Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Gemeente Slochteren

Beleidsplan schuldhulpverlening gemeente Slochteren 2012-2015

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OverheidsorganisatieGemeente Slochteren
Officiële naam regelingBeleidsplan schuldhulpverlening gemeente Slochteren 2012-2015
CiteertitelOnbekend
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpmaatschappelijke zorg en welzijn
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Wet gemeentelijke schuldhulpverlening, art. 2

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerking-

treding

Terugwerkende

kracht tot en met

Datum uitwerking-

treding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

08-11-201201-01-2014nieuwe regeling

01-11-2012

't Bokkeblad, 14-11-2012

2012/4076

Tekst van de regeling

Intitulé

Beleidsplan schuldhulpverlening gemeente Slochteren 2012-2015

De raad van de gemeente Slochteren;

overwegende dat een beleidsplan dient te worden vastgesteld ten aanzien van integrale schuldhulpverlening;

gelet op artikel 2 van de Wet gemeentelijke schuldhulpverlening;

besluit:

vast te stellen het volgende

Beleidsplan schuldhulpverlening gemeente Slochteren 2012-2015

1. Inleiding

Schuldhulpverlening is een belangrijk onderdeel van het gemeentelijk armoedebeleid. De vraag naar schuldhulpverlening blijft toenemen, terwijl gemeenten de komende jaren te maken krijgen met krimpende budgetten. Op 1 juli 2012 is de Wet gemeentelijke schuldhulpverlening (Wgs) in werking getreden. Deze kaderwet verplicht gemeenten tot het organiseren van schuldhulpverlening voor haar burgers. De gemeenteraad dient een plan over integrale schuldhulpverlening vast te stellen. Door de invoering van deze wet worden besluiten in het kader van schuldhulpverlening vatbaar voor bezwaar en beroep.

2. Doel en opbouw beleidsplan

Dit plan geeft vorm en inhoud aan de zorgplicht en regierol van de gemeente ten aanzien van integrale schuldhulpverlening. Integrale schuldhulpverlening is het actief ondersteunen van een inwoner bij het vinden van een oplossing voor zijn financiële problemen, maar ook bij het vinden van een oplossing voor de eventuele oorzaken hiervan of voor omstandigheden die verhinderen dat de financiële problemen kunnen worden opgelost. Verslavingsproblematiek kan bijvoorbeeld verhinderen dat de klant zich in kan zetten voor een schuldhulpverleningstraject. Integrale schuldhulpverlening houdt daarnaast in dat zoveel mogelijk voorkomen wordt dat problematische schulden ontstaan (preventie) en terugkeren (nazorg). Bij het vinden van een oplossing voor de niet-financiële problemen werken gemeente en ketenpartners intensief samen.

Opbouw van het beleidsplan

In dit beleidsplan wordt ingegaan op de Wet gemeentelijke schuldhulpverlening (hoofdstuk 3), de ontwikkelingen (hoofdstuk 4), visie en beleidskader (hoofdstuk 5), doelgroep en uitsluitingen (hoofdstuk 6), de uitvoering van integrale schuldhulpverlening (hoofdstuk 7), de doelstellingen en resultaten (hoofdstuk 8), de kwaliteitsborging (hoofdstuk 9), de wacht- en doorlooptijden (hoofdstuk 10), de jaarlijkse verantwoording (hoofdstuk 11) en ten slotte de juridische gevolgen van de Wet gemeentelijke schuldhulpverlening (hoofdstuk 12).

3. Wet gemeentelijke schuldhulpverlening

De Wet gemeentelijke schuldhulpverlening (Wgs) is in werking getreden per 1 juli 2012. Als gevolg van deze wet krijgen gemeenten een wettelijke zorgplicht op het terrein van de integrale schuldhulpverlening. De wet schrijft voor dat de gemeenteraad een plan dient vast te stellen dat richting geeft aan de integrale schuldhulpverlening aan inwoners van haar gemeente. Het plan wordt voor een periode van ten hoogste vier jaren vastgesteld en kan tussentijds gewijzigd worden. Dit plan bevat de hoofdzaken van het huidige beleid en de in de gemeente geldende uitgangspunten betreffende integrale schuldhulpverlening en het voorkomen dat personen schulden aangaan die ze niet kunnen betalen. In het plan wordt opgenomen wat de te bereiken resultaten zijn, hoe de kwaliteit wordt geborgd en hoe schuldhulpverlening aan gezinnen met inwonende minderjarige kinderen wordt vormgegeven. Daarnaast kan het college beleidsregels formuleren over onder andere de toegang tot de integrale schuldhulpverlening.

4. Ontwikkelingen

De laatste jaren is onder invloed van het voortduren van de economische crisis sprake van een groeiende schuldenproblematiek onder burgers[1] . De vraag naar gemeentelijke schuldhulpverlening is sinds 2010 sterk toegenomen. Naast een grote toeloop van klanten met financiële problemen zien we dat schuldendossiers ingewikkelder worden en het gemiddeld schuldbedrag en het aantal schuldeisers per dossier blijven oplopen[2].

Dit maakt de uitvoering van schuldhulpverlening ingewikkeld en het is vaak moeilijk om de financiële situatie van klanten stabiel te krijgen[3]. Gevolg daarvan is dat trajecten langer kunnen duren. Tegelijkertijd zien we nieuwe groepen schuldenaren, zoals burgers met een (boven)modaal inkomen, eigen woningbezitters, jongeren, oud-studenten met enorme studieschulden, en (ex-)zelfstandigen[4].

