Werktijdenregeling gemeente Vlist 2005

1.

De regeling voorziet in de wijze waarop medewerkers invulling kunnen geven aan de 36-urige werkweek. Alle bepalingen opgenomen in de CAR-UWO en de Bezoldigingsregeling ten aanzien van arbeidsduur, werktijden, (spaar-)verlof, koop- en verkoop van dagen en overwerk, blijven onverkort van toepassing.

2.

Uitgangspunt van de werktijdenregeling is een feitelijke 36-urige werkweek zonder adv-opbouw. Voor deeltijders geldt het aantal uren waarvoor zij zijn aangesteld.

3.

De regeling voorziet in de mogelijkheid om extra uren te werken en deze uren om te zetten in compensatieverlof.

4. Toepassing

• a. Onderdeel A van deze regeling is van toepassing op medewerkers die werkzaam zijn op het gemeentekantoor.

• b. Onderdeel B geldt voor de buitendienstmedewerkers.

• c. Onderdeel C geldt voor beide categorieën.

5. Kantoortijden/blokperioden

• a. De aanvangstijd ligt tussen 7.30 uur en 9.30 uur en de eindtijd tussen 15.00 uur en 19.30 uur.

• b. De middagpauze kan worden gehouden tussen 12.00 uur en 13.30 uur en bedraagt tenminste een half uur.

• c. De perioden gelegen tussen 9.30 en 12.00 uur en 13.30 tot 15.00 uur zijn zgn. blokperioden, waarin een medewerker (behalve uiteraard in geval van verlof) werkzaam moet zijn.

6. Bereikbaarheid gemeentekantoor/minimale bezetting

• a. Het gemeentekantoor is voor externen op doordeweekse dagen (met uitzondering van officiële feestdagen en collectief vastgestelde verlofdagen) bereikbaar van 8.30 uur tot 17.00 uur. Op de vrijdagen geldt 16.00 uur als eindtijd.

• b. Van 8.30 uur tot 16.30 uur (vrijdag tot 16.00 uur) moet per werkeenheid sprake zijn van een minimale bezetting.

7. Indeling werktijden/afwijkend rooster

• a. De medewerker deelt, in overleg met zijn directe collega(e), zijn werktijden naar eigen inzicht in. Hij houdt hierbij rekening met de uitgangspunten optimale dienstverlening en goede bedrijfsvoering.

• b. Een reguliere werkweek is 36 uur en voor deeltijders een afgeleide ervan. Een reguliere werkdag wordt gesteld op 7,2 uur, een halve dag op 3,6 uur.

• c. De medewerker kan - met in achtneming van de werk- en bloktijden - kiezen voor een structureel afwijkend rooster (bijvoorbeeld 4 dagen van 9 uur).

• d. De keuze voor een afwijkend rooster geldt voor een periode van vier maanden (januari t/m april, mei t/m augustus en september t/m december). De medewerker geeft vroegtijdig aan of hij zijn rooster na afloop van de periode wil wijzigen.

• e. Een werkdag mag structureel niet langer duren dan 9 uur en incidenteel niet langer dan 10 uur.

• f. Een afwijkend rooster wordt opgesteld in overleg met directe collegae en met instemming van de directeur.

8. Compensatie-opbouw

• a. Door korter of langer te werken dan de reguliere werktijd, ontstaat een min- dan wel plus-saldo. Dit saldo kan worden gecompenseerd door

  • -

    (met inachtneming van de bloktijden) kortere dan wel langere werkdagen te maken

  • -

    met compensatieverlof, waarbij de medewerker een dag of dagdeel (dus ook tijdens de bloktijd) niet aanwezig is.

• b. Een kalenderjaar wordt verdeeld in twee perioden, te weten januari tot en met juni en juli tot en met december:

  • -

    Het compensatiesaldo mag op 30 juni niet meer bedragen dan 72 uur.

  • -

    Op 31 december moet het saldo zijn teruggebracht tot maximaal 36 uur, hierbij rekening houdende met het bepaalde in artikel 23.

  • -

    Een min-saldo mag gedurende het gehele kalenderjaar niet verder oplopen dan 36 uur en moet op 31 december zijn weggewerkt.

  • -

    Voor deeltijders gelden de genoemde aantallen naar rato.

9. Overwerk

• a. Binnen de vastgestelde kantoortijden is het mogelijk extra uren te maken zonder dat het tot een overwerksituatie leidt. De uren worden in een later stadium gecompenseerd. Van overwerk is dus alleen sprake als de werkzaamheden in de avond- of weekenduren moeten plaatsvinden. Dit kan alleen met instemming vooraf van de directeur.

