Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Gemeente Bernisse

Beleidsregels Schuldbemiddeling gemeente Bernisse

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OverheidsorganisatieGemeente Bernisse
Officiële naam regelingBeleidsregels Schuldbemiddeling gemeente Bernisse
CiteertitelBeleidsregels Schuldbemiddeling gemeente Bernisse
Vastgesteld doorcollege van burgemeester en wethouders
Onderwerpmaatschappelijke zorg en welzijn
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Wet gemeentelijke schuldhulpverlening

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerking-

treding

Terugwerkende

kracht tot en met

Datum uitwerking-

treding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

31-07-2012Nieuwe regeling

31-07-2012

Weekblad De Bernisser

Onbekend

Tekst van de regeling

Beleidsregels Schuldbemiddeling gemeente Bernisse

Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Bernisse;

gelet op de artikelen 2 en 3 van de Wet gemeentelijke schuldhulpverlening,

overwegende dat de gemeenteraad de integrale schuldhulpverlening heeft opgedragen aan ons college;

b e s l u i t:

de navolgende Beleidsregels Schuldbemiddeling in de gemeente Bernisse van 31 juli 2012 en de daarop betrekking hebbende toelichting vast te stellen.

Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen

Artikel 1 Algemene begrippen

Deze beleidsregels verstaan onder:

  • a.

    inwoner: ingezetene die op grond van de Wet gemeentelijke basisadministratie persoonsgegevens is ingeschreven bij de gemeente Bernisse;

  • b.

    minnelijke schuldregeling: bemiddeling door de gemeente tussen de schuldenaar en de schuldeisers om een minnelijke regeling (regeling die tot stand komt zonder tussenkomst van de rechter) van de totale schuldenlast te bewerkstellingen;

  • c.

    schuldbemiddeling: schuldhulpverlening als bedoeld in artikel 1 van de wet;

  • d.

    verzoeker: persoon die zich tot het college heeft gewend voor schuldbemiddeling;

  • e.

    wet: de Wet gemeentelijke schuldhulpverlening;

  • f.

    wettelijke schuldsaneringsregeling: de regeling als bedoeld in de Wet schuldsanering natuurlijke personen (Wsnp). Dit wettelijke traject wordt uitgevoerd onder leiding van een Wsnp bewindvoerder.

Hoofdstuk 2 Recht op Schuldbemiddeling

Artikel 2 Doelgroep gemeentelijke schuldbemiddeling

Tot de doelgroep van schuldbemiddeling behoren alle natuurlijke personen van 18 jaar en ouder die inwoner zijn van de gemeente Bernisse, met uitzondering van natuurlijke personen met een onderneming.

Artikel 3 Behandeling verzoek om schuldbemiddeling

Bij een verzoek om schuldbemiddeling wordt eerst beoordeeld of de verzoeker behoort tot de doelgroep, wat zijn hulpvraag is en of de schuldbemiddeling noodzakelijk is. Op grond hiervan wordt een besluit genomen tot het doen van een aanbod tot schuldbemiddeling, dan wel tot het weigeren daarvan.

Artikel 4 Aanbod schuldbemiddeling

  • 1.

    Het aanbod wordt verder afgestemd op de mate van zelfredzaamheid van de schuldenaar; hoe groter de zelfredzaamheid hoe minder de begeleiding.

  • 2.

    Bij de schuldbemiddeling geldt een integrale aanpak; er is niet alleen aandacht voor het oplossen van de financiële problemen maar ook voor eventuele omstandigheden die op enigerlei wijze in verband kunnen staan met de financiële problemen. Dit wordt neergelegd in een plan van aanpak.

Artikel 5 Verplichtingen

1.De schuldenaar is verplicht op verzoek, of onverwijld uit eigen beweging,

juist en volledig mededeling van alle feiten en omstandigheden waarvan hem

redelijkerwijs duidelijk moet zijn dat zij van invloed kunnen zijn op de

schuldbemiddeling, zowel bij de aanvraag als gedurende de looptijd van het

schuldbemiddelingstraject.

  • 2.

    De schuldenaar verleent alle medewerking die redelijkerwijs nodig is voor de uitvoering van de schuldbemiddeling.

  • 3.

    De schuldenaar is gehouden om de verplichtingen, voortvloeiende uit het aanbod of het plan van aanpak, na te komen.

Artikel 6 Weigering van het verzoek

  • 1.

