Overheidsorganisatie | Gemeente Rijnwoude |
---|---|
Officiële naam regeling | Regeling Cafetariamodel gemeente Rijnwoude 2012 |
Citeertitel | Regeling Cafetariamodel gemeente Rijnwoude |
Vastgesteld door | college van burgemeester en wethouders |
Onderwerp | personeel en organisatie |
Eigen onderwerp |
Geen
Onbekend
Datum inwerking- treding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerking- treding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
01-02-2012 | 01-01-2014 | Nieuwe regeling | 31-01-2012 Onbekend | Onbekend |
Het college van Burgemeester en Wethouders van de gemeente Rijnwoude
heeft besloten;
Tot vaststelling van de navolgende
Regeling cafetariamodel gemeente Rijnwoude 2012
Inleiding
Daar waar vroeger voor alle medewerkers gelijke arbeidsvoorwaarden werden afgesproken binnen een werkorganisatie, hebben de laatste jaren medewerkers steeds meer de behoefte gekregen zelf een keuze te kunnen maken uit een totaalpakket van arbeidsvoorwaarden. De behoefte om zelf een keuze te kunnen maken, vloeit voort uit het vrij willen zijn in het op eigen wijze invullen van zaken en de verschillende levensfases waarin men zich bevindt. Het maken van individuele keuzes, uit een totaalpakket van arbeidsvoorwaarden, een cafetariamodel genoemd. Een cafetariamodel is geen statisch gegeven. Juist omdat het in een cafetariamodel mogelijk is een aantal aspecten van het model af te stemmen op de unieke kenmerken van een organisatie is een cafetariamodel in staat een model op maat te leveren.
De gemeente Rijnwoude wil haar medewerkers graag de mogelijkheid bieden om ook, binnen kaders, keuzes te kunnen maken uit een aantal aanvullende arbeidsvoorwaarden boven de CAR/UWO.
1. Algemene bepalingen
In het cafetariamodel kent de gemeente Rijnwoude de volgende bestedingsmogelijkheden: - kopen en verkopen verlofdagen - fiets - OV-kaart - vakbondscontributie - woon-werkverkeer - bedrijfsfitness
Het cafetariamodel is toegankelijk voor alle medewerkers die in dienst zijn van de gemeente Rijnwoude (hierna te noemen: ‘werkgever’) op basis van de CAR/UWO, met uitzondering van de medewerkers als bedoeld in hoofdstuk 19 van de CAR/UWO.
In het cafetariamodel is het mogelijk om een gedeelte van het brutosalaris, verlofuren, eindejaarsuitkering of vakantiegeld in te zetten voor de keuze uit een aantal arbeidsvoorwaarden.
De werknemer beslist zelf de hoeveelheid en soort in te zetten middelen, mits het de in artikel 3 genoemde middelen betreft. De werknemer is vrij een keuze te maken uit de aangeboden arbeidsvoorwaarden. Hierbij worden de door de CAR/UWO opgelegde beperkingen in acht genomen.
De totale loonsom, dus het salaris en de waarde van de gekozen arbeidsvoorwaarden per werknemer blijft gelijk.
Gebruikmaking van het cafetariamodel heeft gevolgen voor de grondslag van het vakantiegeld, de eindejaarsuitkering, de loonbelasting en de werknemersverzekeringen.
Uitgangspunt van het cafetariamodel is budgettaire neutraliteit.
Werknemers worden in staat gesteld zelf een keuze te maken in leverancier e.d (dit geldt niet voor bedrijfsfitness). Zij zijn hierbij vrij om zelf de aanschaf van de goederen of de diensten te doen, mits rekening en andere bewijsstukken overlegd kunnen worden aan werkgever.
Het juridische en economische eigendom van eventuele aangeschafte goederen ligt bij de werknemer.
De in deze regeling genoemde getallen en bedragen zijn onderhevig aan veranderingen. De fiscale wetgeving, de CAR/UWO en/of ander van toepassing zijnde regels zijn bepalend voor de getallen en bedragen binnen deze regeling. Daarnaast kan op getallen en bedragen in deze regeling een indexering worden toegepast.
Bij het vaststellen van de criteria voor zakelijk gebruik zijn de opvattingen van de belastinginspecteur in de regio geldend.
