Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Deelgemeente Amsterdam - Centrum

Beleidsregels banieren aan musea

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OverheidsorganisatieDeelgemeente Amsterdam - Centrum
Officiële naam regelingBeleidsregels banieren aan musea
CiteertitelBeleidsregels banieren aan musea
Vastgesteld doordeelraad
Onderwerpruimtelijke ordening, verkeer en vervoer
Eigen onderwerpMonumenten en welstand

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

deze regeling geldt voor een proefperiode van 2 jaar met ingang van 15 april 2012

Datum ondertekening inwerkingtredingsbesluit: Onbekend

Bron bekendmaking inwerkingtredingsbesluit: Publicaties Stadsdeelbestuur 2012, Stadsdeelraad, Besluiten, 21 februari 2012-8

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Algemene wet bestuursrecht, art. 4:81

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

Geen

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerking-

treding

Terugwerkende

kracht tot en met

Datum uitwerking-

treding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

01-03-201219-03-2016nieuwe regeling

01-03-2012

Publicaties Stadsdeelbestuur 2012, Stadsdeelraad, Besluiten, 21 februari 2012-8

Publicaties Stadsdeelbestuur 2012, Stadsdeelraad, Vergaderstukken/voordrachten, 21 februari 2012-8

Tekst van de regeling

Banieren aan musea

1. Achtergrond

De Amsterdamse binnenstad is een uitzonderlijk stedelijk fenomeen. Het is ook niet voor niets dat de binnenstad in 1999 is aangewezen als beschermd stadsgezicht. In 2010 is de zeventiende-eeuwse grachtengordel op de Werelderfgoedlijst van de UNESCO geplaatst. Om de schoonheid van de Amsterdamse binnenstad te waarborgen gelden er welstandscriteria (De Schoonheid van Amsterdam, Welstandsnota voor stadsdeel Centrum, 2009). Gevelreclame is een van de toevoegingen aan een gebouw die mogelijk van invloed is op het stadsbeeld. Om ongewenste vormen van reclame te beperken en het cultuurhistorisch erfgoed nog beter tot zijn recht te laten komen, zijn beleidsregels gevelreclame vastgesteld. De beleidsregels gevelreclame zijn onderdeel van het welstandsbeleid van stadsdeel Centrum en daarmee van de Welstandsnota.

De beleidsregels gevelreclame komen maar ten dele tegemoet aan de wensen van musea. Musea en culturele instellingen mogen door middel van afficheborden of dundoeken plat tegen de gevel, voorstellingen en eenmalige tentoonstellingen aankondigen. Deze tijdelijke reclame is alleen toegestaan voor zolang zij feitelijk betekenis heeft.

Een aantal musea heeft in 2010 gevraagd om extra reclamemogelijkheden om de zichtbaarheid van grotere afstand te verbeteren.

In een overleg eind december 2010 tussen de portefeuillehouder Bouwen en Wonen en leden van het ‘Overleg Amsterdamse Musea (OAM)' heeft de OAM de wensen geformuleerd:

  • Een banier met standaard uitsteekmaat;

  • Eén of twee banieren afhankelijk van de architectuur van het pand;

  • Vorm en afmeting van het banier gerelateerd aan de architectuur van het pand;

  • Voorkeur voor rode kleur, musea gebruiken eigen typografie/lettertype/logo;

  • Verlichting banier mogelijk?

De huidige beleidsregels gevelreclame voorzien niet in de mogelijkheid van banieren aan musea.

In opdracht van de portefeuillehouder Bouwen Wonen zijn, op basis van de wensen van de OAM, concept-beleidsregels opgesteld voor het onder voorwaarden toestaan van banieren aan de gevel van musea. Hierbij is rekening gehouden met het gegeven dat een groot deel van het centrum beschermd stadsgezicht is en dat daarbinnen de zeventiende-eeuwse grachtengordel op de lijst Werelderfgoed van de UNESCO is geplaatst.

De concept-beleidsregels zijn ter beoordeling voorgelegd aan de Commissie voor Welstand en Monumenten (CWM). De opmerkingen van de CWM zijn verwerkt.

De concept-beleidsregels voor banieren aan musea worden na vaststelling door de deelraad als bijlage bij de beleidsregels gevelreclame gevoegd.

