt en de rentevisie van de gemeente Naarden.

- Vervroegd aantrekken van externe financieringsmiddelen om te kunnen profiteren van gunstige marktomstandigheden is toegestaan echter wel met in achtneming van de renterisiconorm van de wet Fido. Deze middelen moeten worden ingezet binnen een maximale termijn van 12 maanden

- Per kwartaal wordt nagegaan wanneer leningen afgelost moeten worden of (indien aantrekkelijk) vervroegde aflossing mogelijk is resp. renteconversie van toepassing is. Hierover wordt schriftelijk gerapporteerd aan het hoofd financiën.

- Interne financieringsmiddelen worden optimaal gebruikt voor de financiering van vaste activa.

- Het netto werkkapitaal van de gemeente Naarden, zijnde het saldo tussen de vlottende middelen en de vlottende kortlopende schuld, dient in overeenstemming te zijn met de voorschriften van de wet Fido.

Artikel 2.3.2 Renterisico en limieten financiering

Renterisico’s op de netto vlottende schuld zijn begrensd tot de normen van de kasgeldlimiet volgens de wet Fido.

- Renterisico’s op de vaste schuld zijn begrensd tot de normen van de renterisiconorm volgens wet Fido.

- De maximale omvang per langlopende lening is € 3.000.000

- De condities waartegen lang vreemd vermogen mag worden aangetrokken zijn:

- rentetypische looptijd voor een periode van maximaal 20 jaar, echter afhankelijk van de marktsituatie en de rentevisie.

- vervroegde aflossing is afhankelijk van de marktsituatie en rentevisie.

- rentebetaling indien mogelijk jaarlijks.

- Lening mag zowel annuïtair, lineair als fixe zijn

Artikel 2.4 Intern liquiditeitsrisicobeheer

Aan de hand van de begroting wordt op jaarbasis een liquiditeitsprognose gemaakt. Aan de hand van het voortschrijdend inzicht op kortere termijn gedurende het lopende jaar wordt de prognose bijgesteld op de reële inkomende en uitgaande stromen van liquide middelen. Deze bijstellingen vinden plaats eens per maand en hierover vindt rapportage aan het hoofd financiën plaats.

Wekelijks worden de saldi van alle bankrekeningen overgeboekt naar de hoofdrekening.

Uitsluitend aan de hand van de benoemde producten bij 2.2.1 voor de (overtollige) liquide middelen zullen keuzes worden gemaakt voor uitzetting hiervan met in achtneming van de gestelde limieten.

Financiering met kortgeld (maximaal 1 jaar) mag met in achtneming van de kasgeldlimiet worden aangetrokken middels:

- Daggeld met een maximaal bedrag van € 1.000.000 en een maximale looptijd van 14 dagen

- Kasgeldleningen met een maximaal bedrag van € 3.000.000 en een maximaal looptijd van 60 dagen

- Rekening-courant met een kredietlimiet van € 2.268.901,08 (voorheen fl. 5.000.000) voor maximaal 7 dagen, maximaal € 500.000 mag langer dan 7 dagen worden aangetrokken via rekening-courant. Daarboven moet worden uitgeweken naar dag- of kasgeldleningen.

Artikel 2.5 Derivaten

Derivaten kunnen worden gebruikt bij uitzetting en financiering indien dit gebeurt conform de ministeriële regeling uit hoofde van de Wet Fido. Het is uitdrukkelijk niet toegestaan om door middel van het gebruik van een financieel derivaat een open positie te creëren.

Artikel 2.6 Kasbeheer

Artikel 2.6.1 Geldstromenbeheer

 Inkomende geldstromen geschieden via:

- Kas afd, Buza

- Kas afd. BBO, Stads- en Streekarchief

- Rekening-courant BNG afd. Buza welke gekoppeld is aan de pinautomaat

- Rekening-courant BNG afd. Fin Belastingen

- Rekening-courant BNG (algemeen)

- Rekening-courant Rabo

- Rekening-courant ING (v/h Postbank)

Uitgaande geldstromen geschieden uitsluitend via:

- Rekening-courant BNG (algemeen)

- Rekening-courant Rabo incl. pinpas

- Rekening-courant ING (v/h Postbank)

Artikel 2.6.2 Saldo- en liquiditeitenbeheer

De hoeveelheden liquide middelen in de kassen blijven beperkt tot:

- Kas afdeling Buza maximaal € 15.000

- Kas afdeling BBO Stads- en Streekarchief maximaal € 500

Het krediet in rekening-courant bedraagt niet meer dan het totaal over alle rekeningen gezamenlijk, incl. eventuele kas- en daggeldleningen het bedrag van de kasgeldlimiet volgens de wet Fido.