5. Visie en beleidskader

Op 29 mei 2008 heeft de gemeenteraad de toekomstvisie voor de gemeente Slochteren vastgesteld. In deze visie wordt geschetst hoe de gemeente Slochteren er in 2020, de ‘stip aan de horizon’, uit moet zien. Maatschappelijke participatie is een kernwoord in de toekomstvisie: iedereen, ongeacht zijn[5] achtergrond, moet mee kunnen doen in de maatschappij. Het participatiebeleidsplan ‘Heft in eigen hand’, vastgesteld door de gemeenteraad op 9 november 2010, werkt de kaders van de toekomstvisie nader uit. Onze inwoners zijn in eerste instantie zelf verantwoordelijk voor de wijze waarop zij mee willen en kunnen doen. De gemeente is het vangnet voor degenen die op eigen kracht én met hulp van hun omgeving niet in staat zijn om mee te doen. Daarnaast zet de toekomstvisie in op preventie: voorkomen is beter dan genezen. Hier ligt een sterk verband met de schuldhulpverlening: door problematische schulden aan te pakken wordt een obstakel om maatschappelijk actief te zijn, weggenomen. Mensen met een laag inkomen en problematische schulden zijn daarom als prioritaire doelgroep bestempeld.

Eigen verantwoordelijkheid en samenredzaamheid

Burgers die in een (problematische) schuldsituatie terechtkomen zijn hiervoor primair zelf verantwoordelijk. Zij moeten bewust worden gemaakt van het eigen handelen en daarmee hun zelfredzaamheid vergroten. Wij gaan uit van de verantwoordelijkheid, kracht en creativiteit van de inwoners zelf. Bij problemen gaan we er vanuit dat burgers die zelf oplossen en waar nodig en mogelijk hun sociale netwerk daarbij betrekken. Wij sluiten hiermee aan bij de kanteling van de Wmo.

Gemeentelijke ondersteuning bij een (problematische) schuldsituatie is niet onvoorwaardelijk. Aan de schuldhulpverlening zijn verplichtingen verbonden en kunnen voorwaarden worden opgelegd. Op basis van de Wgs heeft de klant een wettelijke inlichtingen- en medewerkingsplicht.

Het slagen van een traject hangt voor een groot deel af van de motivatie, eigen inzet en vaardigheden van de klant. Van de klant verwachten we dat hij zich inspant financieel zelfredzaam te worden. Als naast financiële ook achterliggende (psychosociale) problematiek speelt, dan wordt van de klant verwacht dat hij zich ook inzet op dat terrein. Het niet voldoende nakomen van de in het kader van een schuldhulpverleningstraject opgelegde voorwaarden door de klant, kan aanleiding zijn voor de gemeente om de schuldhulpverlening te staken.

Niet alle burgers zijn in staat om de eigen verantwoordelijkheid volledig te nemen of beschikken over voldoende vaardigheden om financieel zelfredzaam te worden. Wanneer blijkt dat een klant hiertoe niet in staat is, wordt het traject daar zo mogelijk op aangepast.

Preventie

Het vroegtijdig signaleren van schuldenproblematiek kan grotere problemen op de langere termijn voorkomen of beperken. Preventie levert een bijdrage aan de visie op schuldhulpverlening door de (potentiële) klant aan te spreken op het eigen gedrag en de eigen verantwoordelijkheid. Waar de klant vaardigheden of kennis mist om financieel zelfredzaam te zijn, bieden de verschillende preventieactiviteiten de klant de mogelijkheid deze te vergroten.

De definitie van schuldpreventie die we hanteren luidt: schuldpreventie is een mix van maatregelen, activiteiten en voorzieningen die er op gericht is dat mensen financieel vaardig worden en zich zo gedragen dat zij hun financiën op orde houden. Hiermee voorkomen we dat mensen ooit in de financiële problemen raken, sporen we vroegtijdig financiële problemen bij risicogroepen op, pakken we deze aan en voorkomen we recidive.

In Slochteren wordt de nadruk gelegd op het vroegtijdig herkennen van schuldenproblematiek. Het zorgnetwerk speelt hier een grote rol in. Ten tweede werkt het spreekuur van de Groningse Kredietbank (GKB) in het gemeentehuis van Slochteren drempelverlagend. Klanten hoeven niet naar Groningen voor de meeste diensten van de GKB. Ten slotte wordt via ’t Bokkeblad, de gemeentelijke website en via informatiebijeenkomsten voorlichting gegeven over de dienstverlening op het gebied van schuldhulpverlening.

Het is van groot belang dat jongeren leren op een verantwoorde manier om te gaan met geld zodat problemen op latere leeftijd kunnen worden voorkomen. In het jeugdbeleidsplan zal aandacht worden besteedt aan preventieactiviteiten voor de jeugd.

Nazorg

Enige tijd na de beëindiging van de dienstverlening, waarbij het schuldhulpverleningsproces positief is afgesloten, wordt de klant benaderd om te informeren hoe het (financieel) met hem gaat. Als er opnieuw problemen zijn of dreigen te ontstaan krijgt de klant de gelegenheid advies te vragen. Bekeken wordt of het noodzakelijk is dat (een vorm van) dienstverlening wordt hervat of dat het sociale netwerk of een ketenpartner kan worden ingezet.

Betaald werk is beste manier van armoedebestrijding

Het hebben van werk is en blijft de beste manier van armoedebestrijding. Tegelijkertijd realiseren wij ons dat betaald werk niet voor iedereen is weggelegd. Werk is niet voor iedereen een passend antwoord in het geval van armoedeproblematiek. Maar als activering naar werk niet tot de mogelijkheden behoort, kan maatschappelijke activering, bijvoorbeeld het doen van vrijwilligerswerk, nog steeds een antwoord zijn in de strijd tegen armoede.

