Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Gemeente Schijndel

Telecommunicatieverordening Schijndel 2009

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OverheidsorganisatieGemeente Schijndel
Officiële naam regelingTelecommunicatieverordening Schijndel 2009
CiteertitelTelecommunicatieverordening Schijndel 2009
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpalgemeen
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Deze verordening vervangt de Telecommunicatieverordening gemeente Schijndel, zoals vastgesteld op 13 september 2001. Artikel 10 bevat een overgangsbepaling.

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Gemeentewet

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

Geen.

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerking-

treding

Terugwerkende

kracht tot en met

Datum uitwerking-

treding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

20-06-200904-05-2012nieuwe regeling

11-06-2009

Schijndels weekblad, 11-6-2009

08.016884

Tekst van de regeling

Intitulé

Telecommunicatieverordening Schijndel 2009

De gemeenteraad stelt de volgende regeling vast.

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

In deze verordening wordt verstaan onder:

a.wet:Telecommunicatiewet;
b.openbaar elektronisch communicatienetwerk:telecommunicatienetwerk als bedoeld in artikel 1.1, onder h, van de wet;
c.kabels:kabels als bedoeld in artikel 1.1, onder z, van de wet;
d.voorzieningen:ondergrondse ondersteuningswerken als bedoeld in artikel 5.15, van de wet, en kabels;
e.openbare gronden:openbare wegen en wateren als bedoeld in artikel 1.1, onder aa, van de wet;
f.aanbieder:aanbieder van een openbaar elektronisch communicatienetwerk als bedoeld in artikel 5.1,ceerste lid, van de wet;
g.werkzaamheden:werkzaamheden in verband met de aanleg, instandhouding en opruiming van kabels ten dienste van een openbaar elektronisch communicatienetwerk in of op openbare gronden;
h.gedoogplichtige:degene op wie een gedoogplicht rust als bedoeld in artikel 5.2, eerste lid, van de wet;
i.college:college van burgemeester en wethouders;
j.melding:melding als bedoeld in artikel 5.4, eerste lid, onder a, van de wet;
k.instemmingsbesluit:besluit van het college als bedoeld in artikel 5.4 eerste lid, onder b, van de wet
l.huisaansluiting:het gedeelte van een kabel van minder dan 5 m in openbare gronden dat een openbaar elektronisch communicatienetwerk verbindt met een netwerkaansluitpunt als bedoeld onder artikel 1.1, onder k, van de wet;
m.spoedeisende werkzaamheden:dringende reparatiewerkzaamheden aan bestaande kabels en leidingen waarvoor de openbare weg binnen twee werkdagen moet worden opgebroken, waardoor een melding zoals bedoeld in artikel 2, lid 5 niet haalbaar is;
o.werkzaamheden van niet ingrijpende aard:-het aanbrengen of verwijderen van kabels in reeds aangebrachte voorzieningen; -reparaties aan het openbare elektronische communi catienetwerk met een lengte van minder dan 5 m en niet vallend onder artikel 3 eerste lid; -het maken van huisaansluitingen met een maximale lengte van 10 m.
p.handboekdoor het college vastgestelde of nader vast te stellen regels betreffende ontwerp, aanleg, exploitatie, onderhoud en verwijdering van kabels en leidingen.

Artikel 2: Wijze van melding van voorgenomen werkzaamheden

  • 1. Een aanbieder die werkzaamheden wil verrichten, meldt dit voornemen ten minste acht weken voor de aanvang aan het college. Indien het college hiervoor een formulier heeft vastgesteld dient de aanvrager hiervan gebruik te maken.

  • 2. Een aanbieder die werkzaamheden wil verrichten, kan hierover vooroverleg voeren met het college teneinde de melding, bedoeld in het eerste lid van dit artikel voor te bereiden.

  • 3. Indien de werkzaamheden mede betrekking hebben op gronden van een andere gedoogplichtige dan de gemeente, wordt het college uiterlijk vier weken na ontvangst van de melding in het eerste lid schriftelijk in kennis gesteld van de resultaten van het overleg tussen de aanbieder en de andere gedoogplichtige.