Het tegoed in rekening-courant, blijft beperkt tot het saldo wat nodig is voor de dagelijkse betalingen. Het meerdere wordt tegen een zo hoog mogelijk percentage uitgezet bij instellingen die zijn benoemd bij punt 2.2.1.

Om kosten te besparen (intern en extern) wordt zo veel mogelijk elektronisch verwerkt via de algemene rekening. Om de rentepositie te optimaliseren (het voorkomen van tegengestelde renteposities) worden minimaal een keer per week alle saldi op de nevenrekeningen overgeboekt naar de hoofdrekening (saldoregulatie).

Artikel 3 Administratieve organisatie

Artikel 3.1 Uitgangspunten administratieve organisatie

De gemeente Naarden streeft er naar de interne risico’s die voortvloeien uit treasury zoveel mogelijk te beperken. Dit wordt bereikt door:

- De treasuryprocessen worden eenduidig vastgelegd en uitgevoerd, de uitvoering wordt 4 maal per jaar gecontroleerd door de medewerker interne controle.

- Iedere transactie wordt door minimaal 2 personen geautoriseerd (het vier ogen principe).

- De tegenpartij wordt gevraagd bevestigingen te sturen van alle transacties naar het hoofd financiën zonder tussenkomst van de personen die zijn belast met het sluiten van transacties. Het hoofd financiën controleert en registreert deze opdrachtbevestigingen.

Voor de beschrijving van de administratieve organisatie is uitgegaan het raadsvoorstel met nummer 62 d.d. 26 november 2003 betreft verordening met betrekking tot de organisatie van de financiële administratie en het beheer van vermogenswaarden op basis van artikel 212, 213 en 213a van de Gemeentewet en de wijzigingen vanuit raadsvoorstel 105 d.d. 17 december 2004 inzake artikel 212 en 213 van de Gemeentewet.

Artikel 3.2 Organisatie

De treasury-activiteiten zijn bij de gemeente Naarden geconcentreerd binnen de financiële administratie. Aangezien de treasury-activiteiten hoofdzakelijk voortvloeien uit operationele activiteiten van de gemeente Naarden dient de financiële administratie tijdig te worden geïnformeerd over de activiteiten van de gemeente Naarden voor zover deze tot geldstromen leiden. De verschillende functies die binnen de gemeente Naarden betrokken zijn bij de treasury-activiteiten worden hieronder schematisch voorgesteld.

• 1.

  Beleid en richtlijnen

• 2.

  Informatie geldstromen

• 3.

  Instructies

Artikel 3.3 Verantwoordelijkheden

In bovenstaande tabel zijn per functie de verantwoordelijkheden weergegeven op het gebied van treasury

Artikel 3.4 Bevoegdheden

De eindverantwoordelijkheid voor het treasurybeleid ligt primair bij de raad. Het college van B&W zal een deel van de verantwoordelijkheden haar toegekende bevoegdheden mandateren aan de portefeuillehouder Financiën en de ambtelijke organisatie. De praktische uitvoering van het beleid zal dus op ambtelijk niveau plaatsvinden.

Het opdragen van bevoegdheden aan de diverse treasuryfunctionarissen wordt door middel van mandaatbesluiten gerealiseerd. Randvoorwaarde bij het overdragen van bevoegdheden is dat de uitvoering periodiek wordt gecontroleerd en geëvalueerd aan de hand van de verantwoordingsrapportage.

Bij het toewijzen van bevoegdheden wordt zoveel mogelijk rekening gehouden met de vereiste functiescheiding tussen besluitvorming, uitvoering, administratie en controle. Iedere transactie wordt door twee functionarissen uitgevoerd en gecontroleerd.

De bevoegdheden zijn in onderstaande tabel weergegeven.

Onderstaand zijn de bevoegdheden weergegeven die het college van B&W heeft gemandateerd inzake treasury.

In onderstaande tabel worden de bevoegdheden opgedragen met betrekking tot de uitvoering en autorisatie van financiële transacties bij de gemeente Naarden. Deze bevoegdheden dienen binnen de limieten en richtlijnen van het treasurystatuut te worden uitgeoefend. Niet beschreven transacties kunnen niet worden uitgevoerd anders dan via aanpassing van het treasurystatuut.

Artikel 3.5 Nieuw Artikel

Gelet op de grote financiële belangen worden hoge eisen gesteld aan de kwaliteit van de informatievoorziening. De gemeente Naarden baseert de uitvoering van de treasury op de volgende informatie.

- Actuele en juiste informatie van budgethouders inzake rechten en verplichtingen

- Actuele en betrouwbare analyse van de financieringspositie voor langer dan één jaar

- Vastgestelde treasuryparagraaf in de begroting en de jaarrekening

- Marktinformatie

Hieronder is met betrekking tot de belangrijkste informatie aangegeven in welke frequentie, door wie aan wie informatie gerapporteerd moet worden.