Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Gemeente Hoogezand-Sappemeer

Algemene Subsidieverordening Hoogezand-Sappemeer 2013

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OverheidsorganisatieGemeente Hoogezand-Sappemeer
Officiële naam regelingAlgemene Subsidieverordening Hoogezand-Sappemeer 2013
CiteertitelAlgemene Subsidieverordening Hoogezand-Sappemeer 2013
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpalgemeen
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Algemene wet bestuursrecht, art. 4:23

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerking-

treding

Terugwerkende

kracht tot en met

Datum uitwerking-

treding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

27-09-201201-01-2020Nieuwe regeling

10-09-2012

Regiokrant, 26-09-2012

2012, Rv 046

Tekst van de regeling

Intitulé

Algemene Subsidieverordening Hoogezand-Sappemeer 2013

Hoofdstuk 1 ALGEMENE BEPALINGEN

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

  • In deze verordening wordt verstaan onder:

  • a. jaarlijkse subsidie: subsidie die per (boek)jaar of voor een bepaald aantal boekjaren aan een instelling voor maximaal vier jaar wordt verstrekt;

  • b. eenmalige subsidie: subsidie ten behoeve van bijzondere incidentele projecten of activiteiten die niet behoren tot de reguliere bezigheden van de aanvrager en waarvoor het college slechts voor een van tevoren bepaalde tijd van maximaal vier jaar subsidie wil verstrekken;

  • c. aanvrager: een rechtspersoonlijkheid bezittende organisatie, dan wel een natuurlijk persoon, die voor subsidie in aanmerking wil komen;

  • d. raad: raad van de gemeente Hoogezand-Sappemeer;

  • e. college: college van burgemeester en wethouders van de gemeente Hoogezand-Sappemeer.

Artikel 2 Reikwijdte verordening

  • 1. Voor de volgende beleidsterreinen kan subsidie worden verstrekt:

  • a. veiligheid en bereikbaarheid

  • b. economische zaken en onderwijs

  • c. cultuur en recreatie

  • d. maatschappelijke participatie

  • e. wonen en milieu

  • 2. Het college kan nadere regels steleln, waarin de te subsidiëren activiteiten, de doelgroepen en de verdeling van de subsidie per beleidsterrein zoals bedoeld in het eerste lid worden omschreven.

  • 3. De raad kan voor specifieke beleidsterreinen een afzonderlijke verordening vaststellen.

Artikel 3 Bevoegdheid college

Het college is bevoegd te besluiten over het verstrekken van subsidies met in achtneming van de in de gemeentebegroting opgenomen financiële middelen of het subsidieplafond en - indien de begroting nog niet is vastgesteld, dan wel goedgekeurd - onder de voorwaarde dat voldoende gelden ter beschikking worden gesteld.

Hoofdstuk 2 SUBSIDIEPLAFOND EN BEGROTINGSVOORBEHOUD

Artikel 4 Subsidieplafond en begrotingsvoorbehoud

  • 1. Het college kan jaarlijks – na vaststelling door de raad van de begroting – subsidieplafonds vaststellen.

  • 2. Bij de vaststelling van een subsidieplafond wordt bepaald op welke wijze het beschikbare bedrag wordt verdeeld. De subsidieplafonds en het verdelingsbesluit worden bekend gemaakt.

  • 3. Het college kan - met inachtneming van artikel 2, lid 2, nadere regels stellen omtrent de verdeling van het beschikbare bedrag.

  • 4. Bij de bekendmaking van de subsidieplafonds wordt gewezen op de mogelijkheid van verlaging en de gevolgen daarvan voor reeds ingediende aanvragen.

  • 5. Een subsidie ten laste van een begroting, die nog niet is vastgesteld, wordt verleend onder de voorwaarde dat voldoende middelen op de begroting beschikbaar zullen worden gesteld.

Hoofdstuk 3 AANVRAAG VAN DE SUBSIDIE

Artikel 5 Bij aanvraag in te dienen gegevens

  • 1. De aanvraag voor een subsidie wordt schriftelijk ingediend bij het college met behulp van een door het college vastgesteld aanvraagformulier.

