Overheidsorganisatie | Gemeente Schijndel |
---|---|
Officiële naam regeling | Brandbevelligingsverordening Gemeente Schijndel 2009 |
Citeertitel | Brandbeveiligingsverordening gemeente Schijndel 2009 |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | openbare orde en veiligheid |
Eigen onderwerp |
Deze verordening vervangt de brandbeveiligingsverordening, zoals vastgesteld op 13 mei 1993. Artikel 10 bevat een overgangsbepaling.
Geen.
Datum inwerking- treding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerking- treding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
15-05-2009 | 01-10-2010 | nieuwe regeling | 23-04-2009 Schijndels Weekblad, 07-05-2009 | Onbekend. |
Onderwerp Het vaststellen van de Brandbeveiligingsverordening Gemeente Schijndel 2009
De raad van de gemeente Schijndel;
overwegende dat het wenselijk is regels vast te stellen ten aanzien van de brandveiligheid van inrichtingen, alsmede ten aanzien van het bestrijden van brand en het voorkomen en beperken van ongevallen bij brand;
gelet op artikel 12 van de Brandweerwet 1985;
gelet op het bepaalde in de Gemeentewet;
gezien het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 17 maart 2009;
Besluit
vast te stellen de navolgende
Brandbevelligingsverordening Gemeente Schijndel 2009
In deze verordening wordt verstaan onder:
een inrichting: een voor mensen toegankelijke ruimtelijk begrensde plaats voor zover die geen bouwwerk is; bouwwerk: elke constructie van enige omvang van hout, steen, metaal of ander materiaal, die op de plaats van bestemming hetzij direct hetzij indirect met de grond verbonden is, hetzij direct of indirect steun vindt in of op de grond, bedoeld om ter plaatse te functioneren.
1. Het is verboden zonder of in afwijking van een door het college verleende gebruiksvergunning een inrichting in gebruik te hebben of te houden, voor zover daarin:
meer dan 50 personen tegelijk aanwezig zullen zijn;
aan meer dan 10 personen bedrijfsmatig of in het kader van verzorging nachtverblijf zal worden verschaft;
aan meer dan 10 personen jonger dan 12 jaar, of aan meer dan 10 lichamelijk of
geestelijk gehandicapte personen dagverblijf zal worden verschaft.
2. Het college kan aan de gebruiksvergunning voorwaarden verbinden in het belang van het voorkomen, beperken en bestrijden van brand, het beperken van brandgevaar en het voorkomen en beperken van ongevallen bij brand en al hetgeen daarmee verband houdt.
3. Het college kan aan de gebruiksvergunning nieuwe voorwaarden verbinden en gestelde voorwaarden wijzigen of intrekken, indien het belang waarvoor de gebruiksvergunning is verleend dit vereist op grond van een verandering van inzichten of verandering van de omstandigheden gelegen buiten de inrichting, opgetreden na het verlenen van de gebruiksvergunning.
Het college weigert een gebruiksvergunning, indien de in de aanvraag vermelde wijze van gebruik van de inrichting niet brandveilig is en door het stellen van voorschriften dit ook niet kan worden bereikt.
De eisen gesteld aan het brandveilig gebruik van bouwwerken in de paragrafen 2.1, 2.2 en 2.3 van het Besluit brandveilig gebruik bouwwerken (Stb. 2008, 327) zijn analoog van toepassing.
De eisen gesteld aan het brandveilig gebruik van bouwwerken in de paragrafen 2.4, 2.5, 2.6, 2.7, 2.8 en 2.9 van het Besluit brandveilig gebruik bouwwerken (Stb. 2008, 327) zijn analoog van toepassing.
Ieder die brand of broei ontdekt of deze vermoedt, is verplicht dit onmiddellijk aan de brandweer te melden.
De eigenaar van een aaneengesloten of vrijwel aaneengesloten opstand die voor meer dan de helft bestaat uit naaldhout, een heideveld, een veen of een ander terrein, dat met brandbare gewassen is begroeid, is verplicht de voorschriften op te volgen, die het college geeft tot het voorkomen van brand en het beperken van de gevolgen van brand.
Het toezicht op de naleving van de bepalingen van deze verordening wordt opgedragen aan ambtenaren van de brandweer en daartoe door het college aangewezen ambtenaren.
De brandbeveiligingsverordening vastgesteld op 13 mei 1993 wordt ingetrokken.
1. Vergunningen die zijn verleend op grond van de verordening als bedoeld in artikel 9 en die van kracht zijn op het moment van inwerkingtreding van deze verordening worden aangemerkt ais vergunning krachtens deze verordening.
2. Indien vóór het tijdstip van inwerkingtreding van onderhavige verordening een aanvraag om vergunning op grond van de verordening als bedoeld in artikel 9 is ingediend waarop nog niet is beslist, wordt daarop onderhavige verordening toegepast.
3. Op bezwaarschriften gericht tegen een beschikking op een aanvraag om vergunning krachtens de verordening als bedoeld in artikel 9 wordt beslist met toepassing van onderhavige verordening.
Deze verordening treedt in werking op de achtste dag na de dag waarop zij bekend gemaakt is.
Deze verordening wordt aangehaald als: "Brandbeveiligingsverordening gemeente Schijndel 2009.
Aldus besloten door de raad in zijn openbare vergadering van 23 april 2009,
De griffier De voorzitter,