  • 4. Voor het verrichten van werkzaamheden van niet ingrijpende aard kan de aanbieder volstaan met een melding aan het college minimaal twee dagen voorafgaande aan de werkzaamheden. Indien het college hiervoor een formulier heeft vastgesteld dient de aanvrager hiervan gebruik te maken.

Artikel 3 Ernstige belemmeringen en

  • 1.

    Ingeval van spoedeisende werkzaamheden ten gevolge van ernstige belemmering of storing van de communicatie in de zin van artikel 5.6, tweede lid, van de wet volstaat de aanbieder met een melding voorafgaand aan de start van de werkzaamheden. De aanbieder maakt achteraf zo spoedig mogelijk melding van de werkzaamheden. Indien het college hiervoor een formulier heeft vastgesteld dient de aanvrager hiervan gebruik te maken.

Artikel 4: Gegevensverstrekking

  • 1. Bij de melding als bedoeld in artikel 2, eerste lid, van deze verordening verstrekt de aanbieder in ieder geval de volgende gegevens:

    • a.

      naam, (e-mail)adres en telefoon- en faxnummer van degene die de kabel of het netwerk in eigendom heeft, beheert of exploiteert.

    • b.

      een opgave van het aantal kabels en/of buizen dat direct met kabels wordt gevuld of ingeblazen en een opgave van het aantal buizen dat leeg wordt aangebracht;

    • c.

      een opgave van belanghebbenden en instanties die vooraf in kennis worden gesteld van de voorgenomen datum van aanvang, beëindiging en de aard van de werkzaamheden;

      • d.

        een uitvoeringsplan met daarin opgenomen:

        1e een opgave van het gewenste tracé met daarbij duidelijke (digitale) tekeningen en daarop aangegeven wat de te verbinden locaties zijn;

        2e een opgave van de objecten die ten tijde van de werkzaamheden worden geplaatst, alsmede van de gewenste situering daarvan;

        3e een omschrijving van de opbrekingen van de verharding;

        4e de doorsnede van de kabel en indien van toepassing de kabelgoot;

        5e de opgave van ondergrondse (handholes en dergelijke) of bovengrondse kasten waarvoor geen bouwvergunning noodzakelijk is, alsmede de situering en afmetingen daarvan;

        6e naam, (e-mail)adres, telefoon- en faxnummer van de contactpersoon, aannemers of onderaannemers die belast zijn met de werkzaamheden en van een door hen aangewezen contactpersoon die ten tijde van de uitvoering van de werkzaamheden vierentwintig uur per dag bereikbaar is in verband met mogelijke calamiteiten;

        7e de maatregelen die de bereikbaarheid van de in de openbare grond aanwezige kabels en leidingen waarborgen;

        8e de bereikbaarheid van percelen en opstallen in de nabijheid van de uit te voeren werkzaamheden;

        9e alle overige van belang zijnde feiten en omstandigheden gelet op de in artikel 5.4 leden 2 en 3 van de wet genoemde belangen;

  • 2. Het college kan nadere regels stellen aan de gegevens die bij de melding worden verstrekt alsook over de wijze waarop deze gegevens worden verstrekt.

Artikel 5: Beslistermijn en aanhouding

  • 1. Een beslissing op een melding als bedoeld in artikel 2, eerste lid, van deze verordening wordt genomen uiterlijk acht weken na ontvangst van de melding. Indien een beschikking niet binnen acht weken kan worden gegeven, deelt het college dit aan de aanvrager mede en noemt het daarbij een redelijke termijn waarbinnen de beschikking wel tegemoet kan worden gezien.

  • 2. In afwijking van het bepaalde in het eerste lid van dit artikel houdt het college de beslissing aan, indien er in verband met werkzaamheden ten behoeve van het openbare elektronisch communicatienetwerk een vergunning als bedoeld in de Woningwet, de Wet milieubeheer of een kapvergunning is vereist.

Artikel 6: Voorschriften en beperkingen bij instemming

  • 1. Het instemmingsbesluit heeft een maximale werkingsduur van zes maanden. De werkzaamheden moeten zijn voltooid binnen zes maanden na aanvang van de werkzaamheden, tenzij in het instemmingsbesluit anders is bepaald.