Op grond van het bepaalde in artikel 4a:3 van de Collectieve Arbeidsvoorwaardenregeling (CAR/UWO) kunnen burgemeester en wethouders op verzoek van de ambtenaar zijn bezoldiging (eindejaarsuitkering) als bedoeld in artikel 3:6 , zijn vakantietoelage als bedoeld in artikel 6:3 of zijn vergoeding als bedoeld in artikel 4a:1, vijfde lid, verlagen voor door burgemeester en wethouders vastgestelde bestedingsmogelijkheden. De toepassing hiervan wordt ook wel ‘cafetaria-model’ genoemd.
2. Financiering
Na aanschaf van goederen of diensten kunnen werknemers op basis van de bijbehorende factuur de kosten tot maximaal het fiscaal toegestane declareren bij de gemeente Rijnwoude, waarna de gemeente deze kosten vergoedt aan de werknemer. Deze vergoeding wordt vervolgens ingehouden op de salarisuitbetaling(en) van de medewerker.
14.1 De rentekosten die ontstaan als gevolg van het voorfinancieren, zullen niet worden doorberekend aan de medewerker.
14.2 Als bijdrage in de kosten voor de aanschaf van een fiets stelt de werkgever eens in de drie jaar per persoon een bedrag van € 230,00 beschikbaar.
Het is de werknemer vrij te kiezen in hoeveel maandelijkse termijnen de gedeclareerde kosten worden ingehouden op de salarisuitbetaling. Voor de fiets geldt hierbij een maximum van drie jaar, voor de OV-kaart een maximum van de looptijd van de kaart. De inhouding voor het kopen van verlofdagen vindt maandelijks plaats. Er kan gekozen worden de inhouding voor het kopen van verlofdagen of de opbrengst van het verkopen van verlofdagen in januari van het betreffende jaar in één keer te laten plaatsvinden. De vergoeding voor woon-werk verkeer wordt in de maand december uitbetaald. De vakbondscontributie wordt eenmaal per jaar uitbetaald. De maandkosten van bedrijfsfitness worden per maand verrekend.
Bij beëindiging van het dienstverband voordat het volledige bedrag is terugbetaald middels verrekening met het salaris, wordt het restant van het nog openstaande bedrag verrekend met de laatste salarisuitkering(en) of waar nodig, gevorderd.
3. Kopen en verkopen verlofdagen
Het is jaarlijks toegestaan het maximale aantal uren volgens de CAR/UWO te kopen en te verkopen. Het verzoek voor het aantal uren verlof dat men wil kopen of verlopen voor het komende jaar moet op 1 november van het voorafgaande jaar of anders gedurende de eerste twee maanden na indiensttreding worden ingediend bij de betreffende leidinggevende.
Het afdelingshoofd beslist over ingediende verzoeken tot koop of verkoop van vakantie-uren.
Alle ingediende verzoeken worden beoordeeld op basis van de criteria ‘bedrijfsvoering’, ‘dienstbelang’ en ‘budgettaire neutraliteit’.
Als grondslag van de (bij de werknemer in te houden dan wel uit te betalen) vergoeding wegens koop dan wel verkoop van vakantie-uren, wordt het bruto-uursalaris op 1 januari gehanteerd van het jaar waarop het verzoek betrekking heeft.
Het is mogelijk extra verlofuren op te bouwen door meer te werken. Een verzoek hiertoe kan worden ingediend bij de leidinggevende. Het is tevens mogelijk extra verlofuren op te bouwen door bij overwerk de verlofcomponent uit de overwerkvergoeding om te laten zetten in verlofuren. Er wordt vervolgens gehandeld conform het stramien zoals genoemd in artikel 17 e.v. van deze regeling.
De administratie van de ingediende verzoeken, tot koop van vakantie-uren, tot verkoop van vakantie-uren, tot het in de CAR/UWO maximaal toegestane aantal uur méér werken en tot omzetting van het verlof als gevolg van overwerk in vakantieverlof vindt plaats bij de direct leidinggevende.
4. Fiets
Het is mogelijk om, bij de keuze binnen het totaalpakket van arbeidsvoorwaarden, een fiets aan te schaffen. De werknemer wordt in staat gesteld een fiets aan te schaffen voor het fiscaal maximale bedrag dat geldt voor het betreffende jaar. Daarnaast kunnen eventuele extra toebehoren zoals fietsaccessoires en een fietsverzekering aangeschaft worden. De werknemer krijgt een eenmalige bijtelling ter hoogte van het in bijlage 1 genoemde bedrag bij het salaris voor ontvangen van loon in natura.