2. Concept-beleidsregels voor banieren aan musea

Banieren aan musea worden onder voorwaarden toegestaan aan instellingen die voldoen aan de internationale museumdefinitie, opgesteld door het International Council of Museums (ICOM 2006):

‘Een museum is een permanente instelling, niet gericht op het behalen van winst, toegankelijk voor publiek, die ten dienste staat aan de samenleving en haar ontwikkeling. Een museum verwerft, behoudt, onderzoekt, presenteert, documenteert en geeft bekendheid aan de materiële en immateriële getuigenissen van de mens en zijn omgeving, voor doeleinden van studie, educatie en genoegen'.

De NMV hanteert deze definitie.

Onder voorwaarden is één banier toegestaan op panden van drie vensterassen breed en maximaal twee banieren op bredere (dubbel)panden.

Voorwaarden voor één banier op panden van drie vensterassen zijn:

  • Plaatsing: haaks op de gevel (los van de gevel en de uitstekende ornamenten);

  • Situering: naast de entree op de erfgrens, indien van toepassing naast de entree;

  • Lengte: totale lengte van de banier is niet meer dan anderhalve bouwlaag;

  • Hoogte aan de gevel: wordt bepaald door de Commissie van Welstand en Monumenten, maar is niet lager dan de bovendorpel of het kalf van de voordeur.

Voorwaarden voor twee banieren op bredere panden zijn:

  • Plaatsing: haaks op de gevel;

  • Situering: afhankelijk van de symmetrie/aanzicht van de gevel (als het aanzicht van de gevel teveel verstoord wordt, kan de Commissie van Welstand en Monumenten oordelen dat slechts één banier is toegestaan);

  • Lengte: totale lengte van de banier is maximaal één bouwlaag;

  • Hoogte aan de gevel: uitsluitend op bel-etage of eerste verdieping.

Nadere voorwaarden

  • Geen strijd met Burgerlijk Wetboek of overige rechtsregels

  • Omgevingsvergunning is vereist

  • Inachtneming Programma van Eisen Kwaliteit Monumenten

  • Reeds aanwezige vlaggen als reclame-uiting verdwijnen

Voorwaarden ten aanzien van vormgeving zijn:

  • Uitsluitend banieren in één - door de musea onderling te bepalen - uniforme vormgeving in maximaal één (bij de gevel passende) basiskleur en één tekstkleur zijn toegestaan. Gebruik van symbolen is daarbij mogelijk;

  • Een banier is op te rollen;

  • Uitsteekmaat is maximaal 0,60 meter;

  • Verlichting van banieren is niet toegestaan.

Een aantal museale instellingen onttrekt zich aan de categorie ‘huismusea' (zijnde grachtenpanden van drie tot vijf vensterassen breed). Deze grotere bouwwerken vallen buiten de hierboven omschreven categorieën en zijn bovendien zo specifiek dat de Commissie voor Welstand en Monumenten de plaats van een of twee banieren, alsook de afmetingen van de banier(en) dient te beoordelen (en daarbij mag afwijken van de beleidsregels banieren aan musea). Voorbeelden zijn het Koninklijk Paleis, Amsterdam Museum en de Hermitage.

Wanneer een museum geen gebruik wil maken van de banierenregeling, dan valt het museum onder de reguliere reclamevoorschriften van het stadsdeel Centrum.

3. Nadere uitleg beleidsregels

Het betreft hier extra reclamemogelijkheden voor musea in het hele stadsdeel. Een groot deel hiervan is beschermd stadsgezicht en daarbinnen is de zeventiende-eeuwse grachtengordel geplaatst op de Lijst van Werelderfgoed van de UNESCO. Het toestaan van (identieke) banieren is ook gebruikelijk in Italiaanse steden, zoals Genua, met een UNESCO-certificering. De toegankelijkheid en herkenbaarheid van panden in het UNESCOgebied vergroot namelijk het draagvlak voor het erfgoed.

Gekozen is voor een fijnmazig onderscheid tussen brede en smalle panden, omdat bij de vijf vensterassen brede panden de nadruk ligt op de horizontale lijnen en bij de drie vensterassen brede panden op de verticale lijnen: breed en gedrongen tegenover lang en slank. 1 Binnen de gevelgeleding passen daarom twee korte banieren beter bij het brede type huis en één hoge bij het andere type. De lengte van de lange banieren overstijgt de hoogte van een verdieping, maar is overigens variabel, afhankelijk van de gevelcompositie (dorpels, sierbanden en andere elementen), ter beoordeling aan de Commissie voor Welstand en Monumenten (CWM). Eventuele uitzonderingen op de regel zijn te vinden in de lijst met de musea, waarvoor de verruimingsmogelijkheid bedoeld is. Het Nederlands Instituut voor de Mediakunst is drie vensterassen breed, maar gesitueerd op een dubbel perceel, waarbij de opbouw boven de plint vierkant in vorm is, niet rechthoekig. Twee banieren zijn dan passend.