  • 2. Het college kan nadere regels stellen omtrent het tijdstip, de plaats en de wijze van uitvoering bij aanleg, onderhoud, verplaatsing en opruiming van kabels, het bevorderen van medegebruik van voorzieningen en het afstemmen van de voorgenomen werkzaamheden met beheerders van overige in de grond aanwezige werken, alsook over de afmetingen van kasten, handholes en andere toebehoren, behorende bij een openbaar elektronisch communicatienetwerk.

  • 3. Indien binnen één jaar na groot onderhoud of herinrichting van de openbare gronden de aanbieder werkzaamheden moet uitvoeren, kan het college bijzondere voorwaarden stellen aan het herstel. De hiermee gepaard gaande kosten zijn voor rekening van de aanbieder.

  • 4. Aan herstel van bijzondere bestrating kan het college nadere voorwaarden stellen.

  • 5. De wijze van uitvoering bij aanleg, onderhoud,verplaatsing en opruiming van kabels en medegebruik van voorzieningen geschiedt conform de door het college gegeven beleidsregels (of Handboek).

Artikel 7: (Mede)gebruik van voorzieningen en vooroverleg

  • 1. Een aanbieder is verplicht om bij de aanleg van kabels in openbare gronden zoveel mogelijk (mede)gebruik te maken van bestaande, hetzij door andere aanbieders dan wel door of in opdracht van het college aangelegde voorzieningen.

  • 2. Het vooroverleg als bedoeld in artikel 2, tweede lid, dan wel een door het college geëntameerd overleg naar aanleiding van een melding als bedoeld in artikel 2, eerste lid, is er mede op gericht te bepalen of en zo ja langs welke delen van het tracé gebruik kan worden gemaakt van bestaande voorzieningen als bedoeld in het eerste lid.

  • 3. Indien de aanbieder een redelijk aanbod wordt gedaan om gebruik te maken van de vooraangelegde voorzieningen, zoals mantelbuizen, kabelgoten, of kabel- en leidingentunnels, is de aanbieder verplicht om voor de aanleg of uitbreiding van zijn netwerk van deze voorzieningen gebruik te maken.

  • 4. Indien de openbare gronden geen ruimte bieden voor de aanleg van nieuwe kabels, dient de aanbieder een alternatief tracé te kiezen, of aan andere aanbieders een billijk verzoek tot medegebruik van kabels te doen, op grond van artikel 5.12, van de wet.

Artikel 8: Melding wijziging voorzieningen

De aanbieder stelt het college onverwijld schriftelijk in kennis van het feit dat de eigendom, de exploitatie of het beheer van de kabel verandert of dat de kabel niet langer ten dienste staat van een openbaar elektronisch telecommunicatienetwerk in of op openbare gronden.

Artikel 9: Intrekking oude verordening

De Telecommunicatieverordening gemeente Schijndel d.d. 13 september 2001 wordt ingetrokken.

Artikel 10: Overgangsrecht

  • 1. De Telecommunicatieverordening d.d. 13 september 2001 blijft van kracht op meldingen waarop reeds krachtens diezelfde Verordening is beslist, maar waarvan de uitvoering op het moment van inwerkingtreding van deze verordening nog niet is gerealiseerd.

  • 2. Indien vóór het tijdstip van inwerkingtreding van deze verordening een melding is gedaan op grond van de Telecommunicatieverordening d.d. 13 september 2001, maar waarop nog niet is beslist, wordt daarop deze verordening toegepast.

Artikel 11: Inwerkingtreding

Deze verordening treedt in werking op 20 juni 2009.

Artikel 12: Citeerartikel

Deze verordening wordt aangehaald als: Telecommunicatieverordening Schijndel 2009.

Ondertekening

Aldus besloten door de raad in zijn openbare vergadering van

11 juni 2009,

de griffier, de voorzitter,

F.G.T.W. van Kessel- van Erp H.Th.H. Opsteegh

Toelichting Telecommunicatieverordening Schijndel 2009

Artikelsgewijze toelichting:

 

 

Artikel 1: Begripsomschrijvingen

De begripsomschrijvingen zijn voor zover nodig aan de nieuwe nummering van de Telecommunicatiewet aangepast.