  • 2. Bij een aanvraag om subsidie overlegt de aanvrager de volgende gegevens:

  • a. een beschrijving van de activiteiten waar subsidie voor wordt aangevraagd;

  • b. de doelstellingen en resultaten die daarmee worden nagestreefd, en hoe de activiteiten aan dat doel bijdragen. In bijzonder ook in welke mate de activiteiten gericht zijn op de gemeente of haar ingezetenen en op door de gemeente vastgestelde doelen of beleidsterreinen;

  • c. een begroting en dekkingsplan van de kosten van de activiteiten, waar de subsidie wordt aangevraagd. Het dekkingsplan bevat een opgave van bij andere bestuursorganen of private organisaties of personen aangevraagde subsidies of vergoedingen ten behoeve van dezelfde activiteiten, onder vermelding van de stand van zaken daarvan;

  • d. indien van toepassing bij een jaarlijkse subsidie, de stand van de egalisatiereserve op het moment van de aanvraag.

  • 3. Indien een rechtspersoon als aanvrager voor de eerste maal een jaarlijkse subsidie aanvraagt, voegt hij een exemplaar van de oprichtingsakte, de statuten, het jaarverslag, de jaarrekening en de balans van het voorgaande jaar als bijlagen toe aan het aanvraagformulier.

  • 4. Het college is bevoegd andere dan, of slechts enkele van, de in het tweede en derde lid genoemde gegevens te verlangen, indien die voor het nemen van een beslissing op de aanvraag noodzakelijk, respectievelijk voldoende, zijn.

Artikel 6 Aanvraagtermijn

  • 1. Een aanvraag voor een jaarlijkse subsidie wordt ingediend uiterlijk op 30 september in het jaar voorafgaand aan het jaar, of de jaren waarop de subsidieaanvraag betrekking heeft.

  • 2. Een aanvraag om een eenmalige subsidie wordt tenminste 8 weken voor de aanvang van de desbetreffende activiteit ingediend.

Artikel 7 Beslistermijn

  • 1. Het college beslist op een aanvraag om een eenmalige subsidie binnen 8 weken na ontvangt van de volledige aanvraag.

  • 2. Het college beslist op een aanvraag voor een jaarlijkse subsidie uiterlijk op 30 december van het jaar waarin de aanvraag is ingediend.

Hoofdstuk 4 WEIGERING VAN DE SUBSIDIE

Artikel 8 Weigeringsgronden

  • 1. Het college kan een aanvraag voor subsidie weigeren indien de activiteiten van de aanvrager niet of niet in overwegende mate gericht zijn op de gemeente of haar ingezetenen of niet of nauwelijks ten goede komen aan de gemeente of haar ingezetenen.

  • 2. Het college kan een aanvraag weigeren indien de activiteiten niet of onvoldoende bijdragen aan de realisering van met subsidiebeleid beoogde doelen.

Artikel 9 Wet BIBOB

Het college kan voor subsidies binnen door de raad vast te stellen beleidsterreinen of odnerdelen daarvan bepalen dat de gevraagde subsidie kan worden geweigerd of de verleende subsidie kan worden ingerokken, in het geval en onder de voorwaarden bedoeld in artikel 3 van de Wet bevordering integriteitbeoordelingen door het openbaar bestuur.

Hoofdstuk 5 VERLENING VAN DE SUBSIDIE

Artikel 10 Verlening subsidie

  • 1. In het besluit tot verlenen van de subsidie geeft het college aan op welke wijze de verantwoording van de te ontvangen subsidie plaats vindt.

  • 2. Het college is bevoegd om verplichtingen aan de beschikking tot subsidieverlening te verbinden met betrekking tot het beheer en gebruik van de subsidie.

Artikel 11 Betaling en bevoorschotting

  • 1. Indien een beschikking tot subsidievaststelling als bedoeld in artikel 15, eerste lid, onderdeel a, wordt gegeven, vindt de betaling van de gehele subsidie in één bedrag plaats. Betaling vindt plaats binnen 6 weken na bekendmaking, tenzij de subsidiebeschikking een later tijdstip vermeldt.

  • 2. Indien een beschikking tot subsidieverlening als bedoeld in artikel 15, eerste lid, onderdeel b, wordt gegeven, wordt 100% bevoorschot. Het bepaalde in het 1e lid, 2e volzin is van toepassing op de beschikking tot verlening van het voorschot.