5. OV-jaarkaart
Het is mogelijk om, bij de keuze binnen het totaalpakket van arbeidsvoorwaarden, een Openbaar Vervoerkaart aan te schaffen. De werknemer heeft de keuze uit OV-jaarkaart en OV-Trajectkaart. Kaarten worden door de medewerker zelf aangeschaft.
Voor een trajectkaart geldt, dat het te bereizen traject waarvoor de kaart geldt, overeen moet komen met het woon-werktraject, dan wel een gedeelte daarvan.
6. Vakbondscontributie
Het is mogelijk door een belast loonbestanddeel te ruilen tegen een onbelaste vergoeding voor vakbondscontributie op fiscaal aantrekkelijke wijze vakbondscontributie te betalen.
6.Woon-werkverkeer
De vergoeding voor woon-werkverkeer voor werknemers is lager dan de maximaal fiscaal toegestane netto reiskostenvergoeding (momenten € 0.19 per kilometer). Met deze bestedingsmogelijkheid wordt
beoogd de werknemers gebruik te laten maken van de nog niet benutte fiscale ruimte voor een onbelaste reiskostenvergoeding door uitruil van (een deel van) de bruto eindejaarsuitkering.
7.Bedrijfsfitness
Indien een medewerker gebruik maakt van de het door de gemeente Rijnwoude aangewezen fitnesscentrum, wordt er een tegemoetkoming in kosten belastingvrij verstrekt. Deze belastingvrijstelling geldt zolang de fiscale regels dit toestaan. Over de tegemoetkoming wordt loonheffing en premie voor de sociale verzekering ingehouden.
8. Slotbepalingen
In alle gevallen waarin dit reglement niet voorziet, of niet in redelijkheid voorziet, beslist het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Rijnwoude.
De regeling treedt in werking op 1 februari 2012 en kan worden aangehaald als “Regeling Cafetaria-model Gemeente Rijnwoude 2012”. De Regeling Cafetariamodel Gemeente Rijnwoude 2005 komt hiermee te vervallen.
Aldus vastgesteld in de vergadering van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Rijnwoude, d.d. 31 januari 2012,
de secretaris, de burgemeester,
A.J.E. van der Werf - Bramer A. Latenstein van Voorst-Woldringh
Voor 2012 gelden de volgende getallen en bedragen:
Het is voor 2012 mogelijk om maximaal 72 uur verlof te kopen en te verkopen;
Het is voor 2012 mogelijk om maximaal 50,4 uur extra te werken;
Het is voor 2012 mogelijk om maximaal 36 overwerkuren om te zetten in verlofuren.
Fiets
De fiscus stelt (thans) als voorwaarde dat medewerkers het aannemelijk kunnen maken dat de fiets voor meer dan 50% van de keren dat de woon-werk-afstand wordt afgelegd, voor het hele of voor een gedeelte van het traject wordt gebruikt. Hiertoe dient een verklaring te worden ondertekend. Mocht het voor de fiscus achteraf onvoldoende aannemelijk zijn gemaakt dat de fiets (mede) wordt gebruikt voor de woon-werk-afstand, dan zijn de gevolgen voor de medewerker. Het gebruik van de fiets voor het woon-werktraject wordt aannemelijk geacht, indien de afstand tussen de woning van de medewerker en het werk 15 km of minder bedraagt. Indien die afstand meer bedraagt, dient de medewerker desgevraagd aannemelijk te maken dat hij de fiets meer dan de helft van de tijd gebruikt voor (een deel van) het woon-werktraject.
Het maximumbedrag voor de aanschaf van een fiets als bedoeld in artikel 22 van deze regeling bedraagt € 749,00 bruto (peildatum 1 januari 2012).
Het maximumbedrag voor met de fiets samenhangende zaken als bedoeld in artikel 22 van deze regeling bedraagt € 250,00 bruto (peildatum 1 januari 2012).
De eenmalige fiscale bijtelling op de bezoldiging van de medewerker als bedoeld in artikel 22 van deze regeling bedraagt € 68,00.