Maatwerk en vraaggerichte dienstverlening

Schuldhulpverlening is maatwerk, vraaggericht en resultaatgericht. De klant is probleemeigenaar. De hulpvraag van de klant staat centraal bij het zoeken naar een oplossing van zijn financiële problemen. De dienstverlening wordt primair gericht op de situatie en de omstandigheden van de klant. Financiële rust en stabiliteit van de gezinshuishoudens staan voorop. Voor een structurele oplossing van de financiële problemen spelen naast financiële stabiliteit verder de regelbaarheid van de schulden, de houding en het gedrag van de klant, de mate van zelfredzaamheid van de klant en de (financiële) vaardigheden van de klant een grote rol. Er wordt gekeken welke dienstverlening het beste bijdraagt aan de participatie van de klant en aan het voorkomen van maatschappelijke kosten.[6]

De in te zetten producten kunnen variëren van informatie, advies, bemiddeling, cursus, preventie-activiteiten, crisisinterventie, doorverwijzing naar de maatschappelijke hulpverlening, budgetbeheer, schuldregeling, duurzame financiële dienstverlening en budgetcoaching tot een aanvraag tot toelating tot de wettelijke schuldsanering of beschermingsbewind. Door op basis van maatwerk de juiste producten in te zetten, zal uiteindelijk de slagingskans van een traject worden vergroot.

Integrale aanpak

Schuldenproblematiek wordt integraal benaderd. Voor veel schuldenaren geldt dat ze niet alleen financiële problemen hebben, maar ook andere, daarmee samenhangende problemen. Problemen die bijdragen aan het ontstaan van schulden en/of in andere gevallen juist door de financiële problemen zijn veroorzaakt.

Integrale schuldhulpverlening houdt in dat zoveel mogelijk voorkomen wordt dat (problematische) schulden ontstaan (preventie) en terugkeren (nazorg). Bij het vinden van een oplossing wordt samengewerkt met ketenpartners, met name degene die zijn vertegenwoordigd in het zorgnetwerk. Daarnaast betekent integrale schuldhulpverlening het actief ondersteunen van een inwoner bij het vinden van een oplossing voor zijn financiële problemen, maar ook bij het vinden van een oplossing voor de eventuele oorzaken hiervan of bij het wegnemen van omstandigheden die verhinderen dat de financiële problemen kunnen worden opgelost. Bij het vaststellen van de hulpvraag is er aandacht voor het signaleren van eventuele (achterliggende) problemen en vinden zonodig gerichte doorverwijzingen plaats naar de maatschappelijke hulpverlening. Met een goede inhoudelijke afstemming van schuldhulp en hulpverlening op andere terreinen wordt de basis gelegd voor een duurzame oplossing van schuldenproblematiek.

Rust en zekerheid als basis

Het activeren van mensen en het bevorderen van de zelfredzaamheid heeft alleen dan kans van slagen als de zogenaamde levensbasis bij mensen op orde is. En daarmee bedoelen we dat er sprake moet zijn van rust en zekerheid op het gebied van wonen, de toelevering van energie, de betaling van de premie voor de ziektekostenverzekering en de afbetaling van schulden. Om deze reden is schuldhulpverlening van groot belang, naast minimaregelingen als het stimuleringsfonds, de langdurigheidstoeslag en de collectieve ziektekostenverzekering.

Speciale aandacht voor gezinnen met minderjarige kinderen

Voorkomen moet worden dat kinderen in gezinnen met een laag inkomen niet mee kunnen doen in de maatschappij. Het stimuleringsfonds voor de minima is de regeling bij uitstek die gezinnen met een laag inkomen in staat stelt om sociaal-cultureel actief te zijn.

De gemeente Slochteren werkt via de zorgnetwerken jeugd en volwassenen intensief samen met een breed scala aan hulpverleners. Ook Stichting Woningbouw Slochteren en de Groningse Kredietbank (GKB) spelen in dit netwerk een belangrijke rol. Binnen de zorgnetwerken is er extra aandacht voor multiproblematiek waar minderjarige kinderen bij betrokken zijn. Zo wordt er ingezet op het voorkomen van huisuitzettingen waar kinderen bij betrokken zijn.

6. Doelgroep en uitsluitingen

Nadruk op gezinnen met minderjarige kinderen

De toegang tot schuldhulpverlening staat in principe open voor iedere inwoner vanaf 18 jaar met (dreigende) financiële problemen.[7] Wij leggen nadruk op de hulpverlening aan de kwetsbare doelgroep van gezinnen met minderjarige kinderen.

Het is altijd onwenselijk dat een huisuitzetting of energieafsluiting plaatsvindt, maar de risico’s zijn in deze doelgroep groter. Aan deze doelgroep zal voorrang worden gegeven mochten er wachttijden voor schuldhulpverlening gaan ontstaan. Ook wordt deze doelgroep als risicogroep aangemerkt in het kader van de uitvoering van preventie en vroegsignalering.

Uitsluiten van schuldhulpverlening

Hoewel we een brede toegang tot schuldhulpverlening voorstaan, zijn er doelgroepen die uitgesloten worden van schuldhulpverlening. Het betreft groepen die op een andere wijze kunnen worden ondersteund of die reeds een schuldhulpverleningstraject hebben doorlopen zonder het gewenste resultaat.

·Zelfstandig ondernemers

Zelfstandig ondernemers die in financiële problemen dreigen te komen, kunnen een beroep doen op het Besluit bijstandverlening zelfstandigen 2004 (Bbz 2004). Klanten met zakelijke schulden waarvan de onderneming inmiddels is stopgezet en die zijn uitgeschreven bij de Kamer van Koophandel worden wel toegelaten tot schuldhulpverlening. Datzelfde geldt voor inwoners die bereid zijn hun bedrijf binnen drie maanden stop te zetten.

·Recidive

Het college kan inwoners de toegang tot schuldhulpverlening weigeren als er sprake is van recidive. Hiervan is sprake als een inwoner zich al eerder tot de gemeente heeft gewend voor minnelijke schuldhulpverlening en het hem te verwijten is dat dit geen (blijvende positieve) resultaten heeft opgeleverd. Slechts in uitzonderlijke situaties zal geen gebruik worden gemaakt van deze mogelijkheid.