  • 3. Indien besloten wordt tot bevoorschotting van de subsidie als bedoeld in de artikelen 16 en 17, wordt bij het besluit tot subsidieverlening, de hoogte en de termijnen van betaling van de voorschotten bepaald.

Hoofdstuk 6 VERPLICHTINGEN VAN DE SUBSIDIEONTVANGER

Artikel 12 Tussentijdse rapportage

Bij subsidies, hoger dan 50.000 euro, die verleend worden voor activiteiten die meer dan één jaar in beslag nemen, kan het college de verplichting opleggen tot het tussentijds afleggen van rekening en verantwoording omtrent de verrichte activiteiten en de daaraan verbonden uitgaven en inkomsten. Bij subsidies hoger dan 500.000 euro is het jaarlijks tussentijds afleggen van rekening en verantwoording als bedoeld in artikel 4:75 Algemene wet bestuursrecht, verplicht. Tussentijdse verantwoording wordt niet vaker dan één keer per subsidiejaar gevraagd.

Artikel 13 Meldingsplicht

De subsidieontvanger doet onverwijld melding aan het college, zodra aannemelijk is dat de activiteiten waarvoor de subsidie is verleend, neit of niet geheel zullen worden verricht of dat niet of niet geheel aan de verplichtingen, opgenomen in de beschikking tot subsidieverlening, zal worden voldaan.

Artikel 14 Overe verplichtingen van de subsidieontvanger

  • 1. De subsidieontvanger verricht de activiteiten, waarvoor de subsidie is verleend.

  • 2. De subsidieontvanger informeert het college zo spoedig mogelijk schriftelijk over:

  • a. besluiten of procedures die zijn gericht op de beëindiging van de activiteiten waarvoor subsidie is verleend, dan wel ontbinding van de rechtspersoon;

  • b. relevante wijzigingen in de financiële en organisatorische verhouding met derden;

  • c. ontwikkelingen die er toe kunnen leiden dat aan de beschikking tot subsidieverlening verbonden voorwaarden geheel of gedeeltelijk niet kunnen worden nagekomen;

  • d. wijziging van de statuten voor zover het betreft de vorm van de rechtspersoon, de persoon van de bestuurder(s) en het doel van de rechtspersoon.

  • 3. De subsidieontvanger behoeft de toestemming van het college voor handelingen als vermeld in artikel 4:71 Algemene wet bestuursrecht. Artikel 4:71 Algemene wet bestuursrecht is volledig van toepassing.

Hoofdstuk 7 Verantwoording en vaststelling van de subsidie

Artikel 15 Verantwoording subsidies tot 5.000 euro

  • 1. Subsidies tot 5.000 euro worden door het college:

  • a. direct vastgesteld, of

  • b. ambtshalve vastgesteld binnen 13 weken, na de dag waarop de activiteiten uiterlijk moeten zijn verricht.

  • 2. Bij een ambtshalve vaststelling als bedoeld in het eerste lid, onderdeel b, kan het college de aanvrager verplichten om op de door haar aangegeven wijze aan te tonen dat de activiteiten waarvoor de subsidie wordt verstrekt, zijn verricht en dat is voldaan aan de verplichtingen verbonden aan de subsidie.

Artikel 16 Verantwoording subsidies vanaf 5.000 tot 50.000 euro

  • 1. Indien de subsidieverlening meer bedraagt dan 5.000 euro, maar minder dan 50.000 euro, dient de subsidieontvanger uiterlijk 13 weken na de dag waarop de activiteiten zijn verricht een aanvraag tot vaststelling in bij het college.

  • 2. De aanvraag tot vaststelling bevat een inhoudelijk verslag, waaruit blijkt dat de activiteiten waarvoor de subsidie is verleend, zijn verricht.

  • 3. Het college kan bepalen dat andere gegevens en bescheiden die voor de vaststelling van belang zijn, dan het in lid 2 van dit artikel bedoelde verslag, worden overlegd.

Artikel 17 Verantwoording subsidies vanaf 50.000 euro

  • 1. Indien de subsidieverlening meer bedraagt dan 50.ooo euro, dient de subsidieontvanger een aanvraag tot vaststelling in bij het college:

  • a. bij een eenmalige subsidie, uiterlijk 13 weken na de dag waarop de activiteiten verricht zijn;

  • b. bij een jaarlijkse subsidie, uiterlijk vóór 1 april in het jaar na afloop van het kalenderjaar, respectievelijk 3 maanden na het subsidietijdvak, waarvoor de subsidie is verleend, tenzij het college daar separaat andere afspraken over maakt met de subsidieontvanger.