    Het verzoek om schuldbemiddeling wordt geweigerd indien verzoeker:

    • a.

      niet tot de doelgroep behoort zoals weergegeven in artikel 2;

    • b.

      niet beschikt over voor de schuldbemiddeling in aanmerking te nemen inkomen;

    • c.

      niet of in onvoldoende mate zijn verplichtingen nakomt zoals neergelegd in de artikelen 6 en 7 van de wet of artikel 5 van deze beleidsregel;

    • d.

      eerder een beroep heeft gedaan op schuldbemiddeling zoals weergegeven in artikel 8.

  • 2.

    Alvorens, ingevolge het eerste lid onder c te besluiten tot weigering, wordt verzoeker een redelijke hersteltermijn geboden om alsnog de gevraagde medewerking te verlenen of informatie te verstrekken.

Artikel 7 Beëindiging van de schuldbemiddeling

  • 1.

    De schuldbemiddeling wordt beëindigd indien de schuldenaar:

    • a.

      niet of in onvoldoende mate zijn verplichtingen nakomt zoals weergegeven in de artikelen 6 en 7 van de wet of artikel 5 van deze beleidsregels;

    • b.

      zich agressief of gewelddadig gedraagt, zoals gedefinieerd in het Agressieprotocol van de gemeente;

    • c.

      hiertoe een schriftelijk verzoek indient;

    • d.

      de schuldbemiddeling succesvol heeft doorlopen;

    • e.

      is overleden;

    • f.

      zelf in staat is om zijn schulden te regelen dan wel in staat is de schulden zelfstandig te beheren;

    • g.

      verhuist naar een andere plaats buiten het werkgebied van de gemeente;

    • h.

      niet beschikt over voor de schuldbemiddeling in aanmerking te nemen inkomen.

  • 2.

    De schuldbemiddeling wordt ook beëindigd indien voortzetting hiervan naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid niet van de gemeente kan worden gevergd.

  • 3.

    Alvorens, ingevolge het eerste lid onder a te besluiten tot beëindiging, wordt verzoeker een redelijke hersteltermijn geboden om alsnog de gevraagde medewerking te verlenen of informatie te verstrekken.

Artikel 8 Recidive

  • 1.

    Een aanvraag tot schuldbemiddeling wordt geweigerd indien minder dan tien jaar voorafgaand aan de dag waarop het verzoek is ingediend:

    • a.

      schuldbemiddeling bij en betaald door een gemeente, door toedoen van verzoeker, is geweigerd of beëindigd, zoals weergegeven in artikel 6, eerste lid onder c, en artikel 7, eerste lid onder a tot en met c;

    • b.

      schuldbemiddeling bij en betaald door een gemeente succesvol is doorlopen, zoals weergegeven in artikel 7, eerste lid onder d;

    • c.

      een wettelijke schuldsaneringsregeling (Wsnp-traject) succesvol is doorlopen of tussentijds, door toedoen van verzoeker, is beëindigd.

  • 2.

    De in het eerstel lid genoemde weigering van schuldbemiddeling geldt met uitzondering van informatie en advies, doorverwijzing of de afgifte van een Wsnp-verkaring.

Hoofdstuk 3 Slotbepalingen

Artikel 9 Citeertitel

Deze beleidsregels worden aangehaald als ‘Beleidsregels Schuldbemiddeling 31 juli 2012’.

Artikel 10 Inwerkingtreding

Deze beleidsregels treden in werking met ingang van de dag na bekendmaking.

Aldus vastgesteld in de vergadering van het college van burgemeester en wethouders van 31 juli 2012.

de interim-secretaris, de burgemeester,

J.C.M. Hagenaars P.J. Bouvy-Koene

Toelichting algemeen

Op 1 juli 2012 is de Wet gemeentelijke schuldhulpverlening (Wgs) in werking getreden. Daarmee is een wettelijk kader geboden voor de gemeentelijke schuldhulpverlening; gemeenten hebben expliciet de verantwoordelijkheid gekregen om schuldhulpverlening uit te voeren en moeten een beleidsplan hebben dat richting geeft aan integrale schuldhulpverlening en waarin zaken, zoals: toegankelijkheid, wacht- en doorlooptijden, te nemen maatregelen, beoogde resultaten en kwaliteitswaarborging, expliciet benoemd zijn. De gemeente Bernisse heeft een tweetal beleidsplannen: ‘Van schuldhulpverlening naar schuldbemiddeling’ , een toekomst bestendige kijk op begeleiding bij schulden’ en ‘Schuldbemiddeling, schuldbemiddeling in een wettelijk kader 2012 – 2016’ , welke tezamen de kaders bieden om uitvoering te geven aan de Wet gemeentelijke schuldhulpverlening.