·Fraude

Het college kan eveneens schuldhulpverlening weigeren indien de inwoner fraude heeft gepleegd die financiële benadeling van een bestuursorgaan tot gevolg heeft en de inwoner in verband daarmee onherroepelijk strafrechtelijk is veroordeeld of een onherroepelijke sanctie is opgelegd. Ook voor deze uitsluitingsgrond geldt dat er slechts in uitzonderlijke situaties geen gebruik van zal worden gemaakt.

Het college kan in beleidsregels nadere criteria omtrent uitsluiting vaststellen.

7. Uitvoering van integrale schuldhulpverlening

De Groningse Kredietbank (GKB) voert de schuldhulpverlening in de gemeente Slochteren uit. De GKB kan maatwerk leveren omdat hij een breed instrumentarium aan dienstverlening kan inzetten. Zie bijlage 2 voor een volledig overzicht van de producten die de GKB biedt. Sinds de invoering van het spreekuur in het gemeentehuis is de drempel voor het aanvragen van schuldhulpverlening verlaagd. De dienstverlening die de GKB biedt, sluit aan bij de visie van de gemeente Slochteren op de schuldhulpverlening. Hieronder wordt de werkwijze van de GKB beschreven.

Centraal meldpunt

De GKB functioneert binnen de gemeente als centraal meldpunt voor schuldhulpverlening en biedt diverse producten van schuldhulpverlening (van preventie tot en met nazorg). De GKB kent een inloopspreekuur. Iedere burger met financiële problemen kan hiervoor een afspraak maken via de contactpersoon van de GKB of via het publiekscentrum. Het aanmeldgesprek schuldhulpverlening vindt direct plaats. De GKB bedient een brede doelgroep, met uitzondering de groepen genoemd in hoofdstuk 6, en voert de dienstverlening laagdrempelig uit.

De GKB ondersteunt inwoners die in een schuldsituatie zijn geraakt of daarin dreigen te geraken, en bevordert hun zelfredzaamheid. De klant staat centraal bij de wijze waarop de GKB zijn producten aanbiedt en uitvoert. Daarbij wordt de klant aangesproken op zijn eigen verantwoordelijkheid. De GKB heeft een flexibele organisatie die voortdurend zoekt naar de optimale dienstverlening, waarbij gestreefd wordt naar de beste prijs-kwaliteitverhouding. Bij de integrale aanpak van schuldenproblematiek werkt de GKB nauw samen met ketenpartners, in het bijzonder met het maatschappelijk werk en de hulpinstellingen.

Front- en Backoffice

De GKB kent een Front- en een Backoffice. In de Frontoffice vindt de eerste opvang plaats van inwoners met financiële problemen. Indien langdurige trajecten van schuldhulpverlening nodig zijn volgt een uitgebreide intake. In de Backoffice worden deze trajecten verder uitgevoerd.

Aanmelding

Tijdens het aanmeldgesprek in de Frontoffice wordt de hulpvraag van de klant vastgesteld. De achterliggende problematiek wordt daarbij onderzocht. Ook vindt er een voorzieningencheck plaats en wordt bepaald of er sprake is van een crisissituatie (bijvoorbeeld een dreigende huisuitzetting of afsluiting van water en/of energie). Afhankelijk van de situatie en de hulpvraag bedient de GKB de klant vervolgens met gerichte informatie, een advies, een bemiddeling, deelname aan een cursus of een crisisinterventie. Burgers met achterliggende (psychosociale) problematiek worden voor zover nodig gericht doorverwezen naar het maatschappelijk werk en/of andere hulpverlening.

Intake

Indien de klant wordt geïndiceerd voor een langdurig schuldhulpverleningstraject volgt de intake. In de intakefase is er met name aandacht voor het inventariseren en analyseren van de situatie. De inkomsten en uitgaven dienen in evenwicht te worden gebracht, waarbij wordt gekeken of de (reguliere) inkomensvoorzieningen worden benut en of er onterechte incassomaatregelen worden toegepast. Een eerste voorwaarde om voor een klant iets te kunnen betekenen is dat er tussen inkomsten en uitgaven een dusdanige balans is dat de vaste lasten (huur, energie, water en zorgpremie) in ieder geval betaald kunnen worden.

Voor de uitvoering van langdurige trajecten wordt de klant doorgeleid naar de Backoffice. Het aanbod kan zijn een schuldregeling, budgetbeheer (duurzame financiële dienstverlening), budgetcoaching, een cursus, een aanvraag voor toelating tot de Wet schuldsanering natuurlijke personen (WSNP) of beschermingsbewind dan wel een combinatie van producten.

Plan van aanpak

Het aanbod dat aan de klant wordt gedaan wordt weergegeven in een plan van aanpak. Het product dat wordt aangeboden sluit zoveel mogelijk aan bij de situatie en de hulpvraag van de klant. Bij het bepalen van het hulpaanbod en het opstellen van het plan van aanpak wordt aandacht besteed aan de persoonlijke omstandigheden van de klant, met name zijn financiële zelfredzaamheid. Met een duidelijk plan van aanpak weten klanten waar ze aan toe zijn, wat er van hen wordt verwacht en wat ze van de GKB mogen verwachten.

In de aanpak van schuldenproblematiek werkt de GKB integraal, door in zijn dienstverlening aan de klant nauw samen te werken met ketenpartners, in het bijzonder met het maatschappelijk werk, de andere hulpinstellingen en vrijwilligersorganisaties zoals Humanitas. Iedere organisatie heeft zijn eigen rol en expertise.

Gezinnen met inwonende minderjarige kinderen

Zoals elke inwoner kunnen ook ouders met inwonende minderjarige kinderen zich melden voor schuldhulp. Gelet op de kwetsbare positie waarin zij zich bevinden zal in het aanmeldgesprek extra aandacht worden besteed aan achterliggende problematiek. Zo zal onder meer worden bekeken of de (inkomens)voorzieningen op orde zijn en of gebruik gemaakt kan worden van specifieke voorzieningen voor kinderen die hun participatie bevorderen, zoals het stimuleringsfonds voor de minima. Bij het opstellen van het plan van aanpak wordt aandacht besteed aan de specifieke omstandigheden van het gezin. Wanneer dit nodig blijkt wordt het gezin gericht verwezen naar het maatschappelijk werk en/of andere (jeugd)hulpverlening. Gezinnen met kinderen zullen met voorrang worden geholpen mochten er wachttijden gaan ontstaan.