Sommige panden voldoen in het geheel niet aan de typologie (te groot, te modern). Deze panden mogen ook banieren voeren, echter de plaatsing en het aantal (maximaal 2) is ter beoordeling aan de CWM. Criterium is het zicht op de gevelcompositie en het zicht op de gevelwand.

Een aantal musea is als (rijks)monument uitgebreid met een nieuwe aanbouw of staat op het punt een nieuw bouwdeel te ontwikkelen (Ons' Lieve Heer op Solder, Joods Historisch Museum, Rembrandthuis, Anne Frankstichting). Deze musea dienen de banier(en) aan de nieuwbouw te bevestigen, plaats en aantal ter beoordeling aan de CWM.

Een tweetal musea is zo smal - en bovendien aan een smalle straat gesitueerd - dat geen enkele banier kan.

Vanuit ruimtelijk oogpunt is een eenduidige vormgeving gewenst. Daarom is gekozen voor één basiskleur en tekstkleur. Typologie en lettertype zijn vrij.

Voor de uitsteekbreedte is de maximale uitsteekbreedte die op de grachten geldt aangehouden (0,50 cm) met een extra ruimte van 0,10 cm zodat het banier los van de gevel komt te hangen.

Verlichting van de banieren is niet toegestaan, dit geeft een te onrustig beeld aan de grachten en daarbij zijn musea over het algemeen om 18.00 gesloten. Verlichting is daarom minder noodzakelijk.

4. Proefperiode

De mogelijkheid van banieren aan musea geldt in eerste instantie voor een periode van twee jaar. In die twee jaar zal worden gekeken of de musea zich houden aan de voorwaarden zoals die in de beleidsregels banieren aan musea zijn neergelegd. Na twee jaar worden de beleidsregels geëvalueerd en besloten of deze worden voortgezet.

5. Inspraak en bespreking in de raadscommissie Bouwen en Wonen van 13 december 2011

Van 23 september tot en met donderdag 3 november 2011 hebben de concept-beleidsregels ter inzage gelegen. Er zijn drie reacties ontvangen: van de Erfgoedvereniging Heemschut, van Vink Veldman & Swier advocaten en van mevrouw H. Ignatius. Naar aanleiding van de bespreking van de concept beleidsregels inclusief de beantwoording van de inspraakreacties in de raadscommissie Bouwen en Wonen van 13 december 2011 zijn de conceptbeleidsregels aangepast evenals een deel van de beantwoording van de inspraakreacties.

  • a.

    De Erfgoedvereniging Heemschut vindt het jammer dat het beleid zich lijkt te beperken tot een kleine groep musea, alleen in de binnenstad. De vereniging pleit voor een stadsbreed beleid;

  • b.

    De vereniging vindt het onwenselijk dat door een banier het accent wordt gelegd op de situering van het museum ten opzichte van de overige bebouwing van een continue gevelwand;

  • c.

    De vereniging pleit er voor om slechts één banier per museum toe te staan;

  • d.

    De vereniging pleit er voor om dit beleid slechts voor een tijdelijke periode te hanteren en de plaatsing van een banier te verbinden aan een beperkte periode.

  • e.

    De vereniging wenst streng toezicht op de plaatsing van banieren aan de gevel. Voorkomen moet worden dat banieren in (natuur)steen bevestigd worden;

  • f.

    De vereniging spreekt een voorkeur uit voor klassiek rood voor banieren in plaats van rood dat schreeuwerig en ordinair is;

  • g.

    De vereniging vraagt hoe juridisch voorkomen kan worden dat ook musea die niet zijn aangesloten bij de Nederlandse Vereniging van Musea (al dan niet met succes) aanspraak zullen maken op toepassing van de regels.