• b. Overwerkuren worden in tijd gecompenseerd of volledig uitbetaald, zulks in overleg tussen betrokkenen (medewerker en teamleider) en de directeur.

• c. Bij deeltijders kan ook binnen de bedrijfstijden sprake zijn van overwerk. Het gaat dan niet om variabele afwijkingen, maar om een extra tijdelijke inzet, waarmee de directeur vooraf heeft ingestemd.

10. Normaal verlof/compensatieverlof

• a. Normaal verlof of compensatieverlof wordt in uren opgenomen, hierbij rekening houdende met de bloktijden.

• b. Indien een dag of dagdeel verlof wordt opgenomen, dient de medewerker een verlofaanvraag in bij de teamleider of (indien de medewerker geen onderdeel uitmaakt van een team) de directeur.

• c. Na afloop van het kalenderjaar mogen maximaal 36 verlofuren (dus normaal verlof en compensatieverlof bij elkaar opgeteld) naar het volgende jaar worden overgeschreven (deeltijders naar rato).

11. Registratie werktijden/verlof

• a. Op iedere (PC-)werkplek worden de werktijden dagelijks geautomatiseerd bijgehouden.

• b. Het systeem voorziet ook in een afzonderlijke administratie voor het reguliere verlof.

12. Indeling werktijden

• a. De werktijden in de buitendienst zijn seizoensgebonden en als volgt vastgesteld:

  • -

    Periode 1 mei tot 1 september van 07.00 uur tot 16.00 uur

  • -

    Periode 1 september tot 1 december 08.00 uur tot 16.00 uur

  • -

    Periode 1 december tot 1 februari van 08.30 uur tot 16.00 uur

  • -

    Periode 1 februari tot 1 april van 08.00 uur tot 16.00 uur

  • -

    Periode 1 april tot 1 mei van 07.30 uur tot 16.00 uur.

• b. De lunchpauze is van 12.30 uur tot 13.00 uur.

• c. Gedurende het gehele jaar wordt op vrijdagmiddag niet gewerkt en geldt 12.30 uur als eindtijd.

13. Overwerk

• a. Van overwerk is sprake als er werkzaamheden buiten de reguliere werktijden moeten worden verricht. Dit kan alleen met instemming van de directeur.

• b. Overwerkuren worden in tijd gecompenseerd of volledig uitbetaald, zulks in overleg tussen betrokkenen (medewerker en teamcoördinator) en de directeur.

14. Verlof

• a. Indien een dag of dagdeel verlof wordt opgenomen, dient de medewerker een verlofaanvraag in bij de teamcoördinator.

• b. Na afloop van het kalenderjaar mogen maximaal 36 verlofuren (dus normaal verlof en compensatieverlof bij elkaar opgeteld) naar het volgende jaar worden overgeschreven (deeltijders naar rato).

15. Collectieve verlofdagen

• a. Per kalenderjaar kunnen, in overleg met de ondernemingsraad, maximaal drie collectieve verlofdagen worden aangewezen. Op deze dagen is het gemeentekantoor niet voor externen bereikbaar.

• b. Medewerkers die de voorkeur hebben om op (één van) deze dagen te werken, worden hiertoe in de gelegenheid gesteld.

16. Feestdagen

• a. Medewerkers die structureel kiezen voor een 4-daagse of 4½-daagse werkweek worden voor wat betreft de feestdagen gelijkgesteld met deeltijders. Dit houdt in dat een feestdag niet altijd op een werkdag valt en in dat geval in eigen tijd valt van de medewerker.

• b. Goede vrijdag en bevrijdingsdag 5 mei worden aangemerkt als feestdag, waarop de openbare dienst gesloten is.

17. Medische consulten

• a. Voor het bezoek van een huisarts, tandarts, fysiotherapeut en andere vergelijkbare medische consulten wordt één uur als diensttijd aangemerkt.

• b. In de overige situaties (bijvoorbeeld bezoek polikliniek) geldt de reële tijd als diensttijd.

18.

Deze regeling treedt in werking op 1 januari 2005 en wordt aangehaald als "Werktijdenregeling gemeente Vlist 2005".

19.

Met ingang van de datum van inwerkingtreding van deze regeling vervalt de Werktijdenregeling personeel gemeente Vlist, welke is vastgesteld op 15 maart 2002.