Crediteuren

Voor stabilisatie van financiële situaties en het slagen van schuldregelingen is de medewerking van crediteuren noodzakelijk. De schuldhulpverlener fungeert als intermediair tussen de klant en zijn crediteuren. Ten behoeve van een efficiënte uitvoering van schuldhulptrajecten kiest de GKB voor een actieve benadering van crediteuren en worden zo mogelijk samenwerkingsafspraken gemaakt en vastgelegd in convenanten.

De uitvoering van de schuldhulpverlening vindt plaats volgens de modules van de Schuldhulpverlening nieuwe stijl van de NVVK (Vereniging voor schuldhulpverlening en sociaal bankieren). In bijlage 2, de productenlijst, staan nadere beschrijvingen van de door de GKB te leveren producten.

Sociale kredietverlening

De GKB verstrekt op sociaal-maatschappelijk verantwoorde wijze persoonlijke leningen aan inwoners die veelal een minimuminkomen hebben of een beschadigd kredietverleden en daardoor niet of moeilijk terechtkunnen voor kredietverlening bij commerciële banken. De sociale kredietverlening vindt plaats conform de regels van de Wet Financiering decentrale overheden (Fido). Een lening bij de GKB is een voorliggende voorziening[8] voor de Wet werk en bijstand (WWB) en biedt aan inwoners de mogelijkheid om gebruik te maken van een preventief gericht goed alternatief voor de commerciële kredietverlening. Sociale kredietverlening geschiedt op privaatrechtelijke basis en valt niet onder de werking van de Wgs.

8. Doelstellingen en resultaten

Integrale schuldhulpverlening beoogt het vergroten van de duurzame (financiële en sociale) zelfredzaamheid en participatie van de burgers en, indien dit niet mogelijk is, adequate hulp te bieden om maatschappelijke uitval te voorkomen. Hieruit vloeien een viertal doelstellingen voort die hieronder nader worden besproken.

8.1 Doelstellingen

De doelstellingen die de gemeente met integrale schuldhulpverlening nastreeft zijn:

  • ·

    voorkomen van schulden (voorkomen van recidive);

  • ·

    duurzame financiële stabiliteit;

  • ·

    oplossen van schulden;

  • ·

    bevorderen van financiële zelfredzaamheid en participatie.

8.1.1 Voorkomen van schulden (voorkomen van recidive)

Het doel van preventie en nazorg is het komen tot het vergroten van de bewustwording bij inwoners ten aanzien van hun financiële mogelijkheden. We willen voorkomen dat zij (opnieuw) financiële verplichtingen aangaan die niet betaald kunnen worden. Aandacht voor preventie en nazorg verkleint de kans dat grotere of nieuwe schulden en daarmee samenhangende maatschappelijke problemen (opnieuw) ontstaan. Ingeval de klant vaardigheden of kennis mist om financieel zelfredzaam te zijn, bieden we de klant de mogelijkheid deze te vergaren.

8.1.2 Duurzame financiële stabiliteit

Het creëren van financiële stabiliteit en rust voorkomt dat schulden (verder) escaleren en voorkomt het ontstaan van crisissituaties. De producten die kunnen worden ingezet om deze doelstelling te bereiken zijn onder andere: flankerende hulp door bijvoorbeeld maatschappelijk werk, budgetbeheer (duurzame financiële dienstverlening), een cursus, budgetcoaching en beschermingsbewind.

8.1.3 Oplossen van schulden

Indien mogelijk willen we de klant een schuldenvrije toekomst geven. Hiervoor kunnen we de producten schuldbemiddeling of het saneringskrediet inzetten. In die gevallen moet het vinden van een oplossing voor schulden bewerkstelligd worden binnen een termijn van maximaal 36 maanden. De looptijd van een traject kan op grond van bijzondere omstandigheden worden verlengd.

8.1.4 Bevorderen van financiële zelfredzaamheid en participatie

Het inzetten op preventie, duurzame financiële stabiliteit en het oplossen van schulden bevordert de financiële zelfredzaamheid van de burger. Het bevorderen van de financiële zelfredzaamheid van de klant en de aanpak van daarmee samenhangende psychosociale problemen, vereenvoudigt de (maatschappelijke) participatie van de klant.

Integrale schuldhulpverlening is verweven met meerdere beleidsterreinen. Door effectieve schuldhulpverlening wordt het succes op andere beleidsterreinen vergroot. Te denken valt aan armoedebestrijding, re-integratie, onderwijs, welzijn en zorg. Investering in integrale schuldhulpverlening voorkomt hoge maatschappelijke kosten zoals de kosten van een huisuitzetting, herhuisvesting, maatschappelijke opvang en onnodige (bijstands)uitkeringen.[9

]

8.2 Resultaten

Eén van de beoogde doelen van de Wet gemeentelijke schuldhulpverlening is de effectiviteit van de schuldhulpverlening te vergroten. Om te kunnen sturen op effectiviteit moet er in de eerste plaats inzicht zijn in de variabelen die de effectiviteit bepalen.

Dit zijn er grofweg vier: sociaal-demografische factoren, kenmerken van de schuldenaren, kenmerken van de crediteuren en de opzet en uitvoering van de schuldhulpverlening.