 

Kanttekeningen:

 

  • Openbaar telecommunicatie elektronisch communicatienetwerk

 

De gedoogplicht van de gemeente geldt slechts voor openbare elektronische communicatienetwerken, in artikel 1.1 h van de Telecommunicatiewet gedefinieerd als een ‘elektronisch communicatienetwerk dat geheel of hoofdzakelijk wordt gebruikt om openbare elektronische communicatiediensten aan te bieden, waaronder mede begrepen een netwerk, bestemd voor het verspreiden van programma’s voor zover dit aan het publiek geschiedt.

 

  • Kabels en ondersteuningswerken

 

Onder kabels verstaat de Telecommunicatiewet het geheel van voorzieningen ten behoeve van een openbaar elektronisch communicatienetwerk, dus de ondersteuningswerken (buizen), maar ook de benodigde kasten en dergelijke.

 

In de begripsomschrijving zijn de voorzieningen apart genoemd.

Voorzieningen, niet in gebruik voor een openbaar elektronisch communicatienetwerk, vallen volgens artikel 5.15 van de wet ook onder de gedoogplicht met dien verstande dat de gedoogplicht eindigt, indien niet na 10 jaar de ondersteuningswerken deel zijn gaan uitmaken van een openbaar elektronisch communicatienetwerk (artikel 5.2, lid 8 van de wet).

 

  • Werkzaamheden van niet-ingrijpende aard

 

Met het apart definiëren van dergelijke werkzaamheden wordt gevolg gegeven aan artikel 5.4, lid 5, van de Telecommunicatiewet. Binnen de begripsbepaling zijn enige voorbeelden opgenomen van niet ingrijpende werkzaamheden. Het staat de gemeente vrij de omschrijving van werkzaamheden van niet ingrijpende aard zelf anders in te vullen. Het is immers een uitzondering op de standaard meldplicht van artikel 4 van de verordening en daarom een limitatieve opsomming.

 

Optionele uitbreiding begripsomschrijvingen:

 

Het verdient aanbeveling voor de gemeente de algemene regels voor de uitvoering van de werkzaamheden in de openbare ruimte algemene beleidsregels vast te stellen, bijvoorbeeld op te nemen in een handboek. In dit handboek staan dan de algemene regels, als de wegafzettingen tijdens de uitvoering, het informeren van omwonenden, technische voorschriften over het herstel van de straat etc. Het voordeel is dat deze voorschriften dan niet in iedere af te geven instemmingsbesluit behoeven te worden opgenomen. Verder kan het handboek betrekking hebben op alle kabels en leidingen in gemeentegrond, dus niet allen telecommunicatiekabels. In het algemeen zullen dergelijke voorschriften door het college worden vastgesteld, die daarvoor bijvoorbeeld een ambtenaar kan mandateren. Op deze wijze kan flexibel op de ontwikkelingen worden ingespeeld. Een gemeente kan er voor kiezen deze voorschriften door de raad te doen vaststellen.

 

 

Artikel 2: Wijze van melding van voorgenomen werkzaamheden

De algemene melding voor de uitvoering van werkzaamheden dient, in samenhang met artikel 5, lid 1, van de verordening, te geschieden acht weken voor de aanvang van de werkzaamheden.

 

In het tweede lid is uitdrukkelijk de mogelijkheid opgenomen om voor de melding overleg te voeren. In dit overleg kan onder meer aan de orde komen het mogelijk medegebruik van voorzieningen en het splitsen van de werkzaamheden bij omvangrijke projecten. Op deze wijze wordt bevorderd dat de termijn van acht weken ook werkelijk kan worden gehaald.

 

Het vierde lid geeft de mogelijkheid van een eenvoudige melding van twee dagen voor de aanvang van de werkzaamheden aan de hand van een nader vast te stellen formulier.