Onderhavige regeling is gebaseerd op de inhoud van deze beleidsplannen. Achterliggende gedachte is dat de gemeente Bernisse hecht aan adequate en heldere dienstverlening; enerzijds moet het voor de burger voldoende duidelijk zijn wat de voorwaarden zijn voor toelating tot schuldbemiddeling, en waaraan hij zich tijdens de schuldbemiddeling dient te houden. Anderzijds is het van belang dat duidelijk is welke verplichtingen de gemeente aan haar burgers mag opleggen en wanneer zij (een aanbod tot) schuldbemiddeling mag weigeren of beëindigen. Temeer omdat de uitvoering van gemeentelijk schuldbemiddeling vanaf het moment van in werkingtreding van de Wgs ook onder het regime van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) is komen te vallen. De gemeente handelt overeenkomstig deze beleidsregels, tenzij dat voor een of meer belanghebbenden gevolgen zou hebben die wegens bijzondere omstandigheden onevenredig zijn in verhouding tot de met deze beleidsregels te dienen doelen (artikel 4:84 Awb).

Deze regeling is alléén van toepassing als de schuldbemiddeling wordt betaald door de gemeente. De gemeente kent namelijk ook schuldbemiddeling die betaald wordt door werkgevers, te weten het product ‘Schuldbemiddeling als secundaire arbeidsvoorwaarde’. Door middel van dit product koopt een werkgever (gevestigd in de gemeente Bernisse) schuldbemiddeling in voor de eigen werknemers. Deze regeling is dus niet van toepassing op de klanten die vallen onder het product ‘Schuldbemiddeling als secundaire arbeidsvoorwaarde’.

Toelichting artikelsgewijs

Artikel 1:

Dit artikel is grotendeels gebaseerd op artikel 1 van de Wgs.

Waar de wet de term schuldhulpverlening hanteert, gebruikt de gemeente Bernisse de term schuldbemiddeling. De inhoud van beide begrippen wijkt niet af maar de term schuldbemiddeling geeft beter de rol van de gemeente weer. Bij het uitvoeren van schuldbemiddeling stelt de gemeente Bernisse de eigen verantwoordelijkheid centraal. De gemeente bemiddelt bij het oplossen van het probleem maar neemt het probleem niet over, de gemeente is geen hulpverlener maar bemiddelaar. Met de vaststelling van de nota ‘Van schuldhulpverlening naar schuldbemiddeling’ is besloten om de term schuldbemiddeling te gebruiken in plaats van de term schuldhulpverlening, met als gevolg dat ook in deze regeling uitsluitend de term schuldbemiddeling wordt gehanteerd.

Wanneer een begrip niet is gedefinieerd, wordt teruggevallen op de begripsbepalingen die zijn opgenomen in de wet.

Artikel 2:

De gemeente voert geen specifiek doelgroepenbeleid. Schuldbemiddeling staat in principe open voor alle inwoners van de gemeente Bernisse van 18 jaar en ouder. Een uitzondering geldt echter voor de zelfstandig ondernemers, voor deze groep is het niet mogelijk om een beroep te doen op schuldbemiddeling. Is de onderneming gestopt, hetgeen moet kunnen worden aangetoond met een bewijs van uitschrijving uit de Kamer van Koophandel, dan wordt de verzoeker aangemerkt als natuurlijk persoon en kan deze zich alsnog aanmelden voor schuldbemiddeling (voor zowel de privé als de zakelijke schulden).

Artikel 3:

Dit artikel gaat over het in de wet bedoelde besluit dat moet volgen op het verzoek om schuldbemiddeling. Na vaststelling of de verzoeker tot de doelgroep behoort, wat de hulpvraag is en of de noodzaak tot schuldbemiddeling aanwezig is, volgt een schriftelijk besluit tot het al dan niet toegang verlenen tot schuldbemiddeling. Tegen dit besluit is bezwaar en beroep opengesteld.