Onderstaande figuur bevat een weergave van deze variabelen.[10]

Figuur 1: factoren die de effectiviteit van de schuldhulpverlening (SHV) beïnvloeden

Figuur 1

We meten de effectiviteit door na te gaan wat de resultaten zijn die de GKB met de aangeboden schuldhulpverlening behaalt. De GKB kan directe invloed uitoefenen op de onderste variabele uit de figuur (de kwaliteit en samenwerking van de schuldhulpverlening). Daarnaast kan indirect invloed worden uitgeoefend op de opstelling van de klant door deze aan te spreken op eigen verantwoordelijkheid en de eigen kracht van zijn netwerk, en crediteuren door werkafspraken en zo mogelijk convenanten af te sluiten. De resultaten zijn overigens niet alleen afhankelijk van het functioneren van de GKB, maar ook van externe factoren als de aard van de schuldproblematiek die zich aandient, de opstelling van schuldenaren en crediteuren en het aantal en de kwaliteit van de verwijzingen van intermediairs. Door ook gegevens bij te houden die betrekking hebben op het gedrag of de mogelijkheden van schuldenaren en crediteuren, doen we recht aan de afhankelijkheidsrelatie waarin de GKB opereert.

Gegevens die de GKB onder meer structureel verzamelt om te sturen op effectiviteit zijn:

  • ·

    wachttijden;

  • ·

    instroom;

  • ·

    ingezette producten;

  • ·

    doorlooptijd schuldregeling;

  • ·

    geslaagde minnelijke schuldregelingen;

  • ·

    uitstroom;

  • ·

    recidive;

  • ·

    financieel: realisatie ten opzichte van begroting.

Zodoende kan op klantniveau en geaggregeerd niveau worden beschikt over actuele gegevens over de status en duur van de schuldhulpverlening. De periodieke beoordeling van de geregistreerde gegevens moet leiden tot het nemen van besluiten en maatregelen voor verbetering van het schuldhulpverleningsproces. Ten behoeve van betere managementinformatie zal de GKB zijn automatiseringssysteem aanpassen.

9. Kwaliteitsborging

De kwaliteit van de schuldhulpverlening moet volgens de Wgs gewaarborgd worden. Het is essentieel dat inwoners en crediteuren vertrouwen hebben in de wijze waarop de gemeentelijke schuldhulpverlening wordt uitgevoerd en dat recht gedaan wordt aan hun belangen. Het werken volgens standaardafspraken levert een belangrijke bijdrage aan het vertrouwen van crediteuren in de gemeentelijke schuldhulpverlening. Het belang van klanten vraagt echter in een aantal gevallen om gestandaardiseerd maatwerk. Hieronder wordt beschreven hoe de GKB de kwaliteit van de schuldhulpverlening borgt.

NVVK

De GKB is lid van de NVVK, de brancheorganisatie voor schuldhulpverlening en werkt volgens de modules van de Schuldhulpverlening nieuwe stijl zoals die landelijk zijn vastgesteld. Een deel van deze werkwijzen is vastgelegd in gedragscodes waaraan de kredietbank gebonden is. Het betreft de volgende gedragscodes:

  • ·

    gedragscode schuldregeling;

  • ·

    gedragscode budgetbeheer;

  • ·

    gedragscode sociaal bankieren.

NEN-certificering

De GKB is sinds 1 juni 2012 een gecertificeerde organisatie. De NEN 8048-certificering biedt klanten, schuldeisers en hulpverleningsinstellingen zekerheid over de kwaliteit van het schuldhulpverleningsproces en staat garant voor transparantie en professionaliteit.

BPBI

De GKB is lid van de Branchevereniging voor Professionele Bewindvoerders en Inkomensbeheerders (BPBI). Om lid te mogen blijven moet worden voldaan aan de eisen van de jaarlijkse kwaliteitsaudit. Beschermingsbewind valt niet onder de Wgs, maar onder het toezicht van de Rechtbank.

Raad voor Rechtsbijstand

De GKB voert de wettelijke schuldsanering natuurlijke personen (WSNP) uit. De Raad voor Rechtsbijstand laat de Groningse Kredietbank ten aanzien van de kwaliteit jaarlijks onderwerpen aan een audit. De uitvoering van WSNP valt niet onder de Wgs, maar onder toezicht van de Rechtbank.

Klachtenprocedure

Klachten van klanten uit de gemeente Slochteren over medewerkers van de GKB worden afgehandeld door de gemeente Groningen. Op de klachtenbehandeling is het protocol klachten van de gemeente Groningen van toepassing.

Interne kwaliteitsbewaking

Binnen de GKB vindt een permanente kwaliteitsbewaking plaats van de uitvoering van schuldhulpverlening. De werkprocessen worden voortdurend onder de loep genomen, waar mogelijk aangescherpt en overbodige processtappen worden geëlimineerd. De doorlooptijden worden zo inzichtelijk mogelijk gemaakt en waar het kan verkort.

10. Wacht- en doorlooptijden

In de Wgs is opgenomen dat indien een persoon zich tot de gemeente wendt voor integrale schuldhulpverlening, binnen vier weken het eerste gesprek dient plaats te vinden waarin de hulpvraag wordt vastgesteld. Voor crisissituaties dient het gesprek binnen drie werkdagen plaats te vinden.

Dit betekent dat de gemeente zich bij de indiening van de aanvraag direct een beeld moet vormen of er mogelijk sprake is van een bedreigende situatie of mogelijk van een andere situatie die reden is om de dienstverlening met voorrang op te pakken, zoals het geval is bij gezinnen met minderjarige kinderen. De GKB voldoet ruimschoots aan deze normtijden.

11. Jaarlijkse verantwoording

De gemeenteraad wordt jaarlijks geïnformeerd over de resultaten van de schuldhulpverlening. Op basis van managementinformatie worden het bereiken van de doelstellingen, de behaalde resultaten en de kwaliteit gemeten en bewaakt. In de managementrapportage wordt in ieder geval de volgende informatie opgenomen: de wachttijden, de instroom, de uitstroom, de ingezette producten en de financiële consequenties van voorgaande gegevens. De GKB gaat het automatiseringssysteem zoveel mogelijk afstemmen op de informatiebehoeften. Indien de resultaten van de schuldhulpverlening daartoe aanleiding geven kan het plan worden bijgesteld.

