Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Gemeente Schijndel

Verordening op de heffing en invordering van verbrede rioolheffingen januari-februari 2011

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OverheidsorganisatieGemeente Schijndel
Officiële naam regelingVerordening op de heffing en invordering van verbrede rioolheffingen januari-februari 2011
CiteertitelVerordening verbrede rioolheffing januari-februari 2011
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpfinanciën en economie
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Deze regeling vervangt de Verordening rioolrecht 2010, zoals vastgesteld op 10 december 2009. De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2011.

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Gemeentewet, art. 228a

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

Geen.

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerking-

treding

Terugwerkende

kracht tot en met

Datum uitwerking-

treding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

11-02-201101-01-201111-02-2011art. 5

27-01-2011

Schijndels Weekblad, 03-02-2011

10.036267
11-02-201111-02-2011intrekking

27-01-2011

Schijndels Weekblad, 03-02-2011

10.036174
31-12-201001-01-2011nieuwe regeling

16-12-2010

Schijndels Weekblad, 23-12-2010

10.031088

Tekst van de regeling

Intitulé

Verordening op de heffing en invordering van verbrede rioolheffingen januari-februari 2011

De raad van de gemeente Schijndel;

gezien het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 9 november 2010;

gelet op artikel 228a van de Gemeentewet;

Besluit

Vast te stellen de volgende:

“Verordening op de heffing en invordering van verbrede rioolheffingen januari-februari 2011”.

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

In deze verordening wordt verstaan onder:

  • a.

    water: huishoudelijk afvalwater, bedrijfsafvalwater, hemelwater of grondwater;

  • b.

    locatie: een gebouwde onroerende zaak of een zelfstandig gedeelte daarvan;

  • c.

    gemeentelijke riolering: een voorziening of combinatie van voorzieningen voor inzameling, verwerking, zuivering of transport van afvalwater, hemelwater of grondwater, in eigendom, in beheer of in onderhoud bij de gemeente;

  • d.

    kalenderjaar: de periode van 1 januari tot en met 31 december;

  • e.

    lozingsperiode: het aantal maanden dat de incidentele lozing heeft plaats gevonden.

Artikel 2 Aard van de belasting

Onder de naam rioolheffing wordt een directe belasting geheven ter bestrijding van de kosten die voor de gemeente verbonden zijn aan:

  • a.

    de inzameling en het transport van huishoudelijk afvalwater en bedrijfsafvalwater; en

  • b.

    de inzameling van afvloeiend hemelwater en de verwerking van het ingezamelde hemelwater, alsmede het treffen van maatregelen teneinde structureel nadelige gevolgen van de grondwaterstand voor de aan de grond gegeven bestemming zoveel mogelijk te voorkomen of beperken.

Artikel 3 Belastbaar feit en belastingplicht

  • 1. De belasting wordt geheven:

    • a.

      van degene die bij het begin van het kalenderjaar het genot heeft krachtens eigendom, bezit of beperkt recht van een locatie van waaruit direct of indirect water wordt afgevoerd op de gemeentelijke riolering, verder te noemen: eigenarendeel; en

    • b.

      van de gebruiker van een locatie van waaruit direct of indirect water wordt afgevoerd op de gemeentelijke riolering, verder te noemen: gebruikersdeel.

  • 2. Indien gedeelten van een in het voorgaande lid bedoelde locatie blijkens hun indeling bestemd zijn om als afzonderlijk geheel te worden gebruikt, wordt de heffing geheven ter zake van elk als zodanig bestemd gedeelte, met dien verstande dat indien twee of meer van die gedeelten tezamen als één geheel worden gebruikt, deze als één locatie worden aangemerkt.

  • 3. Met betrekking tot het eigenarendeel wordt, als genothebbende krachtens eigendom, bezit of beperkt recht aangemerkt degene die bij het begin van het kalenderjaar als zodanig in de kadastrale registratie is vermeld, tenzij blijkt dat hij op dat tijdstip geen genothebbende krachtens eigendom, bezit of beperkt recht is.