Schuldbemiddeling is bedoeld voor inwoners waarvan redelijkerwijs is te voorzien dat zij niet kunnen voortgaan met het betalen van hun schulden of in een toestand verkeren dat zij zijn gestopt te betalen. Schuldbemiddeling wordt verleend indien dit noodzakelijk wordt geacht. Bij het vaststellen van de noodzaak spelen verschillende factoren een rol, zoals omvang van de schuldenlast, hoogte van het inkomen, de psychosociale situatie en houding en gedrag van de aanvrager. Wat men zelf kan, moet men zelf doen, gebrekkige motivatie en inzet zijn reden om ondersteunende dienstverlening te beperken. Daar waar de schuldenaar in staat moet worden geacht om de (dreigende) schuldenproblematiek zelf, of via zijn sociale netwerk aan te pakken, kan de schuldbemiddeling achterwege blijven. Op deze manier wordt recht gedaan aan het beleidsmatige uitgangspunt van de eigen verantwoordelijkheid.

Artikel 4:

De gemeente stelt voor iedere tot de gemeentelijke schuldbemiddeling toegelaten schuldenaar een plan van aanpak op, welke de schuldenaar tekent ter instemming. In dit plan wordt opgenomen wat er moet gebeuren om te komen tot een duurzame oplossing, oftewel hoe het schuldbemiddelingstraject moet worden vormgegeven en aan welke partijen daarin een rol is toebedeeld. Het plan van aanpak maakt geen onderdeel uit van het besluit over het doen van een aanbod en dus ook niet van de bestuursrechtelijke rechtsbeschermingsprocedure.

Uitgangspunt binnen de huidige werkwijze is dat de mate van ondersteuning wordt gebaseerd op de mate van zelfredzaamheid van de klant; hoe groter de zelfredzaamheid hoe minder de begeleiding. De gemeente stemt haar aanbod dus af op de mate van (financiële) zelfredzaamheid van de betreffende burger. Het aanbod kan dus per situatie verschillen.

Schuldproblematiek staat zelden op zich. Om een duurzame oplossing te kunnen vinden is bij de uitvoering van schuldbemiddeling dan ook niet alleen aandacht voor het oplossen van de financiële problemen van de klant, maar ook voor eventuele omstandigheden die op enigerlei wijze in verband kunnen staan met de financiële problemen van de klant, zoals bijvoorbeeld psychosociale problematiek.

Ook de vraag of, en zo ja, welke afdelingen en/of organisaties worden betrokken bij het oplossen van (financiële) problemen is maatwerk. In het plan van aanpak wordt opgenomen wat er moet gebeuren om te komen tot een duurzame oplossing, oftewel hoe het integrale schuldbemiddelingstraject moet worden vormgegeven. Het kan betekenen dat aanvullende hulpverlening integraal onderdeel wordt van het traject. De gemeente heeft hierin de regierol; de gemeente bemiddelt tussen de verschillende partijen om te komen tot een oplossing, maar neemt het probleem niet over.

Artikel 5:

Met dit artikel wordt de eigen verantwoordelijkheid van betrokkene voorop gesteld. Het behoort tot de verantwoordelijkheid van mensen zelf om tijdig de benodigde informatie te geven en medewerking te verlenen. Dit zowel in de fase van de aanvraag als gedurende de looptijd van de schuldbemiddeling. Hierbij gaat het onder andere om het verstrekken van informatie omtrent inkomen en schuldenlast. Bij de medewerkingplicht moet gedacht worden aan het verschijnen op afspraken, deelname aan de budgetteringscursus en het niet aangaan van nieuwe schulden.

Artikel 6:

Om in aanmerking te komen voor schuldbemiddeling moet verzoeker behoren tot de doelgroep, logischerwijs wordt een aanbod geweigerd wanneer verzoeker niet aan deze voorwaarde voldoet. Verder wordt een aanbod geweigerd indien verzoeker niet over voor de schuldbemiddeling in aanmerking te nemen inkomen beschikt. Achterliggende gedachte is dat het niet mogelijk is te bemiddelen bij schulden aangezien er door het ontbreken van inkomen geen afloscapaciteit is. Hierbij moet gedacht worden aan een situatie waarin een schuldenaar alleen studiefinanciering ontvangt of in detentie zit. Uiteraard wordt de klant geïnformeerd over de reden van weigering en volgt geen tijdelijk uitsluiting als gevolg hiervan.