12. Juridische gevolgen van de Wet gemeentelijke schuldhulpverlening

Met de invoering van de Wgs krijgt gemeentelijke schuldhulpverlening een wettelijke basis. De Wgs kent juridische gevolgen voor de praktijk.

Algemene wet bestuursrecht

De Algemene wet bestuursrecht (Awb) is van toepassing op de gemeentelijke schuldhulpverlening.

Beleidsregels schuldhulpverlening

Na inwerkingtreding van de Wgs kan het college beleidsregels inzake schuldhulpverlening opstellen die een nadere uitwerking vormen van het gestelde in dit Plan. In de beleidsregels kan worden opgenomen wie toegang krijgt tot de gemeentelijke schuldhulpverlening, onder welke voorwaarden, en welke verplichtingen gelden voor het verstrekken van inlichtingen en medewerking.

Aanvraag en besluit

De inwoner dient een schriftelijke aanvraag voor schuldhulpverlening in. Het college neemt het besluit op de aanvraag.

Het college zal het besluit door middel van een beschikking aan de inwoner bekend maken. Het besluit moet deugdelijk gemotiveerd worden en binnen acht weken worden genomen. Indien het besluit niet binnen acht weken is genomen, is de Wet dwangsom en beroep bij niet tijdig beslissen van toepassing. Indien de aanvrager zijn aanvraag moet aanvullen met nadere gegevens en de aanvrager dit niet tijdig doet, kan de aanvraag conform de Awb buiten behandeling worden gesteld.

Bezwaar en beroep

De volgende besluiten zijn vatbaar voor bezwaar en beroep (geen limitatieve opsomming):

  • ·

    besluit tot het weigeren van schuldhulpverlening;

  • ·

    besluit tot het doen van een aanbod voor schuldhulpverlening;

  • ·

    besluit tot het intrekken van het aanbod dan wel het beëindigen van de regie over de schuldhulpverlening;

  • ·

    besluit tot het wijzigen van het aanbod of het nader invullen daarvan.

Als er een aanbod gedaan wordt en belanghebbende is het niet eens met de inhoud daarvan, kan ook een bezwaarschrift worden ingediend.

Inlichtingen- en medewerkingsplicht

Bij honorering van een aanvraag tot schuldhulpverlening wordt aan de klant een passend aanbod gedaan in de vorm van een traject (plan van aanpak). Dit aanbod is niet vrijblijvend; van de klant wordt een actieve deelname verwacht aan het traject. De klant heeft een inlichtingen- en een medewerkingsplicht. Komt de klant die verplichtingen niet na dan kan het traject worden stopgezet.

Bijlagen 1 en 2 maken integraal onderdeel uit van dit beleidsplan.

Dit beleidsplan treedt in werking per 8 november 2012.

Voetnoten

[1] Volgens het Nationaal Instituut voor Budgetvoorlichting (Nibud) loopt ruim 30% van de burgers achter met betalingen en 70% heeft meerdere soorten schulden. Het Nibud vindt het toenemend aantal leningen bij huishoudens verontrustend (onderzoek Geldzaken in de Praktijk, 2012).

[2] Uit landelijke cijfers opgenomen in het jaarverslag 2011 van de Vereniging voor schuldhulpverlening en sociaal bankieren (NVVK) blijkt dat de gemiddelde hoogte van het schuldbedrag per dossier € 30.742,00 bedraagt, terwijl er gemiddeld zestien aparte schuldeisers per dossier aanwezig zijn.

[3] Schuldsituaties worden instabieler omdat steeds meer schuldeisers (zorgverzekeraars, verhuurders en de fiscus) eigen incassobevoegdheden hebben gekregen. Uit het onderzoek van o.a. de Koninklijke Beroepsorganisatie van Gerechtsdeurwaarders (KBvG), ‘Paritas Passé’, debiteuren en crediteuren in de knel door ongelijke incassobevoegdheden, uit 2012 blijkt dat steeds meer huishoudens daardoor onder het bestaansminimum terechtkomen.

[4] Uit cijfers van de Groningse Kredietbank uit 2011 blijkt dat ongeveer tweederde van de klanten een minimuminkomen heeft.[1] Waar ‘zijn’, ‘hem’ of ‘hij’ staat, kan ook ‘haar’ of ‘zij’ worden gelezen.

[5] Gemiddeld genomen levert een euro inzet aan schuldhulpverlening een besparing van twee euro op andere   terreinen op. Uit Schuldhulpverlening loont! Hogeschool Utrecht/Regioplan 2011.

[6] Natuurlijke personen vanaf 18 jaar. Preventieactiviteiten kunnen ook worden ingezet ten bate van doelgroepen onder de 18 jaar.

[7] Een voorliggende voorziening is in de Wet werk en bijstand een voorziening (regeling) waar een klant daadwerkelijk een beroep op kan doen en, gezien haar aard en doel, wordt geacht voor de klant toereikend en passend te zijn, zodat een beroep op (bijzondere) bijstand niet mogelijk is. Met andere woorden: als gebruik kan worden gemaakt van een voorliggende voorziening (zoals een lening van de Groningse Kredietbank), is verstrekking van (bijzondere) bijstand niet mogelijk.

[8] De belangrijkste conclusie van het onderzoek Schuldhulpverlening loont! luidt dat de baten van schuldhulpverlening ruim twee keer zo hoog zijn als de bedragen die de betreffende gemeenten daar aan uitgeven. De te voorkomen kosten voor uitkeringen (WW en WWB) en wonen (huisuitzettingen en maatschappelijke opvang) zijn het hoogst.

[9] Figuur is ontleend aan Plan gemeentelijke schuldhulpverlening Gemeente Breda 2012-2015 en Beleidsplan Integrale schuldhulpverlening 2012-2015 Volkskredietbank Noord Oost Groningen.