Ten aanzien van de punten van de Erfgoedvereniging Heemschut merken wij het volgende op:

Ad. a. De beleidsregels gelden vooralsog alleen voor stadsdeel Centrum. Na vaststelling door de deelraad worden ze als bijlage bij de beleidsregels gevelreclame gevoegd. Stadsdeel Centrum zal er voor pleiten dat de beleidsregels gevelreclame worden opgenomen in de nieuwe stedelijke Welstandsnota,waarmee de beleidsregels voor banieren dan mogelijk ook voor de hele stad gelden;

Ad. b. Met de beleidsregels wordt juist tegemoet gekomen aan de wens van musea om van grotere afstand zichtbaar te zijn. Inherent daaraan is dat daarmee het accent wordt gelegd op de situering ten opzichte van de overige bebouwing;

Ad. c. Uit een oogpunt van symmetrie en esthetiek is er voor gekozen om aan bredere panden twee banieren toe te staan;

Ad. d. Naar aanleiding van de bespreking in de raadscommissie kiest het dagelijks bestuur voor een proefperiode van twee jaar. Deze periode gaat 15 april 2012 in. Na twee jaar worden de beleidsregels geëvalueerd;

Ad. e. Bij de plaatsing van de banieren moet het Programma van Eisen Kwaliteit Monumenten in acht worden genomen. Dit houdt onder andere in dat niet banieren niet in natuursteen bevestigd mogen worden. De commissie voor Welstand en Monumenten zal hier bij de beoordeling van de aanvraag op toezien;

Ad. f. Als het om de vormgeving gaat mogen de musea - in onderling overleg - de kleur van het banier bepalen. Het stadsdeel zal het Overleg Amsterdamse Musea (OAM) er op attenderen dat de Erfvereniging Heemschut, de Vereniging Vrienden van de Amsterdamse Binnenstad en de Werkgroep Buitenreclame hebben aangeboden het OAM te willen adviseren over de vormgeving;

Ad. g. Het dagelijks bestuur heeft naar aanleiding van de bespreking in de raadscommissie de voorwaarde van lidmaatschap van de Nederlandse Museum Vereniging (NMV) laten vervallen en hier voor in de plaats als voorwaarde gesteld dat instellingen die voldoen aan de internationale museumdefinitie, opgesteld door de International Council of Museums in aanmerking komen voor banieren. Deze definitie biedt voldoende juridisch draagvlak.

In haar reactie wijst H. Ignatius op de ontsierende uitstraling van banieren en op de toenemende druk van bezoekers aan de binnenstad. Met de beleidsregels wil het dagelijks bestuur tegemoet komen aan de wens van musea om de zichtbaarheid van grotere afstand te verbeteren. Door daar tegelijkertijd criteria aan te verbinden wil het dagelijks bestuur de kwalitatieve uitstraling daarvan waarborgen.

Vink Veldman & Swier hebben een reactie gestuurd namens hun cliënte, de heer Donkers van het hasj-marihuana en hennepmuseum. Deze is van mening dat het feit dat zij geen lid is van de NVM geen beletsel mag zijn om banieren te behouden.

Het dagelijks bestuur heeft naar aanleding van de bespreking in de raadscommissie het criterium van lid van de NVM laten vervallen en hiervoor in de plaats de voorwaarde gesteld dat instellingen moeten voldoen aan de internationale museumdefinitie, opgesteld door de International Council of Museums, om in aanmerking te komen voor banieren.

6. Vergunning en Handhaving

Bij de vergunningaanvraag voor (een) banier(en) wordt getoetst of het museum voldoet aan de hierboven genoemde internationale museumdefinitie. Bij gerede twijfel wordt de aanvrager verzocht stukken (zoals jaarverslagen) aan te leveren en zo aan te tonen dat het museum niet een commerciële op winst gerichte organisatie is.

De nieuwe regels worden opgenomen in de welstandsnota als bijlage bij de regels voor gevelreclame en volgens dezelfde systematiek gehandhaafd. Er is geen extra capaciteit Handhaving nodig.

Vanuit een duidigheid voor de handhaving is gekozen voor één vaste ingangsdatum van de proefperiode van twee jaar. De proefperiode gaat 15 april 2012 in.


Noot
1[Toelichting: Panden met vier vensterassen zijn buiten beschouwing gelaten. Het Rembrandthuis is vier vensterassen breed, maar hier is de nieuwe aanbouw geschikt als drager van een (enkele) banier. Twee samengevoegde smalle panden mogen één banier hebben.]