 

 

Artikel 3: Ernstige belemmeringen en storingen

In dit artikel wordt aan artikel 5.4, lid 4, sub f en artikel 5.6 van de Telecommunicatiewet voldaan. In dit geval kan worden volstaan aan een melding aan de burgemeester of een door hem of haar aan te stellen ambtenaar. Ernstige belemmeringen of storingen in de communicatie zijn niet nader omschreven, wel wordt in de toelichting op de wet als voorbeeld gegeven de situatie van een kabelbreuk. Het gemeentebestuur zal moeten beoordelen of een ernstige belemmering of storing in de communicatie voor één individuele aansluiting voldoende reden is om als spoedeisend te worden aangemerkt. Om onduidelijkheid te voorkomen is het raadzaam om deze overweging kenbaar te maken aan de in de gemeente opererende telecombedrijven.

 

Artikel 5.6, lid 5 van de Telecommunicatiewet geeft de mogelijkheid in de verordening gebieden aan te wijzen waar om redenen van veiligheid dit artikel niet van toepassing is. Hierbij is gedacht aan bijvoorbeeld industriegebieden met daarin liggende buisleiding voor transport van gevaarlijke stoffen. In dergelijke gebieden is het niet aanvaardbaar dat daar zonder toezicht van de gemeente wordt gegraven.

 

 

Artikel 4: Gegevensverstrekking

Dit artikel is een invulling van artikel 5.4, vierde lid van de Telecommunicatiewet.

 

 

Artikel 5: Beslistermijn en samenloop

Aansluitend op artikel 4:13 van de Algemene Wet Bestuursrecht dient het college uiterlijk acht weken na ontvangst van de melding de beslissing te nemen en indien dit niet mogelijk is een redelijke termijn te noemen waar binnen de beslissing tegemoet kan worden voorzien.

 

Het tweede lid regelt dat het college de beslissing aanhoudt indien er een andere vergunning van een al dan niet ander bestuursorgaan nodig is, zoals een vergunning op basis van de Woningwet (bouwvergunning) en/of Wet Milieubeheer. Deze vergunningen kunnen noodzakelijk zijn indien bijvoorbeeld “kasten” een dergelijke omvang hebben dat een bouwvergunning is vereist en/of een milieuvergunning nodig is vanwege het geluid van de ventilatieapparatuur in de kast. Ook kunnen vergunningen noodzakelijk zijn op grond van een plaatselijke verordening bijvoorbeeld een kapvergunning. Artikel 5.5 van de Telecommunicatiewet bepaalt dat het college zorg draagt voor inhoudelijke afstemming tussen de betrokken bestuursorganen.

 

 

Artikel 6: Voorschriften en beperkingen bij instemming

In de oude vergunning was opgenomen, welke voorschriften het college aan het instemmingsbesluit kon verbinden. In aansluiting hierop heeft de wetgever deze voorschriften nu in de wet opgenomen, zodat deze niet nogmaals in de verordening zijn opgenomen.

Het gaat om de volgende bepalingen:

Artikel 5.4 leden 2 en 3 van de Telecommunicatiewet:

2.  Burgemeester en wethouders kunnen om redenen van openbare orde, veiligheid, het voorkomen of beperken van overlast, de bereikbaarheid van gronden of gebouwen, dan wel ondergrondse ordening in het instemmingsbesluit voorschriften opnemen.

3.  De voorschriften kunnen slecht betrekking hebben op

  • 1.

    De plaats van de werkzaamheden;

  • 2.

    het tijdstip van de werkzaamheden, met dien verstande dat het toegestane tijdstip van aanvang van aanvang, behoudens zeer zwaarwichtige redenen van publiek belang als genoemd in het tweede lid, niet later mag plaatsvinden dan 12 maanden na de datum van afgifte van het instemmingsbesluit;

  • 3.

    de wijze van uitvoering van de werkzaamheden;

  • 4.

    het bevorderen van medegebruik van de voorzieningen;

  • 5.

    het afstemmen van overig in de grond aanwezige werken.

Deze bepalingen dient het college in acht te nemen bij het geven van voorschriften bij het instemmingbesluit. Hierbij moet worden bedacht dat het instemmingsbesluit een beschikking is in het kader van de Algemene wet bestuursrecht en de aanbieder, indien deze het niet eens is met de gegeven voorschriften bij het instemmingsbesluit, in bezwaar en beroep kan gaan resp. bij de OPTA en vervolgens bij de Rechtbank en het College van Beroep voor het bedrijfsleven. (Artikelen 12.2 en 17.1 Telecommunicatiewet.) Het derde lid van artikel 5 van de verordening geeft invulling aan artikel 5.4, tweede en derde lid van de wet.