Ondertekening

Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van de raad van de gemeente Slochteren op 1 november 2012.

Burgemeester G.J. ten Brink Griffier S. van der Veen

Bijlage 1: begrippenlijst

Crisissituatie

Een bedreigende situatie zoals bedoeld in artikel 4, tweede lid, van de Wet gemeentelijke schuldhulpverlening. Onder een bedreigende situatie wordt verstaan gedwongen woningontruiming, beëindiging van de levering van gas, elektra of water of opzegging dan wel ontbinding van de zorgverzekering.

 

Schuldhulpverlening

Het ondersteunen bij het vinden van een adequate oplossing gericht op de aflossing van schulden indien redelijkerwijs is te voorzien dat een natuurlijke persoon niet zal kunnen voortgaan met het betalen van zijn schulden of indien hij in de toestand verkeert dat hij heeft opgehouden te betalen, alsmede de nazorg (definitie Wgs).

 

Integrale schuldhulpverlening

Het actief ondersteunen van een inwoner bij het vinden van een oplossing voor zijn financiële problemen, maar ook bij het vinden van een oplossing voor de eventuele oorzaken hiervan of voor omstandigheden die verhinderen dat de financiële problemen kunnen worden opgelost. Integrale schuldhulpverlening houdt daarnaast in dat zoveel mogelijk voorkomen wordt dat problematische schulden ontstaan (preventie) en terugkeren (nazorg). Bij het vinden van een oplossing voor de niet-financiële problemen werken gemeente en ketenpartners intensief samen.

 

Maatwerk

Het afstemmen van de integrale schuldhulpverlening op de situatie van een specifieke inwoner.

 

Problematische schuldsituatie

De situatie waarin ten aanzien van een natuurlijk persoon redelijkerwijs is te voorzien dat hij niet zal kunnen voortgaan met het betalen van zijn schulden of waarin hij heeft opgehouden te betalen op basis van criteria zoals genoemd in de Gedragscode Schuldregeling van de NVVK.

 

Bijlage 2: productenlijst

Beschermingsbewind

Het beschermen van meerderjarigen, die als gevolg van hun lichamelijke en/of geestelijke toestand niet in staat zijn hun financiële zaken te behartigen. De Rechtbank kan bij het ontbreken van een geschikte persoon uit de directe familie of omgeving een onafhankelijke instelling (zoals de Groningse Kredietbank) benoemen tot bewindvoerder. De uitvoering van de bewindvoering staat onder rechtelijk toezicht.

 

Budgetcoaching

Het stimuleren, motiveren en ondersteunen van een natuurlijk persoon teneinde te komen tot een verantwoord financieel beheer en het aanreiken van vaardigheden.

 

Budgetbeheer

Het geheel van activiteiten in het kader van het beheren van het inkomen van een natuurlijk persoon door het openen van een rekening bij de Groningse Kredietbank en het overeenkomstig het vastgestelde budgetplan verrichten van betalingen.

 

Duurzame financiële dienstverlening (DFD)

Het in evenwicht houden van inkomsten en uitgaven van de klant, waarbij is vastgesteld dat het bestaande schuldprobleem (nog) niet duurzaam opgelost kan worden. DFD is er op gericht om de maatschappelijke positie van de klant niet verder te laten verslechteren. De schuldhulpverlener draagt hieraan bij door te zorgen voor een stabiele financiële basis.

 

Saneringskrediet

Een krediet dat door de Groningse Kredietbank op basis van de Gedragscode Schuldregeling van de NVVK wordt verstrekt, teneinde de schulden van de kredietnemer integraal of tegen finale kwijting te voldoen.

 

Producten schuldhulpverlening Groningse Kredietbank

Informatie, advies, bemiddeling, cursus, crisisinterventie, doorverwijzing naar andere hulpverlening, budgetbeheer, duurzame financiële dienstverlening, budgetcoaching, aanvraag voor toelating tot de Wet schuldsanering natuurlijke personen (WSNP), beschermingsbewind en preventie.

 

Schuldpreventie

Een mix van maatregelen, activiteiten en voorzieningen die er op gericht is dat mensen financieel vaardig worden en zich zo gedragen dat zij hun financiën op orde houden.

 

Schuldregeling

Bij een schuldregeling bemiddelt de Groningse Kredietbank tussen de schuldenaar en zijn schuldeisers om een minnelijke regeling van de totale schuldenlast te bewerkstelligen. Een minnelijke regeling kan uitmonden in een schuldbemiddeling of een saneringskrediet.

 

Sociaal krediet

Een krediet dat door de Groningse Kredietbank, anders dan in de vorm van een saneringskrediet, in overeenstemming met de Wet financiering decentrale overheden aan de kredietnemer ter beschikking wordt gesteld.

 

Stabilisatietraject

Het traject van maximaal vier maanden dat voorafgaat aan de keuze tussen één van de vier manieren om schulden te regelen: herfinanciering, betalingsregeling (100% terugbetaling van de schulden), saneringskrediet of schuldbemiddeling.

 

Wet schuldsanering natuurlijke personen (WSNP)

Het wettelijke traject dat volgt op het zogenoemde minnelijke traject (vrijwillige schuldregeling). De wet biedt de mogelijkheid voor schuldenaren om op termijn (doorgaans drie jaar) een “schone lei” te verkrijgen en fungeert als “stok achter de deur” voor schuldeisers. In de WSNP is bepaald dat de gemeente verantwoordelijk is voor het afgeven van een zogenaamde WSNP-verklaring (ex artikel 285 Faillissementswet). In deze verklaring wordt aangegeven welke inspanningen zijn verricht om een minnelijke schuldregeling te treffen. Indien een klant door de Rechtbank wordt toegelaten tot de WSNP wordt een bewindvoerder benoemd. De uitvoering van de bewindvoering staat onder rechterlijk toezicht.