  • 2. De aanvraag tot aanstelling bevat:

  • a. een inhoudelijk verslag, waaruit blijkt dat de activiteiten waarvoor de subsidie is verleend, zijn verricht;

  • b. een overzicht van de activiteiten en de hieraan verbonden uitgaven en inkomsten (financieel verslag of jaarrekening) als bedoeld in artikel 4:75 van de Algemene wet bestuursrecht;

  • c. een balans van het afgelopen subsidietijdvak met een toelichting daarop als bedoeld in artikel 4:76 van de Algemene wet bestuursrecht;

  • d. een accountantsverklaring; artikel 4:78 van de Algemene wet bestuursrecht is van toepassing.

  • 3. Het college kan bepalen dat andere, of minder dan, de in lid 2 van dit artikel bedoelde gegevens en bescheiden die voor de vaststelling van belang zijn, worden overlegd.

Artikel 18 Vaststelling subsidie

  • 1. Het college stelt binnen 13 weken na de dag van ontvangst van de aanvraag tot subsidievaststelling de subsidie vast.

  • 2. Indien uit de aard van de subsidie, dan wel de verantwoording daarvan, volgt dat voor de beslissing op de vaststelling van de subsidie een langere termijn nodig is dan de in het eerste lid genoemde termijn, dan bericht het college de subsidieontvanger daarvan zo spoedig mogelijk na ontvangst van de aanvraag tot subsidievaststelling en geeft daarbij die langere termijn aan.

  • 3. Het college kan, aanvullend op artikel 15, lid 1 onder b, categorieën van subsidies of subsidieontvangers aanwijzen, waarvoor de subsidie direct wordt vastgesteld zonder dat de subsidieontvanger een aanvraag voor subsidievaststelling hoeft in te dienen.

  • 4. Indien de aanvraag tot subsidievaststelling niet binnen de in het eerste lid van de artikelen 16 en 17 genoemde termijnen is ontvangen, verstuurt het colleg eeen eenmalig rappel.

  • 5. Indien de aanvraag tot subsidievaststelling niet binnen twee weken na verzending van de rappel is ontvangen gaat het college 6 weken na het verzenden van dit rappel over tot ambtshalve vaststelling.

Hoofdstuk 8 OVERIGE BEPALINGEN

Artikel 19 Standaardberekeningen van uurtarieven en uniforme kostenbegrippen

  • 1. Indien bij de bepaling van de subsidiabele kosten gebruik wordt gemaakt van uurtarieven, kan het college een standaard berekeningswijze voorschrijven waarmee deze uurtarieven door de subsidieaanvrager moeten worden berekend.

  • 2. Bij het hanteren van kostenbegrippen bij de berekening van uurtarieven kan het college bepaalde definities voorschrijven waarvan moet worden uitgegaan.

Artikel 20 Hardheidsclausule

Het college kan, in bijzondere gevallen, een artikel of artikelen van deze verordening buiten toepassing laten of daarvan afwijken, met uitzondering van de artikelen 1, 2, 3 en 8 voor zover toepassing, gelet op het belang van de aanvrager of subsidieontvanger leidt tot onbillijkheid van overwegende aard. Toepassingen van deze hardheidsclausule worden gemotiveerd in de besluiten.

Artikel 21 Intrekking

De Algemene subsidieverordening welzijn Hoogezand-Sappemeer 2008 vervalt op het moment dat de Algemene Subsidieverordening Hoogezand-Sappemeer 2013 in werking treedt.

Artikel 22 Overgangsbepalingen

Op subsidies waarvoor de aanvraag tot verlening is ingediend vóór de inwerkingtreding van deze verordening blijft de Algemene subsidieverordening welzijn Hoogezand-Sappemeer 2008 van toepassing.

Artikel 23 Inwerkingtreding

Deze verordening treedt in werking met ingang van de dag volgend op haar bekendmaing.

Artikel 24 Citeertitel

Deze verordening wordt aangehaald als 'Algemene Subsidieverordening Hoogezand-Sappemeer 2013'.