Anders is dat bij het niet nakomen van de inlichtingen- en medewerkingplicht. Deze zwaarwegende beëindigingsgronden hebben tot gevolg dat verzoeker tien jaar wordt worden uitgesloten voor schuldbemiddeling. Voordat daartoe wordt overgegaan, krijgt verzoeker minimaal eenmaal een redelijke termijn geboden om alsnog aan de verplichting te voldoen. Het aantal termijnen en de duur daarvan moet redelijk zijn en hangt samen met de type verplichting. Komt verzoeker ook gedurende de herstelperiode(n) zijn verplichting niet na, dan wordt besloten tot weigering van de schuldbemiddeling. Tot slot wordt verzoeker een aanbod tot schuldbemiddeling geweigerd als verzoeker in de afgelopen tien jaar al eerder een beroep heeft gedaan op schuldbemiddeling, overeenkomstig artikel 8.

Artikel 7:

Gaande de schuldbemiddelingstraject kan het college besluiten om over te gaan tot beëindiging van de schuldbemiddeling. Voor de gronden a tot en met e onder het eerste lid geldt dat zij leiden tot uitsluiting voor de komende tien jaar.

Het Agressieprotocol definieert agressie en geweld als volgt: ‘Het welbewust verbaal uiten, gebruiken van fysieke kracht of macht, dan wel het dreigen daarmee, gericht tegen een werknemer, onder omstandigheden die rechtstreeks verband houden met het verrichten van de publieke taak, hetgeen resulteert of waarschijnlijk zal resulteren in een gevoel van bedreiging, materiële schade, letsel, de dood of psychische schade’.

Onder ‘het succesvol hebben doorlopen van de schuldbemiddeling’ wordt verstaan: het hebben afgerond van een minnelijke schuldregeling door de klant (de klant is na drie jaar schuldenvrij), het hebben getroffen van een betalingsregeling voor de klant (er is bemiddeld bij het treffen van een betalingsregeling met schuldeisers), het hebben afgegeven van een Wsnp-verklaring aan de klant (een verklaring waarmee gevraagd kan worden om een uitspraak ter zake toepasselijk verklaren van de Wet schuldsanering natuurlijke personen) en het voor de klant hebben gecreëerd van een stabiele situatie (een situatie waarin inkomsten en uitgaven van de klant in evenwicht worden gehouden, waarbij is vastgesteld dat het bestaande schuldprobleem door in of bij die persoon gelegen omstandigheden nog niet duurzaam kan worden opgelost).

Uiteraard geldt ook hier dat belanghebbende minimaal eenmaal een redelijke termijn geboden krijgt om alsnog aan de verplichting te voldoen, waarbij het aantal termijnen en de duur daarvan wederom redelijk moeten zijn en afhangen van de type verplichting en de fase waarin de gedraging plaatsvindt.

Artikel 8:

Achterliggende gedachte bij dit recidivebeleid is dat iedereen, behorende tot de doelgroep, minimaal één keer ondersteuning moet kunnen krijgen bij het oplossen van zijn schulden, waarbij de bemiddeling wordt betaald door de gemeente of is wordt deelgenomen aan een wettelijk schuldsaneringstraject (Wsnp-traject). Aan het begrip eenmaal is nadere invulling gegeven door een uitsluitingsperiode van tien jaar te hanteren, waarbij is aangesloten bij de uitsluitingsperiode in het wettelijke traject (de Wsnp). Overigens blijft het altijd mogelijk om een eenmalig adviesgesprek aan te vragen, bijvoorbeeld wanneer men, nadat men een schuldregelingstraject met positief gevolg heeft afgerond, op enig moment toch weer problemen ervaart bij het nakomen van de betalingsverplichting. Bovendien kan een schuldenaar altijd vragen om een Wsnp-verklaring. Het college is verplicht om een dergelijke verklaring te allen tijde af te geven op grond van 284 lid 4 Faillissementswet.

Met ‘bij en betaald door een gemeente’ wordt bedoeld: de situatie waarin de schuldenaar eerder een beroep heeft gedaan op schuldbemiddeling bij een gemeente of bij een organisatie waaraan een gemeente de uitvoering van schuldbemiddeling heeft uitbesteed.

Artikel 9:

Dit artikel behoeft geen nadere toelichting.

Artikel 10:

Dit artikel behoeft geen nadere toelichting.