 

Het eerste lid van artikel 6 beperkt de werkingsduur van het instemmingsbesluit om te voorkomen dat een aanbieder nog gebruik maakt van een dergelijk besluit geruime tijd na afgifte. Immers het intussen gewijzigde gebruik van de openbare gronden kan het aanleggen van een telecomkabel onwenselijk maken. Een suggestie is om de werkingsduur van een instemmingsbesluit te stellen op 6 maanden en dat de werkzaamheden moeten zijn voltooid 6 maanden na aanvang.

 

Het tweede lid geeft als aanvulling dat het college naast voorschriften over tijdstip plaats en dergelijke met betrekking tot de uitvoering ook voorschriften opstellen over de uitstraling, vormgeving, kleur, situering en afmetingen van voorzieningen als kasten handholes en dergelijke behorende bij het netwerk.

 

Het derde lid heeft betrekking op de situatie dat er een kabel dient te worden gelegd in openbare gronden die recent zijn geherstructureerd, bijvoorbeeld herstraat. In dat geval heeft het college de mogelijkheid extra voorschriften te stellen boven de gebruikelijk gehanteerde voorschriften (natuurlijk wel binnen het kader van artikel 5.4 leden 2 en 3 van de wet).

 

Het vierde lid heeft betrekking op het geval dat kabels dienen te worden gelegd in bijvoorbeeld een winkelgebied met sierbestrating.

 

 

Artikel 7: (Mede)gebruik van voorzieningen en vooroverleg

Zoals aangeven kunnen de voorschriften bij het instemmingsbesluit het medegebruik van voorzieningen bevorderen. Het medegebruik beperkt het graven in de openbare gronden en strekt daarmee tot voordeel van de gemeente. Het medegebruik kan aan de orde komen in het vooroverleg over het af te geven instemmingsbesluit. In lid 3 is de verplichting voor de aanbieder opgenomen van vooraangelegde voorzieningen, indien daartoe een redelijk aanbod wordt gedaan. De vraag wat een redelijk aanbod is kan worden beantwoord als volgt: de aanwezige voorziening is zowel in kwaliteit als in kosten een volwaardig alternatief voor het eigen graafrecht van de aanbieder.

 

Het vierde lid behandelt de situatie indien de gemeentelijke leidingprofielen geen ruimte bieden voor de aanleg van kabels.

 

 

Artikel 8: Overdracht voorzieningen en Melding wijziging voorzieningen

De rechter heeft uitgesproken dat de werking van het instemmingsbesluit eindigt zodra de werkzaamheden waarvoor instemming is gevraagd zijn, beëindigd. Dit betekent dat het college geen verplichtingen op basis van het instemmingsbesluit aan de aanbieder kan opleggen nadat deze zijn werkzaamheden heeft beëindigd.

 

 

Artikel 9: Intrekking oude verordening

De oude verordening moet worden ingetrokken zodat de nieuwe verordening in werking kan treden. De voorgaande verordening dateert van 2001.

 

 

Artikel 10: Overgangsrecht

Het moment van afgeven van het instemmingsbesluit bepaalt of de oude of nieuwe verordening van kracht is op de (voorgenomen) graafwerkzaamheden.

 

 

Artikel 11: Inwerkingtreding

Tenzij de gemeenteraad anders besluit treedt de verordening geheel overeenkomstig de Gemeentewet in werking met ingang van de achtste dag na publicatie. Op hetzelfde tijdstip dient de oude telecommunicatieverordening te worden ingetrokken. De nog lopende instemmingbesluiten voor kabel(s) die nog niet of niet volledig zijn gelegd blijven van kracht met dien verstande dat vallen onder de nieuwe verordening.

 

 

Artikel 12: Citeerartikel

Door toevoeging van de naam van de gemeente aan de citeertitel is het voor eenieder die de verordening opvraagt duidelijk dat dit de verordening betreft van die met name genoemde gemeente.