  • 4. Met betrekking tot het gebruikersdeel, wordt als gebruiker aangemerkt:

    • a.

      degene die naar de omstandigheden beoordeeld de locatie al dan niet krachtens eigendom, bezit, beperkt recht of persoonlijk recht gebruikt;

    • b.

      ingeval een gedeelte van een locatie – niet een gedeelte als bedoeld in het tweede lid – voor gebruik is afgestaan: degene die dat gedeelte voor gebruik heeft afgestaan;

    • c.

      bij gebruik van een locatie door meer dan één persoon, tezamen niet een huishouding vormend, één van de gebruikers van de locatie.

  • 5. Onder de naam incidentele rioolheffing wordt een belasting geheven voor het direct of indirect afvoeren van water op de gemeentelijke riolering op basis van een tijdelijke toestemming.

  • 6. De belasting als bedoeld in het vijfde lid wordt geheven van degene aan wie de tijdelijke toestemming is verleend.

Artikel 4 Maatstaf van heffing

  • 1. De heffingsmaatstaf voor de belasting voor het eigenarendeel, is de waarde in het economisch verkeer van de locatie, zoals deze op de voet van hoofdstuk IV van de Wet waardering onroerende zaken voor de onroerende zaak vastgestelde waarde zoals deze voor het in artikel 6 bedoelde kalenderjaar geldt.

  • 2. Ingeval voor de locatie geen waarde op de voet van hoofdstuk IV van de Wet waardering onroerende zaken is vastgesteld, wordt de heffingsmaatstaf van die locatie bepaald met overeenkomstige toepassing van het bepaalde bij of krachtens de artikelen 17, 18 en 20, tweede lid, van de Wet waardering onroerende zaken.

  • 3. De belasting voor het gebruikersdeel, wordt geheven naar een vast bedrag per locatie van waaruit water direct of indirect via de gemeentelijke riolering wordt afgevoerd.

  • 4. De incidentele rioolheffing wordt geheven over de lozingsperiode, alsmede de hoeveelheid water die in die periode via het riool wordt afgevoerd.

  • 5. Indien de lozingsperiode als bedoeld in het voorgaande lid, het kalenderjaar overschrijdt wordt de totale hoeveelheid afgevoerd water omgerekend op basis van het gemiddelde verbruik per maand naar het aantal maanden van de lozingsperiode die binnen het kalenderjaar vallen.

Artikel 5 Tarief

  • 1. het tarief voor het eigenarendeel bedraagt 0,0135% van de heffingsmaatstaf

  • 2. Het tarief voor het gebruikersdeel bedraagt: € 24,00.

  • 3. In afwijking van het gestelde in de voorgaande leden bedraagt het tarief voor de incidentele rioolheffing:

    • per maand of gedeelte daarvan: € 120,95;

    • verhoogt met: € 0,01 per m3 water die via het riool wordt afgevoerd.

Artikel 6 Belastingtijdvak

  • 1. Het belastingtijdvak voor het eigenarendeel en de incidentele rioolheffing is het kalenderjaar.

  • 2. Het belastingtijdvak voor de gebruikersdeel is gelijk aan de periode van 1 januari tot en met 28 februari van 2011.

Artikel 7 Ontstaan van de belastingschuld en heffing naar tijdsgelang

  • 1. De belastingen zijn verschuldigd bij het begin van het belastingjaar of voor het gebruikersdeel van de belastingen, zo dit later is, bij de aanvang van de belastingplicht.

  • 2. Indien de belastingplicht met betrekking tot de locatie voor het gebruikersdeel van de belastingen in de loop van het belastingtijdvak aanvangt, is het gebruikersdeel verschuldigd voor de helft van het tarief genoemd in artikel 5, tweede lid.

  • 3. Indien de belastingplicht met betrekking tot het perceel voor het gebruikersdeel van de belastingen in de loop van het tijdvak eindigt, bestaat aanspraak op ontheffing voor de helft van het verschuldigde gebruikersdeel.

Artikel 8 Wijze van heffing

Het eigenarendeel en de incidentele rioolheffing worden geheven bij wege van aanslag.

  • 1.

    Het gebruikersdeel wordt geheven door middel van een schriftelijke en gedagtekende kennisgeving, waarop het verschuldigde bedrag wordt vermeld.

Artikel 9 Termijnen van betaling

  • 1. Indien de belasting wordt geheven bij wege van aanslag moet deze, in afwijking van artikel 9, eerste lid van de Invorderingswet 1990, in twee termijnen worden betaald, waarvan de eerste vervalt op de laatste dag van de maand, volgend op de maand die in de dagtekening van het aanslagbiljet is vermeld, en de tweede twee maanden later.

  • 2. In afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet 1990 moet de belasting die wordt geheven door middel van een gedagtekende kennisgeving in gelijke termijnen worden betaald, tegelijk met en op dezelfde wijze als de nota's van Brabant Water N.V. te ’s-Hertogenbosch.

  • 3. Indien betaling van het gebruikersdeel niet via Brabant Water N.V. te ’s-Hertogenbosch niet plaats vindt, moet de belasting in afwijking van artikel 9, eerste lid van de Invorderingswet 1990 betaald worden in twee gelijke termijnen. De eerste termijn vervalt een maand na dagtekening van de schriftelijke aanzegging tot betaling, de tweede termijn vervalt twee maanden later.

  • 4. De Algemene Termijnenwet is niet van toepassing op de in dit artikel gestelde termijnen.

Artikel 10 Nadere regels door het college van burgemeester en wethouders

Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven met betrekking tot de

heffing en de invordering van de rioolheffing.

Artikel 11 Vrijstellingen

  • 1. De belasting wordt niet geheven terzake van:

    de locaties van de gemeente Schijndel voor zover voor de openbare dienst bestemd;

  • 2. locaties welke in hoofdzaak bestemd zijn voor de openbare eredienst of voor openbare bijeenkomsten van genootschappen op geestelijke grondslag - andere dan kerkgenootschappen - die rechtspersoon met volledige rechtsbevoegdheid zijn - voor het gezamenlijk beleven van en zich bezinnen op de aan die genootschap ten grondslag liggende levensovertuiging.

  • 3. afvoeren van bronneringswater in verband met werkzaamheden aan gemeentelijk rioleringsstelsel.

Artikel 12 Kwijtschelding

Van de belasting als bedoeld in artikel 4, vierde lid, wordt geen kwijtschelding verleend.

Artikel 13 Inwerkingtreding en citeertitel

  • 1. De "Verordening rioolrecht 2010" vastgesteld door de raad op 10 december 2009, wordt ingetrokken met ingang van de in het derde lid genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.

  • 2. Deze verordening treedt in werking met ingang van de achtste dag na die van de bekendmaking.

  • 3. De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2011.

  • 4. Deze verordening kan worden aangehaald als "Verordening verbrede rioolheffing januari-februari 2011".

Ondertekening

Aldus besloten door de raad in zijn openbare vergadering van 16 december 2010,

De griffier,

De voorzitter,

F.G.T.W. van Kessel–van Erp

H.Th.H. Opsteegh

 

Bijlagen:
 
 
Ter inzage:
Concept-VGRP 2011 t/m 2015
Notitie Verbrede rioolheffing Kostendekkingsvariant 7 Projectenkaart Waterplan Schijndel Lely 2.0 versie TAV, 20-05-2010  
Ambtelijke coördinatie:
Afdeling: Stafbureau Managementondersteuning
Behandeld door: H. van den Dungen
Reg.nummer: 10.027111

[Klik hier om het document te downloaden]